Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, elke Vlaamse gemeente kan zich kandidaat stellen als pleegzorggemeente. Daarmee geven de gemeenten uitdrukkelijk te kennen dat ze zich willen engageren om kwetsbare kinderen, jongeren en volwassenen in hun buurt een thuis te bieden. Samen met Pleegzorg Vlaanderen zetten ze een duurzame samenwerking op om pleegzorg in de gemeente op een laagdrempelige manier bekend te maken.
Sommige gemeenten kiezen er ook voor om het engagement van hun pleeggezinnen extra te ondersteunen. Ze beslissen dan zelf wat binnen hun mogelijkheden ligt om pleegzorg een duwtje in de rug te geven. Een belangrijke doelstelling van een pleegzorggemeente is ‘verspreiding’. Dat betekent dat in gemeentelijke infobladen en op websites oproepen worden gepubliceerd om nieuwe pleegouders te vinden. In het parlement verklaren we zo vaak dat we pleegzorg als eerste hulpverleningsvorm vooropstellen als uithuisplaatsing van een kind noodzakelijk is en we hebben dat ook in ons decreet opgenomen. Dat gemeenten zich daar mee achter willen zetten, kunnen we dan ook alleen maar toejuichen.
Minister, kunt u meer toelichting geven over de formule pleegzorggemeente? Is een evaluatie gepland en zo ja, wanneer? Wat is hierbij de rol van de diensten voor pleegzorg? Neemt u maatregelen om gemeenten ertoe aan te zetten het charter te ondertekenen? Naar ik heb begrepen is het uitgerold in heel wat Limburgse gemeenten, en dat is wellicht geen toeval. Zal dat later ook in andere provincies gebeuren? Is er een samenwerking met de jeugdhulpvoorzieningen in de gemeenten?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Mevrouw Schryvers, de formule pleegzorggemeente past in de opdracht van de diensten voor pleegzorg om samen met Pleegzorg Vlaanderen permanent in te zetten op de bekendmaking van pleegzorg en de werving van kandidaten. Meer informatie over dit initiatief is te vinden op de website van Pleegzorg Vlaanderen.
Al in 2012, dus nog vóór de inwerkingtreding van het decreet Pleegzorg, startte een proefproject in het kader van het voortraject inzake de fusie van de diensten voor pleegzorg. In dat proefproject werd getracht via de gemeenten meer naambekendheid te geven aan pleegzorg. Het oorspronkelijk Vlaamse initiatief, waaraan in 2012 de steden Turnhout en Alken deelnamen, werd in 2015 door de dienst voor pleegzorg in Limburg verder uitgewerkt. Alle gemeenten in Limburg werden aangeschreven met de vraag of ze bereid waren in hun gemeente pleegzorg extra in de kijker te zetten.
Er wordt aan het schepencollege van de betrokken gemeente gevraagd om een formeel engagement aan te gaan door middel van een samenwerkingsovereenkomst. Dat engagement wordt op maat van de gemeente uitgewerkt en kan bijvoorbeeld bestaan uit informatieverstrekking over het aanbod van de dienst voor pleegzorg, het vermelden van een getuigenis van een pleegzorger in het plaatselijke informatieblad, het betrekken van scholen of plaatselijke initiatieven rond kinderopvang bij wervingsacties, het ter beschikking stellen van een lokaal voor de organisatie van een infoavond enzovoort. In de gemeente Alken stellen we vast dat het aantal pleeggezinnen de afgelopen drie jaar is verdubbeld.
De dienst voor pleegzorg Limburg is ondertussen al met 35 gemeenten een engagement aangegaan. Het is de bedoeling om de formule pleegzorggemeente ook in de andere provincies uit te bouwen.
Wat de link met kinderopvang betreft, mogen we verwijzen naar de cijfers in de toekenning van het verminderd tarief voor pleegouders, ook een strijdpunt van het parlement. Sinds 2014, toen we kozen voor een incentive voor pleegouders op dit terrein, zien we spectaculaire cijfers. Het aantal keren dat de laagste tarieven voor pleegouders werden toegekend, is meer dan verdrievoudigd, van 172 in 2014 naar 569 in 2016.
Bekendmakings- en wervingsacties worden, net als andere procedures en processen, binnen het kwaliteitssysteem regelmatig door de initiatiefnemer geëvalueerd. Ook het Limburgse project zal te gepasten tijde worden geëvalueerd. De dienst voor pleegzorg vindt het nog te vroeg om nu al een evaluatie te plannen aangezien men eerst wil inzetten op het bereiken van de overige 44 gemeenten. Binnenkort zullen dat er, zoals u weet, een paar minder zijn.
Ook in de andere provincies willen we leren uit dit project met het oog op een veralgemening van deze formule voor heel Vlaanderen.
Het betreft een initiatief vanuit de diensten voor pleegzorg. Zij staan zelf in voor de organisatie van het project.
Omdat het een initiatief van de diensten voor pleegzorg zelf is, zien we momenteel geen redenen om te interveniëren. Het is een positief project waarbij diensten én lokale besturen samen streven naar het verhogen van het aantal pleeggezinnen. We kunnen dit enkel toejuichen.
De dienst voor pleegzorg van Limburg geeft aan dat er specifiek voor dit project niet met jeugdhulpvoorzieningen wordt samengewerkt. Uiteraard is er op andere terreinen wel samenwerking, zowel tussen jeugdhulpvoorzieningen en diensten voor pleegzorg, als tussen jeugdhulpvoorzieningen en de gemeenten, de lokale besturen.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Dank voor uw antwoord, minister. Ik vind het absoluut interessant en ik geloof er vast in dat het aanbieden van informatie op lokaal niveau en het bijna gericht aanspreken van inwoners om hun huis open te stellen voor kinderen die het moeilijk hebben en hen zo een stuk een nieuwe thuis te bieden, tijdelijk of voor langere tijd, een heel positief gegeven is. Ik hoop dan ook dat het ook in de andere provincies kan worden uitgerold. De gemeenten in die andere provincies moeten trouwens niet wachten op de formele evaluatie in Limburg.
Verder hebt u cijfers meegegeven over het verminderd tarief voor kinderopvang. In het decreet hebben we inderdaad bepaald dat voor kinderen tussen 0 en 3 automatisch het laagste tarief voor kinderopvang van toepassing is. We stelden immers vast dat heel weinig pleegouders heel jonge kinderen wensen op te vangen en we zagen daarbij een link met de tarieven voor kinderopvang, die op hun eigen inkomen worden berekend.
Dat is alleszins een heel positieve evolutie, want we weten dat dit voor alle kinderen belangrijk is, en zeker voor die heel kleine willen we graag dat in eerste instantie een pleeggezin kan worden aangeboden wanneer ze niet in hun eigen gezin kunnen opgroeien. Dit zijn dus alleen maar positieve elementen. U geeft de cijfers van de gemeente Alken: daar is in drie jaar tijd een verdubbeling van het aantal pleeggezinnen. Ik hoop dat veel meer gemeenten dit initiatief verder zullen opvolgen, want ik geloof dat dit resultaten kan opleveren.
De heer Parys heeft het woord.
Over hetzelfde onderwerp had ik een schriftelijke vraag ingediend, maar ik kan mijn heel concrete vraag nu al stellen. Hoe zullen de rest van de provincies worden betrokken bij dit programma en hoe zal dit worden uitgerold? Stel dat Vlaams-Brabant of Oost-Vlaanderen willen meedoen, moeten zij zich dan tot de dienst pleegzorg richten en wordt dat dan ondersteund? Of moet er gewacht worden tot we weten wat het effect is in Limburg, voor de andere provincies kunnen instappen?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
In de pleegzorg is er zeker geen reden om met iets te wachten op een instructie vanuit het kabinet. De structuur is van dien aard dat de opdracht op zoek te gaan naar nieuwe kandidaat-pleegouders inherent is aan de missie van de diensten. Zij hebben een grote autonomie om dat te organiseren. Pleegzorg Vlaanderen is de koepel die kan zorgen voor de nodige ondersteuning en die borg staat voor het verspreiden van kennis. Ik kan mij dus voorstellen dat anderen nu de eerste resultaten en ervaringen willen afwachten, maar er is geen enkele reden om te wachten op een groen licht van de ene of de andere, integendeel zelfs. Zodra men ervan overtuigd is dat het concept goed is en dat men er in de eigen provincie ook echt mee aan de slag kan, houdt niemand andere provincies tegen om dat ook te doen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.