Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, op maandag 16 januari bereikte ons via de RTBF en zowat elke Waalse krant het bericht dat het totaalverbod op onverdoofd slachten ook in Wallonië binnen bereik is. Dat is natuurlijk goed nieuws.
Concreet liggen in het Waals Parlement twee decreetsvoorstellen op tafel van zowel meerderheidspartij cdH als oppositiepartij MR om de uitzondering in de wet ongedaan te maken.
We mogen gerust stellen dat, zowel in Vlaanderen als in Wallonië, de politieke houding ten aanzien van een verbod op onverdoofd slachten en het maatschappelijke draagvlak nog nooit zo gunstig is geweest. We mogen daarover dus voorzichtig optimistisch zijn.
Minister, ik wil mijn vragen heel neutraal stellen. Het is niet mijn bedoeling om te peilen naar wat er nu exact allemaal gaande is in Vlaanderen. Ik wil dat proces zeker afwachten.
Hebt u contact met uw Waalse collega bevoegd voor het dierenwelzijn, minister Di Antonio? Wat is de stand van zaken in Wallonië? Dat lijkt mij interessant voor het debat dat binnenkort zal losbarsten in Vlaanderen.
Overweegt u – zonder daarvoor een engagement op te stellen – een gezamenlijke invoering van een verbod op onverdoofd slachten?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik kan daarover kort zijn. Ik weet inderdaad dat er voorstellen werden voorgelegd aan de Raad van State. Nu, wij hebben dat al gedaan, nietwaar? (Gelach)
Op dat vlak waren we Wallonië toch wel heel wat tijd voor. De dertigdagentermijn voor advies loopt. In het verleden heb ik al contacten gehad met minister Di Antonio, waarbij we beiden onze voorkeur hebben bevestigd met betrekking tot de invoering van een algemeen verbod op onverdoofd slachten en ook wel wat zaken hebben uitgewisseld. U weet dat ik, gelet op het eerder geformuleerde advies van de Raad van State ten aanzien van een wetsvoorstel in deze assemblee, in antwoord daarop ben overgegaan tot de aanduiding van een tussenpersoon die een rapport zal opleveren. Dat zal in maart, april of eventueel vroeger gebeuren. Op basis daarvan kunnen we hier ten gronde nog discussie voeren.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, ik dank u. Ik had eerlijk gezegd gehoopt dat we iets meer inzicht zouden krijgen in de Waalse situatie. Dat kan altijd verrijkend en verhelderend zijn. Jullie zijn toch beiden minister van Dierenwelzijn, in hetzelfde land. Het lijkt mij relevant. Maar goed.
Minister, u verwijst zelf naar het rapport van de heer Vanthemsche, in maart/april. Dat begint stilaan te naderen. Nogmaals, ik moet niet weten wat daar op dit moment in zou staan of wat de intenties zijn. Dat proces loopt. Maar kunt u al iets duidelijker zijn over de timing? Wanneer mogen we dat verwachten? Ik neem aan dat het op dit moment stilaan wel duidelijk wordt wanneer het rapport gefinaliseerd zal zijn. Zal dat eerder 1 maart zijn? 31 maart? 30 april? Kunt u daar iets meer zicht op geven?
De heer Caron heeft het woord.
U brengt mij op een idee. Minister, is er, nadat het rapport is opgeleverd, overleg met onze Waalse collega’s aan de orde? Hebt u al dan niet die intentie?
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, uiteraard zijn wij heel benieuwd hoever de heer Vanthemsche zou staan met de opmaak van zijn opdracht. Uiteraard moeten we dat nog geduldig afwachten. Ik meen echter wel te hebben begrepen dat er qua timing eerst sprake was van juni, en dat het dan vervroegd was naar maart. Nu hoor ik maart of april. Misschien kunt u inderdaad, zoals de heer Sanctorum vraagt, wat specifieker zijn wat betreft de timing? Uiteraard zijn we allemaal superbenieuwd naar het resultaat van de opdracht die hij heeft gekregen.
De heer Engelbosch heeft het woord.
Wat ze in Wallonië gaan doen, is natuurlijk interessant. Ik ben ook benieuwd naar het resultaat daarvan, naar het advies van de Raad van State en het rapport van de heer Vanthemsche. Ik ben ook benieuwd wanneer het rapport er zal zijn. Voor mij is dat echter minder relevant. Er is altijd gezegd dat we voor het zomerreces met een eindoplossing zouden komen, dat we dan een akkoord zouden hebben. Dat is het enige dat relevant is: die datum van het zomerreces. Dan moet er een eindoplossing zijn. Of dat rapport nu in februari, maart, april, mei of zelfs juni komt, vind ik minder relevant. Ik houd u aan onze afspraken die werden gemaakt en besproken in de commissie over een totaaloplossing vóór het zomerreces.
Minister Weyts heeft het woord.
Voor alle duidelijkheid: ik heb in tweede orde maart of april opgegeven als timing. Ik veronderstel dat dat de timing zal blijven die we handhaven. Als het kan, probeer ik ook wel wat vroeger tot een rapportering te komen. Maar dat ligt niet volledig in mijn handen.
Het gaat natuurlijk over een gewestbevoegdheid. Desgevallend kan er ook overleg zijn met het Waalse Gewest. Niets sluit dat uit. Anderzijds veronderstel ik dat we wel uitgaan van onze autonomie. Het is ook daarom dat, in het kader van de zesde staatshervorming, u en andere partijen hebben besloten om die bevoegdheid te regionaliseren en over te dragen aan de gewesten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.