Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Vraag om uitleg over de verdere uitrol van het nieuwe DBFM-programma (Design Build Finance Maintain) voor scholenbouw
Verslag
De heer De Ro heeft het woord.
Mevrouw Gennez en de heer de Meyer en ikzelf hebben onze vraag op dezelfde dag ingediend. Mevrouw Gennez koos de invalshoek van het aanmeldingsregister. De heer De Meyer en ikzelf hebben het veeleer over de capaciteit. Uiteindelijk is het een combinatie: overal waar er capaciteitsproblemen zijn, zullen er wachtende rijen en aanmeldingsdrukte zijn.
In samenwerking met de private sector stelt de Vlaamse overheid 300 miljoen euro ter beschikking om ongeveer 150.000 vierkante meter aan nieuwe schoolgebouwen te realiseren. Tot einde mei 2017 kunnen instellingen voor gewoon en buitengewoon basis- en secundair onderwijs, volwassenenonderwijs, internaten en centra voor leerlingenbegeleiding nieuwe clusters van schoolbouwprojecten indienen. De inrichtende machten of schoolbesturen kennen ontwerp, bouw, financiering en onderhoud gedurende dertig jaar toe aan een private partner.
Dit nieuwe DBFM-programma (Design Build Finance Maintain) sluit aan bij Scholen van Morgen, aldus het persbericht dat u lanceerde op 5 maart. Het beantwoordt aan de opvattingen van zowel het Masterplan Scholenbouw als de beleidsnota Onderwijs, waarbij het uitgangspunt werd gehanteerd dat ook kleinere, vereenvoudigde en meer projectspecifieke DBFM-operaties konden worden opgezet. Op basis van de beschikbaarheid van 300 miljoen euro zal een beperkt aantal DBFM-projecten worden gehonoreerd.
Het persbericht van 5 maart werd verspreid op het ogenblik dat er opnieuw een aantal scholen met kamperende ouders werden geconfronteerd, en gaf daardoor sterk de indruk dat de keuze voor projecten vooral of uitsluitend gemaakt zal worden op basis van capaciteitstekorten.
Minister, op basis van welke selectiecriteria zullen de projectaanvragen worden toegekend? Zullen die extra middelen worden gestuurd om een antwoord te bieden aan de capaciteitsnoden? Kunnen ook instellingen van deeltijds kunstonderwijs binnen zo’n cluster aanspraak maken op deze financiering, op deze formule van DBFM-light?
De heer De Meyer heeft het woord.
Minister, gezien de goede, correcte inleiding van de heer De Ro zal ik mijn inleiding inkorten.
Minister, door het Masterplan Scholenbouw pakt u de historische achterstand aan die het Vlaams onderwijs had opgelopen inzake infrastructuur en schoolgebouwen. In uitvoering van dat plan hebt u nu een belangrijke nieuwe stap gezet. Bij die stap kan het gaan om individuele schoolbouwprojecten of om clusters van schoolbouwprojecten, maar telkens met een minimum schaalgrootte en investeringskost van 20 miljoen euro. Men wenst ook een grotere rechtstreekse betrokkenheid en verantwoordelijkheid van de schoolbesturen.
De ingediende schoolbouwprojecten kunnen worden beoordeeld op basis van negen selectiecriteria. Enkele voorbeelden zijn: de dwingende nood aan investering, de financiële haalbaarheid, duurzaamheid en multifunctionaliteit, om er maar enkele te noemen.
Minister, wat is het verdere traject en tijdplan voor dit nieuwe DBFM-programma? Hoe zullen de middelen worden verdeeld over de verschillende onderwijsnetten? Ik veronderstel dat de dossiers die reeds op de reguliere wachtlijst staan, in aanmerking komen voor het nieuwe DBFM-programma, zodat op de reguliere wachtlijst wat ruimte komt voor kleinere projecten.
Minister Crevits heeft het woord.
De ingediende aanvragen met betrekking tot de clusters van kandidaat-DBFM-schoolbouwprojecten worden beoordeeld op basis van negen decretaal vastgelegde selectiecriteria, zoals vermeld in artikel 10 van het decreet van 25 november 2016. Die selectiecriteria kan ik nogmaals opsommen, maar gelet op het gevorderde uur, denk ik dat het niet nodig is om dat te doen. Dat scheelt al een halve bladzijde in mijn antwoord.
In dit nieuwe projectspecifieke DBFM-programma, goed voor een investeringsvolume van 300 miljoen euro, staan twee doelstellingen centraal: enerzijds het realiseren van noodzakelijke vervangingsinvesteringen ingevolge de hoge ouderdom van het bestaande schoolgebouwenpatrimonium en anderzijds het realiseren van capaciteitsuitbreiding. Beide doelstellingen zijn complementair aan elkaar.
De dwingende nood aan investeringen is een selectiecriterium voor de kandidaat-DBFM-schoolbouwprojecten, en dit kan worden onderbouwd door de aanwezigheid van een capaciteitsprobleem in de gemeente of regio waarin het kandidaat-schoolbouwproject zich situeert. Dat kan perfect als motivatie.
Zoals gezegd zijn de negen decretale criteria doorslaggevend. Vervolgens zullen de clusters van schoolbouwprojecten worden geselecteerd om het totale investeringsvolume van 300 miljoen euro in te vullen.
Met alle onderwijsverstrekkers – in casu vooral ook met de Onderwijskoepel van Steden en Gemeenten (OVSG), die ongeveer 90 procent van het DKO aanbieden – werd afgesproken om de focus te leggen op het leerplichtonderwijs, omdat ook daar de infrastructuurnoden enorm groot zijn. Artikel 3 stelt dat expliciet. Het DKO valt in principe buiten het toepassingsgebied van het decreet. Dit is een beleidskeuze, maar ook een keuze van de onderwijsverstrekkers zelf. We hebben die gezamenlijk gemaakt.
Maar ik wil hierbij wel een zeer belangrijke kanttekening maken. Het is de bedoeling om in het kader van dit nieuwe programma te komen tot schoolgebouwen die absoluut multifunctioneel zijn. Het is een decretaal selectiecriterium, en dat is de eerste keer. Bij de vorige DBFM was dat geen selectiecriterium. Ze worden opengesteld aan het lokale verenigingsleven of aan andere onderwijsvormen. Het is dus perfect mogelijk dat er een DBFM-schoolbouwproject wordt gerealiseerd waaraan een DKO participeert, en dat het kader samen wordt gemaakt. Dit is niet onbelangrijk voor projecten die zouden kunnen worden gerealiseerd.
Scholen hebben tijd tot eind mei 2017 om hun aanvraag voor het nieuwe programma bij het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs (AGION) in te dienen. De aanvragen worden nagekeken op volledigheid en ontvankelijkheid en worden vervolgens beoordeeld op basis van de criteria. Er is ondertussen een projectbureau opgericht. Dat bestaat uit vertegenwoordigers van de Vlaamse Regering en van alle onderwijskoepels en -netten en ook van School Invest NV en AGION. Dat zal AGION ondersteunen.
AGION en het GO! beoordelen de ingediende aanvragen op basis van de selectiecriteria en geven dan ook een verslag. Op basis van de adviezen en voorstellen van AGION en het GO! – gelet op de autonomie maakt het GO! een eigen ranking – zal ik een voorstel over de selectie en rangschikking voor goedkeuring voorleggen aan de Vlaamse Regering. Dat staat in de artikelen 11 en 12.
Mijnheer De Meyer, de grote timing voor de bouw dan: voor mij kan dat morgen. Maar we moeten natuurlijk de procedure volgen met de belangrijkste eerste stap einde mei. Voorlopig wil ik me daartoe beperken. Dan zullen we zicht hebben op wat de clusters zijn die zijn ingediend. Als alles zeer vlot verloopt, zouden we eigenlijk de selectie en rangschikking tegen de zomer kunnen doen, en tegen eind dit jaar zouden we een of meerdere projectclusters in de markt kunnen plaatsen.
Ik was niet zeker of ik het wel of niet zou zeggen, maar het is mooi weer en we zijn in een goed humeur, dus heb ik het toch gezegd, maar dat is natuurlijk in het ideale scenario. Tegen dan kunnen we de marktbevraging starten.
Hoe zullen die middelen worden verdeeld over de onderwijsnetten? Artikel 11 van het decreet bepaalt dat dat gebeurt op basis van de toepassing van Onderwijsdecreet II. Het totale investeringsvolume voor dit nieuwe DBFM-programma is vastgelegd op 300 miljoen euro, en wordt specifiek bepaald via het jaarlijks budget van maximaal 22,5 miljoen euro waartoe AGION wordt gemachtigd om de beschikbaarheidsvergoedingen te betoelagen.
Op dat bedrag wordt de verdeelsleutel van Onderwijsdecreet II toegepast. Vervolgens vindt op basis van de actuele parameters een omrekening naar investeringsbudget en bouwvolume per onderwijsnet plaats. Het decretaal evenwicht zal zo gewaarborgd zijn.
Er is gevraagd of ook dossiers die reeds op de reguliere wachtlijst staan, in aanmerking kunnen komen. Het antwoord is ja, zeker. Dossiers die reeds op de reguliere wachtlijst staan, kunnen perfect in aanmerking komen. De chronologie van het dossier op de reguliere wachtlijst is ook een decretaal selectiecriterium waardoor voorrang wordt gegeven aan projecten die al lange tijd opgenomen zijn op de bestaande reguliere wachtlijsten van de verschillende onderwijsnetten.
Ik hoop u met deze antwoorden volkomen bevredigd te hebben, althans voorlopig.
De heer De Ro heeft het woord.
Het punt van de multifunctionaliteit is echt wel een verbetering. Gelukkig zijn er enkele scholen geweest die multifunctionaliteit op eigen initiatief hebben ingeschreven in de onderhandeling van hun DBFM. Het had het wel gemakkelijker gemaakt. Als u daarmee zou doelen op het feit dat er dan dagonderwijs kan worden gebouwd en dat het dko daarvan ’s avonds gebruik kan maken, dan lijkt me dat ideaal. Maar, er zijn nogal wat doorlichtingen van dko’s en opmerkingen gemaakt over dat dubbel gebruik. We moeten daar in de commissie eens een open gesprek over hebben met de inspectie of u met de inspectie. Ik begrijp de inspectie dko die erover moet waken dat er hoogkwalitatief dko is. Op sommige plaatsen, door de stijging van het aantal kinderen in de gemeentes, wil men die gebouwen ter beschikking stellen en multifunctioneel werken, maar dat is soms in oude gebouwen. Ook het dagonderwijs zit in die oude gebouwen. Dan is het voor beide directies niet echt fijn om negatieve opmerkingen in schooldoorlichtingen te krijgen.
Wat betreft de capaciteit ben ik blij. Binnen OVSG hebben we de keuze gemaakt om het punt van capaciteit hoog te plaatsen als interne voorwaarde om onze steun te geven aan clusters die gaan komen, samen met de wachtlijsten. Die twee hebben we er uitgelicht. Uw persbericht en de wachtende ouders tijdens de voorbije krokusvakantie brengen met zich mee dat we er met zijn allen bij alle inrichters van onderwijs die zullen bouwen in het DBFM-programma, op moeten aandringen om maximaal te kijken waar de capaciteitsnoden liggen. Het is heel moeilijk aan ouders uit te leggen dat er door de Vlaamse overheid 300 miljoen euro extra wordt ingepompt, maar dat er op sommige plaatsen niet kan worden geïnvesteerd.
Wat betreft de verdeelsleutel ODII, zou ik graag de berekening willen krijgen. Dat mag gerust schriftelijk.
De heer De Meyer heeft het woord.
Minister, mijn inschatting is uiteraard ook dat vooral dossiers die nu reeds op de reguliere wachtlijst staan, zullen worden ingediend voor dit nieuwe programma. Dat heeft natuurlijk als voordeel dat er op de reguliere wachtlijst nieuwe dossiers kunnen komen en ook kleinere dossiers mogelijks sneller vooruitgaan.
Ik vermoed om echt totaal nieuwe dossiers voor een schoolbestuur in te dienen voor eind mei, dat dit uitzonderlijk moeilijk is. We weten allemaal dat er nog bijzonder veel dossiers op de wachtlijsten staan.
Ik ken scholen met capaciteitsproblemen die hier spijtig genoeg niet zullen voor intekenen omdat hun middelen – ik spreek dan over kleinere basisscholen die niet in grotere schoolbesturen zitten –, nog steeds onvoldoende zijn, niettegenstaande de overheidssubsidies, om eventueel de rest van de aflossing van de lening te doen.
De heer Daniëls heeft het woord.
Ik ben een beetje in de war door wat de heer De Meyer op het laatst zei. Hij sprak over “de rest van de lening”, maar het gaat over een DBMF en dus een terbeschikingsvergoeding. (Opmerkingen van Jos De Meyer)
Ik was even in verwarring.
Minister, u hebt terecht artikel 10 aangehaald van het decreet dat we hebben goedgekeurd. Er is enerzijds het eerste stukje “de dwingende nood aan investering” en anderzijds “9° de mogelijk te behalen meerwaarde in een DBFM-benadering”. Ik ben wel benieuwd hoe AGION de verschillende selectiecriteria – er zit natuurlijk geen rangorde in, geen gewicht aan – ten opzichte van elkaar zal afwegen. Ik vind dat een niet onbelangrijke vraag.
Multifunctionaliteit staat erin, maar er is geen besluit van de Vlaamse Regering die punten of gewichten toekent. Bijgevolg zou het kunnen, hypothetisch, dat de dwingende nood aan investering hoog scoort, maar dat de chronologie van de aanvragen op de reguliere wachtlijst even hoog scoort, waardoor men multifunctionaliteit wel meeneemt maar er minder gewicht aan toekent. Ik ben benieuwd hoe AGION – maar het komt dan ook op uw tafel – dus hoe u daar eventueel gewichten en parameters aan zult hangen. Ik kan me inbeelden dat sommige scholen heel veel moeite zullen doen om een dossier samen te harken en in orde te krijgen, maar als ze bij voorbaat door een bepaald criterium minder gaan scoren omdat er veel gewicht aan wordt gegeven, dan is dat jammer.
Ik zou willen vragen om de multifunctionaliteit en de dwingende nood aan investeringen voldoende gewicht te geven binnen de criteria als u een advies geeft aan de Vlaamse Regering.
De multifunctionaliteit is een voorwaarde, daarmee ga ik ervan uit dat het voluit door alle projecten die worden ingediend, zal worden uitgespeeld. Er is natuurlijk een verschil tussen de multifunctionaliteit voor 1 uur kinderopvang en de multifunctionaliteit voor een hele avond opvang. Als we het project betaalbaar willen houden, zien we dat die multifunctionaliteit een grote troef is. Ik denk eigenlijk dat al wie inschrijft, daar voluit die kaart zal trekken. Maar ik neem dit mee.
Als iedereen voluit kiest voor de multifunctionaliteit, dan wordt het gewicht van dat criterium wel uitgevlakt. Het is eigenlijk een soort toelatingsvoorwaarde. Ik ben daar een beetje van uitgegaan. We hebben natuurlijk niet gezegd dat het volledig of elke avond multifunctioneel moet zijn, maar sowieso zal dat worden uitgewerkt door AGION.
Mijnheer De Ro, voor de OD II-toepassing heb ik een tabel over de eerste prognose die we nu zouden kunnen geven, maar ik aarzel om dit bij het verslag te voegen. Daar staan alle cijfers in. Ik zal niet willen dat men achteraf zegt dat ik 1 miljoen gemist heb. We gaan eens kijken of we iets propers kunnen maken. Het is proper hoor, Bavo geeft me alleen propere dingen mee. (Opmerkingen. Gelach)
We kunnen eventueel op mijn kabinet een technisch overleg hebben als we willen. Hoe dat in zijn werk gaat, is allemaal vrij technisch. Ik check het nog eens met de administratie en dan als het kan, hangen we het aan het verslag. Zo niet, dan brengen we het mondeling. Ik wil gewoon geen problemen hebben nadien, dat men gaat zeggen dat ik het daar anders heb gezegd. We hebben snel voor vandaag een eerste inschatting ervan gemaakt.
Mijnheer De Meyer, u zegt dat mei strak is. Dat klopt. We zien zelf het grote effect. Bavo heeft zo een sessie gedaan in Antwerpen op aanvraag. Dat heeft een enorm effect als we een avond uitleg gaan geven in een school. We hebben dat nog niet in elke provincie gedaan. Als je het decreet zelf gemaakt hebt, is het helemaal anders om dat te gaan uitleggen. Dan kan je zien welke scholen kunnen clusteren. Het is natuurlijk de bedoeling dat er zoveel mogelijk grote projecten komen. De nood aan nieuwe gebouwen is ook groot. We zullen zien wat we binnenkrijgen tegen eind mei. We kunnen de termijn perfect een beetje verlengen, maar ik wil wel graag in deze legislatuur mijn oproepen kunnen lanceren, maar dat wilt u samen met mij. Ik ga zeker niet overhaast te werk. Als we voelen dat er nog wat tijd nodig is, zullen we dat absoluut respecteren.
De heer De Ro heeft het woord.
Ik apprecieer dat we die inzage zullen krijgen. Op geregelde tijdstippen, over de netten heen, bij ontmoetingen met directies en mensen die bezig zijn met infrastructuur, doen de gekste verhalen de ronde. Iedereen voelt zich historisch benadeeld.
Over de historische benadeling heb ik met Raymonda Verdyck van het GO! lang gesproken en ook met mensen van het katholiek onderwijs. Vandaar dat het een verschil is: als ik nu een document hecht aan het verslag, dan is het publiek. Als u zegt dat u dat wel wilt weten, dan is dat nog iets anders. Het is een technische werkwijze. Het is anders dan de vorige keer. Ik weet dat men zich de vorige keer historisch benadeeld voelde omdat OD II pas later werd toegepast. Dat gaf wrijvingen. Nu doen we het sowieso vroeger. Ik weet dat er heel veel commentaar op is. We zullen eens een infosessie houden als het jullie schikt.
De heer de Meyer heeft het woord.
Ik wil nog eventjes het positieve onderstrepen. Binnen de belangrijke stappen vooruit in deze legislatuur op het vlak van schoolgebouwen is dit opnieuw een belangrijk project. Voor de rest – en niemand zal mij dat kwalijk nemen – heb ik nogal wat vertrouwen in AGION en de minister om deze projecten te beoordelen. Misschien heb ik soms meer vertrouwen in de minister en AGION dan andere collega’s, het zal aan mijn positie liggen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.