Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting
Verslag
De heer Vanbesien heeft het woord.
Minister-president, de vraag start op het Belgische niveau, waar er een principebeslissing genomen is om volgend jaar 35 nieuwe gevechtsvliegtuigen aan te kopen, als vervanging van de F-16-straaljagers die het leger vandaag in gebruik heeft. Er is een aankoopsom mee gemoeid van 3,5 miljard euro. Of dat een goede investering is of niet, daarover zijn de meningen verdeeld. Groen is volledig tegen de vervanging van die F-16’s, en dus tegen de aankoop, omdat er in Europa een surplus is aan dergelijke vliegtuigen.
Los daarvan gaat het natuurlijk ook om een economisch dossier. Als afgeleide daarvan is het zo dat de Federale Regering economische compensaties heeft beloofd, en eigenlijk gezegd heeft dat een deel van het geld dat dan gespendeerd wordt, terug naar België moet vloeien. Dat brengt juridische problemen met zich mee. De Belgische Inspectie van Financiën maakt ook de duidelijke analyse dat dat eigenlijk verboden is voor Europa. De Inspectie van Financiën wijst ook op de juridische risico’s die België op dit moment neemt, omdat men in zijn aanbesteding 10 procent opneemt als score voor essentiële veiligheidsbelangen. Dat is de truc die men gebruikt om economische compensaties in die aanbesteding te smokkelen.
Ook op Vlaams niveau staan natuurlijk bedrijven klaar die graag die economische compensaties naar zich toe zien komen. Er is FLAG, de Flemish Aerospace Group, dat er al jaren geen geheim van maakt dat het op een deel van die mogelijke compensatie-investeringen aast. FLAG is met dat opzet ook toegetreden tot BELAG, de Belgian Aeronautical Group, die ijvert voor die directe of indirecte compensaties in het spoor van deze zware militaire investeringsuitgaven. Het Vlaams Vredesinstituut stelde in zijn advies van 2014 dat de economische return van een dergelijke aankoop en eventuele compensaties erg onzeker is.
En ten slotte is er ook nog het heikele punt van de communautaire verdeelsleutel van mogelijke compensaties. In 2008 is er een analyse gemaakt van de economische return van de grote defensieprogramma’s sinds 1983. Daaruit blijkt dat 56 procent van de economische return in het Vlaamse Gewest werd gerealiseerd, en 34 procent in het Waalse Gewest. Specifiek voor de luchtvaartindustrie zou het Vlaamse aandeel wel veel lager liggen, op een kwart ongeveer.
Economie is natuurlijk een Vlaamse bevoegdheid, en daarom heb ik de volgende vragen voor u, minister-president. Hoe staat u tegenover die directe of indirecte economische compensaties voor Vlaamse bedrijven in het dossier van de aankoop van gevechtsvliegtuigen, en meer algemeen bij andere militaire bestellingen? Heeft de Vlaamse Regering daaromtrent recent of in het verleden initiatieven genomen, bijvoorbeeld overlegd met de Federale Regering, of contacten onderhouden met de eerder genoemde lobbygroepen? Zult u een standpunt innemen over een communautaire verdeelsleutel voor die eventuele economische compensaties bij militaire aankopen?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Collega Vanbesien, zoals in elk aankoopdossier waar de overheid bij betrokken is, hoop ik dat onze Vlaamse bedrijven de kans zullen krijgen om mee te dingen voor het leveren van goederen, voor het verlenen van hoogwaardige diensten, of als partner bij onderzoeksprojecten, uiteraard binnen het kader van de Belgische en de Europese wet.
Wij hebben daaromtrent geen overleg met de Federale Regering. Mijn kabinet informeert wel op tijd en stond bij de federale overheid naar de vooruitgang van dit dossier. FLAG, dat binnen Agoria opereert als spreekbuis voor de sector en dat een erkend innovatief bedrijvennetwerk is, neemt ook op onregelmatige wijze contacten, die tot doel hebben de stand van zaken te kennen met betrekking tot dit dossier, maar er zijn geen concrete gesprekken in verband met opportuniteiten voor Vlaamse bedrijven of de Vlaamse industrie in het kader van de legeraankopen.
Er kunnen in dit kader ook geen compensaties zijn. Dat hebt u ook bevestigd. U hebt dat een truc genoemd, maar voor zover ik geïnformeerd ben, is het zo dat Defensie zich beroept op het Verdrag voor de Werking van de Europese Unie om de essentiële veiligheidsbelangen mee op te nemen. Maar het gaat niet over compensaties, laat ons daar duidelijk over zijn. En dus kan er ook geen sprake zijn van een communautaire verdeelsleutel, wat niet belet dat ik het belangrijk vind dat onze Vlaamse bedrijven wel degelijk de kans krijgen om op te treden als toeleverancier van producten, als leverancier van diensten of om mee te werken aan onderzoeksprogramma’s.
De heer Vanbesien heeft het woord.
Dat onze Vlaamse bedrijven de kans krijgen om toeleverancier te zijn en daar maximaal aan moeten meedoen, is uiteraard logisch. U zegt dat men op Belgisch niveau helemaal niet bezig is met die economische compensaties, maar zowel in het federale regeerakkoord als in de strategische visie van Defensie zegt men heel expliciet dat dat wel de bedoeling is. Ik citeer uit die strategische visie van Defensie, pagina 126: “De FOD Economie zal, in samenwerking met Defensie, de uitvoeringsmaatregelen vastleggen voor een maximale economische return” – hier zien we een duidelijke economische argumentatie – “voor de militaire aankopen, onder meer via het gebruik van het artikel 346 van het Verdrag voor de Werking van de Europese Unie.” Dat artikel mag enkel en alleen gebruikt worden voor essentiële veiligheidsbelangen, en dus niet voor een economische return. Hier zien we toch dat dat artikel en die essentiële veiligheidsbelangen gebruikt worden voor de doelstelling ‘maximale economische return’.
Ik ben absoluut voor alle kansen voor de Vlaamse bedrijven, maar tegelijk denk ik dat het logisch is dat de Europese Unie, en dus ook de lidstaten van de Europese Unie, voor de beste prijs-kwaliteitsverhouding gaan, en dat we dus niet in dat oude Belgische systeem van wafelijzerpolitiek en van economische compensaties stappen. Ik roep de minister-president ook om op die manier de zuivere lijn aan te houden, en uiteraard de belangen van de Vlaamse bedrijven te behartigen, maar niet op die manier dat we Europese wetgeving verkeerd gaan interpreteren en misbruiken om zo in een soort oud verhaal van oneigenlijke steun aan de militaire industrie te stappen.
De heer Diependaele heeft het woord.
Eerst en vooral: alle respect voor ieders mening over het al dan niet opportuun zijn van het aankopen van die gevechtsvliegtuigen. Dat is hier niet het onderwerp van debat.
Voor zover ik het begrijp, is economische return niet hetzelfde als economische compensatie. Bij compensatie wordt het terugkeren van economische activiteit, dus de vraag of die toeleverancier al dan niet economische activiteit in je land ontwikkelt, gebruikt als een van de voorwaarden bij de toewijzing. En dat is natuurlijk niet hetzelfde als: er wordt toegewezen, en we hopen en rekenen erop dat het ook economische activiteit oplevert, zonder dat dat een voorwaarde is. Daar zit natuurlijk het grote verschil. In die zin denk ik dat u de twee termen door elkaar gooit.
Juridisch-inhoudelijk ben ik het volledig eens. Je kunt dat alleen maar doen met de correcte juridische weg. Wij geloven in de openmarkteconomie en geloven dus ook in de mededingingsregels van de Europese Unie. Wij staan daar volledig achter. Die aanbesteding moet correct verlopen, daar ben ik het volledig mee eens. Maar ik vind het dan wel vreemd dat u zegt dat u tegen de aankoop bent, op puur principieel niveau, maar als er dan eventueel nog iets positiefs zou kunnen terugvloeien naar Vlaanderen in de vorm van economische activiteit, met name werkgelegenheid, dan bent u daar ook tegen. Die twee zie ik niet zo goed samengaan. Ik denk dat het correct is om te hopen op een economische return, wat absoluut niet hetzelfde is als economische compensatie. En het is de evidentie zelf dat de spelregels correct gevolgd moeten worden.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer Vanbesien, de logica van uw tussenkomst ontsnapt me volledig. Zowel u als uw federale collega zegt dat u er geen probleem mee hebt, integendeel. Ik citeer uw collega: “De Vlaamse bedrijven moeten mee kunnen profiteren van de buitenlandse bestelling.”
U zegt zelf dat we daar alle kansen aan moeten geven. Dan verdraait u de werkelijkheid. U zegt dat het over compensaties gaat, het gaat juist niet over compensaties. Als u wilt dat de Vlaamse bedrijven kansen krijgen, wat hebt u er dan tegen dat de federale overheid in het kader van het verdrag betreffende de werking van de EU – collega Diependaele heeft het artikel aangehaald, u hebt het ook aangehaald – met bescherming van de essentiële veiligheidsbelangen die 10 procent naar voren schuift?
Het is het een of het ander. U bent ervoor dat ze die kansen krijgen, de mogelijkheid die expliciet in het verdrag staat, zou dan niet benut mogen worden, maar er is geen andere mogelijkheid. Er is geen mogelijkheid om te compenseren, dat mag niet. Dus ja, van twee zaken één, u moet eens kiezen wat u wilt.
De heer Vanbesien heeft het woord.
Mijnheer Diependaele, u zegt dat hier op geen enkele manier iets wordt opgelegd. In de marktbevraging staat dat voor 10 procent wordt bekeken in hoeverre dat kan terugvloeien naar de eigen economie. In die zin is dat wel iets waarop getaxeerd zal worden.
Men geeft aan kandidaten voor de bouw van die vliegtuigen eigenlijk de opdracht: als u kans wilt maken om de opdracht binnen te halen, dan gaan we die voor 10 procent beoordelen op de terugvloeiing die volgens Europa enkel mag worden gebaseerd, geargumenteerd, op veiligheidsbelangen, die hier in de beleidsnota Defensie op economische return wordt getaxeerd. De Inspectie van Financiën zegt zelf dat we hier een geweldig groot juridisch risico nemen.
Ik heb de indruk, onze analyse is – dat wordt hier niet bevestigd, maar dat had ik ook niet verwacht – dat we hier naar een investering gaan die volgens ons niet nodig is en die in België gedeeltelijk wordt verkocht als: ‘We gaan hier ons economisch voordeel mee doen’. Terwijl dit juridisch zeer betwistbaar is, en economisch betwistbaar is volgens de Inspectie van Financiën. Het zal waarschijnlijk niet meer gebeuren, omdat de vliegtuigen al bijna klaar zijn volgens de Inspectie van Financiën.
Ik had gehoopt dat wij vanuit Vlaanderen duidelijk zouden maken dat we dit soort oude politieke gewoonte om militaire dossiers te verkopen als ‘we gaan hiermee onze economie redden’ achter ons hebben gelaten. Ik vind dat hier te weinig op die manier wordt gereageerd.
De vraag om uitleg is afgehandeld.