Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Tussen begin jaren zestig en eind jaren tachtig werd in bouwwerken heel wat asbest gebruikt. Volgens OVAM is er vandaag ongeveer 3,7 miljoen ton asbesthoudend materiaal in omloop. De helft daarvan zit ondergronds, in nutsleidingen, de helft bovengronds.
Asbest zou niet gevaarlijk zijn zolang het in gebonden toestand is. Er is wel gevaar voor de volksgezondheid en het milieu als er asbestvezels vrijkomen, bijvoorbeeld bij afbraak of renovatiewerken en indien ze langdurig worden ingeademd.
Minister, u drukte op 24 april 2016 uw intentie uit om te onderzoeken of er een asbestinventarisatieattest kan worden opgenomen in het eengemaakt woningattest. In de media hebt u steeds verklaard dat u tegen eind 2016 een voorstel zou voorleggen aan de Vlaamse Regering. In de beleidsbrief lezen we dat het asbestinventarisatieattest zal worden geïntegreerd in het eengemaakte woningattest of de zogenaamde woningpas. Ook in deze commissie hebt u meermaals verklaard dat het asbestinventarisatieattest zal worden geïntegreerd in de woningpas. “Als de inventarisatie is afgerond, wordt deze geïntegreerd in de woningpas. Dan kun je inderdaad met een paar klikken vaststellen of er toepassingen zijn”, zei u nog.
Via de media vernemen we nu dat er binnenkort een eerste versie van die woningpas zal worden gelanceerd. Het Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars (BIV) zit met vragen rond de invulling van de asbestinventaris. Zo is het voor de makelaars nog onduidelijk wie zal moeten controleren of er asbest in een woning aanwezig is. Ook maken ze zich zorgen over de kostprijs en de administratieve rompslomp die erbij komt kijken. Volgens de berichtgeving zou de opmaak van zo’n inventaris door een erkend bedrijf tussen de 250 en 500 euro kosten.
Minister, hoe zal het asbestinventarisatieattest worden geïntegreerd in het eengemaakte woningattest of de zogenaamde woningpas? In welke timing voorziet u?
Hoe zult u ervoor zorgen dat dit nieuw attest geen bijkomende kost met zich mee zal brengen en hierdoor de kostprijs van een bouwproject zal doen stijgen?
Werd u in kennis gesteld van de bedenkingen die de immomakelaars hebben rond de praktische gevolgen van de invoering van de asbestinventaris? Plant u overleg met de vertegenwoordigers van de sector?
Op basis van welke criteria komt men tot de kostprijs? Hoe is de grote marge tussen 250 en 500 euro te verklaren?
Hoe zult u erop toezien dat de inventaris enkel door een erkend bedrijf zal worden opgemaakt? Hoe kan men het label van ‘erkend’ bedrijf verkrijgen voor de opmaak van dergelijke inventaris?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega De Vroe, dit is een beleidspiste die onderdeel is van het asbestafbouwplan dat OVAM uitwerkt tegen 2018. Dat gaat terug op een mededeling die ook op de Vlaamse Regering is geweest. De finale modaliteiten worden nog uitgewerkt. Het traject voor goedkeuring en operationalisering van de inventaris vraagt tijd. De woningpas kent een afzonderlijke timing als apart traject, ontwikkeld uit het Renovatiepact. De voorzichtige timing daarvoor is te streven naar een eerste lightversie begin 2018. Het concept van de woningpas wordt sowieso gedimensioneerd, om toe te laten dat er ook in andere fasen toevoegingen kunnen gebeuren.
De opmaak van een asbestinventaris vergt een grondige gebouweninspectie ter plaatse, soms ook met monsternemingen en analyses. De resultaten zullen vervolgens ook gerapporteerd moeten worden in een speciaal daarvoor ontwikkelde databank. Met uitzondering van monsterneming en analyse in voorkomend geval, is dat vergelijkbaar met de opmaak van een energieprestatiecertificaat (EPC). Uiteraard is dat niet gratis en betaalt de opdrachtgever voor die dienstverlening.
Op de kostprijs van de bouwprojecten heeft dat geen invloed, omdat bij nieuwbouw het inventariseren van asbesttoepassingen uiteraard geen issue is. Bij verbouwingen of renovatie is het bezitten van een asbestinventaris net kostenbesparend, omdat het asbestmateriaal selectief kan worden verwijderd en het bouwpuin niet onwetend wordt verontreinigd met asbesthoudend afval, wat een veel duurdere verwerkingskost tot gevolg heeft.
Het is heel belangrijk om te wijzen op het feit dat als men als particulier een aannemer werken laat uitvoeren, die nu al een asbestinventaris moet opmaken, vanuit de federale arbeidswetgeving. Is die niet aanwezig, dan is de aannemer als werkgever in overtreding. Volgt de aannemer de regelgeving, dan hoeft hij die extra kost dus in feite niet meer aan te rekenen aan de opdrachtgevende eigenaar, als die reeds een asbestinventaris heeft.
De conclusie is dat de invoering van een dergelijke asbestinventaris hoogstens een vervroegde kost is en naar verwerking van het bouwafval een besparing. Dat is dan nog zonder rekening te houden met de natuurlijk heel belangrijke factor, namelijk het gezondheidsrisico van de bewoners. Dat wordt op die manier ook ingeperkt.
De asbestinventaris vormt een deelaspect van het globale asbestafbouwplan. Voor de uitwerking en aftoetsing heeft OVAM ook met de sector bilaterale afstemmingstrajecten lopen, ook met immomakelaars. Gelet op het feit dat de modaliteiten nog niet tot in detail vastliggen, moet de praktische uitwerking inderdaad nog volop gebeuren. Het is evident dat alle bedenkingen daarover aangekaart en meegenomen worden in de overlegtrajecten.
Het is ook zo dat er genoeg binnenlandse en buitenlandse ervaring is met gelijkaardige certificaten bij verkoop en verhuur. De invulling en ontwikkeling ervan is dus helemaal geen stap in het onbekende.
Een betaalbare maar toch kwaliteitsvolle inspectie wordt als uitgangspunt genomen. De kostprijs zal voor een deel evenredig zijn met de ouderdom van de woning en de oppervlakte. Hoe ouder, hoe meer asbesttoepassingen kunnen worden aangetroffen en hoe meer analyses nodig zijn. Bij recente woningen zal dat dus effectief niet nodig zijn. Die komen vooral voor in woningen ouder dan 1985. Daarnaast zal het combineren van inspecties, zoals dat vandaag de dag gebeurt bij de opmaak van een EPC en een elektrische keuring, de inspectieprijs een stuk doen dalen. De door u vermelde prijsvork is getoetst aan de insteek van deskundigen en in het licht van het voorgaande als prijsvork realistisch voor woningen.
Het hoe en op welke manier is dus voorwerp van uitwerking in de loop van dit jaar. Het is absoluut zo dat de opmaak van een dergelijke asbestinventaris een specifieke expertise vergt inzake het herkennen en beoordelen van asbesttoepassingen. Een randvoorwaarde die daarin ook onderzocht wordt, is het voorzien in een certificatiesysteem voor asbestdeskundigen om een degelijke expertise te valideren en te auditeren. Ook de onafhankelijkheid van een asbestdeskundige is een belangrijk aspect. Hoe dan ook werkt OVAM dit momenteel verder uit vanuit haar expertise met erkenningen en kwaliteitsborgingssystemen en met benchmarking met bestaande systemen in Nederland en Frankrijk.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord, minister. Uiteraard is het belangrijk dat kopers of geïnteresseerden om een woning te kopen, zo goed mogelijk geïnformeerd worden, vandaar ook de informatieplicht. Dat is een goede zaak, dat mensen goed weten wat ze kopen en welke kost bij renovatie eraan vasthangt.
Op basis van wat ik in de media gezien heb, denk ik dat het voor deze materie belangrijk is om in overleg te gaan met de sector, met het beroepsinstituut van de vastgoedmakelaars an sich. Zij hebben nog heel wat vragen en zij worden er toch in eerste instantie mee geconfronteerd. Ik zou u dus willen vragen om hierover zeker nog grondig overleg te hebben met de vastgoedsector.
We weten allemaal dat we in Vlaanderen met een probleem van betaalbaarheid van woningen kampen en dat het eigenaarschap licht daalt. We moeten zeker ook wat dat betreft altijd achtzaam zijn. Maar daar hebt u een antwoord op gegeven.
Wat de keuringen an sich betreft: toen het EPC en de nodige keuringen werden ingevoerd, wat een goede zaak was, zijn er in het begin toch wel wat problemen geweest met betrekking tot de kwaliteit van de keuringen. Ik vind het goed dat u zegt dat OVAM daar momenteel nog onderzoek naar doet, want ik denk dat er, wat betreft asbest, zeker geen dergelijke fouten mogen gebeuren, want het heeft toch grote financiële consequenties als er met betrekking tot die keuringen fouten zouden worden gemaakt. Ik denk dus dat grondig onderzoek op zijn plaats is en dat er zeker een goede expertise moet zijn van de mensen die de keuring zullen uitvoeren.
Ik heb één ding niet goed begrepen. Als we het over de prijs hadden van het attest, weet ik niet of ik u goed verstaan heb. Zal het de prijs doen dalen? Misschien kunt u dat nog even uitleggen, want ik vermoed toch dat het attest in prijs zal stijgen. Als u weet dat twee keuringen toch al enkele honderden euro’s kosten, zou het mij verwonderen dat, als de asbestinventaris er nog bij komt, de prijs zou dalen. Dat zou heel vreemd zijn. Misschien heb ik het verkeerd begrepen maar ik denk dat de immosector en de toekomstige verkopers u dankbaar zouden zijn, maar het zou mij ten zeerste verwonderen. Kunt u daar nog duidelijkheid over scheppen?
De heer Danen heeft het woord.
Dank voor de interessante vraag en, minister, dank voor het antwoord dat u hebt gegeven. Onze fractie vindt dat een zeer belangrijk thema. We gaan hierrond nog een aantal initiatieven nemen. De asbestinventaris en de woningpas zijn belangrijke instrumenten en wij zijn blij dat u die wil vastnemen. We hopen dat er snel resultaten komen.
Ik heb nog een paar kleine opmerkingen en vragen. Vaak wordt de asbestinventaris gezien in kosten, maar ik zou het ook eens willen zien in baten, en niet alleen in euro's maar ook in gezondheidsbaten. Ik krijg immers regelmatig berichten van mensen die een oud huis gekocht hebben en die achteraf vaststellen dat ze risico's hebben gelopen door zelf dingen te slopen waar achteraf asbest in bleek te zitten. Als ze dat eerder hadden geweten, hadden ze toch heel wat kunnen uitsparen aan verontreiniging van het puin, zoals u het zelf zegt – maar dan is vaak de vogel al gaan vliegen –, maar ook wat betreft de gezondheidsrisico's die de mensen hebben genomen. Dat zijn dingen die we zeker niet mogen accepteren.
Het klopt dat aannemers verplicht zijn om wat te doen als ze zelf een renovatie uitvoeren, maar vaak beginnen mensen zelf te klussen natuurlijk, dat weet u zelf ook. Dan zijn dergelijke risico's zeker te mijden. Ik ben blij dat we dat in die woningpas kunnen steken zodat er wat zicht op komt.
U zegt soms dat de woningpas een evolutief gebeuren is waar men geleidelijk aan mee van start zal gaan. Ik hoop dat ik u goed begrepen heb maar als die asbestinventaris daarin komt, dan zal het allicht een goede inventaris zijn, dat zal allicht geen asbestinventaris ‘light’ zijn. Ik hoop dat ik u in die zin goed heb begrepen en mensen niet de valse indruk hebben dat alles veilig is maar dat er achteraf toch een probleem blijkt te zijn. Als ik u goed begrepen heb, mag u dat beamen. Anders moet u mij verbeteren.
U zegt ook dat huizen van voor 1985 een probleem vormen. Ik dacht dat het verbod op asbest in bouwwerken pas vanaf 1992 is ingegaan. Hoe zit het dan met de periode tussen 1985 en 1992? Dat is me niet helemaal helder.
Als u spreekt over de woningpas of de asbestinventaris, is het dan de bedoeling om daar ook een indicatie van de prijs voor de sanering in te steken of is dat een brug te ver? Als mensen vaststellen dat er bijvoorbeeld in het stucwerk of in de vloer asbest zit, dat ze dan weten wat de prijs is voor de verwijdering ervan. Mensen gaan nu zelf op zoek naar aannemers en prijsvorken als ze vaststellen dat er een probleem is, maar het zou misschien toch goed zijn als we dat kunnen integreren in die woningpas.
De heer Nevens heeft het woord.
Voorzitter, minister, elk initiatief om asbest te verwijderen uit een woning kan alleen maar de gezondheid en het leefmilieu ten goede komen. Het kan helpen vermijden dat asbest bijvoorbeeld in puinafval terechtkomt, waardoor er achteraf grotere problemen ontstaan om dat asbest daaruit verwijderen.
Ik heb een aantal opmerkingen uit wat u hier zei in deze commissie. Vandaag is er al regelgeving rond asbest. Er is een federale wet op de gezondheid voor werkgevers, waardoor men verplicht is om een inventaris op te maken in het bedrijf. Die heeft als uitgangspunt om de blootstelling van werknemers aan asbestvezels zo laag mogelijk te houden. Ook op Vlaams niveau is er een bestaande regelgeving, die verplicht aan de bouwheer om een sloopinventaris op te stellen en selectief te slopen en/of te ontmantelen bij gebouwen die een bouwvolume omvatten van meer dan 1000 kubieke meter. Onder deze hoeveelheid is dat aan te raden, maar niet verplicht. Als men gebouwen heeft van minder dan 1000 kubieke meter met asbest in, is het dus niet verplicht. Minister, bent u zinnens om die maatregel te verstrengen voor gebouwen die kleiner zijn? Vandaag is het geen verplichting maar is het aan te raden.
Indien we het integreren in de woningpas, zou dat geen slechte zaak zijn. U weet dat de akte vandaag spreekt van verborgen gebreken en niet-verborgen gebreken. Achteraf is de koper ‘gejost’, zoals wij dat zeggen. Daar ligt toch een taak om te weten wat men koopt. Vandaag heeft men dat voor de stookolietank, maar daar betaalt men voor. Een keuringsattest voor een stookolietank kost geld. Een EPC kost geld, collega De Vroe heeft het gezegd. U zegt dat het goedkoper zou worden, maar het is nog nooit goedkoper geweest telkens wanneer er een attest bijkwam, of het nu voor de keuring van de elektriciteit was, of iets anders. We spreken misschien van loden waterleidingen enzoverder, die ook gecontroleerd moeten worden vooraleer men een woning verkoopt. In goedkoper geloof ik eigenlijk niet. Ik vrees inderdaad dat het duurder zal zijn.
Dan heb ik nog volgende vraag. Men heeft zichtbaar asbest in de woning, maar het is ook mogelijk dat er bijvoorbeeld wanden met asbestplaten zijn geplaatst. Die zijn dan meestal behangen met bloemetjespapier in die oudere woningen en zo kan men niet onmiddellijk zien of er inderdaad asbest is. Wat met asbest in de grond? Hoever gaat men in het detecteren van eventueel asbest in de woning? Het zou een dure grap kunnen worden als men stalen moet nemen van grond enzoverder. U zult toch wat duidelijker moeten zijn in hoe u ziet dat met de invoering van de woningpas in de toekomst, eventueel in combinatie met al die andere attesten, een dergelijke asbestinventaris goedkoper zou zijn?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Ik wil jullie bedanken voor jullie positieve houding ten aanzien van de asbestinventaris. Die is belangrijk om te waken over de gezondheid van de mensen.
Met betrekking tot de kostprijs heb ik indicaties gegeven. Ik heb ook gezegd dat dat verder moet worden uitgewerkt. Ik heb gewoon willen aangeven dat op dit moment wordt bekeken of er inderdaad een combinatie van verschillende inspecties mogelijk is. Als er iemand het EPC komt inspecteren, moet onderzocht worden of dat kan worden gecombineerd. Ik zeg niet dat het sowieso kan, maar we moeten het wel een kans geven. We hebben dat met de wateraansluiting ook bekeken.
Ik ben voorstander van zo’n systeem, maar ik ben er aan de andere kant ook wel voor beducht dat we op die manier de burger veel bijkomende verplichtingen en administratie opleggen. Daarom ben ik voorstander van een integratie op termijn van de woningpas en de asbestinventaris.
Mijnheer Nevens, ik ben helemaal geen voorstander van wat u voorstelt, om de burger nog eens extra op kosten te jagen, en om dat voor alle gebouwen waar met de sloopinventaris wordt gewerkt, verplicht te maken. Als we dat ook voor kleine gebouwen invoeren, zullen we daarmee de mensen serieus op kosten jagen. Ik ben het daar helemaal niet mee eens. We moeten daarin redelijk zijn. We moeten dat niet voor kleine gebouwen invoeren.
Dit wordt nog verder uitgewerkt. Dit zit in het asbestafbouwplan. Ook het feit dat dit kan worden gecombineerd met andere inspecties moet kunnen met zo weinig mogelijk administratieve rompslomp en zorgen voor de burger zelf. Daarover zijn we het allemaal eens. We zullen dat uitwerken met de sector, die daarover waarschijnlijk veel ideeën heeft.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, dank u. Gezondheid is inderdaad een prioriteit. Wij zijn uiteraard ook een grote voorstander van administratieve vereenvoudiging. In dat kader zijn we zeer benieuwd naar de verdere uitwerking. Overleg met ervaringsdeskundigen, met onder meer de vastgoedsector, is zeker op zijn plaats. We zullen dit zeker verder opvolgen. Wij hopen dat u de kostprijs van die attesten goed in het oog zult houden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.