Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting
Vraag om uitleg over het plan voor het optrekken van het leningvolume voor hypothecaire leningen
Verslag
De heer De Potter heeft het woord.
Minister, op 20 april 2017 konden we in de pers uw voorstel lezen over een nieuw systeem dat in overleg met de verzekeraars en de banken bedacht werd, waardoor een woonlening voor de volle koopsom mogelijk wordt.
Over dit dossier is al geruime tijd wat onduidelijkheid en onzekerheid. Uw voorstel kadert uiteraard binnen de terechte bekommernis, en dat is ook onze bekommernis, om iedereen, ook jonge gezinnen met weinig startkapitaal of alleenstaanden met beperkte middelen, de mogelijkheid te geven een eigen huis te verwerven. Een eigen huis is nog altijd de beste bescherming tegen armoede en andere problemen.
Uw voorstel is dus de moeite waard en het onderzoeken waard. We weten dat er strenge eisen worden gesteld aan banken om leningen te kunnen toekennen voor meer dan 80 procent van de koopsom van de woning. De bouwsector uitte daarover zijn ongerustheid, waarop u banken en verzekeraars samenbracht. Het idee was om te gaan werken via een kredietverzekering, ofwel door het aanbieden van een waarborg.
Op het moment van indiening van mijn vraag om uitleg moest er nog een advies worden ingewonnen van de Nationale Bank. De vraag dateert van 24 april en vandaag las ik in de media artikels zoals ‘Groen licht voor woonleningen van 100 procent’ waarin staat dat u per brief een advies van de Nationale Bank zou hebben ontvangen. Als ik diezelfde artikels mag geloven, verbiedt dat advies geenszins hypothecaire leningen van meer dan 80 procent van de koopsom; wel worden er strengere regels opgelegd voor de berekening van de kapitaalvereisten. Dat zou kunnen leiden tot duurdere kredieten voor de ontleners. Vandaar dat de kredietverzekering als mogelijkheid nog altijd wordt geopperd.
Mijn vragen zijn een klein beetje achterhaald. Ik vroeg wanneer het advies van de Nationale Bank werd verwacht. Wel, dat was vandaag.
Kunt u informatie geven over de inhoud van dat advies? Kunt u het advies aan ons overmaken?
U hebt aangekondigd dat u de banken en verzekeraars opnieuw zou samenbrengen rond het voorstel. Kunt u zeggen wat de timing daarvan is?
Experts vreesden en stelden dat het woningbezit in ons land voldoende hoog ligt en dat uw voorstel vooral de vastgoed- en de banksector ten goede zou komen. Dat was de kritiek die werd geuit. Ook waarschuwen ze voor een mogelijke vastgoedbubbel en een zekere mate van schuldverslaving bij ontleners. Hoe pareert u dergelijke kritiek?
Mevrouw Hostekint heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega De Potter heeft de context al geschetst. We weten dat het voor jonge gezinnen steeds moeilijker wordt om een lening af te sluiten, zeker als het boven die 80 procent gaat. De banken worden steeds strenger. Ze moeten vanaf mei zelfs nog een pak strenger worden in het verstrekken van hypothecaire leningen. De Nationale Bank vreest immers dat banken in de problemen kunnen komen door een teveel aan riskante leningen. Ze moeten dus extra reserves aanleggen.
Om daaraan tegemoet te komen, minister, hebt u enkele weken geleden een eerder vaag plan gelanceerd waarbij een woonlening opnieuw voor de volle 100 procent van de aankoopsom mogelijk zou worden. Om dat te bewerkstelligen, hebt u banken en verzekeraars samengebracht. Een aantal verzekeringsmaatschappijen zouden hebben ingestemd om voor het leningvolume boven de 80 procent hetzij een kredietverzekering, hetzij een waarborg aan te bieden. U hebt daarover een formeel advies gevraagd aan de Nationale Bank; vandaag konden we inderdaad lezen dat er onder voorwaarden een akkoord zou kunnen zijn, los van die Nationale Bank.
Op uw voorstel reageert niet iedereen even enthousiast. Men vreest dat het voorgestelde systeem de stabiliteit van ons financieel systeem in gevaar zal brengen, dat de huizenprijzen verder de hoogte zullen inschieten en dat jonge gezinnen door een zware hypotheeklast diep in de schulden zullen geraken. Men zegt: wat goed is voor banken, verzekeraars en bouwsector is eigenlijk niet goed voor de jonge gezinnen op zoek naar een eigen woning. Ze zullen worden opgezadeld met hogere leningen, hogere kredietrentes, een extra kredietverzekering, dure en ongeschikte woningen. Men waarschuwt voor wat eerder al is gebeurd en wijst op de recente hypotheekcrisis in Nederland.
Vandaag kennen we al stimulerende maatregelen voor eigendomsverwerving. Er is de woonbonus, er zijn sociale leningen en er is een Vlaamse verzekering ‘gewaarborgd wonen’ die moet beschermen tegen inkomensverlies. We zijn allemaal van mening, minister, dat we ervoor moeten zorgen dat jonge mensen de droom van een eigen woning kunnen realiseren.
Er zijn al eerder plannen gelanceerd in het Vlaams Parlement. Ik verwijs naar de piste van minister Homans van enige tijd geleden. Ze zat toen al samen met een aantal banken om te onderzoeken hoe men voor jonge gezinnen die niet terechtkunnen voor een 100 procentlening bij de commerciële banken, maar eigenlijk ook uit de boot vallen wat sociale leningen betreft, een systeem op poten kan zetten waarbij 80 procent ontleend zou worden bij de commerciële banken en het resterende deel van 20 procent zou worden gefinancierd door een sociale lening.
Minister Homans heeft dat al in haar beleidsbrief 2015-2016 gelanceerd; het voorstel werd herhaald tijdens de bespreking van de laatste beleidsbrief. Men was ermee bezig, dat werd onderzocht.
Minister, ik heb een aantal vragen. Het is vooralsnog niet duidelijk hoe de strengere kredietregels zoals voorgesteld door de Nationale Bank met uw voorstel zullen worden verzacht.
Denkt u in de richting van een collectieve verzekering, waarbij de Vlaamse overheid dan een jaarlijkse premie betaalt, of aan een oplossing waarbij jonge gezinnen zelf een extra verzekeringspremie of kredietverzekering moeten afsluiten? Aan welke voorwaarden moet voor u worden voldaan opdat het plan een kans op slagen zou hebben?
Hebt u er een zicht op hoeveel jonge gezinnen hiermee eigenlijk zullen kunnen worden geholpen? Neemt u in het plan ook de groep van de alleenstaanden mee? Men weet dat het ook voor hen steeds moeilijker wordt om een hypothecaire lening af te sluiten.
Hoe pareert u de kritiek dat uw plan eigenlijk alleen maar de huizenprijzen de hoogte in zal jagen, en dus meer gezinnen met nog hogere kredietaflossingen en met een schuldenproblematiek zal opzadelen?
Naar verluidt loopt de Nationale Bank niet over van enthousiasme. Ik hoor nu dat ze onder voorwaarden toch akkoord zou kunnen gaan. Mijn vraag blijft echter, natuurlijk. Ik hoor hier twee verschillende voorstellen van twee verschillende ministers binnen deze Vlaamse Regering. Eerder heeft minister Homans het idee geopperd van een sociale lening, die dan zou kunnen worden afgesloten boven een leningsvolume van 80 procent. Hoe zit het daarmee? Hoe verhoudt uw plan zich tot dat voorstel? Zijn er daarover al gesprekken geweest? Wat is de stand van zaken, en wat zijn de eventuele obstakels?
Minister Tommelein heeft het woord.
Ik dank u voor de vragen. Wat de timing van de vragen betreft: de Nationale Bank heeft sneller gewerkt dan ik zelf ook had ingeschat. Des te beter, dus. Uw beider vragen liggen in feite in dezelfde lijn, dus ik zal ze ook samen behandelen.
Het zal u genoegzaam bekend zijn dat ik, net als de meeste Vlamingen, heel veel belang hecht aan eigendomsverwerving. Een eigen huis geeft stabiliteit en is nog steeds een interessante investering op lange termijn, maar ook een bescherming tegen armoede. Ik zal zelfs nog iets verder gaan: ik spreek hier ook over eigendomsbehoud. Als mensen in een echtsscheidingssituatie zitten, als mensen met een overlijden van de partner worden geconfronteerd, dan is het ongelooflijk belangrijk dat ze de woning kunnen behouden, de woning kunnen verwerven, ook voor de kinderen soms. Ik denk dat we heel deze problematiek ook in dat kader moeten bekijken.
Vandaag is een heel grote meerderheid van de kandidaat-eigenaars aangewezen op een hypothecaire lening om de aankoop van een woning te kunnen financieren. Ik blijf er dus bij dat de toegang tot de kredieten zeer belangrijk blijft. Dat hangt in sterke mate af van de loan-to-value-ratio (LTV-ratio) en de eigen inbreng. De LTV-ratio geeft aan welk percentage van de aankoopwaarde van het onroerend goed kan worden geleend. Dat percentage wordt in belangrijke mate bepaald door de kredietwaardigheid of de solvabiliteit van de koper. Hij moet ook in minder gunstige omstandigheden in staat zijn om de schuldaflossingen en de verplichtingen ter zake na te komen. De eigen middelen, of eigen inbreng, vormen dan ook het complement van de LTV-ratio: welk percentage van de koopsom moet een kandidaat-eigenaar op tafel leggen? Hoe groter de middelen, hoe meer buffer een kredietnemer heeft bij kortstondige afbetalingsproblemen, maar ook hoe meer zekerheid dat een daling van de huizenprijzen bij insolvabiliteit van de hypotheeknemer toch kan worden opgevangen.
In het recente verleden was de eigen inbreng vaak beperkt tot 20 procent of minder van de aankoopprijs. Het meest recente Financial Stability Report van de Nationale Bank van België (NBB) leert ons dat in de periode 2009-2015 zo’n 45 procent, bijna de helft dus, van alle nieuw verstrekte hypothecaire kredieten een LTV-ratio had van meer dan 80 procent van de aankoopwaarde. In zo’n 7 procent van de gevallen, dus een kleine minderheid, werd zelfs meer dan 100 procent krediet verstrekt. Het blijven dus uitzonderingen.
De Nationale Bank heeft nu wel recent voorgesteld om strengere regels op te leggen aan banken voor de berekening van de kapitaalsvereisten verbonden aan hypotheken met een LTV-ratio hoger dan 80 procent, wat ook begrijpelijk is.
Voor alle duidelijkheid, de Nationale Bank stelt niet dat er geen leningen mogen worden verstrekt boven de 80 procent, want zo werd het heel gemakkelijk vertaald. Noch vereist ze d’office een eigen inbreng bij het afsluiten van een lening. Wel vraagt ze aan de financiële instellingen om meer eigen vermogen aan te leggen vanuit macroprudentiële stabiliteitsoverwegingen. Ik sta daar ook voor honderd procent achter. Dat banken ervoor moeten zorgen dat risico’s zo goed mogelijk gedekt zijn, begrijp ik, maar uiteraard is er ook een andere kant aan de medaille.
Ik vind dat de Nationale Bank alle maatregelen moet nemen om de systemische en individuele defaultrisico’s van de financiële sector te beheersen. Ik ben ook bezorgd over het feit dat kredietinstellingen daardoor ook minder gewillig zouden zijn om hypotheekleningen te verlenen aan kandidaat-kopers die wél solvabel zijn. Ik benadruk nogmaals heel nadrukkelijk het te hebben over kandidaat-kopers die wél solvabel zijn. Het is niet de bedoeling om kredieten te verstrekken aan mensen die duidelijk hun lening niet kunnen terugbetalen. Ik ben zelf jarenlang verantwoordelijke geweest in een bank. Ik weet waarover ik spreek. Het gaat over mensen die solvabel zijn, maar die door de omstandigheden de eigen inbreng van 20 procent niet kunnen realiseren. Ik denk dan aan jonge kopers, tweeverdieners die een goed inkomen hebben, maar die geen of onvoldoende geld liggen hebben. Als je natuurlijk het geluk hebt uit een kapitaalkrachtige familie te stammen en papa en mama zijn bereid om dat daar te leggen, of je hebt een suikeroom, dan is dat leuk. Als je dat echter niet hebt, dan zit je met de gebakken peren. Voor die mensen ben ik dus bezorgd.
Ik ben ook bezorgd voor die mensen die, buiten hun wil om, meestal zelfs, in een echtscheidingssituatie terechtkomen, waarbij de vraag wordt gesteld wie de woning zal inkopen, zodat ook de kinderen in het huis kunnen blijven wonen. Ik ben daar bezorgd voor. Ik vind dat belangrijk. Ook de mensen die hun partner verliezen, dikwijls door een onverwacht overlijden, kunnen in zo’n situatie terechtkomen. Ze vragen zich af hoe ze de woning kunnen behouden waarin ze als koppel hebben gewoond. Als ze dan met een situatie worden geconfronteerd waarin ze onvoldoende eigen spaargeld hebben kunnen verzamelen of door omstandigheden op dat moment hebben, dan zitten ze in de problemen. Die mensen, die voldoende solvabel zijn, die voldoende terugbetalingscapaciteit hebben, zouden dan geen lening kunnen krijgen.
Daarom heb ik inderdaad bekeken of een waarborg of een verzekering van de eigen inbreng soelaas zou kunnen brengen. Ik geef toe dat het idee niet nieuw is. Het is ook gelanceerd door een aantal andere organisaties. Ik zou wel een heel slechte minister zijn indien ik een aantal dingen ook niet zou opvangen, en vanuit mijn vorige beroepservaring weet ik ook toch wel waarover ik spreek. Als minister heb ik mijn rol in dezen altijd gezien als die van facilitator. Ik ga geen kredieten verstrekken. Het is niet de taak van de overheid om kredieten te verstrekken, het is de taak van de banken om dat te doen. Het lijkt me dus mijn rol om te sensibiliseren. Ik heb begrepen dat dat bij sommige mensen toch wat tegenwind heeft veroorzaakt. Ze beginnen opeens te waarschuwen voor grote vastgoedbubbels. Ik denk dat dat toch wel serieus overdreven is.
Ik wil de hindernissen voor private partijen om kredieten te verwerven en om eigendommen te verwerven of te behouden zo veel mogelijk uit de weg ruimen. Dat is ook wat ik heb gedaan: ik heb de banken en de verzekeraars aan tafel gebracht met de bedoeling te peilen naar hun mogelijke interesse. Vanwege de verzekeraars was er wel degelijk interesse. Daarom heb ik in de loop van 2016 met medewerking van Assuralia een marktbevraging gedaan onder haar leden. Zeker één verzekeringsmaatschappij was bereid om een dergelijke verzekering of waarborg aan te bieden. Bij de sector van de kredietverleners was er eveneens bereidheid om de voorstellen te bekijken, maar toch ook de vraag en de onzekerheid hoe de Nationale Bank met zo’n voorstel zal omgaan, vooral omdat je dus een discussie hebt, en nogal dikwijls een verwarring, tussen het microprudentiële en het macroprudentiële.
Ik heb dan ook officieel, formeel op donderdag 20 april aan de Nationale Bank de vraag gesteld hoe die hypotheken met een gewaarborgd/verzekerd eigen aandeel zouden moeten worden behandeld in de risicomodellen van de banken. Zoals u hebt vastgesteld, heb ik eind vorige week, op vrijdag 5 mei, het antwoord van de Nationale Bank gekregen. Die heeft inderdaad het licht op groen gezet om het voorstel van de kredietverzekering verder te bespreken. Hypotheken waarbij de inbreng is verzekerd door een zogenaamde protectiegever zullen onder de toelaatbare kredietprotectie vallen. Daarvoor zal er minder kapitaal moeten worden gebufferd door de financiële instellingen dan bij niet-verzekerde hypotheken.
De Nationale Bank heeft daar natuurlijk wel een aantal voorwaarden aan gekoppeld. Ze hebben te maken met de solvabiliteit van de protectiegever, dus niet degene die wil lenen, maar ook degene die verzekert, moet solvabel zijn, maar ook met de juridische afdwingbaarheid en de snelheid van de afwikkeling van een defaultsituatie. Verder wil de toezichthouder ook vermijden dat de protectiehouder de overeenkomst unilateraal kan wijzigen. Ik denk dat dat inderdaad ook belangrijk is. Als ik de brief van de Nationale Bank goed lees, dan lijken me dat allemaal redelijke , maar ook logische condities, die nu verder moeten worden bekeken met de sectoren.
Geachte leden, ik ben dan ook echt verheugd – ik meen dat – dat de Nationale Bank, behalve voor de prudentiële controle, waarvoor ze verantwoordelijk is, ook oog heeft voor de maatschappelijke noden in onze samenleving. Mevrouw Hostekint, die zijn er wel degelijk. Volgens de Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) gaat het minstens om tweeduizend solvabele gezinnen. Dat is hun inschatting, niet de mijne. Mijn persoonlijke inschatting is dat het er wel eens meer zouden kunnen zijn, als je rekening houdt met eigendomsbehoud. Daar houdt de VCB waarschijnlijk geen rekening mee. Zij gaat vooral over eigendomsverwerving, over bouwen. Dat is ook haar taak, haar opdracht. Ik kijk een stukje verder: een bestaande woning moet ook kunnen worden behouden in het geval van een echtscheiding. Het zijn er dus mogelijk nog veel meer, aangezien 45 procent van de kredietnemers in het verleden een LTV-ratio van 80 procent had. Dat heeft vanzelfsprekend ook te maken met het huidige renteklimaat, maar ik denk dat de problematiek van het eigen startkapitaal vandaag voor jonge mensen, voor gescheiden mensen, voor alleenstaanden, voor singles ook een belangrijke rol speelt.
Bovendien is het ook niet zo aantrekkelijk om te sparen in deze omstandigheden. Als je ongeveer 0,11 procent rente krijgt op je gewone spaarboekje, dan denk ik dat je beter aandelen neemt in het toekomstige Vlaamse groenestroombedrijf, mijnheer Diependaele, of in het windplan in Limburg, waarbij je nog een mooi dividend krijgt voor je aandelen in de windmolens. Mijnheer Peumans, u hebt dat. Ik weet dat. U hebt me dat gezegd. (Opmerkingen van Matthias Diependaele)
De heer Peumans is een voorbeeldvoorzitter: hij heeft aandelen van groenestroombedrijven. (Opmerkingen van Jan Peumans)
Toen ik enkele wegen geleden in de pers een lans brak voor dergelijke kredietverzekeringen of waarborgen was er inderdaad kritiek vanuit diverse hoeken. Er werd me zelfs verweten dat ik verantwoordelijk zou zijn voor een nieuwe vastgoedbubbel. Ik viel bijna van mijn stoel, of ik verslikte me bijna in mijn koffie, toen ik bepaalde mensen dat op de radio hoorde zeggen. Volgens een aantal mensen zou ik zelfs de schuldverslaving in de maatschappij aanwakkeren. Mijnheer De Potter, dat lijkt me toch wel een zeer eigenaardige redenering. Men vindt dat, door het feit dat mensen die solvabel zijn wel een krediet mogen krijgen op basis van een dossier, we hun schuldverslaving aanwakkeren. Ik herhaal nogmaals dat we geen kredieten gaan geven aan mensen die ze niet kunnen terugbetalen en die duidelijk geen stabiele situatie hebben.
De nieuwe microprudentiële regels zullen maar in het najaar effect hebben, en als ze zouden werken, dan dreigen ze de kredietverlening net te beperken.
Sommigen laten uitschijnen dat we nu al van een overwegende kredietmarkt aan 80 procent LTV gaan naar een markt met 100 procent LTV. Dat is helemaal niet juist. De cijfers van het Financial Stability Report spreken dat duidelijk tegen.
Wat we doen met deze maatregel – ik zal geen namen noemen want het is te delicaat – is net de markt stabiliseren. Een woning verwerven zonder een hypothecaire lening is voor heel weinig mensen mogelijk. Mijn voorstel is absoluut geen pleidooi om ongebreideld kredieten te verlenen aan mensen die deze financiële last niet aankunnen, integendeel.
Dat vastgoed in Vlaanderen niet goedkoop is, betwist ik niet. Daarom werkt mijn kabinet aan een voorstel om de registratierechten die bij aankoop moeten worden betaald voor gezinswoningen, te vereenvoudigen en te reduceren. Op die manier wordt ook meer koopkracht op de woningmarkt voor jonge en meer precaire gezinnen gegarandeerd.
Tot slot, mevrouw Hostekint, ben ik het voorstel om voor de 20 procent eigen inbreng een sociale lening toe te staan, niet genegen. Zoals ik reeds stelde, wil ik in eerste instantie een beroep doen op de private markt van de kredietverlening. Ik zal de komende maanden dan ook de besproken producten verder faciliteren en sensibiliseren zodat solvabele kandidaat-eigenaars toch nog een dak boven hun hoofd kunnen kopen.
De heer De Potter heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw uitgebreid antwoord. Het is een heel belangrijk antwoord. Uw uitgangspunt was ook ons uitgangspunt, namelijk de bekommernis om jonge mensen, mensen die een tegenslag hebben gehad of alleenstaanden de mogelijkheid te geven om effectief een woning te verwerven. Zoals u zelf zegt, is dat nog altijd een uitstekende investering en een uitstekende buffer tegen armoede. Die bekommernis staat voorop. De bekommernissen die sommigen hebben geventileerd met betrekking tot de gezondheid van het financieel systeem, hebt u gekaderd.
Het systeem zoals u het hebt aangekondigd, kan een goed systeem zijn. Zullen de nieuwe kapitaalsvereisten gelden vanaf het najaar? (Minister Bart Tommelein knikt instemmend)
Mevrouw Hostekint heeft het woord.
We delen allemaal dezelfde bekommernis dat we jonge gezinnen en ook zij die niet het geluk hebben om een grote spaarboek mee te krijgen van thuis uit, zoveel mogelijk in staat moeten stellen om een eigen woning te verwerven. Ook de bezorgdheid die u hebt omtrent ouders die uit de echt scheiden of mensen wier relatie spaak loopt, delen we. Dat is net de reden waarom we een tijd geleden hebben voorgesteld om de ongelijkheid die zich situeert bij de woonbonus, op te heffen. Mensen die uit de echt scheiden, hebben maar meer recht op één woonbonus terwijl ze wel dezelfde gezinswoning waarvoor ze voorheen twee woonbonussen kregen, in stand moeten houden. Ik heb daar geen vervolg meer op gekregen. Het antwoord bleef uit. Ik ga ervan uit dat u ook daaraan zult werken.
Het lijkt alsof u een heel mooi plan op de tafel hebt gelegd. Ik heb nog niet concreet gehoord wat dat plan nu eigenlijk inhoudt. U hebt met uw verklaringen in de pers ongetwijfeld heel veel jonge gezinnen en kandidaat-kopers hoop gegeven dat ook zij het volledige bedrag verder zullen kunnen ontlenen. Hoe dat precies mogelijk zal worden, wat er precies zal veranderen en hoe dit in zijn werk zal gaan, heb ik nog steeds niet gehoord. Er is een eerder plan dat minister Homans aankondigde waarbij ze zei in gesprek te zijn met de banken om een plan uit te werken om 80 procent te ontlenen via commerciële leningen en 20 procent via een sociale lening. U zegt daar geen voorstander van te zijn.
Ik heb een beetje het gevoel dat elke minister een eigen plan op tafel legt om het jonge gezinnen gemakkelijker te maken om een eigen woning te verwerven. Als dan concreet wordt gevraagd hoe dat zal gebeuren, dan moet u het antwoord schuldig blijven. Minister, ik hoop dat het niet bij aankondigingen in de pers blijft en niet bij mooie woorden alleen, maar dat er concreet invulling aan wordt gegeven en dat er daadwerkelijk iets van in huis komt.
De heer Diependaele heeft het woord.
Ik wil het uitgangspunt van de vraagstellers dat de minister onderschrijft, ook onderschrijven. Het is heel belangrijk dat mensen een eigen huis hebben, zeker jonge mensen. Ik weet niet of het mij gelukt zou zijn om al een eigen huis te verwerven met maar 80 procent te ontlenen op het moment dat ik het heb gekocht. Dat is zeker iets waarover we moeten nadenken.
We moeten alle mogelijkheden onderzoeken om mensen effectief te helpen. Ik ben het ermee eens dat aankondigingen in de pers niet goed zijn, maar ik meen wel in een van de artikels gelezen te hebben dat ook de Bouwunie stelde dat u daarmee bezig bent. Soit, dat maakt niet uit. We moeten de moed hebben om na te denken over een systeem dat daaraan kan verhelpen en dat mensen kan ondersteunen om een eigen huis te verwerven.
Ik wil nog twee zaken aanhalen. Eerst en vooral, ik heb geen doemscenario’s waarbij u de nieuwe financiële crisis zou uitlokken of een vastgoedbubbel zou veroorzaken. Ik denk dat niet. Ik twijfel daarmee niet aan uw capaciteiten om dat te doen, maar ik denk niet dat u dat van plan bent. (Gelach)
We moeten daar wel rekening mee houden. De eerste reactie van de Nationale Bank was toch ook even fronsen. Dat lijkt me niet onlogisch met de ervaring van de voorbije tien jaar. Er zijn wel enkele zaken in dit kader gebeurd die hebben geleid tot de miserie waar we al een paar jaren proberen uit te geraken.
De verzekeringsmaatschappijen kunnen een deel van het risico overnemen. Dat begrijp ik, maar het risico blijft wel. Het verschuift van de balans van de bank naar die van de verzekeringsmaatschappij, maar het blijft. Daar moeten we rekening mee houden. Ik ben absoluut geen verzekeringsexpert, maar ik heb me toevallig laten vertellen dat een verzekering op iets waarbij het risico los staat van een individu maar eigenlijk over een groep gaat, veel risicovoller is. Ik verklaar me nader: als je morgen een brandverzekering neemt op honderd huizen, dan weet je dat er maar twee of drie huizen brandschade zullen oplopen bij een brand. Dan is dat draagbaar. Als je weet dat alle huizen samen in brand zullen vliegen, dan heb je een probleem.
Rentedalingen, -stijgingen, veranderingen in huizenprijzen of wat dan ook, doen zich samen voor. Als je een verzekering afsluit voor honderd mensen met dat risico en er gebeurt iets op de huizenmarkt, dan doet zich dat voor voor iedereen in die groep. Het risico voor de verzekeringsmaatschappijen is dan ook veel groter omdat meer mensen samen worden getroffen. Snapt u? Er is dus een verschil tussen een verzekering waarbij men weet dat het risico zich individueel voordoet en een waarbij het risico zich collectief voordoet. Ik ben geen expert, maar dat lijkt me redelijk logisch. We hangen hier af van een macro-economische situatie die zich voordoet bij iedereen die eronder valt en niet bij elk individu afzonderlijk. Dat maakt dat de verzekering risicovoller is. Daar moet ook rekening mee worden gehouden.
We weten ook dat we er bij dergelijke zaken altijd voor moeten opletten dat de ondersteuning bij de juiste mensen terechtkomt. Ik ben ervan overtuigd dat we allemaal dezelfde mening zijn toegedaan. Er is daarnet verwezen naar de woonbonus. Een studie van de KU Leuven heeft aangetoond dat die nagenoeg volledig ten gunste van de verkoper was. Die heeft uiteindelijk meer centen in zijn zak gestopt. Dat kunnen we niet aanvaarden. Het is niet daarvoor dat de overheid die inspanning heeft gedaan. Als we nu een inspanning willen doen om jonge gezinnen een huis te laten verwerven, dan wil ik dat die inspanning daar terechtkomt en niet leidt tot een prijsstijging. Ik vrees niet voor een prijzenbubbel in de huidige stand van het voorstel, maar het is iets dat we in de gaten moeten houden. U moet daar rekening mee houden in uw verder overleg.
Minister Tommelein heeft het woord.
Ik heb heel veel correcte waarschuwingen gehoord. We delen absoluut dezelfde bekommernissen. Als er geen initiatieven zouden worden genomen ten behoeve van de doelgroep van jonge mensen die wel solvabel zijn, van mensen in een echtscheiding die wel solvabel zijn maar cash dat geld niet hebben liggen, dan pas krijg je een situatie waarbij de woningen gekocht en opgekocht worden door institutionelen en niet meer door particulieren. Ik vind dat nog veel gevaarlijker. Op die manier worden de prijzen van de huizen niet meer bepaald door dergelijke zaken. Ik ben ervan overtuigd dat dit niet zal leiden tot een vastgoedbubbel. Als we particuliere potentiële kopers niet helpen om hypotheekleningen te verwerven, dan krijg je een situatie waarin woningen verworven kunnen worden door mensen die veel vermogen en geld hebben. Dat wil ik absoluut niet.
Mevrouw Hostekint, als minister Homans een voorstel heeft om een aantal oplossingen te zoeken voor een probleem, dan heb ik daar begrip voor. Die 20 procent sociale lening staat niet in het regeerakkoord, toch niet dat ik weet. Dat is ook niet afgesproken binnen de regering. Als u ontwaart dat er tegenstellingen zouden zijn: ik ben nog altijd – u zult dat ook zien in volgende dossiers, bijvoorbeeld de energielening – van oordeel dat het de private spelers zijn op de markt die maximaal moeten zorgen voor kredietverwerving en -verschaffing. Ik vind dit geen taak van de overheid. Dat is mijn persoonlijke mening. U kunt dat ook begrijpen vanuit de politieke formatie waartoe ik behoor.
Als we de overheid voor bepaalde doelgroepen laten optreden, dan ben ik wel mee. Zeker als het gaat over sociale woningbouw, waar we met deze regering ernstige inspanningen leveren. Ik zie dat in de cijfers in de begroting. Op het vlak van energieleningen zie ik ook dat we zeker voor de sociale doelgroepen inspanningen leveren als overheid, en dat willen we blijven doen. Op de reguliere woningmarkt en financiële markten moeten de private spelers hun rol vervullen. Daar is geen tegenstelling tussen minister Homans en ikzelf, integendeel. Zij zoekt een oplossing en geeft een voorzet, maar dit bindt de regering niet, aangezien het niet in het regeerakkoord staat en niet is afgesproken. Ik kan begrijpen dat men bepaalde ideeën heeft. Ideeën formuleren is ook geen schande. Het uitwisselen van ideeën kan zeer verrijkend zijn, mijnheer Vandenbroucke. Juist, he?
Mijnheer Diependaele, u geeft een waarschuwing. Het gaat over solvabele kredietnemers. Het gaat dus niet over mensen die het niet kunnen terugbetalen. Banken die dit toestaan, moeten een bepaalde rating hebben. De Nationale Bank geeft ook richtlijnen mee om ervoor te zorgen dat die banken niet in de problemen komen. We hebben geleerd uit het verleden. Ook de verzekeringsverlener moet van de Nationale Bank een rating hebben. Dat is al driemaal dat de solvabiliteit serieus wordt gemeten. Als de woningmarkt ontploft, is het ook niet zo dat opeens niemand nog zijn lening kan terugbetalen. Dat komt niet allemaal ineens. In 2007 zijn er kredieten toegestaan aan mensen die het in principe niet konden terugbetalen en waarvoor veel te weinig buffers waren aangelegd. Dat is nu net wat we met dit voorstel willen vermijden. Ik begrijp dat de Nationale Bank zegt dat er buffers moeten worden aangelegd en dat het risico moet zijn ingedekt.
Ik vind ook dat een risicokost zijn prijs heeft. Dat komt door mijn achtergrond.
Mensen vragen of het dan een stukje duurder zou kunnen zijn. Natuurlijk, als de risicokosten moeten zijn ingedekt en als daarvoor buffers moeten worden aangelegd en verzekeringen moeten worden afgesloten, dan kunnen we niet zeggen dat het gratis zal zijn. Ik denk dat we redelijk moeten zijn en dat we toch wel de juiste richting uitgaan. Ik ben dus voorzichtig.
Ik denk dat we nog eens duidelijk moeten zeggen dat het hier niet over een individuele verzekering van de individuele kredietnemer gaat. Het gaat over een bank, een financiële instelling, die een collectieve verzekering afsluit voor zulke transacties. Het gaat dus niet over Bart Tommelein die een krediet aangaat, die trouwens ook in dezelfde situatie als de heer Diependaele zit en het al twee keer heeft meegemaakt. Ik heb een huis gekocht toen ik jong was, en ik heb mijn huis moeten verwerven na mijn echtscheiding. Ik heb het dus al twee keer meegemaakt, en twee keer was ik in het geval dat ik niet onmiddellijk de cash kon geven. Gelukkig dat het toen kon. Ik wil het dus behouden, maar ik wil wel voorzichtig zijn en zorgen dat er geen accidenten gebeuren en al zeker niet verantwoordelijk zijn voor schuldverslaving, mijnheer De Potter, of voor vastgoedbubbels.
Minister, het punt over de schuldvraag waren niet mijn woorden; het waren experten die dat hadden verklaard.
Ik denk dat iedereen uw inspanning looft. Zij geven een waarschuwing en enige voorzichtigheid is geboden. De solvabiliteitseis met betrekking tot de ontlener die u al een aantal keren krachtig hebt herhaald, is belangrijk.
Wat ik me nog afvroeg: kunnen we het advies van de Nationale Bank krijgen, of is het een geheim stuk?
Het blijkt een vertrouwelijke nota van de Nationale Bank aan mij te zijn. Het is niet de bedoeling ze te verspreiden. Maar wat erin staat, vertaal ik.
Minister, uiteraard staat het iedereen vrij om ideeën te lanceren, zoals gezegd, maar een beleid is natuurlijk wel meer dan wat ideetjes lossen. We zijn nu drie kwartier aan het discussiëren en eigenlijk weet ik nog altijd niet wat die zogenaamde maatregel van u nu precies gaat inhouden. Wat zal er nu concreet veranderen voor kandidaat-kopers, jonge gezinnen die nu vol spanning zitten te wachten op wat dat zal betekenen voor hun eigen, concrete situatie nadat ze uw mooie woorden hebben gelezen in de krant? Hoe zal het er voor hen precies uitzien? U zegt dat u een plan hebt en dat mevrouw Homans ook een plan heeft en een idee heeft – waar ook nog niets van in huis is gekomen – en dat u er niet achter staat omdat private spelers voluit een rol moeten spelen.
Minister, zorgen voor een betaalbaar dak boven het hoofd van de mensen, is natuurlijk wel een taak van de overheid. Ik zou dus niet meteen een streep trekken door het plan van mevrouw Homans, waar we ook nog niets concreets van hebben gezien.
Wat mij zorgen baart, minister, is dat de ene minister na de andere in deze regering een plan heeft, een maatregel heeft die het makkelijker zal maken voor jonge gezinnen die geen spaarboek hebben om een woning te verwerven, die ervoor zal zorgen dat mensen die uit de echt scheiden, hun woning kunnen behouden. Als we dan vragen naar de concrete maatregel, als we dan vragen wat dat concreet zal betekenen voor de gezinnen, dan moet zowel u als mevrouw Homans het antwoord schuldig blijven en dan zegt u dat u allebei een verschillende mening hebt.
Mevrouw Hostekint, ik ben het absoluut niet eens met u. U mag seffens nog reageren; ik heb daar geen probleem mee, want het laatste woord is voor het parlement.
Ik heb geen plan. Ik zeg letterlijk in mijn antwoord dat ik faciliteer en dat ik de partijen samenbreng. Het is niet de taak van de overheid om krediet te verlenen. Ik blijf daarbij. Dat er op een bepaald moment een probleem is waar ik als minister aan wil remediëren door partijen bij elkaar te brengen, daar maakt u al onmiddellijk een maatregel en een plan van. Ik doe wat ik kan en ik probeer de partijen te overtuigen om kredieten toe te staan aan mensen die het kunnen terugbetalen. Voor de rest is het de verantwoordelijkheid van de banken en de verantwoordelijkheid van de kredietnemer zelf.
Minister, ik neem akte van het feit dat u geen plan hebt en dat mevrouw Homans een plan heeft waar u niet achter staat. Ik heb nu alleen in de krant gelezen dat er van alles gaat gebeuren voor jonge kopers die geen spaarboek hebben, maar vandaag zegt u dat u geen plan hebt en de andere wel een plan heeft waar u niet achter staat. Wat het concreet zal betekenen, dat weet vandaag nog niemand. U hebt blijkbaar vriendelijk iets aan iemand gevraagd en nu hoopt u maar dat het vanzelf in orde zal komen. Dat betekent dat alle krantenartikels ten spijt, alle heisa die in de media is gemaakt, vandaag jonge kopers en mensen die uit de echt scheiden, nog altijd in dezelfde situatie zitten als een paar maanden geleden.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.