Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Minister, ik heb een schriftelijke vraag gesteld omtrent het aantal controles op putwaterkwaliteit. Naar aanleiding van de resultaten heb ik deze vraag om uitleg ingediend.
Wanneer gezinnen putwater wensen te gebruiken om te drinken, te koken en zich te wassen, wordt aangeraden om dat putwater te laten controleren. Bij het eerste gebruik van een drinkwaterput is een uitgebreide controle verplicht, en daarna dient de kwaliteit van het putwater om de tien jaar opnieuw gecontroleerd te worden. Wie niet kan aansluiten op leidingwater bij de drinkwatermaatschappij, heeft recht op één gratis controle van het putwater per jaar.
Uit cijfers die ik hierover opvroeg, blijkt dat er een kleine daling is in het aantal gekende zuivere grondwatergebruikers – nu ongeveer 40.000 – en dat het aantal gemengde gebruikers – dus grondwater en leidingwater – licht stijgt tot ongeveer 11.300. Wat zeer opvallend is, is dat er heel weinig gratis controles op het putwater aangevraagd en uitgevoerd worden. In 2015 en 2016 werden respectievelijk 183 en 185 aanvragen ingediend, terwijl er nog minder effectieve controles uitgevoerd werden, ongeveer 170. Dit zijn zeer lage aantallen ten opzichte van het aantal gebruikers. Bovendien voldoet 70 tot 75 procent van de gecontroleerde putwaters niet aan de parameters waaraan het water moet voldoen. 32 procent van de onderzochte putwaters is trouwens ondrinkbaar.
Minister, hebt u er een zicht op waarom zo weinig gebruikers van putwater een gratis controle laten uitvoeren? In uw antwoord op mijn schriftelijke vraag stelt u dat u van plan bent om in 2017 een gerichte sensibilisatiecampagne te voeren met betrekking tot het thema putwater. Kunt u toelichten wat die gerichte campagne precies zal zijn? Wat houdt die campagne in? Wat is de planning die zal worden gevolgd?
Ik wil nog even terugkomen op de toch wel hoge aantallen van gecontroleerde putwaters die niet voldoen aan de wettelijke normen. Zoals gezegd, is 32 procent zelfs ondrinkbaar. Wat is daarvan de oorzaak en wat kunnen we daaraan doen?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mevrouw Taeldeman, minister Vandeurzen en ikzelf hebben een Putwateractieplan opgemaakt. Daarin zijn acties opgenomen om de omvang van het putwatergebruik en de mogelijkheden om aan te sluiten op het drinkwaternet, beter in kaart te brengen. Daarnaast wordt ook een betere kwaliteitsbewaking van putwater nagestreefd door sterk in te zetten op sensibilisatie en informeren.
We hebben geen duidelijk beeld waarom burgers geen beroep doen op een gratis dienstverlening door de overheid. Mogelijke redenen zijn: niet weten dat de mogelijkheid bestaat om deze gratis controle te laten uitvoeren en de perceptie dat het putwater gezond is en geen risico’s inhoudt voor de gezondheid. Het agentschap Zorg en Gezondheid liet in het najaar 2016 een studie uitvoeren via een doelgroepenbevraging, specifiek over putwater. De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) volgde deze studie mee op. De bevraging beperkte zich niet tot de inwoners van woningen die niet aansluitbaar zijn, maar bevroeg alle putwatergebruikers. Er werden een aantal beweegredenen voor het drinken van putwater genoteerd. Zo is er de overtuiging dat putwater gezonder is dan leidingwater. Door controle en analyse van de waterkwaliteit, is men gerust dat putwater niet ongezond is. Er is de perceptie dat putwater lekkerder smaakt. Men drinkt het uit gewoonte omdat men dat thuis vroeger ook altijd deed. Er is ook de perceptie dat er weinig verschillen zijn op vlak van gezondheidsrisico’s, bijvoorbeeld leidingwater kan ook vervuild zijn en flessenwater komt ook uit de grond. Sommige van de aangehaalde beweegredenen geven aan dat het risico op putwater van slechte kwaliteit laag ingeschat wordt.
In het Drinkwaterbesluit is nu al opgenomen dat een volledige controle moet gebeuren voor de ingebruikname en daarna om de tien jaar. In de loop van dit jaar moet een bijlage van de Drinkwaterrichtlijn, die in 2015 geactualiseerd werd, in Vlaamse regels omgezet worden. Daarbij wordt in een verhoging voorzien van de frequentie van de controle. Dat staat ook in het Putwateractieplan: ‘Optimalisatie aanpak putwatercontroles en implementatie op terrein’. Voor woningen die aansluitbaar zijn, raad ik aan om aan te sluiten op het drinkwaternet, omdat de kwaliteit van dit drinkwater zeer goed gecontroleerd wordt.
De communicatiestrategie wordt dit voorjaar verder afgewerkt en er is een actie van het Putwateractieplan dat stelt: ‘Gericht informeren/sensibiliseren van gekende putwatergebruikers over het gebruik van putwater’. Voor een gerichte communicatie is het nodig vooraf te bepalen of de huidige putwatergebruikers al dan niet aansluitbaar zijn. Deze oefening blijkt moeilijker te zijn dan we hadden ingeschat. Bij het versturen van de waterfacturen vanaf 2018 zal de specifieke communicatie toegevoegd worden. Het is de bedoeling om alle gekende putwatergebruikers te informeren via een aangepaste communicatie.
Belangrijk is een frequente controle van de probleemparameters. Voor de niet-aansluitbare woningen zal de overheid hiervoor een inspanning leveren. Daarnaast zijn er voor de niet-aansluitbare woningen nog volgende twee mogelijkheden: het oppompen uit een andere grondwaterlaag waarvan de kwaliteit beter is en het zuiveren van het water tot betere kwaliteit.
Bepaalde drinkwatermaatschappijen diversifiëren hun aanbod. Ze worden meer en meer waterketenbedrijven. Zo staan ze in voor het beheer van de kleinschalige waterzuiveringsinstallaties. Ook worden er proefprojecten gestart, waarbij de watermaatschappij instaat voor een bijkomende zuivering van het water tot drinkwaterkwaliteit. Ik hoop op die manier een antwoord te hebben gegeven op uw vragen en bezorgdheden.
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Bedankt voor uw uitgebreide antwoord, minister. Ik zou willen vragen om het Putwateractieplan te bezorgen aan de leden van de commissie, het actieplan dat in overleg met collega Vandeurzen van Welzijn is opgemaakt. Het zou interessant zijn om over dat plan te beschikken.
Ik heb nog een bijkomende vraag over de aansluitbaarheid. Waarschijnlijk zal dat ook wel een van de onduidelijkheden zijn voor de mensen, dat men jaarlijks recht heeft op een gratis controle van het putwater, als het zo is dat men zich niet kan laten aansluiten op het drinkwaternetwerk. Waar moeten die mensen zich wenden? Hebt u er een idee van hoeveel mensen zich nooit zullen kunnen laten aansluiten op het drinkwater? Dat heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat men afgelegen woont, dat het water ook van slechte kwaliteit zou zijn, mocht er in een aansluiting voorzien worden, dat door de verre afstand de drinkwatermaatschappij de leiding niet aanlegt. Er zal daar wellicht wel een reden voor zijn. Misschien kunnen die cijfers later ter beschikking gesteld worden. Hoeveel Vlamingen zullen zich nooit kunnen aansluiten op het drinkwaternetwerk?
Ik vind het zeer positief om van u te horen, minister, dat vanaf 2018 de drinkwatermaatschappijen ook heel gericht actie zullen voeren om zo veel mogelijk mensen die gebruikmaken van putwater, erover in te lichten dat het echt wel van belang is om de kwaliteit te laten controleren, zeker als men deze resultaten ziet. Bij degenen die een test hebben laten doen, leidt 75 procent van de uitgevoerde testen tot een zeer slechte kwaliteit van het putwater.
De heer Nevens heeft het woord.
Als de collega’s meer wensen te weten over het Putwateractieplan, verwijs ik naar de site van de VMM, waar er een toelichting wordt gegeven over die tien actiepunten, die de minister hier al deels toegelicht heeft.
Wat daar bijzonder in is, is dat een private waterwinning wordt beschouwd als een waterleverancier. Dat is het uitgangspunt. Iemand die putwater oppompt, valt eigenlijk onder dezelfde regels als een drinkwatermaatschappij. Dat wil ook zeggen dat de kwaliteit, of het al dan niet gebruiken van dat water als drinkwater, moet voldoen aan een aantal normen. Sensibiliseren is daar één zaak, maar de verantwoordelijkheid ligt duidelijk bij de mensen die putwater gebruiken als drinkwater. Daarbij is het, zoals collega Taeldeman zegt, merkwaardig dat er enorm veel mensen zijn die geen controle uitvoeren, of waarvan we niet weten dat er controle van de kwaliteit van het drinkwater is. Dat heeft natuurlijk gevolgen. Als die waterkwaliteit niet voldoende is, is dat schadelijk voor de gebruikers ervan. Maar ten tweede, als dat in combinatie is met stadswater, kan er ook stadswater besmet worden als die installatie niet voldoet of als er geen duidelijke scheiding is tussen de combinatie putwater en stadswater. En dus zou ons drinkwater besmet kunnen worden, of niet voldoende van kwaliteit meer kunnen zijn.
Eén controle om de tien jaar vind ik het minimum minimorum, maar dat is volgens de Europese Drinkwaterrichtlijn zelfs verplicht. Ik zou dus voorstellen, minister, dat men daar, zoals bij de stookolietanks, wat strenger in gaat zijn. Als die tank niet gekeurd is, krijg je geen stookolie meer. Misschien kunt u gewoon voorstellen dat men het putwater verzegelt als er geen keuring meer is of er geen geldige keuring meer voorhanden is.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Op de vraag over het actieplan heeft collega Nevens al geantwoord, collega Taeldeman. Het staat op de website.
Wat betreft de oefening wie al of niet aansluitbaar is, heb ik daarnet gezegd dat die oefening onderschat is. Dat blijkt niet zo evident te zijn. Het is wel zo dat als je als klant informatie wilt, je terecht kunt bij de drinkwatermaatschappij die actief is op je grondgebied, of bij de gemeente. Die kunnen je perfect zeggen of er al of niet een aansluiting kan gebeuren.
De tienjaarlijkse controle is natuurlijk ingegeven op basis van de kwaliteit van het water dat je dan als gebruiker ook binnenkrijgt. Dat is natuurlijk in het voordeel van jezelf. Er kan inderdaad ook contaminatie zijn met de andere waterleiding. Dat is dan natuurlijk een andere zaak. Dan kun je daar ook anderen in betrekken. Maar er is wel een nuance met de stookolie-installaties die gecontroleerd worden. Als een stookolie-installatie gekeurd wordt en goed wordt afgesteld, heeft dat veel minder impact op de luchtkwaliteit, die algemeen een effect heeft in Vlaanderen. Terwijl, als die controle van het putwater niet gebeurd is, ben jij zelf, als degene die dat putwater gebruikt, direct slachtoffer. Daar zit dus wel een nuance in, die ik hier wel wil meegeven. Bij de stookolietankinstallaties is het ook een algemeen maatschappelijk milieuprobleem, terwijl het bij het putwater eigenlijk vooral een probleem van volksgezondheid voor jezelf is. Ik volg u wel dat we dat nog beter moeten sensibiliseren en bekendmaken. Maar het gaat natuurlijk over de mensen zelf. Het is een beetje zoals het dragen van een autogordel. Ook dat is om jezelf te beschermen. Maar je kunt ook daar een boete voor krijgen. Die nuance wou ik wel meegeven, dat het voor stookolietanks ook een algemeen leefmilieuprobleem is op het vlak van luchtkwaliteit als dat voldoende goed is afgesteld, terwijl het met het putwater vooral de personen zelf zijn die het water gebruiken, die er gezondheidsproblemen door kunnen krijgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.