Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, collega’s, dit is een omgezette schriftelijke vraag. Ik leg even uit waarover dit precies gaat.
In het kader van het overkoepelende project Leuven-Noord heeft de NMBS zich jaren geleden al geëngageerd tot de uitbouw van een pendelparking – dit heeft al eens in hun plannen gestaan en is er dan weer uitgevlogen omdat het allemaal zo traag gaat – aan het station van Leuven. In eerste instantie zouden er 1500 wagens kunnen staan, nadien zal dit mogelijks uitbreiden tot 2500 wagens. De parking zou zich situeren op de kop van het spoorwegplateau en rechtstreeks worden ontsloten via een nieuw op- en afrittencomplex aan de E314.
De noodzakelijke heraanleg en aanpassing van het op- en afrittencomplex nummer 20 is een bevoegdheid van het Vlaamse Gewest. Dat is een beetje de kers op de taart, samen met de parking die nog gerealiseerd moet worden, laten we wel wezen, van dat hele grote project te Leuven-Noord dat al sinds 2001 de stad Leuven beroert en waar al heel veel van gerealiseerd is, maar dit is een heel belangrijk eindpunt van dat grote project.
Er zijn heel veel schriftelijke vragen over gesteld, onder meer – het zal u niet verwonderen – door onze Leuvense collega Lorin Parys. U verwijst daarnaar in uw antwoord op mijn schriftelijke vraag van oktober. U zegt daarin dat u zeker wilt inzetten op de werken aan de Duitse brug, en u zult laten bekijken of er minder grootschalige maatregelen al op kortere termijn mogelijk zijn om zowel de ontsluiting van de pendelparking als van het wetenschapspark – want dat zit ook in het project – sneller mogelijk te maken. Hieruit blijkt dus heel veel goodwill.
Ik heb daar ook tijdens de bespreking van de beleidsbrief naar verwezen. Ook toen hebt u gezegd: ‘Ja, het Vuntcomplex, dat vraagt een investering van 24.000.000 miljoen euro’. Die hebt u nu niet, maar u werkt gestaag verder aan het project. U zei dat er in 2017-2018 aan de Duitse brug zal worden gewerkt. Dat is een brug waar grote vrachtwagens zich regelmatig onder vastrijden. Dit haalt regelmatig de pers met spectaculaire foto’s. Het is zeer goed dat u hieraan gaat werken. Er zal dan zelfs worden geïnvesteerd in een fietstunnel onder de E314 om een veilige fietsverbinding te creëren, om een enclave te kunnen ontsluiten van woningen die anders later bij de aanleg van het grote complex niet meer bereikbaar zouden zijn. Dat soort zaken gaat voort. De fietstunnel gaat u samen met fase twee van de spitsstrook op de E314 uitvoeren in de zomer van 2018.
U hebt toen ook gezegd dat u aan de projectmanager van het project Leuven-Noord nog eens gevraagd hebt om dat gebied, dat spoorwegplateau, waar dus ook het wetenschapspark en de pendelparking op termijn gepland zijn, tijdelijk al op een andere manier te ontsluiten. U hebt gevraagd aan de stad om een aantal quick wins voor te stellen.
Tot mijn grote verbazing heb ik begin februari in de pers zaken gelezen die strijdig waren met uw eerdere uitspraken. Op de website www.madeinvlaamsbrabant.be stond – dat komt natuurlijk van een journalist: “De Vlaamse minister van Mobiliteit, Ben Weyts, N-VA, ziet het project liever in de vuilnisbak belanden wegens het ‘aanzuigeffect’ voor filevorming. Het Leuvense stadsbestuur noemt de parking echter absoluut noodzakelijk.”
Dat was het eerste wat ik las. Een beetje later stond er in Het Laatste Nieuws een heel artikel over. Daar wordt u geciteerd, u zou gezegd hebben: ‘Meer verkeer op de E314 en aan de stad Leuven twee keer meer file, aldus de minister van Mobiliteit’.
Eigenaardig allemaal. Dat heeft men blijkbaar afgeleid uit een uitspraak die u zou hebben gedaan, misschien op een nieuwjaarsreceptie of zo. Het kwam heel eigenaardig over, zeker nadat we er hier toch al een paar keren over gesproken hadden waarbij u er telkens op had gewezen dat er voortgang werd gemaakt met de projecten die eerst nodig waren, vóór de kers op de taart.
Ik heb dan nog een beetje zitten zoeken waar ze dat haalden. Ze baseerden zich dan blijkbaar ook op de administratie, zo stond in die artikelen. Ik ben gaan kijken in het goedgekeurde MER voor de pendelparking Leuven-Noord van april 2016. Ik vond het punt ‘Leemten in de kennis’ over zaken waar men nu nog niet van weet of ze zich gaan voordoen of niet. Het gaat dan over de mogelijke verschuiving van het verkeer. U kunt de tekst van mijn vraag verder lezen.
Uit dat MER kwam vooral naar voren dat het onderliggend wegennet niet bijkomend zal worden belast. Er zou zelfs een afname zijn van verkeer op het omliggende wegennet. Dus eigenlijk werden de ‘leemten in de kennis’ min of meer opgevuld door een geruststellend antwoord in het MER. We weten niet goed of de administratie, of uzelf of wie dan ook dat haalt. Ik heb toen, begin februari, al gezegd: ik ga daar een schriftelijke vraag over stellen. Dit moet duidelijk worden. Jammer genoeg hadden we nog geen antwoord, en dat is goed, dan kan ik het hier rechtstreeks aan u vragen.
Wat bedoelt u concreet met het dubbel aanzuigeffect waar in de krant naar verwezen werd dat de nieuwe parking Leuven-Noord zal veroorzaken? Uit welke studie blijkt dat de nieuwe parking Leuven-Noord een dubbel aanzuigeffect zal hebben, en wat zijn de belangrijkste conclusies hierover? Is deze studie – als die al zou bestaan – beschikbaar voor het Vlaams Parlement?
Hebt u intussen een minder grootschalige maatregel uitgewerkt om zo versneld de ontsluiting van de pendelparking en het wetenschapspark te kunnen realiseren? Is die quick win er ondertussen? Zijn daar afspraken over met de partners van het project Leuven-Noord? Dat is niet alleen de stad maar ook AWV, de nv Zeekanaal, De Lijn en de NMBS.
Is er intussen al overleg geweest met de projectmanager en andere betrokken partijen? Zo ja, wanneer was dit? Wat waren de belangrijkste conclusies? Zo neen, waarom niet? Komt er nog overleg? Wat is de agenda?
Ik heb eigenlijk maar één grote vraag: gelooft u nog in de realisatie van die zo belangrijke pendelparking in Leuven-Noord?
Minister Weyts heeft het woord.
Meer algemeen willen we natuurlijk dat de reiziger de overstap naar het openbaar vervoer zo dicht mogelijk bij huis maakt. Een voortransport met de auto tot aan een combimobiliteitspunt is natuurlijk mogelijk, maar ook hier gebeurt de overstap het best zo dicht mogelijk bij de woonplaats.
Mijn administratie, zowel de afdeling Beleid van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken als het onafhankelijke De Lijn, heeft in het kader van dit project vragen gesteld bij het MER dat werd uitgewerkt door of in opdracht van de NMBS. Men heeft het aanzuigeffect met betrekking tot de snelweg toegelicht: als men 1500 tot 3000 parkingplaatsen inricht met een rechtstreekse verbinding naar de E314 richting Limburg, dan kan men redelijkerwijze aannemen dat men zo verkeer aantrekt, en dit bovendien op een van de meest congestiegevoelige verkeerstracés van Vlaanderen. Er is een tweede aanzuigeffect door de ontwikkeling van het wetenschapspark zelf. Daarom is het dus dubbel.
Ik heb in het verleden altijd gesteld dat de kost voor het Vuntcomplex, rond de 25 miljoen euro, toch niet niets is. Dat is geen gemakkelijke boodschap, maar wel een eerlijke. Dan kun je twee dingen doen: erop blijven kamperen en blijven jammeren, of zoeken naar een alternatief om vooruit te kunnen gaan, en zelfs alternatieven uitdokteren die toekomstige ontwikkelingen niet onmogelijk maken en de originele plannen niet onmogelijk maken, maar wel de nagestreefde doelstellingen op een andere manier dichterbij brengen.
Wat hebben we gepland? Eerst is er de aanpak van de Duitse brug, ingeplant in 2018. U kent de problematiek waarbij vrachtwagens zich bijna dagelijks letterlijk vastrijden onder die brug. De brug heeft een beperkte hoogte en er knallen er regelmatig tegenaan. De Aarschotsesteenweg wordt verlegd onder een reeds gebouwde nieuwe brug. Dat is een investering van 1,3 miljoen euro. Ik heb ook in de nodige middelen voorzien voor de fietstunnel onder de E314. Die staat ook geprogrammeerd voor 2018. Dat is een veilig alternatief voor de fietsers die vandaag nog langs de op- en afritten moeten passeren, wat vanzelfsprekend gevaarlijk is. Het is een kostprijs van 3 miljoen euro. Ik heb ook een voorstel uitgewerkt voor een ‘light-ontsluiting’ voor het wetenschapspark. Het is een ontsluiting via een nieuwe brug en toegangsweg, die in de toekomst bij de aanleg van het Vuntcomplex zou kunnen worden hergebruikt. De investering ligt rond 6,5 miljoen euro. Ik bekijk trouwens momenteel samen met mijn collega Muyters, vanuit zijn bevoegdheid Economie en Innovatie, of er geen samenwerking mogelijk is. In diezelfde omgeving heb ik in september 2016 ook de nieuwe busstelplaats geopend, met 30 procent meer capaciteit, waardoor dit de thuisbasis is van de grootste vloot milieuvriendelijke bussen in Vlaanderen en van 270 tot 280 medewerkers van De Lijn. De kostprijs hiervan was 27,5 miljoen euro. Er is ook de investering van 50 miljoen euro in de spitsstrook, 20 miljoen euro voor de sanering van het viaduct van Wilsele en 30 miljoen euro in de spitsstrook zelf. Het is een werk dat gefaseerd moet gebeuren, met in de eerste plaats de aanpak van het complex zelf om vervolgens de spitsstrook aan te leggen.
Er zijn regelmatige contacten met de projectmanager van project Noord. De projectmanager is al een aantal keer uitgenodigd op mijn kabinet, de laatste keer was dit eind februari, waar de plannen van de ‘light-ontsluiting’ besproken werden. Tijdens deze overlegmomenten wordt steeds nagegaan of er minder grootschalige ingrepen mogelijk zijn. Daarnaast komt de stuurgroep Leuven-Noord al vele jaren elke vier maand samen om de vooruitgang van dit project te monitoren, te coördineren en om oplossingen te zoeken voor de problemen die zich voordoen bij dit project. De eerstvolgende vergadering van de stuurgroep vindt begin mei plaats.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw duidelijk antwoord. U hebt geen journalisten willen schofferen, dat is duidelijk, maar wat u vertelt, is toch wel wat anders dan dat uw plannen in de vuilnisbak zouden zijn gegooid. Dat doet u duidelijk niet, en ik ben daar zeer tevreden over. Het zal de Leuvenaar ook geruststellen dat de voorgaande investeringen niet voor niets zijn geweest. Ik ben daar zeer tevreden over.
Ik heb toch ook wel een bedenking. Ik ben het eens met u dat de combi-mobiliteit zo dicht mogelijk bij huis moet beginnen. Als je thuis de wagen instapt, zou je zo snel mogelijk zo'n pendelparking moeten kunnen bereiken. Ik dacht dat collega Ceyssens al voor zo'n parking heeft gepleit in Halen, die het niet heeft gehaald, maar je moet blijven geloven in een aantal zaken. Ik denk dat het een goed voorbeeld is, maar goed, anderen vinden dat misschien niet. Ik begrijp wat u bedoelt: de mensen uit Limburg hoeven helemaal niet tot Leuven aan te schuiven om dan op die parking te gaan staan als er dichter bij huis ook zo'n pendelparking aan een station kan worden gerealiseerd. Maar voor de Leuvense regio is het ook interessant, voor mensen uit Rotselaar of uit Haacht. Ik denk dat er sowieso wel vraag is naar die parking, ook al moeten ze misschien niet van heel ver komen.
Ik vind het wel raar dat uw administratie zegt – en ik wil die mensen hun expertise niet in twijfel trekken – dat zo'n parking een aanzuigeffect op de snelweg zal creëren. Sorry, maar die snelweg staat nu al vol. Het is net een afzuigeffect dat we daar zouden moeten krijgen door de wagens van de snelweg af te zuigen naar de parking. Dat is eigenlijk het idee dat erachter zit. Misschien moeten we dat toch met een korrel zout nemen. Dat argument overtuigt me niet.
Ik ben ook supertevreden dat u met het projectteam en de projectmanager Leuven Noord in februari een akkoord hebt gesloten over de ‘light-ontsluiting’, zoals u dat noemt. Het is niet de dure ontsluiting van 25 miljoen euro maar een goedkopere versie van toch ook nog 6,5 miljoen euro. U leeft hopelijk met collega Muyters op goede voet – ik kan me dat voorstellen binnen dezelfde partij, – want het gaat over een wetenschapspark voor de KU Leuven waarvoor dan hopelijk de nodige middelen kunnen worden gevonden om de light-ontsluiting dan alvast klaar te maken om dan opnieuw de NMBS te overtuigen. Ik denk dat de NMBS zich al lang afvraagt of die parking er nog wel komt. Laten we hopen dat we in een volgend investeringsplan van de NMBS de parking zelf ook terugvinden. Hoe het daar intussen mee is, is op dit ogenblik een beetje duister.
Minister Weyts heeft het woord.
Wat het af- of aanzuigeffect betreft, gaat het natuurlijk over het aanzuigen van verkeer naar het centrum van de stad. De parking ligt wel buiten de stad, maar er is toch een effect. Het gaat niet zozeer over de autosnelweg op zich.
De vraag om uitleg is afgehandeld.