Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
De heer Van Malderen heeft het woord.
Minister, ik heb een vraagje over de zorgbijdragen. De aanleiding was wat werd gesteld door mensen die actief zijn met betrekking tot erkende vluchtelingen, maar ik denk dat de problematiek op zich ruimer kan worden bekeken.
Iedereen in Vlaanderen is verplicht om jaarlijks via een zorgbijdrage in het kader van de Vlaamse sociale bescherming (VSB) bij te dragen aan de zorgkas. Dat bedrag is in deze legislatuur opgetrokken naar 50 euro. Voor wie recht heeft op een verhoogde terugbetaling in het kader van de ziekteverzekering, wordt de bijdrage beperkt tot 25 euro. Dat is een heel lijstje van mensen die vandaag 25 euro moeten betalen: weduwen, invaliden, gepensioneerden en/of wezen (wigw), leefloners, personen met een handicap, mensen die in het kader van een inkomensgarantie voor ouderen een uitkering ontvangen, alleenstaanden ouder dan 50 jaar die een jaar werkloos zijn, personen die een verhoogde tegemoetkoming krijgen op basis van een beperkt bruto belastbaar gezinsinkomen...
Wat de betrokkenen blijkbaar allemaal gemeen hebben, is dat, om gebruik te kunnen maken van het tarief van 25 euro, ze reeds recht moesten hebben op het verminderd tarief in het jaar voorafgaand aan het jaar van de betaling van de zorgbijdrage. Concreet betekent dat bijvoorbeeld voor een erkend vluchteling die in maart 2016 een erkenning voor verhoogde terugbetaling krijgt, dat hij of zij voor die periode van dat jaar nog 50 euro dient te betalen. Aangezien men eerst erkend moet zijn, was er ook niet de mogelijkheid om dat vroeger aan te vragen.
Voor mensen in een precaire situatie is die 50 euro uiteraard een significant bedrag. Dat betekent dat er rekeningen in de bus vallen. Het betekent ook dat men altijd voor een stukje het zwaard van Damocles van boetes, maar mogelijk ook van onderbescherming, boven het hoofd heeft hangen, zelfs op termijn. Dat is immers de regeling.
Minister, bent u op de hoogte van die problematiek? Denkt u marge te zien om daar iets aan te doen, voor deze groep of voor anderen? Een termijn van een jaar is uiteraard voor iedereen lang, maar in dezen kan men mensen moeilijk aanwrijven dat men voordien geen weet had van die situatie.
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Bij het ontstaan van de zorgverzekering werd ervoor gekozen om te werken met twee bijdragetarieven: het normale tarief en een verminderd tarief voor wie recht heeft op een verhoogde terugbetaling in de ziekteverzekering. De reden hiervoor is dat men op die manier rekening kan houden met de inkomenssituatie van de betrokkene zonder een heel nieuw inkomensonderzoek te moeten doen. Zo vermijden we administratieve overlast.
Het recht op een verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering wordt toegekend aan personen die een specifieke uitkering ontvangen, zoals een leefloon, een inkomensvervangende tegemoetkoming voor personen met een handicap of een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden (THAB), maar ook aan een aantal specifieke groepen, zoals niet-begeleide minderjarigen of wezen. Ten slotte is er ook een verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering mogelijk wanneer het bruto belastbaar gezinsinkomen niet hoger is dan een bepaald bedrag. Die berekening gebeurt voor een aantal gevallen op basis van het bruto belastbaar maandinkomen van het gezin en voor anderen op basis van het bruto belastbaar jaarinkomen. Voor iemand die werkloos is, gaat het omgerekend bijvoorbeeld over maximaal 18.363 euro per jaar, verhoogd met 3399 euro per bijkomend gezinslid. Voor wie een uitkering geniet, wordt de verhoogde tegemoetkoming automatisch toegekend. In een aantal andere gevallen is er een aanvraag nodig.
Het klopt dat het verlaagde tarief voor het betalen van de bijdrage Vlaamse sociale bescherming wordt toegekend aan personen die op 1 januari van het voorgaande jaar werden erkend als rechthebbend op een verhoogde tegemoetkoming, VT. De regel geldt niet alleen voor erkende vluchtelingen, maar voor de hele Vlaamse bevolking. In het kader van het gelijkheidsbeginsel kan daarom moeilijk een uitzondering worden gemaakt voor erkende vluchtelingen.
Er is een technische reden waarom naar 1 januari van het vorige kalenderjaar wordt teruggegaan. In 2016 waren er meer dan 625.000 personen met het VT-statuut. Een groep met een dergelijke omvang kan enkel bestandsmatig worden verwerkt. Vanuit efficiëntieoverwegingen en ook om een gelijke behandeling te garanderen, is daarom beslist om een vaste datum te nemen om te bepalen wie als persoon met een VT-statuut kan worden beschouwd. Die datum is nu vastgelegd op 1 januari van het jaar voorafgaand aan het bijdragejaar.
Het verzamelen en verwerken van de VT-gegevens vergt immers enige tijd. De ziekenfondsen maken jaarlijks op 1 januari de foto van hun leden met een verhoogde tegemoetkoming en bezorgen de gegevens aan het RIZIV. Gezien de VT met terugwerkende kracht kan ontstaan – een aanvraag op 31 maart kan leiden tot een VT-recht vanaf 1 januari – kan de foto pas in de loop van april worden gemaakt. Het RIZIV verwerkt de informatie en stelt ze via de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid ter beschikking van de instanties die ze nodig hebben, ook van de zorgkassen.
Gezien het moment van inning van de premie voor de Vlaamse sociale bescherming kan dus geen rekening worden gehouden met de foto van het lopende jaar en moet er rekening gehouden worden met de informatie van het vorige jaar.
Op korte termijn is het niet mogelijk om hierin wijzigingen aan te brengen. Wel zullen we de problematiek met de VVSG bespreken om na te gaan of er maatregelen mogelijk en wenselijk zijn voor de specifieke doelgroep waarnaar u verwijst, mijnheer Van Malderen.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Minister, ik dank u voor het antwoord. Op zich heb ik begrip voor administratieve redenen, maar dat betekent niet dat we niet ook kunnen proberen om, zoals in andere systemen van tegemoetkomingen, voor behartigenswaardige gevallen een verhoogde tegemoetkoming of een verlaagde bijdrage mogelijk te maken. Ik vraag u inderdaad dit te onderzoeken. Ik heb één doelgroep aangehaald, maar er zijn nog mensen die in de loop van het jaar met een drastische en dramatische daling van hun inkomen worden geconfronteerd en net op dat moment nog de volle pot aan bijdrage moeten betalen – een bijdrage overigens die deze legislatuur verdubbeld is. Het regeringsbeleid heeft het probleem dus nog een stukje groter gemaakt.
Ik kijk uit naar het overleg dat u aankondigde en vraag u naar de timing daarvan, zodat we ook die controle kunnen organiseren.
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Om eerlijk te zijn, ik zal dit niet met grote prioriteit behandelen. We hebben nogal wat besognes om de overdracht van de federale bevoegdheden rond te krijgen. We hebben regelmatig overleg met de VVSG en ik zal het op een van die overlegmomenten agenderen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.