Verslag vergadering Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering en Stedenbeleid
Verslag
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Beste collega’s, minister, voorzitter, de Vlaamse overheid heeft een vrij indrukwekkende vloot aan voertuigen, meer dan 4000 stuks. Het is natuurlijk belangrijk dat die vloot op een professionele en efficiënte manier wordt beheerd.
Op 8 december 2015 heeft het Auditcomité van de Vlaamse overheid beslist om een thema-audit te doen rond wagenparkbeheer bij zes entiteiten: het departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE), de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV), nv De Scheepvaart – ondertussen opgegaan in de Vlaamse Waterweg –, de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) en het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB).
De vraag die centraal stond in die thema-audit luidde als volgt: in welke mate zijn de nodige beheersmaatregelen aanwezig om de risico’s met betrekking tot de verwerving, het gebruik en de vervreemding van dienstwagens te beperken?
Minister, uit het antwoord van de minister-president op een schriftelijke vraag van mij heb ik begrepen dat een globaal rapport daarover nog in opmaak is. Het ligt misschien al bij u? (Opmerkingen van minister Liesbeth Homans)
Fantastisch. Ik heb de deelrapporten gekregen per entiteit. Maar er zou nog een globaal rapport komen, zo kondigde de minister-president aan, en dat was toen nog niet beschikbaar. Maar als het er nu is, wil ik dat graag krijgen. Het is niet van extreem belang voor mijn vraag.
Ik heb de rapporten die ik heb gekregen, de deelrapporten per entiteit, gelezen. En wat blijkt daaruit? Men heeft 57 verbeterpunten geïdentificeerd, waarvan er 18 met hoge prioriteit moeten worden aangepakt. Bij de VMM en nv De Scheepvaart is het wagenparkbeheer onder controle, maar bij de vier andere entiteiten is dat niet het geval. Vooral het departement LNE schiet eruit in negatieve zin.
Uit die rapporten komen twee opvallende zaken naar voren, minister. Zo is het wagenparkbeheer nogal versnipperd. Elke entiteit doet het op haar manier. En de manier waarop het dan gebeurt, is vaak met meer dan occasionele overtreding van een aantal fundamentele regels.
Collega’s, ik zal geen citaten brengen uit die auditrapporten. Maar er werden een aantal vaststellingen gedaan, onder andere dat het gebruik van de wagens niet altijd wordt geregistreerd, dat het niet altijd duidelijk is wie waarvoor verantwoordelijkheid draagt, dat de fiscale aangifte van het privégebruik van wagens niet correct gebeurt, dat het onderhoud soms wordt aanbesteed aan garagisten zonder dat de regels van overheidsopdrachten worden gerespecteerd en dat onderhoudskosten niet worden bijgehouden. Het is een lange lijst van vaststellingen die regelmatig terugkeren.
Minister, er komt niet bepaald het beeld naar voren van een efficiënte Vlaamse overheid waarnaar wij allemaal streven, maar een overheid die haar eigen regels niet altijd respecteert. Ik heb het al gehad over essentiële fiscale regels, maar ook over de wet op de overheidsopdrachten. Dat lijkt mij toch onaanvaardbaar. Bovendien is het zo dat een mank lopend wagenparkbeheer kan leiden tot geldverspilling en tot misbruik.
Minister, die audits zijn gebeurd om er uit te leren. Het is goed dat die gebeurd zijn, zodat we weten waar de gaten zitten. Na lezing van de rapporten is het voor mij alleszins duidelijk dat u moet ingrijpen. We moeten af van het versnipperd beheer van dat wagenpark. Er moeten uniforme, waterdichte regels en controlemechanismen zijn. Minister, het Facilitair Bedrijf is zeer goed geplaatst om dat wagenparkbeheer voor de hele Vlaamse overheid aan te sturen.
Minister, welke lessen trekt u uit die audits? Welke initiatieven zult u nemen om het wagenparkbeheer van de Vlaamse overheid bij te sturen en welke timing hanteert u daarvoor?
Hoe staat u tegenover een uniforme aansturing van het wagenparkbeheer vanuit het Facilitair Bedrijf?
Mijn vierde deelvraag zal ik niet meer stellen. U hebt ondertussen immers reeds geantwoord op een gelijkaardige schriftelijke vraag van mij. De deadline voor dat antwoord was toevallig vandaag. (Opmerkingen van minister Liesbeth Homans)
Maar dat zal ik wel doen. U mag gerust zijn dat ik dat zal onderstrepen. Maar ik wil u besparen om twee keer hetzelfde te doen. Ik zal de collega’s later met veel plezier inlichten over de informatie die u mij hebt overgemaakt. Het is inderdaad goed nieuws, dus ik zal het ook zo brengen.
Minister, ik ben benieuwd naar uw antwoorden.
Minister Homans heeft het woord.
Ik heb mijn laatste antwoord dus geschrapt.
Het is positief nieuws. Ik heb u in het verleden ook al positief weten communiceren als het over autodelen en dergelijke ging in de Vlaamse overheid. Ik laat de eer om dat te doen dus volledig aan u.
Mijnheer Vandenbroucke, er is ondertussen een gemeenschappelijke thema-audit. U hebt dat document wellicht nog niet. Ik heb mij dus gebaseerd op deze audit, maar eigenlijk is het een samenvatting van de verschillende audits.
Ik wil dat document gerust overmaken. Het zal binnenkort beschikbaar zijn op de webstek van Audit Vlaanderen.
Welke lessen trek ik concreet uit de audits, in mijn geval audit? Ik ben blij met de resultaten van de audit. Ik zal er uiteraard ook op toezien dat er werk wordt gemaakt van de opvolging van de aanbevelingen. Dat is natuurlijk wel zeer cruciaal. U kunt ze allemaal lezen in het verslag van de thema-audits. Wat voor mij de belangrijkste aanbevelingen of knelpunten zijn, is het absoluut moeten voortwerken aan de realisatie van het holdingmodel. Centraal beheer, daar komt het eigenlijk op neer. Ik heb dat van in het begin van de legislatuur gezegd. Het staat ook in het regeerakkoord en in mijn beleidsnota. Het staat ook elke keer in mijn beleidsbrief. Maar u weet uit ervaring ook wel dat het niet altijd simpel is om bepaalde entiteiten ervan te overtuigen wat de voordelen daarvan zijn.
Ik zal ook de omzendbrief Dienstvoertuigen actualiseren. Ik kom daar straks nog op terug. Ook zal ik werk maken van een goed vlootbeheersysteem voor een betere datakwaliteit, informatiedoorstroming en monitoring. Dat lijkt mij ook belangrijk te zijn. Ten slotte moeten de fiscale regels met betrekking tot het privégebruik van dienstvoertuigen worden gerespecteerd. Daar hebt u ook naar verwezen. Door dienstvoertuigen als privévoertuigen te gebruiken, is het voordeel van alle aard van toepassing. De audits hebben inderdaad vastgesteld dat dat niet altijd gebeurt.
Welke concrete initiatieven zal ik nemen om het wagenparkbeheer van de Vlaamse overheid bij te sturen? Welke timing hanteer ik daarvoor? Mijn beleid ter zake bestaat uit drie speerpunten. Ten eerste, de realisatie van het holdingmodel. Daarnaar heb ik al verwezen. Ten tweede, is er het reeds lopende Actieplan Mobiliteit dat werd goedgekeurd op de ministerraad van 15 juli 2016 in het kader van het halen van de klimaatdoelstellingen van de Vlaamse Regering, een daling met 40 procent van de CO2-emissies die ontstaan bij brandstofverbruik van dienstvoertuigen. Natuurlijk gebeurt dat bij alle voertuigen, maar ik kan alleen spreken over dienstvoertuigen als ik het heb over mijn bevoegdheden in het kader van bestuurszaken en facilitair management. Een derde element dat van belang is in het kader van deze audit is de ontwikkeling van één centrale toepassing voor wagenparkbeheer bij het Facilitair Bedrijf, waarin iedereen verplicht data met betrekking tot het wagenpark zou moeten invoeren zodat een transparante monitoring en rapportering mogelijk zal zijn.
Mijnheer Vandenbroucke, als de communicatie over uw vierde deelvraag nog niet buiten is, kunt u dit misschien nog meenemen. Deze week is op de Vlaamse Regering de aanpassing van de omzendbrief Dienstvoertuigen geagendeerd.
Ik zal ze niet helemaal voorlezen, want dat zou ons te ver leiden. Maar waarover gaat dat onder andere? Over de concretisering van de taakverdeling in het kader van het wagenparkbeheer. Het komt erop neer dat het Facilitair Bedrijf zorgt voor de verwerving, het beheer en de uitdienstneming.
De entiteiten kiezen zelf welke auto. Ik geef zomaar een voorbeeld: iemand van het Agentschap voor Natuur en Bos heeft natuurlijk niet dezelfde auto nodig als iemand van VLABEL. Het lijkt mij logisch dat de entiteiten zelf mogen kiezen. Maar het is zeker zo dat de verwerving, het beheer en de uitdienstneming onder centraal toezicht van het Facilitair Bedrijf komen te staan. Verder zal er in die omzendbrief een verhoging staan van de ecoscores, zodat we een nog groener wagenpark kunnen verwerven in de toekomst. Want we zijn op de goede weg, maar het kan absoluut nog beter. Ook zal de aanpassing van de maximumbedragen aan bod komen: hoeveel mag een wagen voor een minister, een leidend ambtenaar, een stadswagen, een bestelwagen, enzovoort maximaal kosten op basis van een TCO-benadering (Total Cost of Ownership).
Mijnheer Vandenbroucke, ik heb u nu al een preview gegeven, in de hoop dat u dan ook positief zult communiceren over de omzendbrief die vrijdag op de regering komt.
Hoe sta ik tegenover een uniforme aansturing? Ik heb daar eigenlijk al heel veel over gezegd. U hebt zelf gezegd, in uw inleiding en bij uw vraagstelling, dat de grootste problemen – en ik wil niet alles dramatiseren – zich voordeden bij de entiteiten nv De Scheepvaart, VLABEL, AWV, LNE, VMM en ANB. Het is goed dat we, met mijn omzendbrief, maar ook met ons centraal aanspreekpunt en het centraal beheer door het Facilitair Bedrijf, veel van deze problemen kunnen oplossen.
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Minister, hartelijk dank voor uw antwoord.
Ik erken dat, in de zaken en de maatregelen die u hebt aangekondigd, maar ook in hetgeen u al hebt gezegd over de aanpassing aan de omzendbrief die eerstdaags op de ministerraad zal worden besproken, u daarmee de belangrijkste problemen die tot uiting zijn gekomen in die audits, daadwerkelijk aanpakt. Ik hoop natuurlijk op een goed resultaat.
Er is iets dat mij nog niet helemaal duidelijk is. In het begin van uw antwoord hebt u gezegd: ‘Ik zal dat wagenparkbeheer onder centraal beheer plaatsen.’ Dan hebt u gezegd: ‘U weet uit ervaring dat het soms moeilijk is om bepaalde entiteiten te overtuigen.’ Maar een beetje verder in uw antwoord zegt u dat er in uw omzendbrief zal staan dat het beheer, de verwerving en uitdienstneming van de wagens zal worden aangestuurd door het Facilitair Bedrijf. Het is mij niet helemaal duidelijk. In welke mate zal het Facilitair Bedrijf effectief de zaak in handen nemen? Wat gebeurt er nog binnen de autonomie van de verschillende entiteiten? Ikzelf ben niet zo’n fan van autonomie op dat vlak. Het gaat hier over een vloot van meer dan 4000 voertuigen. Efficiëntie, sluitende controle en uniforme regels zijn cruciaal.
Ik ben blij omdat ik de indruk heb dat u zegt: ‘Ik ga voor die uniforme aansturing’. Maar het feit dat u daar een zinnetje gebruikte ‘Het is soms moeilijk om entiteiten te overtuigen’, lijkt erop te wijzen dat zij al dan niet de keuze hebben om zich te laten aansturen door het Facilitair Bedrijf. Dat begreep ik niet helemaal.
Tot slot, minister, denk ik dat het zeer goed is dat de ecoscores worden aangepast en dat de vergroening van het wagenpark van de Vlaamse overheid wordt voortgezet.
Minister Homans heeft het woord.
Mijnheer Vandenbroucke, wat ik precies bedoelde, is dat het niet altijd gemakkelijk is om een entiteit over te halen om alles in centraal beheer te doen. Ik heb gezegd dat het Facilitair Bedrijf zal overgaan tot verwerving, beheer, uitdienstneming, dat het zeer goed is dat dat centraal wordt aangestuurd, maar dat de entiteiten wel nog altijd iets in de pap te brokken willen hebben. En dat snap ik ook. Het type auto dat iemand van het ANB nodig heeft, bijvoorbeeld een jeep, is niet het type dat iemand van VLABEL nodig heeft. Ook de kostprijs van de auto mag nog zelf worden bepaald door de entiteit, weliswaar rekening houdend met richtlijnen, ecoscores enzovoort.
U hebt genoeg beleidservaring, weliswaar op een kabinet. U weet dat het niet altijd gemakkelijk is om alle agentschappen, alle entiteiten ervan te overtuigen om bepaalde zaken die ze in het verleden allemaal zelf deden, vanuit hun eigen cocon, af te geven aan een centraal beheer. Maar we zitten zeker op de goede weg. We zullen die weg zeker verder inslaan. Ik hoop dat u mij in de toekomst nog meer zeer positieve, constructieve en engagerende vragen zult stellen over dit onderwerp.
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Ik zal die omzendbrief zeker lezen als die vrijdag wordt goedgekeurd. Ik reken erop. Uniforme regels, sluitende controlemechanismen en zoveel mogelijk centrale aansturing moeten borg staan voor een beter wagenparkbeheer.
Minister, ik dank u.
De vraag om uitleg is afgehandeld.