Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
Mevrouw Jans heeft het woord.
Minister-president, ik wil u graag ondervragen over de Vlaamse internationaal actieve kmo’s en het gebrek aan bekendheid van het project brexit-meldpunt. Uit een bevraging van UNIZO bij maar liefst 645 internationaal actieve Vlaamse kmo’s blijkt dat een op drie bedrijven die exporteren naar Groot-Brittannië, vandaag al nadelige effecten ondervindt van de brexit-beslissing, ook al zijn de officiële onderhandelingen nog maar net gestart. 60 procent geeft aan te verwachten dat er nog meer nadelige gevolgen zullen komen zodra de brexit definitief is.
De brexit is een feit en dat dit nadelige gevolgen zal hebben voor de vele kmo’s die internationaal actief zijn, daar kunnen we jammer genoeg niet omheen. België bevindt zich in de kopgroep van landen die potentieel het meest worden getroffen door de brexit. Groot-Brittannië is de vierde grootste handelspartner voor Belgische ondernemingen. Daarmee vormt het een heel belangrijke exportmarkt voor veel van onze internationaal actieve kmo’s. Binnen een termijn van 2 jaar moet de scheiding tussen Groot-Brittannië en de Europese Unie een feit zijn. Onze bedrijven en kmo’s hebben dan ook alle belang bij snelle duidelijkheid. Ze moeten zich kunnen voorbereiden en aanpassen aan de nieuwe situatie.
Het is belangrijk om ondernemers duidelijk te informeren over de mogelijke gevolgen voor hun onderneming en wat ze kunnen doen om zich tegen bepaalde risico’s in te dekken. Ik denk hier bijvoorbeeld aan de gewijzigde wisselkoers van het pond. Dat zijn risico’s waartegen kmo’s en bedrijven zich perfect kunnen indekken. Het is mijn inziens een taak voor de overheid om ondernemers zo goed mogelijk te informeren zodat zij de nodige maatregelen kunnen nemen. Hier is zeker ook een rol weggelegd voor koepelorganisaties en belangenvertegenwoordigers, maar ook voor ons als overheid.
Vlak na het referendum over de brexit werd het meldpunt brexit van Flanders Investment & Trade (FIT) opgericht, om tegemoet te komen aan vragen en bekommernissen van Vlaamse ondernemers. Sinds de oprichting heeft het meldpunt echter nauwelijks vragen ontvangen, zo lees ik in de antwoorden die u hebt gegeven op schriftelijke vragen van de heer Vanlouwe, terwijl bevragingen zoals die van UNIZO aantonen dat de gevolgen zich nu reeds laten voelen en dat dit zorgt voor heel wat vragen en bezorgdheden bij de internationaal actieve Vlaamse kmo’s.
Minister-president, hoe zult u het bestaan en de dienstverlening van het brexit-meldpunt beter bekendmaken bij de betrokken kmo’s? Hoeveel middelen hebt u in 2017 uitgetrokken voor dat meldpunt? Welke specifieke maatregelen en initiatieven kunt u nemen om de impact van de brexit voor de Vlaamse kmo’s in te perken? Bent u op de hoogte van de resultaten van de bevraging van UNIZO en welke beleidsconclusies trekt u hieruit?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Uit de bevraging van UNIZO concluderen dat het brexit-meldpunt van Flanders Investment & Trade niet genoeg bekend is, is een enigszins voorbarige conclusie. In de bevraging werd immers niet verwezen naar het FIT brexit-meldpunt, zo deelde UNIZO ons mee. UNIZO verwijst Vlaamse bedrijven die vragen over de brexit hebben door naar het meldpunt, maar UNIZO kreeg zelf tot nog toe geen vragen over de brexit via de eigen ondernemingslijn.
Ik heb al meegedeeld op het moment dat we onze jaarcijfers hadden, dat onze bedrijven die exporteren naar het Verenigd Koninkrijk op dit ogenblik al een impact ondervinden. De exportcijfers van 2016 zetten aan tot nadenken. Onze uitvoer is in 2016 slechts met 1,68 procent gestegen. De voorgaande jaren was dat altijd 7 tot meer dan 10 procent. De groei is ook uitsluitend te danken aan de sterke autotrafiek die met 13,7 procent is gestegen. Het onrustwekkende is dat alle andere sectoren gedaald zijn, wat zich de vorige jaren niet had voorgedaan.
We hebben een handelsoverschot, maar het is duidelijk dat de impact van de koersdaling van het pond zich al doorzet. Op jaarbasis is het pond in koers gedaald met 6,1 procent. In vergelijking met de koers onmiddellijk na het referendum, is er een daling van ongeveer 10 procent. Ik hoor vandaag wel na de bekendmaking van de vervroegde verkiezingen dat het pond weer wat is gestegen. Het is evident – en al mijn contacten met Vlaamse bedrijven die exporteren bevestigen dat – dat zij nu al gevolgen ondervinden.
Bedrijven kunnen zich inderdaad indekken tegen wisselkoersrisico’s en dan verwijzen we altijd door naar de banken, die daarvoor over de juiste instrumenten beschikken. Dit staat ook vermeld op de website en de publicaties van FIT. Die werd 2123 keer bezocht sinds 24 juni 2016. De FIT-studie over de brexit werd bijna 400 keer gedownload.
Uit onze contacten en uit die van FIT blijkt wel dat onze bedrijven niet onderschat mogen worden. Zij zijn zeer goed geïnformeerd. Ze volgen heel sterk wat daarover in de media verschijnt en bovenal komen ze op het terrein. Ze weten perfect met welke competitiviteitsproblemen ze nu worden geconfronteerd in het Verenigd Koninkrijk. Ze volgen ook heel sterk de standpunten op die worden ingenomen met betrekking tot de toekomstige onderhandelingen. Mijn ervaring is dat ze het Vlaamse standpunt volledig onderschrijven. Ze zijn het ermee eens dat er na de brexit een ‘free trade agreement’ moet komen met een nultarief zodat er geen of zo weinig mogelijk tarifaire belemmeringen zijn en dat de douaneformaliteiten zo beperkt mogelijk moeten worden gehouden. Dit moet ook mogelijk zijn in het digitale tijdperk om ervoor te zorgen dat onze vrachtwagens geen uren verliezen met stilstaan aan de buitengrens. Voor de grote schepen met grote hoeveelheden goederen zal het natuurlijk maar een keer een formaliteit zijn, maar voor de vrachtwagens zal dit ongetwijfeld een zeer grote meerkost met zich meebrengen.
De bedrijven zijn zeer goed geïnformeerd en volgen alles goed op. Ze zorgen er ook voor dat hun stem wordt gehoord met betrekking tot de onderhandelingen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er in dit stadium relatief weinig vragen gesteld worden aan het FIT brexit-meldpunt. Mocht hier verandering in komen, dan is FIT goed gewapend om de bedrijven zo goed mogelijk en zo snel mogelijk antwoord te geven op hun vragen. Het brexit-meldpunt staat op de homepage van Flanders Trade en er zijn goede samenwerkingsafspraken met UNIZO en Voka gemaakt om tijdig door te verwijzen naar de experten van FIT.
Voor 2017 zijn er geen extra middelen uitgetrokken voor het brexit-meldpunt. Daar is ook geen behoefte aan. Er is in 2016 binnen de bestaande middelen een team van medewerkers gemaakt binnen FIT, elk met hun specifieke ervaring en kennis. Zij staan de bedrijven bij. Dat geldt evenzeer voor onze mensen in het Verenigd Koninkrijk.
Er was nog een vraag met betrekking tot de maatregelen voor de Vlaamse kmo’s. Het departement Buitenlandse Zaken mapt en monitort in samenspraak met alle betrokken Vlaamse departementen, de offensieve en defensieve belangen van Vlaanderen. Het brexit-dossier is zeer evolutief. Ook de bedrijfssectoren met een hogere graad van afhankelijkheid van de Britse export worden uiteraard gemonitord.
Samen met de beroepsfederaties worden de belangen, bedreigingen en opportuniteiten in kaart gebracht. Dit is de basis voor het Vlaamse standpunt in de onderhandelingen tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk. Het is evident dat wij de belangen van de Vlaamse exporteurs blijven verdedigen en aandringen op snelle duidelijkheid. Het is zo dat FIT nu al bedrijven die problemen hebben of die te kampen hebben met exportproblemen of marktaandeelverlies hebben, bijstaat op allerlei manieren zowel ter plaatse als bij het zoeken naar alternatieve markten.
Ik wil wel zeggen, en ik heb dat altijd al heb gezegd, dat het een ontzettend grote markt is. Het is de vierde grootste exportmarkt. Het is een exportmarkt van meer dan 27 miljard euro op jaarbasis. Dat is niet, met alle respect, een verlies van een markt zoals die van Colombia of van een ander Zuid-Afrikaans of Afrikaans Sub-Saharaland. Dit is een wezenlijke, belangrijke, vitale exportpartner. Vandaar dat wij als Vlaamse overheid het standpunt innemen dat je de Britten natuurlijk niet moet belonen voor de brexit en dat je er niet moet voor zorgen dat andere lidstaten worden geïnspireerd door wat het Verenigd Koninkrijk doet, maar dat je ook niet in de punitieve logica mag stappen. Ons eigen belang is daarbij veel te groot. Dus verdedig ik altijd en overal het standpunt dat er een verdrag moet komen. Dat zit trouwens vervat in artikel 50. In de uittredingsonderhandelingen moet men rekening houden met een framework van toekomstige samenwerking. Wat ons betreft, is dat in ideale omstandigheden: het behoud van de nultarieven – op dit ogenblik betalen onze bedrijven geen importheffingen omdat het een eenheidsmarkt is –, het behoud van de productnormen die we nu delen met het Verenigd Koninkrijk dat al decennia deel uitmaakt van de eenheidsmarkt, en zo eenvoudig mogelijke douaneformaliteiten omdat dit uiteraard ook een meerkost met zich meebrengt.
De Vlaamse overheid is door UNIZO niet op de hoogte gebracht van de resultaten van deze specifieke bevraging. Dit staat op mijn papier, maar ik zie net dat mijn adjunct-kabinetschef nu pas de resultaten heeft gekregen. Ik heb ze nog niet kunnen bestuderen, want tot zonet hadden we ze nog niet. Het is dus nu niet mogelijk om beleidsconclusies te trekken. Het is wel zo dat er goede horizontale werkafspraken zijn gemaakt met UNIZO en Voka aangaande informatie-uitwisseling en samenwerking met FIT en het Vlaams Departement Buitenlandse Zaken. Het is ook zo dat ik vorig jaar samen met Karel Van Eetvelt en Hans Maertens de brexit-rondetafel met de Vlaamse bedrijfssectoren heb georganiseerd waarvan de evenknie begin dit jaar in Londen werd georganiseerd in aanwezigheid van de Londense Kamer van Koophandel en Britse sectorfederaties, tot grote voldoening van onze bedrijven.
Ik heb het al gezegd: dit is voor mij een topdossier, een zeer belangrijk dossier. We moeten – en ik hoop dat we dit kamerbreed delen – opkomen voor onze Vlaamse economische belangen en voor onze Vlaamse jobs. Een op zes van de Vlaamse jobs hangt af van export. Een op veertig van onze jobs hangt af van de export naar het Verenigd Koninkrijk. Dat is een niet te veronachtzamen economisch, maatschappelijk en sociaal belang dat we te verdedigen hebben. Het is evident dat dit een zeer complexe oefening zal zijn omdat je natuurlijk 27 lidstaten op één lijn moet krijgen.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor uw antwoord en voor het belang en de aandacht die u hecht aan dit dossier. U bent daar overigens altijd zeer duidelijk in geweest. U erkent dat bedrijven al de impact voelen en dat de brexit potentieel zeer, zeer vergaande gevolgen kan hebben voor onze economie.
Voor mij blijft de discrepantie tussen de vergaande gevolgen van de brexit en het weinig aantal vragen dat werd genoteerd tot op heden, een grote vraag. Mogelijks heeft het ook te maken met een aantal andere initiatieven die u ook in uw antwoord hebt opgesomd: de rondetafels en het proactief werk dat FIT al voor de bedrijven doet. Ik ga uw antwoord in alle rust nalezen maar ik dank u voor de informatie.
Collega Jans heeft op basis van een eerdere schriftelijke vraag die door mij was gesteld over het meldpunt, cijfers aangehaald om te zeggen dat het meldpunt eerder een beperkte impact heeft. Collega Jans had natuurlijk evengoed de andere vragen die hierover zijn gesteld, eens kunnen nalezen.
Sinds juli vorig jaar – en ik denk dat brexit hier ongeveer elke maand al ter sprake is gekomen – hebben we de minister-president hierover al vele malen ondervraagd. De Britse ambassadrice is hier geweest en heeft ook met u, minister-president, overleg heeft gehad. U hebt er naar verwezen in uw antwoord. U hebt al duidelijk gemaakt dat u een nultarief wilt, dat u een vrijhandelsakkoord wilt en niet de tarieven die anders van toepassing zouden zijn namelijk 8 procent voor textiel, 16 procent voor diepvriesgroenten en 24 procent voor vruchtensappen.
U hebt vandaag nogmaals herhaald dat u zo weinig mogelijk grens- en douaneformaliteiten wilt. We moeten vermijden dat we komen tot toestanden van 20 jaar geleden met lange wachtrijen aan de grenzen en in de havens.
U hebt in het verleden op verschillende vragen van mezelf en van collega van Overmeire gezegd dat we moeten streven naar gemeenschappelijke productnormen. Ik herinner mij ook de vraag die ikzelf en collega van Overmeire in juni gesteld hebben en dat u zei dat u toen reeds had berekend wat de impact zou zijn van een brexit. Ik denk dat het zelfs nog voor het referendum was dat uw diensten of FIT de nodige berekeningen hadden gemaakt voor een economische impactanalyse. U hebt vandaag gezegd dat die intussen reeds meermaals is gedownload.
Er is voorbereidend werk gedaan door de studiedienst van de Vlaamse Regering. U hebt het meldpunt opgericht. Er is overleg met de stakeholders. U bent ter plaatse geweest in West-Vlaanderen en hebt er met de federaties en ondernemingen gesproken. U was ook een van de eersten die de Britse minister van Buitenlandse Zaken heeft ontmoet om te spreken over de gevolgen van de brexit, niet alleen voor onze economie, maar ook in het Verenigd Koninkrijk beseft men dat het een grote impact heeft op hun eigen economie.
Ik wil het gewoon even aanhalen omdat collega Jans eigenlijk een element er heeft uitgehaald namelijk het meldpunt, maar de Vlaamse Regering heeft inderdaad meerdere zaken gedaan om de gevolgen van die impact op een zo goed mogelijke manier op te vangen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.