Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, ongeveer een jaar geleden maakte u de weg vrij voor een proefproject ‘platooning’. De eerste colonne zelfrijdende vrachtwagens kon toen rijden. Bij ‘platooning’ rijden twee of meer vrachtwagens achter elkaar door middel van connectiviteitstechnologie.
Dat heeft een aantal voordelen. Het brandstofgebruik kan tot 10 procent lager liggen. Zo kan de CO2-uitstoot worden verminderd met 30 ton. De autosnelweg zal ook beter benut worden doordat die wagens dichter achter elkaar rijden. Ik vraag mij trouwens soms af, wanneer ik op de E313 rijd, of dat al geen ‘platooning’ is, daar op de rechterkant. Het zou misschien nuttig zijn om daar al alles aan elkaar te connecteren.
Het is alleszins een heel nuttig initiatief waaraan een aantal voordelen verbonden zijn. Het Vlaams Instituut voor Logistiek zou op dit moment al onderzoeken welke taken de chauffeur aan boord zou kunnen uitvoeren wanneer zijn vrachtwagen wordt meegenomen in een stroom van ‘platooning’. Dat gaat dan over administratieve taken en dergelijke. Het is goed dat men vooruitziet, zo hoeft die vrachtwagenchauffeur zich niet te vervelen in zijn wagen.
Minister, hoever staat Vlaanderen met zelfrijdende trucks op de wegen? Ik bedoel trucks die in die ‘platooning’ worden meegenomen. Is er recent nog overleg geweest met de betrokken partners? Indien ja, wat is daaruit voortgekomen? Staan er in de nabije toekomst nog projecten rond ‘platooning’ gepland op de Vlaamse wegen?
Minister Weyts heeft het woord.
Wij hebben actief deelgenomen aan een eerste grensoverschrijdende demonstratie van ‘platooning’ in april 2016. We hebben ook een gelijkaardige praktische test met personenvoertuigen gefaciliteerd in september 2016. We hebben ook de pen vastgehouden bij de opmaak van de Belgische code voor praktijktesten, zodat we een raamwerk hebben waarbinnen de praktijktesten met zelfsturende voertuigen kunnen plaatshebben, waarmee ‘platooning’ in zeker mate verbonden is.
Het succes van het demonstratieproject in het voorjaar van 2016 krijgt een vervolg. Daarbij wordt in een ‘learning by doing’-benadering getest met ‘truck platoons’, direct geïntegreerd in bestaande logistieke processen. Men zou dus die tests doen op bestaande logistieke stromen: vrachtwagens die vandaag een vast traject afleggen van de ene leverancier naar een ander bedrijf. De verwachting is dat de eerste testcases vóór eind 2017 op de openbare weg zouden komen.
De Nederlanders vervullen hierin een trekkende rol. Mijn administratie blijft verder betrokken bij de verdere uitklaring van praktische en wettelijke aspecten. Er is ook nog de Conventie van Wenen, die ondertussen wordt herbekeken of waar dan toch stappen worden gezet met het oog op de herziening. Dat is een zeer lang en doorwrocht proces.
Ondertussen heb ik vanuit Vlaanderen en samen met minister Muyters, de European Automotive & Telecom Alliance en vier andere lidstaten een projectvoorstel van 48 miljoen euro ingediend – dat is toch aanzienlijk – onder het Connecting Europe Facility-programma waarin ‘platooning’ prominent aan bod kan komen. In dit project, Concorda genaamd, wordt een Vlaamse testomgeving opgesteld voor proefnemingen met autonoom rijdende voertuigen, die zowel voortbouwt op onze al lopende projecten inzake Coöperatieve ITS als aansluit bij het Smart City-initiatief dat recent werd opgesteld door de ministers Homans en Muyters. Dat gaat om een project waarbij ook de infrastructuur communiceert: niet alleen – in vaktermen – ‘V to V’ maar ook ‘I to V’ en ‘V to I’. Er wordt dus niet alleen van voertuig tot voertuig gecommuniceerd, maar ook van infrastructuur tot voertuig en van voertuig tot infrastructuur. Je hebt dan snelle punten langsheen de weg.
De resultaten van simulatie en reële testen, ook op het vlak van ‘platooning’, zullen worden gebundeld met die van gelijkaardige Duitse, Franse en Spaanse projecten. De Concorda-testomgeving zal ter beschikking worden gesteld van industriële actoren en academici. We hopen daarmee een doorbraak te realiseren in Vlaanderen met betrekking tot ‘platooning’ en zo definitief de weg te banen voor een dynamiek van praktisch onderzoek en samenwerking tussen publieke en private actoren.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, ik ben blij te horen dat daarin verder initiatief wordt genomen. Vooral dat Concorda-project lijkt mij best wel interessant.
Ik begrijp dat er in de toekomst verder zal worden ingezet op bestaande logistieke stromen. Dat is een goede zaak. Maar werd ook de mogelijkheid overwogen om op bepaalde trajecten proefprojecten te lanceren? Als het gaat om bestaande logistieke stromen, gaat men in eerste instantie op zoek naar partners die daarin mee willen denken. Maar misschien is het ook haalbaar om op bepaalde trajecten – ik verwees daarnet naar de E313 – te onderzoeken welke partners geïnteresseerd zijn om op dat traject in ‘platooning’ te participeren. Is dat al onderzocht, om proefprojecten op te starten op bepaalde trajecten?
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Minister, ook wij vinden het uiteraard belangrijk om innovatieve toepassingen te onderzoeken, ook op het vlak van mobiliteit. Belangrijk daarbij is dat ook rekening wordt gehouden met de veiligheid. Dat is primordiaal, dat spreekt voor zich. Maar het zal op een werkbare manier moeten worden georganiseerd. We zagen bij het traject van de ecocombi – dat is een volledig ander dossier – dat men terecht heel sterk kijkt naar de veiligheid, maar dat dan uiteindelijk de voorwaarden wel heel streng blijken te zijn.
Minister, is er al interesse bij klanten of vervoerders vastgesteld? U zegt dat het demonstratieproject wordt voortgezet en dat het zal worden geïntegreerd in bestaande logistieke processen van verladers. Maar ook in het CONCORDA-project zult u kijken naar industriële actoren. Dat lijken mij dan echt bestaande klanten te zijn die logistiek op de baan zijn. Is er interesse? In welke groepen? Is dat havengerelateerd? Of is daar nog helemaal niet naar interesse gepolst?
Minister Weyts heeft het woord.
In beide gevallen gaat het om projecten die gebonden zijn aan een traject. Als het gaat om die bestaande logistieke stromen, dan heb ik het over een vast traject. Ook het CONCORDA-project is op een vast traject, want daar maken we gebruik van slimme infrastructuur. Met behulp van communicatie-‘devices’ wordt informatie gegeven van de infrastructuur naar het voertuig. Dat kan concreet gaan over weersomstandigheden, of over filevorming. Het gaat dus niet enkel over communicatie van voertuig naar voertuig, maar ook van infrastructuur naar voertuig en van voertuig naar infrastructuur. In beide gevallen gaat het ook over de betrokkenheid van private bedrijven. Ik weet ook dat de haven geïnteresseerd is in het CONCORDA-project. Daar is ook een mogelijkheid om te participeren.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoord. We zullen hierover ongetwijfeld nog meerdere malen van gedachten wisselen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.