Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
Mevrouw Coppé heeft het woord.
In De Standaard van 10 april 2017 lazen we dat het Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin een wetenschappelijk evaluatie heeft gemaakt van de zorgvernieuwingsprojecten. Er zou bijvoorbeeld een casemanager worden toegevoegd aan de zorg waardoor opnames in een woonzorgcentrum kunnen worden uitgesteld.
Minister, kunt u de resultaten van die evaluatie toelichten?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Een evaluatierapport bundelt alle resultaten van de eerder uitgevoerde wetenschappelijke evaluaties van de zorgvernieuwingsprojecten van model 1 en 4 die werden overgedragen naar Vlaanderen. Per project werd de cliëntenpopulatie besproken, net als de context en de randvoorwaarden waarin de projecten een meerwaarde kunnen bieden. De innovatieve of meerwaarde-elementen van elk van de projecten werden bestudeerd. Projecten die een meerwaarde boden op het vlak van uitstel van institutionalisering waren die van het type ‘casemanagement revalidatie’.
De activiteiten van deze projecten stemden grotendeels overeen met de activiteiten van een centrum voor herstelverblijf. Elk type project had verder een eigen werkwijze en een eigen manier om zich in te bedden in de lokale context. Integratie in bestaande dienstverlening en samenwerking met het lokale netwerk waren bijzonder belangrijk.
De nachtzorgprojecten scoorden binnen dit onderzoek slechter op de ratio ‘uitstel van institutionalisering in verhouding tot de kost’. Het onderzoek vermeldt echter ook dat de verschillende projecten niet allemaal dezelfde doelpopulatie hadden. De projecten ‘casemanagement revalidatie’ richtten zich op mensen met een medium zorgbehoefte, terwijl de nachtzorgprojecten zich expliciet enkel op ouderen met hoge zorgnoden richtten.
Elk type van project had een eigen werkwijze om zich in te bedden in de lokale context en netwerkverbanden werden opgebouwd. Elk type van project bood een meerwaarde in de buurt en zorgde mee voor zorgcontinuïteit. Een belangrijke mogelijke meerwaarde op het vlak van levenskwaliteit, het functioneren van de oudere of het positief effect op de belasting van de mantelzorger werd binnen dit onderzoek niet onderzocht.
Een tweede wetenschappelijke evaluatie van de zorgvernieuwingsprojecten van model 2 en 3 uit de eerste oproep alsook van de projecten uit de tweede oproep loopt momenteel nog en wordt afgesloten in juni 2017. Sommige resultaten van deze evaluatie zullen ook van toepassing zijn op beleidsaspecten waarvoor Vlaanderen bevoegd is geworden. Ik volg deze evaluatie die wordt aangestuurd vanuit het RIZIV verder op. Ik verwacht onder meer een analyse van de interventie casemanagement en de impact hiervan.
Op basis van de uitgevoerde evaluatie van de zorgvernieuwingsprojecten van model 1 en 4 konden geen algemene conclusies worden getrokken voor het thuiszorgbeleid.
De aandacht voor zorgcoördinatie en casemanagement is ook expliciet opgenomen in onze beleidsvisie voor een geïntegreerde zorgverlening in de eerste lijn. De eerstelijnszones krijgen als taak ondersteuning te bieden bij de methodiek van geïntegreerde zorgplanning voor personen met een zorgnood. Zorgcoördinatie en desgevallend het inschakelen van casemanagement horen hierbij. Een eerste oproep voor het opzetten van eerstelijnszones loopt.
De twaalf zorgvernieuwingsprojecten van model 1 en 4 werden stopgezet vanaf 1 januari 2017. Drie nachtzorgprojecten krijgen voor de periode van het kalenderjaar 2017 een subsidie van 80.000 euro. Deze drie projecten ontvangen deze subsidie voor de inhoudelijke coördinatie van de nachtzorg in de regio’s Brussel-Halle-Vilvoorde, Leuven en de Kempen.
Naast de opdracht tot inhoudelijke coördinatie wordt aan de twee projecthouders, Familiehulp en Landelijke Thuiszorg, gevraagd om in het kader van de hervorming van de eerstelijnszorg, een geïntegreerd aanbod van nachtzorg uit te werken. Doel is te komen tot een verankerde werking van de huidige nachtzorgprojecten in de reguliere zorg. Deze visie past in de beleidsvisie die gepresenteerd werd op de conferentie Eerstelijnszorg van 16 februari 2017.
Voor de centra voor herstelverblijf bestaat al Vlaamse regelgeving. Centra voor herstelverblijf kunnen worden erkend door Zorg en Gezondheid als ze voldoen aan de erkenningsvoorwaarden. Een centrum dat zich niet laat erkennen, moet zich aanmelden. De erkenningsvoorwaarden vindt u terug in bijlage X van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers.
De andere zorgvernieuwingsprojecten van model 2 en 3 uit de eerste en tweede oproep worden nog verder gesubsidieerd tot augustus 2018 in het kader van protocol 3.
De pilootprojecten geïntegreerd chronische zorg zijn momenteel in de conceptualisatiefase. Deze fase houdt in dat er een heel concreet actieplan wordt opgesteld door het project, waarin duidelijk wordt welke veranderingen in de zorgprocessen en -procedures beoogd worden. Er is met andere woorden nog geen sprake van goedkeuring van deze pilootprojecten. De goedkeuring om te starten met de uitvoering van het actieplan zal pas gegeven worden na de indiening en beoordeling van het actieplan van de projecten. Vermoedelijk zal de start van de projecten pas voor het najaar van 2017 zijn. De juiste datum voor indiening van de actieplannen is nog niet gekend. Deze datum hangt af van de publicatie in het Belgisch Staatsblad van het koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité van het RIZIV overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van pilootprojecten voor geïntegreerde zorg.
Dertig dagen na de publicatiedatum moeten de kandidaturen worden ingediend. Pas als de overheden beschikken over de actieplannen, zal duidelijk worden welke innovaties de projecten willen doorvoeren in hun projectregio. Over het kandidaat-project van Kortrijk kan dus op dit moment nog geen uitspraak worden gedaan.
Minister, ik heb nog een bijkomende vraag, veeleer naar aanleiding van het artikel in De Standaard en niet als reactie op uw antwoord. Er stond nog een stukje in over de BelRAI. Het proefproject om de BelRAI-screener toe te passen, loopt van maart 2016 gedurende een jaar. Is daarvan nog geen evaluatie gebeurd?
De heer Bertels heeft het woord.
Ik heb nog een specifieke vraag over de projecten met betrekking tot nachtzorg die tijdelijk worden verlengd. Onder andere Nachtzorg Kempen is daarbij betrokken. Kunt u na de voorlopige evaluatie die al is gebeurd, een verschillende zienswijze aanvaarden met betrekking tot nachtzorg zoals die gebeurt in een landelijk gebied als de Kempen en in het stedelijk gebied Brussel?
Mijnheer Bertels, ik probeer te achterhalen wat de dubbele bodem of de niet te ontwaren achtergrond van uw vraag is. Ik ken de specificiteit van uw vraag niet. Het lijkt me niet heel realistisch dat Vlaanderen, zonder dat het concreet over dit geval gaat, een welzijnsbeleid voert dat overal hetzelfde is. Wat je differentieert, moet wel beheersbaar en logisch zijn. Beschouw dit als een antwoord zonder dat ik het concreet kan toepassen op een dossier dat andere mensen waarschijnlijk beter kunnen beoordelen en waarvoor ze meer argumenten hebben in de ene of de andere richting.
Het wordt voorlopig voortgezet in de lijn zoals het in de Kempen wordt georganiseerd. We gaan natuurlijk wel zoeken naar gelijke lijnen om het te kunnen inbedden in de regelgeving.
Als u dan toch een dubbele bodem zoekt: we mogen dat dan effectief voortzetten zoals het was. Maar wat betekent dat tweede zinnetje: de gelijke lijnen die we proberen te zoeken, maar het mag wel worden voortgezet? Dat is een dubbele boodschap die u daar geeft.
Dat moeten we met de projecthouders bekijken, hoe we daar verder mee omgaan. (Opmerkingen van Jan Bertels)
Ik heb u over de Kempen gezegd wat er wordt gecontinueerd.
Mevrouw Coppé, het project van BelRAI Dendermonde is pas gestart. Dat kunnen we nog niet evalueren. De opstart geeft veel vragen over privacy. Je bent niet meteen operationeel. Je moet eerst een heel traject lopen voor je überhaupt op het terrein kunt beginnen. We zijn zeker nog niet aan een evaluatie toe.
Mijn bijkomende vraag komt er naar aanleiding van het artikel van professor Anja Declercq. Ze heeft het hier al in een hoorzitting gemeld. Die BelRAI-screener is natuurlijk positief. Ze pleit ervoor om, als het zover is, die in te zetten op bijkomende opleidingen van personeel en technologische middelen zodat het goed kan gebeuren. Dat is het enige dat ik nog wilde weten, maar het zal nog wat op zich laten wachten om het te kunnen uitrollen over Vlaanderen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.