Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over de positieve resultaten die het spitsmijdenproject in Antwerpen heeft opgeleverd en een eventuele uitrol van dit project naar andere filegevoelige locaties in Vlaanderen
Verslag
De heer Keulen heeft het woord.
Voorzitter, mijn vraag om uitleg sluit eigenlijk sterk aan bij de gedachtewisseling over de geplande kilometerheffing voor lichte voertuigen die we bij de aanvang van deze vergadering hebben gehouden. In feite ligt mijn vraag om uitleg in het verlengde van dit punt.
De halfjaarlijkse filebarometer van Touring Mobilis toont aan dat het fileleed in de eerste helft van 2017 opnieuw fors is gestegen. Het goede nieuws is dat de ochtend- en avondfiles enigszins stagneren, maar de rustige momenten tussen de beide spitsmomenten in worden structureel drukker. De niet-noodzakelijke verplaatsingen worden steeds vaker tot na de ochtendspits of tot voor de avondspits uitgesteld. Tussen 10.00 uur en 15.00 uur is op het onze wegen drukker worden, wat hier een logisch gevolg van is. Dit zorgt voor een welhaast permanente verzadiging van ons wegennet.
Deze legislatuur zijn al stappen gezet naar een versterking van het openbaar vervoer. Er is voorzien in meerdere fietsostrades en voor vrachtwagens is een kilometerheffing ingevoerd. Over een algemene kilometerheffing wordt verder nagedacht. We hebben het daarover al gehad. De federale overheid maakt werk van een mobiliteitsbudget als volwaardig alternatief voor de salariswagens.
In uw reactie op deze cijfers hebt u laten weten dat u vooral heil ziet in een positieve kilometerheffing. Die heffing moet mensen belonen die de spits mijden. Daarnaast hebt u gesteld dat de Vlaamse Regering investeert in meer wegcapaciteit en in alternatieven voor de wagen, zoals een beter openbaar vervoer, de fiets en de binnenvaart.
In deze commissie hebben we al meermaals gesproken over de toename van het verkeer tijdens en buiten de spitsuren en over de toename van het aantal bestelwagens. Dit hangt samen met de e-commerce. Er wordt steeds naar een algemene kilometerheffing verwezen, maar we moeten realistisch zijn. Zoals daarnet al is gesteld, mogen we dit niet als een zaligmakende oplossing beschouwen. Een echte oplossing zal uit een combinatie van maatregelen bestaan.
De eventuele invoering van een algemene kilometerheffing zou voor vrachtwagens en lichte voertuigen gelden. We hebben daarnet vernomen dat dit in de periode 2021-2023 zou kunnen gebeuren. U moet proberen de studie hierover nog tijdens deze legislatuur te laten opleveren. De volgende Vlaamse Regering moet dan een beslissing nemen.
De problematiek van het structureel drukke verkeer op elk moment van de dag is eigenlijk de moraal van het verhaal. Plant u eventueel tijdelijke maatregelen om de druk op de wegen op te vangen? Denkt u aan specifieke maatregelen voor een bepaalde categorie? Ik denk dan aan de bestelwagens.
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Minister, op 18 september 2017 is in de krant De Morgen een artikel verschenen met als kop 'Chauffeurs belonen om spits te mijden werkt'. Het is een artikel over een project dat op 1 september 2017 in de stad Antwerpen van start is gegaan. Met dit project worden mensen die hardnekkig tijdens de spits rijden, beloond met cadeau- en restaurantbonnen als ze hun gedrag veranderen. Wie beter dan de bevoegde schepen, de heer Kennes, legt in het artikel uit wat precies de bedoeling is: “We willen mensen laten proeven, ervaren, ontdekken in de hoop dat ze daarna vaststellen dat de alternatieven goed werken en dan is de beloning an sich niet meer nodig.” Hij voegt er net niet aan toe dat het de bedoeling is de mensen te verleiden. Dat is een goede uitleg van wat spitsmijden is. Mensen worden tijdelijk en eenmalig beloond met het oog op een duurzame gedragsverandering.
In Nederland gebeurt dit al een tijdje. Begin dit jaar is hierover een interessant rapport afgeleverd dat in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu is opgesteld. Het rapport heeft de titel ‘Metaevaluatie van spitsmijdenprojecten in Nederland'. Een aantal projecten die tijdens de periode 2013-2015 zijn uitgevoerd, worden geëvalueerd.
Een van de vaststellingen is dat de gedragsverandering de eerste twee jaar een sterke terugloop kent. In het derde jaar blijkt nog steeds 33 procent van diegenen die ten gevolge van de beloning hun gedrag hebben veranderd nog steeds af te stappen van het automatisch gebruik van de wagen tijdens de spits. Ze nemen de fiets naar het werk, blijven meer thuis, doen meer thuiswerk en gebruiken het openbaar vervoer. Die gedragsverandering blijft op lange termijn doorwerken. Volgens het rapport leveren de projecten die op een vermindering van de reguliere files zijn gericht blijvende effecten op.
Verder wordt vastgesteld dat er een verschuiving is van het verkeer op de alternatieve routes, het zogenaamde onderliggend wegennet. De nood om sluiproutes te gebruiken, wordt natuurlijk kleiner wanneer tijdens de spits vlotter kan worden gereden.
Vervolgens worden nog een aantal kostenbatenratio’s geciteerd. U moet dat rapport maar eens bekijken. Een aantal van die kostenbatenratio’s zijn gunstiger dan de kostenbatenratio’s van sommige investeringsprojecten van de Vlaamse overheid.
Precies twee jaar geleden, op 1 oktober 2015, heb ik u dit concept al eens voorgelegd door middel van een vraag om uitleg. Uw voorgangster, minister Crevits, heeft in 2011 verklaard dat ze zou onderzoeken of dit ook voor Vlaanderen interessant zou zijn. Ze heeft dat niet gedaan. Gelet op die uitspraken, heb ik u gevraagd of het te overwegen valt in Vlaanderen spitsmijdenprojecten uit te rollen. Mevrouw Kherbache en ik hebben toen voorgesteld dit in de omgeving van Antwerpen te doen. Daar is het rijden tijdens de spits momenteel het meest problematisch in heel Vlaanderen.
Minister, u hebt daar toen principiële bezwaren tegen geuit. We zijn twee jaar verder en misschien zijn de inzichten wat veranderd. Ik stel tevens vast dat de Vlaamse Automobilistenbond (VAB) ook een voorstander van het spitsmijden is. Ik ben natuurlijk niet blind. Vlaanderen investeert in infrastructuur, maar ik denk dat we daar op korte termijn niet zo verschrikkelijk veel aan zullen hebben. Die investeringen zijn bedoeld om verkeer vlotter te laten rijden, maar er is altijd een uitvoeringstraject. We hebben deze namiddag ook geleerd dat een gedragsprikkelende kilometerheffing er ten allervroegste in 2023 zal zijn. Het spitsmijden kan een interessante manier zijn om ervaringen op te doen met prijsprikkels in ons mobiliteitssysteem. Het zou u kunnen helpen te zien wat de effecten zijn van een mobiliteitssturing door middel van prijsprikkels. Dat gebeurt uiteraard in de omgekeerde richting als het spitsmijden.
Verder wil ik opmerken dat ik in het huidig mobiliteitsbeleid eigenlijk weinig maatregelen zie die echt op een gedragsverandering mikken. Daar hebben we nochtans het meest nood aan. Ik zou u hierover dan ook enkele vragen willen stellen.
Minister, hebt u kennis genomen van het project inzake spitsmijden dat de stad Antwerpen heeft gestart? Participeert de Vlaamse overheid hier op een of andere manier aan? Het Antwerps project is uiteraard beperkt in omvang. Meent u, gelet op de veelbelovende resultaten, dat het interessant zou zijn ook elders in de Vlaamse ruit een proefproject inzake spitsmijden op te zetten? Zo ja, bent u bereid het Vlaams Verkeerscentrum de opdracht te geven hiervoor een locatie te selecteren? Zo neen, welke andere maatregelen plant u op korte termijn om de filedruk in onze regio of op een aantal plaatsen in onze regio te verlichten?
Minister Weyts heeft het woord.
Mijnheer Vandenbroucke, ik deel natuurlijk uw appreciatie van en enthousiasme over het beleid van de heer Kennes. Het verschil is dat u in uw eigen partij een uitzondering bent, wat voor mij minder het geval is. (Gelach)
De concrete casus betreft het bedrijf Olympus Mobility, dat de app heeft gelanceerd en in dat licht ondersteuning van de stad Antwerpen krijgt. Die ondersteuning past in het project ‘Slim naar Antwerpen’. Het is een B2B-applicatie. De gunning dateert van maart 2017. De stad Antwerpen heeft in september 2017 een meting uitgevoerd. Een eerste evaluatie wordt pas tegen eind oktober 2017 verwacht. Ik weet dan ook niet waar de cijfers die ik heb gezien precies naar verwijzen. Misschien gaat het om het aantal bedrijven dat de app heeft gedownload. Er zijn nog geen aanvragen tot uitbetaling ingediend, laat staan dat we enige gegevens over het effect op de filedruk zouden kennen. Dat is een punt van nuancering.
Ik herhaal het standpunt dat ik vroeger altijd heb ingenomen. Als een tijdelijke en zeer projectmatige maatregel kan dit project misschien zinvol zijn. Het is prima dat dit in Antwerpen, bijvoorbeeld, deel uitmaakt van een hele reeks maatregelen. Dit betekent niet dat we dit structureel willen invoeren.
Mijnheer Vandenbroucke, u hebt naar de Nederlandse casus verwezen. In Nederland wordt hier echter op teruggekomen. Ik heb gelezen dat er een hele discussie over fraude is gevoerd. We hebben die discussie trouwens ook in deze commissie gevoerd.
De aangehaalde cijfers geven ons enkel inzicht in de interesse van Antwerpse bedrijven. Dit is onder meer het gevolg van het beleid van de bereikbaarheidsmanagers. Zij kunnen op dat vlak veel concreter en veel beter werk leveren. Het is een hoopvol signaal, maar ook niet meer dan dat.
Voor de aanpak van congestiegevoelige regio’s is een globale aanpak nodig met infrastructuurwerken maar ook door in te zetten op alternatieven. De heer Keulen heeft dat correct geduid: men heeft ook buiten de spits het maximum van de capaciteit van de wegen bereikt. Wij willen in Vlaanderen vooral de automobilisten verleiden om uit hun wagen te komen door te investeren in het aantrekkelijker maken van de alternatieven.
Ik moet mijn budgettair verhaal niet schetsen. In het kader van de begrotingsbespreking zal blijken dat er nog extra middelen boven op de zo al historische investeringsbedragen komen die we al in een vorige begrotingsdiscussie hadden binnengehaald. We proberen natuurlijk de automobilisten te laten kiezen voor een alternatief: de verplaatsing niet maken of de verplaatsing buiten de spits maken of de verplaatsing maken met een andere vervoerswijze. Ten gevolge daarvan moeten we natuurlijk ook investeren in fietspaden, openbaar vervoer, de aanleg van carpoolparkings enzovoort. Daarvoor hebben we intussen historische investeringsbedragen vrijgemaakt. Uit die investeringen halen alle gebruikers van de alternatieven voordeel, en niet enkel diegenen die zich bedienen van dat spitsmijden. Spitsmijden betekent voor mij niet alleen inspanningen leveren die ten goede komen van de spitsmijder maar van alle gebruikers van die alternatieven, en dat door te blijven investeren in die alternatieven.
De grote projecten die op stapel staan: dat is allemaal nog veraf. We weten dat we daarvoor heel veel procedures moeten doorlopen. Maar het is wel essentieel dat we in twee grote investeringsdossiers fundamentele doorbraken hebben gerealiseerd: enerzijds de aanpak van de ring rond Antwerpen en het Oosterweeldossier, en anderzijds de ring rond Brussel. Dat is zeer goed nieuws, want 52 procent van de verloren file-uren situeren zich net op die twee verkeersassen. Ondertussen steken we de spade in de grond voor heel wat projecten in Vlaanderen. Op jaarbasis blijkt dat uit onze investeringsprogramma’s.
Voor wat betreft de quick wins hebben we zestien wegvakken geselecteerd waar men met een relatief kleine ingreep, zowel qua tijd als qua kostprijs, een aanzienlijke verbetering van de doorstroom kan realiseren. We hebben er drie uitgevoerd, vier worden dit jaar nog aangevat en zes volgend jaar. Twee willen we nog verder onderzoeken in functie van de realisatie, samen met de grote infrastructuurwerken. We hebben ook enkele spitsstroken als prioriteit naar voren geschoven. De spitsstrook op de E17 tussen De Pinte en Zwijnaarde zit momenteel in de aanbestedingsfase. Daar starten de werken eind dit jaar. De spitsstrook op de E40 tussen Groot-Bijgaarden en Affligem zal in twee fasen worden gerealiseerd. Voor de E313 tussen Beringen en Lummen staat de aanbesteding voor dit najaar gepland, de uitvoering volgt ongetwijfeld volgend jaar.
Dat alles biedt perspectief. Er zijn de grote investeringsdossiers R0 en R1. Linkeroever is heel concreet, met een eerste spadesteek eind dit jaar of begin volgend jaar. We kunnen daar alleszins starten. Het laatste obstakel is weggewerkt: de wegende discussie over Zwijndrecht is via diplomatieke weg en in samenspraak tot een goed einde gebracht. Daar kunnen we starten, net zoals verschillende hangende procedures tegen de Oosterweelverbinding zelf voor de Raad van State zijn teruggetrokken. Daar hebben we dus een heel concreet perspectief. We hebben alleszins nog nooit zo dicht gestaan bij de realisatie van die grote investeringsprojecten.
De heer Keulen heeft het woord.
Minister, wij moeten daar inderdaad blijvend aan werken. Ik zeg heel nadrukkelijk ‘wij’ want uw succes in dezen is ook ons succes. Vandaag wordt de fileproblematiek letterlijk als verpletterend ervaren. De mensen worden daar moedeloos van. Het gaat ons gelukkig economisch voor de wind. Dat brengt op de wegen meer beweging met zich mee. Er is het succes van de e-commerce, die nog moet groeien. En de lage brandstofprijzen maken dat het altijd nog rendabeler blijft om over de weg te vervoeren in plaats van voor het spoor of het water te kiezen.
Het zal inderdaad een combinatie worden van een hele trits maatregelen, quick wins maar ook meer structurele. U zult in 2019 worden afgerekend op de fileproblematiek. Dan zijn wij zo fair, eerlijk en collegiaal om vanuit de meerderheid te stellen dat er geen toverformules bestaan. Het zal inderdaad een optelsom worden van allerhande maatregelen. In die zin vind ik uw antwoord bevredigend.
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoord. Over het mobiliteitsbeleid van de stad Antwerpen spreek ik mij niet uit. De heer Tom Meeuws is daar beter voor geplaatst. (Opmerkingen)
Ik apprecieer wel dat men in Antwerpen inziet dat er geen wonderoplossing bestaat voor het verminderen van de files, mijnheer Keulen. Men probeert er een reeks maatregelen te nemen. Daarbij lijkt het me nuttig ook maatregelen te nemen die gericht zijn op gedragsverandering. Minister, ik zou u toch willen vragen om dat metarapport of die metaevaluatie van uw Nederlandse collega eens grondig te bekijken. Het gaat om de zeer grondige evaluatie van een vijftal projecten, waar meer dan 40.000 automobilisten aan hebben deelgenomen. Dat is een representatief staal. Bekijk zeker ook het luikje over kosteneffectiviteit, hoeveel tientallen miljoenen euro die projecten hebben opgeleverd.
Nogmaals, dit is geen wondermiddel, maar het komt in uw antwoord, dat lijkt op de antwoorden op de eerdere vragen van de heer Keulen over files, altijd op hetzelfde neer: het stijgende investeringsbudget, de spade in de grond voor een aantal projecten, spitsstroken, quick wins. Dat is allemaal prachtig, maar ondertussen zie ik de files niet korter worden. De filedruk neemt alleen maar toe. Uw antwoorden hebben met elkaar gemeen dat ik u nooit maatregelen hoor opnoemen die effectief gericht zijn op het actief stimuleren van duurzame gedragsverandering. Daarvoor is het wachten tot ten vroegste 2013. Gaan we echt vier, vijf jaar de kat uit de boom kijken en blijven zweren bij een klassiek infrastructureel investeringsverhaal, wetende dat het ons tot op heden nog geen zucht van verlichting voor de filedruk heeft opgeleverd? Of zullen we met een openheid van geest toch ook eens andere concepten bekijken, zeker als dat beproefde concepten zijn met bewezen resultaten? Die zijn misschien ook niet spectaculair, maar we kunnen toch elke sprong voorwaarts gebruiken in Vlaanderen. Ik vind het echt vreemd dat u dat blijft wegwuiven, gelet op de ondertussen jarenlange ervaring die men in daar in Nederland mee heeft. Er zijn daar inderdaad problemen geweest rond fraudegevoeligheid en dergelijke, maar dat zijn praktische zaken die je kunt oplossen. Ik zie vooral dat daar resultaten op het terrein worden geboekt. Ik lees dat in rapporten die worden afgeleverd door het bevoegde ministerie. Dat is toch niet niks. Ik vraag u om dat te bekijken. Dat hoeven geen grote budgetten te zijn, maar ergens in Vlaanderen moet daar ook mee worden gestart, om op zijn minst te zien wat het effect hier zou kunnen zijn.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Ik heb die studie over Antwerpen over het spitsmijden ook proberen te pakken te krijgen. Maar die studie is simpelweg nog niet beschikbaar. De evaluatie heeft nog niet plaatsgevonden. Er is nog geen enkele uitbetaling door de stad Antwerpen gebeurd. Laat ons dus toch eventjes wachten.
Ik las dat het bedrijf zeer proactief zelf communiceerde. Een snelle berekening leert dat met 928 ritten, gedeeld door het aantal dat het lopende is, er ’s ochtends en ’s avonds telkens een veertigtal wagens uit de spits worden gehaald. Is dat een goede zaak? Ja. Maar het is toch ietwat ‘overshooting’ om daar de volledige eerste pagina van De Morgen aan te wijden als een grote hoera. Ik hoor u nu nuanceren en zeggen dat het geen wonderverhaal is. Dat leek mij er toch wel een beetje over. Onze ambitie – en ik kijk naar de bevoegde minister – ligt iets hoger dan een modal shift van veertig wagens.
Alle ballonnetjes kunnen onderzocht worden. Alle maatregelen die op korte termijn kunnen helpen, zijn een goede zaak. Dat gaat u mij niet horen zeggen.
Wat ik echter veel belangrijker vind, en wat hier ook al door diverse collega’s naar voren is gebracht en wat al veel langer had moeten gebeuren, is natuurlijk nu het combiverhaal van de investeringen die worden uitgerold. Collega Vandenbroucke, dat heeft in het verleden veel te lang op zich laten wachten. Waarom staan we nu met zijn allen stil? Omdat er al veel sneller investeringen hadden moeten worden doorgevoerd, in de harde weginfrastructuur, maar ook in maatregelen die dus tot een modal shift zouden kunnen leiden, bijvoorbeeld de investeringen in de fietsostrades, die hier ook al aan bod zijn gekomen, en investeringen in openbaar vervoer. Dus natuurlijk, zolang dat op zich laat wachten, kan je ook niet verwachten dat mensen spontaan die overstap maken of die modal shift echt in realiteit gaan omzetten. Het is dus een-en-enverhaal. Trouwens, om eventjes terug te komen op uw collega’s in Antwerpen, ik hoorde dat ze hun mobiliteitsplan gingen voorstellen en dacht ‘fantastisch, nu komen ze met het ei van Columbus’. Dat bleek dan te gaan over de volgende maatregel: de voorzitter van sp.a in Antwerpen zei de capaciteit van de Leien te zullen terugbrengen naar twee keer één rijstrook. Nu, dat zit al jaren in de plannen. Dat is exact wat we gaan doen met de Leien. (Opmerkingen van Joris Vandenbroucke)
Het is dus toch wel wat wachten op concrete maatregelen die ons zouden kunnen helpen in het waarmaken van die modal shift en die meer zijn dan maatregelen die al jaren in de plannen zitten.
Minister, afrondend, het combiverhaal met de investeringen heeft onze volledige steun, en we denken dat dat uiteraard veel meer effect gaat hebben dan de nu eruit gepikte maatregel van het spitsmijden. Trouwens, ere wie ere toekomt, dat is wel een schitterende stunt, niet zozeer van de schepen van Mobiliteit in Antwerpen, maar wel van de schepen van Middenstand, aangezien het gaat om waardebonnen die kunnen worden aangewend bij de Antwerpse middenstand, in winkels en restaurants.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.