Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, uit uw antwoord op een vraag van collega De Clercq bleek heel duidelijk dat de technische controle van vrachtwagens en bussen langs de weg duidelijk een hiaat kent en dat we niet eens de helft van de opgelegde 4200 controles kunnen realiseren.
Het is nochtans verplicht om vrachtwagens en bussen, naast de periodieke keuring in het keuringsstation, ook al dan niet willekeurig te onderwerpen aan technische controles langs de weg. Zo willen we voorkomen dat voertuigen met slecht functionerende remmen – misschien in mindere mate als men naar de periodieke controle gaat –, versleten banden, slecht afgestelde of kapotte verlichting, een gevaar vormen voor de verkeersveiligheid.
Dat de controles nodig zijn, bewijzen de cijfers die u onlangs vrijgaf: liefst een vierde van de gecontroleerde voertuigen kampt met grote gebreken. Maar we brachten hier onlangs ook een ander dossier ter sprake, dat stilaan meer en meer naar boven komt en waarvan wordt gefluisterd dat het een groter probleem zou kunnen zijn dan de sjoemelsoftware, namelijk het gesjoemel met de AdBlue, waar ik samen met collega Van Miert over heb gesproken. Het is gesjoemel dat helemaal niet op te sporen is met periodieke controles, want niemand zal zo dom zijn om met een AdBluekiller een periodieke controle binnen te rijden. Dat zijn zaken die maar kunnen worden ontdekt als op de weg een vrachtwagen langs de kant wordt gezet en aan een volledige controle wordt onderworpen.
Minister, bent u van plan om meer inspecteurs aan te stellen? Hoe zult u erop toezien dat er meer controles op het terrein gebeuren? Hoe ziet u hierin een eventuele samenwerking tussen de gewesten, de federale overheid en de politie?
Minister Weyts heeft het woord.
De keuringsfrequentie van de periodieke technische controle op vrachtwagens wordt vanaf 1 maart 2017 van zes maanden op een jaar gebracht, zoals trouwens ook in Wallonië en de buurlanden. Ik vind wel dat dat een pendant moet hebben in die zin dat we dan veel meer controle op de weg moeten kunnen uitoefenen. Dat was altijd een probleem omdat in het kader van de staatshervorming te weinig mensen en middelen aan ons zijn overgedragen. We hebben er na heel wat zoeken een mouw aan kunnen passen: we gaan het inspectieteam met acht inspecteurs versterken. Dat is een goede zaak.
We stellen vast dat de expertise van het huidige inspectieteam wel werkt. Men slaagt erin de visu de gepaste vrachtwagens eruit te pikken. Je ziet dat er een hoog percentage is, dat natuurlijk soms verkeerd vertaald wordt door de media. Een hoog aantal van de vrachtwagens die uit het verkeer worden geplukt, blijkt effectief een mankement te vertonen, maar dat mag je niet zomaar vertalen als het percentage van alle vrachtwagens die rondrijden dat mankementen vertoont. Het blijkt dat de voorafgaande selectie door ons inspectieteam vrij efficiënt is.
Naast de bijkomende weginspecteurs, gaan we volop inzetten op samenwerking en gelijktijdige controles met andere diensten. Een concreet voorbeeld daarvan is de gezamenlijke actie die we hebben uitgerold met VLABEL, dat bij Financiën zit en bij minister Tommelein, samen met de controles inzake overbelading door inspecteurs van Mobiliteit en Openbare Werken (MOW). Men heeft twee weken geleden een gezamenlijke actie gevoerd met groot succes, dus inzake overbelading van die bestelwagens, in combinatie met het ontlopen van de kilometerheffing via die weg.
Daarnaast hebben we ook overleg met de politiediensten om te bekijken of zij zouden kunnen meewerken in het kader van grootschalige acties die we samen kunnen uitrollen. Vandaag is de rol van de federale politie veelal beperkt tot assistentie bij het plukken van vrachtwagens van de weg, zonder dat zij zelf controles gaan uitoefenen, laat staan dat dat deel uitmaakt van een campagne. Daar trachten we elkaar een beetje te vinden in het zoeken of we geen schaaleffecten kunnen genereren door samenwerking.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, dank u wel. Ik ga helemaal akkoord met uw stelling dat de interpretatie van de cijfers inderdaad moet worden gezien in het licht van het feit dat men de visu al een eerste controle doet. Net zoals men bij alcoholcontroles al voorcontroles kan doen, kan dat ertoe leiden dat bij degenen die effectief gecontroleerd worden, het percentage met gebreken hoger is dan voorzien.
Ik ben alleszins blij dat er ter zake initiatieven worden genomen om acht inspecteurs aan te stellen en dat er ook wordt gezocht naar verdere samenwerking.
De heer De Clercq heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, op een schriftelijke vraag van mezelf hebt u daaromtrent de cijfers met betrekking tot die controles geduid. We moeten absoluut alles op alles zetten om die cijfers te verbeteren en effectief meer controles te doen om onze verplichtingen in een ruimer Belgisch geheel te kunnen nakomen. Het is immers van groot belang om de verkeersveiligheid te kunnen handhaven. De cijfers zijn van dien aard dat we moeten vaststellen dat de verkeersveiligheid op dat vlak niet gegarandeerd is en dat er op dat vlak heel wat mankementen zijn. Ik weet dat u verkeersveiligheid heel hoog in het vaandel draagt. Ik had naar aanleiding van uw antwoord op mijn vraag ervoor gepleit om die controles op te voeren zodat we risico’s kunnen vermijden en desgevallend accidenten en verkeersonveiligheid kunnen wegwerken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.