Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Keulen heeft het woord.
Minister, op 6 maart van dit jaar berichtte De Standaard dat er elke dag drie bussen van De Lijn worden geflitst voor snelheidsovertredingen. Dat krijgt heel veel exposure. Tezelfdertijd komen er altijd opnieuw opmerkingen vanuit de media en vanuit de oppositie.
Er zijn ook altijd kansen voor het beleid, voor een minister, want dan blijkt dat De Lijn 30.000 ritten presteert, en dan wordt dat eigenlijk relatief. Dan zijn er dat hoe dan ook 3 te veel, maar dat wordt dan toch een relatieve aangelegenheid, en dan blijkt dat De Lijn eigenlijk toch heel erg met snelheid bezig is en dat er gepersonaliseerd, dus per chauffeur, een individueel dossier wordt bijgehouden. En als een chauffeur meermaals in de fout gaat, als het gaat over het naleven van verkeersregels, volgen daar mogelijkerwijs ook acties op en eventueel, in een volgende stap, zelfs sancties.
Het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV) zag daar ook een gelegenheid om een punt te maken, dat mijns inziens zeer behartigenswaardig is. Zij stellen dat het altijd beter kan en vragen waarom we, ook bij de openbaarvervoersmaatschappijen, geen gebruik maken van intelligente snelheidsbegrenzers. U ziet daar, luidens het krantenartikel, minder heil in, omdat een buschauffeur van De Lijn gemiddeld minder overtredingen maakt dan een doorsnee autobestuurder.
Anderzijds, minister, zijn we hier in het parlement heel vaak bezig over verkeersveiligheid. Dat is ook een zeer terechte bekommernis van deze commissie, die u trouwens zelf deelt – denk maar aan de opmerking ‘de schande van de vierhonderd’. Er komen ook allerhande moderne technologische hulpmiddelen in beeld om voertuigen slimmer en veiliger te maken. Ik denk daarbij aan het voorstel van collega Ceyssens met betrekking tot ‘platooning’, een systeem dat het zware verkeer zou kunnen hanteren. Dergelijke hulpmiddelen implementeren in de bussen van De Lijn zou niet enkel de veiligheid van de chauffeur en de reizigers verhogen, maar ook de verkeersveiligheid in algemene termen vooruit helpen.
Is het in het kader van het verhogen van de verkeersveiligheid, wat ook een belangrijk thema is voor De Lijn, geen optie om een proefproject uit te rollen in een bepaalde regio met een aantal technologische rijhulpmiddelen bij verschillende bussen?
Het is de ambitie om een ANPR-cameraschild (Automatic Number Plate Recognition) uit te rollen en volop in te zetten op trajectcontroles. Dat verhoogt de pakkans en zorgt voor een betere handhaving, wat met flitspalen geringer is. Bent u van plan om De Lijn een soort groeipad mee te geven om het aantal snelheidsovertredingen nog verder terug te dringen? Welke rol kunnen technologische hulpmiddelen daarin spelen?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik weet natuurlijk dat een flashy titel als ‘Drie bussen van De Lijn geflitst per dag’ zou kunnen doen vermoeden dat achter het stuur van een bus van De Lijn Vettel, Hamilton of een van hun collega’s plaatsnemen, maar niets is minder waar. Eigenlijk zijn dat goede cijfers. Ik verdedig de chauffeurs van De Lijn daarin. Er is een gemiddelde van één overtreding op ruim honderdduizend kilometer. Dan mag iedereen eens bij zichzelf te rade gaan, om te zien of men dezelfde ratio haalt. ‘t Is goed in ‘t eigen hert te kijken, nog even voor het slapengaan, of ik van dageraad tot avond, geen enkel hert heb zeer gedaan. (Opmerkingen)
Uiteraard kan het steeds beter, en we hebben ook een concrete doelstelling opgenomen in de beheersovereenkomst om beter te doen op dat vlak. Er is ook de discussie omtrent de vergoeding, de compensatie in hoofde van de vakbonden. Ik vind dat een slecht signaal, omdat je daarmee precies het signaal geeft alsof de chauffeurs zich wel degelijk overmatig bezondigen aan verkeersovertredingen, quod non.
Enerzijds is er de huidige rijstijlmeter. Dat is een systeem waarbij via geluidssignalen op het dashboard gemeld wordt wanneer de chauffeurs in kwestie bijvoorbeeld te snel optrekken of te bruusk remmen en dus afwijken van de norm. Daarnaast denk ik dat we, nog los van de algemene doelstelling in de beheersovereenkomst, beter moeten doen. Ik heb gevraagd om te bekijken of we bij wijze van proef en qua voorbeeldfunctie ook op enkele bussen een intelligente snelheidsadaptatie (ISA) zouden kunnen installeren, minstens een soort halfopen systeem. Je hebt open, halfopen en gesloten systemen. Bij een open systeem heb je gewoon een melding op je dashboard van de maximale snelheid. Ik heb dat trouwens ook in mijn wagen. Dan heb je een halfopen systeem, waarbij je een soort druk op je gaspedaal krijgt bij wijze van melding, of een geluidsignaal, of beide, wanneer je de maximaal toegelaten snelheid overschrijdt. En een gesloten systeem is een systeem van snelheidsbeperking waarbij je niet harder kunt rijden dan de maximaal toegelaten snelheid, of met een of andere veiligheidsmarge of tolerantiemarge die daar dan op zit. Ik vraag aan De Lijn of we daar een initiatief in zouden kunnen nemen, op beperkte schaal. Een lijnbus leent zich daar gemakkelijker toe, omdat er een vast tracé is.
Herinner u de discussie daarstraks over de verkeersbordendatabank. Je zou dan ook kunnen discussiëren over de vraag of er bij de betrokken tracés werk is gemaakt van accurate informatie over de maximaal toegelaten snelheden. Je kunt dat op voorhand perfect ingeven in geval van buslijnen, omdat een vast tracé wordt gevolgd. Indien er enige twijfel zou bestaan over de accuraatheid van de maximale snelheden zoals die zijn ingegeven in het systeem, kun je je ervan vergewissen door controle te doen, al is het steekproefsgewijs, op het betrokken tracé, het vaste tracé dat wordt afgelegd door zulke bussen.
Ik heb wel gevraagd om op dat vlak een initiatief te nemen. Nogmaals, ik geef geen voeding aan enige perceptie alsof er een grote nood zou zijn in hoofde van onze chauffeurs. Integendeel, dat zijn veiliger chauffeurs – ik ging zeggen, dan u en ik, maar alleszins dan ik.
De heer Keulen heeft het woord.
Ik ben voldaan met dit antwoord. Het punt is gemaakt en op die manier is ook de nuance aangebracht. Alles wat de verkeersveiligheid kan verhogen, moeten we met een open geest bekijken. De rijstijlmeter was mij onbekend. Dat heb ik ondertussen ook alweer opgestoken. Ik dank u voor uw antwoord.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Dit is een interessante vraag. Toen ik daarover las in de pers, dacht ik, dat is waar, de minister heeft gelijk, de chauffeurs van De Lijn begaan alles bij elkaar weinig overtredingen als je dat zou vergelijken met wat we misschien zelf allemaal al eens durven uit te spoken op de weg. Ik wil niemand beschuldigen, minister, maar u hebt het met een gedichtje verwoord en het was zeer mooi, maar u hebt daarin toch wel gelijk.
Anderzijds is de hele insteek van de vraag van de heer Keulen wel interessant om met zo’n proefproject van start te gaan. U zegt dat u bereid bent om iets kleins te doen met De Lijn rond snelheidsbegrenzing enzovoort. U legde zelf ook de link naar de vraag van daarstraks over de verkeersbordendatabank. Dat proefproject zou misschien ook wat breder kunnen worden genomen en zou ons misschien zelfs kunnen toelaten de tekortkomingen van die verkeersbordendatabank en andere euvels in kaart te brengen als voorbereiding op een meer algemene toepassing.
Ik verklaar mij nader. We zouden snelheidsbegrenzers misschien ook kunnen gebruiken om lacunes in die databank te signaleren. Indien een proefproject bij De Lijn wordt opgestart met snelheidsbegrenzers, is het misschien mogelijk – ik weet niet of dat technisch allemaal kan – om bestuurders van De Lijn, zonder die mensen met extra zware verantwoordelijkheden te belasten maar in de mate van het mogelijke, toe te laten via een app eenvoudig te signaleren, wanneer zij dagelijks op een bepaalde plaats passeren, dat een snelheidsbord niet klopt. Het is zoals het Coyotesysteem, waarbij gebruikers ook informatie met elkaar delen. Misschien kan dat eens worden onderzocht. Technisch kan er tegenwoordig veel. Ik weet alleen niet wat dat altijd kost en of het automatisch in die systemen zit. Misschien kunt u daar verder eens over nadenken.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Een ander aspect is het terugbetalen van de boetes. Het is een oud zeer, ons allemaal bekend. Nogmaals wil ik benadrukken dat de cijfers over De Lijn zeer goed zijn. Ik zal over niemand spreken. Ik doe het zelf beter, zeker de laatste jaren, of minstens even goed. De paar brokkenpiloten die ertussen zitten, plaatsen de goede chauffeurs die dag in dag uit hun best doen om iedereen veilig naar en van het werk of thuis te brengen, daardoor af en toe in een slecht daglicht.
Als we dan de praktijken zien waarbij een bepaalde vakbond nog steeds die boetes terugbetaalt, meermaals per jaar, dan stoort het mij toch wel bijzonder dat de bonden dat zelfs niet op de agenda willen zetten. We hebben dat met de meerderheid op de agenda gezet naar aanleiding van de beheersovereenkomst. Ik vraag aan de minister om daar mee de druk op te voeren. Minister, u hebt recent nog in een perscommunicatie verklaard dat dat u ook mateloos stoort, laten we dus met zijn allen een einde maken aan die prakrijken zodat het ook geen smet meer werpt op de vele chauffeurs die zich dag in dag uit wel veilig in het verkeer begeven.
De vraag om uitleg is afgehandeld.