Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, dit is een vraag die terugkomt, een vraag naar de stand van zaken.
Op 31 januari vierden we de derde verjaardag van het Actieplan zonevreemde bossen. Dat actieplan is het gevolg van het engagement om een oplossing te vinden voor de zonevreemde bossen dat reeds in het regeerakkoord 2009-2014 was opgenomen.
Van de 185.547 hectare bossen die Vlaanderen rijk is, heeft slechts 114.030 hectare een goede juridische bescherming. Die bossen liggen in bos-, bosuitbreidings-, natuur-, buffer-, groen- of parkgebied, maar 63.273 hectare heeft een zogenaamde zonevreemde bestemming. De regelgeving met betrekking tot ontbossing is voor dit type bossen een stuk soepeler, waardoor deze bossen de facto veel meer bedreigd zijn dan de bossen in een groene bestemming. Van deze bedreigde bossen behoort 20.811 hectare tot de meest waardevolle bossen die we in Vlaanderen hebben. Dat wil zeggen dat ze hoog scoren op een reeks parameters: oppervlakte, biologische waardering, ouderdomsstructuur, ligging ten opzichte van de basislaag, ligging ten opzichte van de gewenste natuur- en bosstructuur, enzovoort. De meeste van die bossen liggen in landbouwgebied, gevolgd door woonparken en verblijfsrecreatiegebieden.
Met de goedkeuring van het actieplan in januari 2014 engageerde de regering zich om in een bijkomende juridische bescherming te voorzien voor 12.493 hectare. Voor de overige 7671 hectare van de meest kwetsbare zonevreemde bossen oordeelde het agentschap dat er in de vorm van een omzendbrief werk moet worden gemaakt van een reactieve gebiedsgerichte aanpak op lokaal niveau.
In juni 2016 gaf de Vlaamse Regering haar principiële goedkeuring aan een ontwerpbesluit dat 12.493 hectare van de meest kwetsbare bedreigde bossen een betere bescherming moet geven. Voor deze bossen geldt een ontbossingsverbod dat alleen door de Vlaamse Regering kan worden opgeheven. Deze verhoogde bescherming gaat echter pas in op het moment dat het openbaar onderzoek van start gaat. Drie jaar nadat het Actieplan zonevreemde bossen met grote trom werd aangekondigd, is er nog niets in huis gekomen van de beloofde bijkomende juridische bescherming. Ondanks de grote goednieuwsshow van acht maanden geleden zijn zelfs de meest kwetsbare, ruimtelijk bedreigde bossen nog steeds bedreigd.
Minister, u gaf tijdens de parlementaire gedachtewisseling over de Boswijzer en het Bossencompensatiefonds op 29 november 2016 duidelijk te kennen dat u de multicriteriaformule zoals opgesteld door uw diensten, steunt. U uitte uw bezorgdheid over het feit dat anderen in hun analyse van deze criteria afwijken.
De kaart van zonevreemde bossen is opgemaakt op basis van de verfijnde criteria die in het parlement zijn vastgelegd. De eerste versie is voorgelegd en daarop kwam een pak opmerkingen van Openbare Werken en Onroerend Erfgoed die soms afwijken van de oorspronkelijke criteria. Moeten bepaalde bossen uit de lijst worden gehaald op basis van hun inzichten? De verdere afweging zal haar politiek verloop kennen.
Uiteraard moet er inspraak zijn van de lokale besturen in de opmaak van de kaart van de zonevreemde bossen. Dat zorgt ervoor dat er een openbaar onderzoek komt en dat tijdens de consultatie opmerkingen kunnen worden gemaakt. Het is wel lastig voor de opstellers dat zij de afgesproken criteria volgden, waarna anderen vervolgens vinden dat dit voor hen niet nodig is. De bescherming mag niet bij mooie woorden blijven.
In de beleidsbrief van Natuurpunt van 25 januari werd gesuggereerd dat er ook op politiek niveau nog discussie is over de kaart en het ontwerpbesluit.
Minister, op 3 juni 2016 heeft de Vlaamse Regering de voorlopige kaart van zonevreemde bossen goedgekeurd. Heeft deze kaart op dit moment al enige juridische waarde? Wat is op dit moment het statuut van de bossen die zijn aangemeld op die kaart?
In de media drukte u de bevolking op het hart dat er eindelijk een oplossing was voor een dossier dat al twintig jaar aansleepte. Ik citeer uit een artikel op de redactie.be: “Meer dan 12.000 hectare ruimtelijk bedreigde bossen zullen voortaan genieten van een hoge graad van bescherming. Na twintig jaar discussie over dit thema zonder concreet resultaat vrijwaart de regering voor het eerst deze zeer waardevolle Vlaamse natuur.” Zijn die 12.493 hectare waardevolle bossen effectief beschermd tegen kap? Of sprak u voor uw beurt?
Is er onenigheid binnen de meerderheid over het ontwerpbesluit? Wat zijn de knopen? Zal er gesleuteld worden aan het ontwerpbesluit?
Zullen eventuele aanpassingen aan de ontwerpkaart gebeuren op basis van de criteria zoals opgesteld in de multicriteriaformules? Of zullen andere parameters worden gebruikt? Zo ja, welke?
Wanneer zal de ontwerpkaart in openbaar onderzoek gaan?
Wanneer zal de omzendbrief zonevreemde bossen naar de lokale besturen worden verzonden?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Het voorontwerp van besluit van de Vlaamse Regering over de meest kwetsbare zonevreemde bossen werd op 3 juni door de Vlaamse Regering principieel goedgekeurd. De Raad van State heeft er advies over uitgebracht. De ontwerpkaart werd nagekeken door verschillende diensten van de Vlaamse overheid. De diensten van Mobiliteit en Openbare Werken en Onroerend Erfgoed lieten weten dat ze veel meer tijd nodig hadden om al hun opmerkingen te formuleren. Zes maanden na de principiële beslissing ontving het Agentschap voor Natuur en Bos de opmerkingen. Die zijn inmiddels grondig nagekeken en worden allemaal verwerkt. Belangrijk is dat deze opmerkingen – en dat is niet altijd zo evident – ook moeten voldoen aan de criteria die het Vlaams Parlement heeft vastgelegd. Het is geenszins de bedoeling dat daarvan wordt afgeweken.
Zoals het in het decreet werd opgenomen, heeft de kaart op het ogenblik nog geen juridisch bindende waarde. Betekent dit dat de bossen momenteel geen enkele bescherming genieten? Neen, laat dat duidelijk zijn. Voor meer dan 10.000 hectare van de meest kwetsbare waardevolle bossen moet eerst een ontheffing worden aangevraagd zoals dat in het Bosdecreet staat. De administrateur-generaal van het Agentschap voor Natuur en Bos oordeelt dan of er al dan niet een ontheffing van het verbod op ontbossen kan worden gegeven. Een uitvoerige en in uitvoering van de beslissing over de conceptnota verstrengde richtlijn wordt hiervoor als handleiding gehanteerd. De Vlaamse Regering heeft dus over de zonevreemde bossen een conceptnota goedgekeurd. Die bevat een verstrengde richtlijn die wordt toegepast. Vanaf de tweede principiële goedkeuring van de voorlopige kaart wordt de ontheffing door de administrateur-generaal vervangen door een beslissing van de Vlaamse Regering. Het blijft een beslissing, in het ene geval van de administrateur-generaal, in het andere geval van de Vlaamse Regering.
De bescherming van de zonevreemde bossen is een thema dat inderdaad al meer dan twintig jaar aansleept. Ik ben dan ook zeer blij dat in het Vlaams Parlement de knoop werd doorgehakt om ook de zonevreemde bossen te beschermen. Bij de bespreking van het decreet in de commissie heb ik dan ook mijn ambitie uitgesproken om de kaart voor een eerste keer aan de Vlaamse Regering voor te leggen in de eerste helft van 2016. En dat hebben we ook gedaan. We hebben de diensten meteen de opdracht gegeven alles in het werk te stellen om de kaart voorlopig vast te leggen, en dat is inderdaad op 3 juni gebeurd. Zoals gezegd, worden intussen alle opmerkingen verwerkt. En we hebben niet stilgezeten. Op 20 januari 2017 heeft de Vlaamse Regering het besluit met de procedure tot afwijking van de kaart met meest kwetsbare waardevolle bossen goedgekeurd. Daarover wordt nu het advies van de Raad van State ingewonnen.
Het openbaar onderzoek moet starten binnen zestig dagen na de tweede principiële goedkeuring van de voorlopige kaart door de Vlaamse Regering. Op dat moment zal ook de omzendbrief naar de lokale besturen vertrekken. Dat is de stand van zaken, mevrouw Meuleman.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, ik denk dat de tijd van studeren echt wel voorbij is. Technisch is alles min of meer in orde. U hebt me in november ongeveer hetzelfde antwoord gegeven. U hebt toen ook gezegd dat u veel opmerkingen had gekregen en dat u die nog moest verwerken. Intussen is het half februari, en ik denk dat de Vlaamse Regering zich niet verder kan verschuilen achter techniciteiten en opmerkingen. De kaarten zijn duidelijk. Het is nu zaak bepaalde politieke knopen door te hakken. Ik vraag me dan ook af wanneer dat zal gebeuren. Waar zitten de knopen nog en hoe en vooral wanneer zal de beslissing vallen?
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, een jaar geleden had ik al gehoopt een eerste evaluatie te kunnen maken van de nieuwe regeling. Uiteindelijk gaat het om een extra bescherming aangezien de ontheffing door de Vlaamse Regering moet worden goedgekeurd in plaats van door de administrateur-generaal. We bevinden ons nog altijd in de evaluatiefase omdat de regeling nog niet bestaat.
Parlementsleden van de meerderheid hebben meer inzicht in wat precies de angels zijn, maar voor mij is dat niet duidelijk. Hoe kan het dat de situatie maandenlang verlamd geraakt? Waarover gaan die opmerkingen van MOW en Onroerend Erfgoed? Gaat het over volledige stukken bos waarvan MOW en Onroerend Erfgoed niet willen dat ze op de kaart staan?
Minister, aangezien dat zo lang duurt, vind ik dat u daar meer uitleg over moet geven. U zegt dat u zich aan de afspraak hebt gehouden aangezien de eerste principiële goedkeuring binnen de eerste zes maanden van 2016 is gebeurd. Ik was aanwezig bij het maken van die afspraak, net als de heer Tobback. We hebben onze steun verleend aan het toenmalige amendement, maar dat was met het oog op de goedkeuring van een kaart die juridisch bindend zou zijn. Of dat nu de eerste of de tweede principiële goedkeuring zou zijn, daar ging het niet over. Het ging over een juridisch bindende kaart. Die is er vandaag nog altijd niet.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, ik vind dat u wel al grote stappen vooruit hebt gezet. Als ik deze legislatuur vergelijk met de vorige, vind ik dat er deze legislatuur moedige beslissingen gevallen zijn. Ik begrijp dat mijn collega’s hier graag meer informatie wensen. Ik ga ervan uit dat u straks nog een tipje van de sluier zult oplichten.
Ik ben vooral benieuwd om nog iets meer over de timing te vernemen. U zei dat alle opmerkingen momenteel nog worden verwerkt en dat alles opnieuw ter goedkeuring zal worden voorgelegd aan de Vlaamse Regering. Binnen zestig dagen wordt het dan doorgezonden om het openbaar onderzoek op te starten. Wanneer zullen alle opmerkingen verwerkt zijn en tegen wanneer zal het worden voorgelegd? Welke timing zou u zelf graag gerealiseerd zien?
De heer De Bruyn heeft het woord.
Minister, uw antwoord verrast me enigszins. Ik hoorde u zeggen dat MOW en Onroerend Erfgoed een hele reeks opmerkingen hebben geformuleerd. Dat is ook zo. Als ik het goed begrepen heb, kwamen de opmerkingen van MOW op 1 september en van Onroerend Erfgoed op 2 november, en zou in december door ANB al die informatie verwerkt, geduid of weerlegd zijn. Dat betekent dat dit proces zou zijn afgerond. Zijn er op dit moment andere elementen die spelen dan die opmerkingen? Zo ja, welke?
We hebben het nog maar over 12.000 van de 63.000 hectare waardevol bos dat bescherming verdient. Nog verder aarzelen of nog meer vertraging zou in dit dossier een blaam zijn, ook voor dit parlement, dat toch eensluidend van mening was dat hier nu onverwijld werk van moest worden gemaakt.
De heer Tobback heeft het woord.
Ik ben het eens met de vorige spreker uit de meerderheid. Ik wou enkel dat hij het met meer impact kon zeggen. Hij zegt het immers al heel lang en er lijkt niet veel van in huis te komen.
Minister, er is al een paar keer verwezen naar de opmerkingen bij de eerste kaart van MOW en Onroerend Erfgoed. Misschien zou het interessant zijn dat we de volledige lijst met al die opmerkingen hier zouden krijgen zodat we die kunnen bespreken.
Aangezien het Vlaamse instellingen en administraties betreft, zou het geen kwaad kunnen dat we die lijst met opmerkingen bespreken, al dan niet in aanwezigheid van vertegenwoordigers van die betrokken diensten. In het kader van transparant bestuur, dat naar het schijnt een actueel thema is, zou dat misschien toch nuttig zijn. Ik heb het mandaat van mijn partij om in alles absolute transparantie te eisen en ik stel voor om dat hier ook te doen. Bent u daartoe bereid?
De heer Ceyssens heeft het woord.
Dat vind ik een goed voorstel van de heer Tobback. Ik wil ervoor pleiten dat als we spreken over bossen en het belang van bossen, dat we ook al eens kijken naar de weg die we al hebben afgelegd. We doen hier vandaag alsof elk bos in Vlaanderen dat zonevreemd is, ook vogelvrij zou zijn en dat er morgenvroeg iemand kan opstaan en een zonevreemd bos zomaar kan opruimen. Mevrouw Meuleman, er is een duidelijke regeling, namelijk die van de ontheffing op het verbod op ontbossing, die allesbehalve een soepele regeling is. Minister, zijn er cijfers over hoe vaak die ontheffing nog verleend is de afgelopen jaren?
Als er een kaart voorgelegd wordt voor openbaar onderzoek, is dat best een performante kaart die vrij is van fouten en strijdigheden met het decreet. Anders is een openbaar onderzoek niet meer dan het nazien van een kaart, wat volgens mij niet de bedoeling is van een openbaar onderzoek. De bedoeling daarvan is inspraak mogelijk maken en dus draagvlak creëren. In dit parlement hebben we het decreet goedgekeurd. We hebben ook verwezen naar het beslist beleid: de toplaag van zonevreemde bossen kon niet komen waar al beslist beleid was. Er is daarvoor ook een einddatum vastgelegd, namelijk 18 december 2015. Dat had een duidelijke reden: dat was om te vermijden dat nadat die beslissing genomen werd, nog snel planologische initiatieven genomen worden om hier of daar iets op de helling te zetten.
Alleen begrijp ik nu dat men er in de kaarten ook van uitgaat dat die ruimtelijke uitvoeringsplannen ook goedgekeurd moeten zijn na 31 januari 2014. Dat vind ik persoonlijk veel minder logisch. Dat betekent dat de ruimtelijke uitvoeringsplannen die de jaren daarvoor zijn gemaakt en die een voorbeeld zijn van draagvlak en inspraak, in het voorstel zitten van zonevreemde bossen. Nochtans is daarover ruim op zoek gegaan naar een draagvlak, met inbegrip van een voorstel, een voorlopige aanvaarding, een openbaar onderzoek, een definitieve aanvaarding en er waren ook beroepsmogelijkheden bij de Raad van State. Bovenal waren er ook adviesmogelijkheden van al onze agentschappen. Welnu, als die nu in het voorstel zitten van zonevreemde bossen, is dat een aanfluiting van het planologisch werk dat daar gebeurd is en van het advies van alle agentschappen, met inbegrip van het ANB.
Ik doe een oproep om dat te herbekijken, want het lijkt me niet conform het decreet zoals het is goedgekeurd in het Vlaams Parlement.
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Het is opvallend dat in het ene dossier en masse om een uitstel wordt gevraagd en het in dit dossier klaarblijkelijk niet snel genoeg kan gaan voor heel wat collega’s.
Aan de eerste vraagstelling wil ik repliceren dat het niet klopt dat het veel soepeler gaat om in niet-groene bestemmingen bossen te kappen. Dat is absoluut niet het geval. Ik treed de heer Ceyssens bij op dat punt.
Minister, u zei dat de kaarten op 3 juni voorlopig zijn vastgesteld en dat er nadien een hele waslijst aan criteria gekomen is.
Ik neem aan dat men er het best alle tijd voor neemt om dat voldoende te analyseren en dat hier snelsnel werken niet altijd de juiste boodschap zal zijn. Hoed u voor procedures, zou ik zeggen. Wat dat betreft, wil ik mij volledig aansluiten bij de bedenkingen die collega Ceyssens al gemaakt heeft. Het zou toch al te gek zijn dat vandaag de waarde ontkracht wordt van ruimtelijke uitvoeringsplannen van 2014, die inderdaad een hele procedure van openbaar onderzoek, van MER-procedure en dergelijke doorlopen hebben. Het is een heel terechte bedenking, die moet worden meegenomen bij de verdere uitwerking van die plannen.
Minister, ik ben ook een beetje verbaasd over sommige houdingen. Ik ga ervan uit dat de beslissing van de kaart ook een beslissing van de voltallige regering moet zijn. Ik sluit me aan bij de opmerking van collega Ceyssens wat betreft beslist beleid.
Ik heb vorige week een aantal schriftelijke vragen ingediend om aan de verschillende ministers en bevoegdheden te vragen om inzage te krijgen in de opmerkingen die gegeven zijn bij de kaart. Ik wil dan ook de vraag ondersteunen die de collega’s hier dan stellen. Ik had een schriftelijke vraag gesteld, omdat ik ervan uitging dat het wel enige tijd zou vragen, maar misschien is het mogelijk dat het parlement in dezen zou kunnen beschikken over de opmerkingen die gegeven zijn, zodat we daar inzage in hebben.
De bevoegdheid en het dragen van de verantwoordelijkheid voor de kaartafstemming is een regeringsbeslissing, maar ik begrijp uit uw antwoord dat er vanuit verschillende bevoegdheden opmerkingen zijn. Het zou ons misschien wel kunnen helpen om daar inzage in te hebben. Bij dezen dus de vraag naar een overzicht van de opmerkingen.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega’s, de lijst van opmerkingen die geformuleerd zijn, hebben we in november allemaal definitief ontvangen. Ik veronderstel dat dat ook kadert in de openbaarheid van bestuur. Ik zal vragen om die opmerkingen over te maken. Het gaat om meer dan duizend opmerkingen die geformuleerd zijn. Het gaat effectief om vragen tot schrapping op de kaart, vaak ook vanuit de bezorgdheid: we hebben plannen om een fietspad te realiseren, als dat fietspad door dat beschermde waardevolle zonevreemde bos loopt, zullen we dat fietspad niet meer kunnen aanleggen. Het zijn opmerkingen in die zin die geformuleerd zijn. We zullen de lijsten laten bezorgen aan het parlement.
Dat is ook geen gemakkelijke afweging, collega’s. Als er zo’n opmerking komt vanuit Openbare Werken, zijn we het er, denk ik, allemaal over eens dat als je een veilig fietspad moet kunnen aanleggen voor schoolkinderen die naar school gaan, dat ook wel moet kunnen en dat dat niet gehypothekeerd mag worden door de kaart. Maar aan de andere kant heb je de criteria die vastliggen en op basis waarvan die kaart wordt aangeduid. Dat is natuurlijk een moeilijke evenwichtsoefening. Waar in de conceptnota in 2014 is uitgegaan van die 12.500 hectare zonevreemde bossen, kan het ook niet de bedoeling zijn dat je daar massaal in gaat schrappen op basis van de bezorgdheden die – vaak ook terecht – leven in verschillende diensten. Dat is dus geen gemakkelijke afweging die daar gemaakt moet worden.
Dat neemt niet weg dat we daar uiteraard ook vooruitgang mee willen boeken. Ik heb daarnet gezegd, met betrekking tot de afwijkingen, en hoe we die zullen verlenen vanuit de Vlaamse Regering, dat we dat besluit op de regering hebben gebracht en dat we nu wachten op het advies van de Raad van State en dat we dan, samen met dat besluit, met dan de kaart en de goedkeuring naar de regering zullen gaan. Het is dus niet de bedoeling om dat op lange termijn uit te stellen.
Ik begrijp dat er wat bezorgdheden geformuleerd worden. Vanaf wanneer neem je al of niet beslist beleid mee? Wat is dat dan? Wat valt er onder die definitie? Een ruimtelijk uitvoeringsplan dat na 2014 is goedgekeurd, en wat als die die daarvoor goedgekeurd zijn, niet worden meegenomen? Het zijn bezorgdheden die ook wel leven. Uiteraard staan wij open voor alle suggesties die ook vanuit het parlement in die zin worden gedaan. Op dit moment baseren wij ons natuurlijk op de criteria zoals die zijn opgenomen in het amendement in het Bosdecreet en de beslissing die in de Vlaamse Regering genomen is in de conceptnota.
Nogmaals: het is niet de bedoeling om dat op de lange baan te schuiven, maar het zijn niet altijd gemakkelijke afwegingen die gemaakt moeten worden, tussen de criteria die afgesproken zijn, wat in de conceptnota staat, en een aantal bezorgdheden die ook geformuleerd zijn vanuit verschillende diensten. Het lijkt misschien gemakkelijk om dat er op een-twee-drie allemaal uit te filteren en op te lossen, maar dat is dus niet zo. Dat vraagt vaak dat er gekeken wordt naar de concrete situatie van wat in dat geval gebeurt.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, ik sluit me aan bij wat de heer De Bruyn gezegd heeft. De 12.000 hectare die overblijven, daar is al een serieuze schifting gebeurd. Dat zijn geen populierenbosjes die daar nog staan. Ik denk dat er toch wel nood is aan een zekere dosis voluntarisme. Van die 12.000 hectare is echt gezegd dat dat waardevolle bossen zijn die we zeker willen beschermen. Er moeten dan toch eindelijk knopen worden doorgehakt en er mag niet te lang meer getreuzeld worden. Daarbij moet primeren dat we die bossen willen beschermen.
De heer De Bruyn heeft ook gezegd dat die opmerkingen eigenlijk al verwerkt zijn. Die waren verwerkt in december. We zijn nu ook weer februari. U hebt nog geen inzicht gegeven in de mogelijke timing, maar ik zou toch hopen dat dat niet te lang meer duurt. Ik sluit me aan bij de vraag naar transparantie, maar dat kan misschien ook weer een zekere vertraging betekenen. Die transparantie is goed, en ik sta erachter, maar laat het geen vertragingsmanoeuvre meer zijn. Ik hoop dat u snel landt met die kaart, en met mij heel wat natuurorganisaties, die één front hebben gevormd en die er bij u op aandringen om echt wel werk te maken van zo’n kaart: Natuurpunt, Bond Beter Leefmilieu, BOS+. Ik weet niet of u mij nog kunt antwoorden op de vraag rond de timing en of u zicht hebt op een resultaat.
De vraag om uitleg is afgehandeld.