Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Vraag om uitleg over de implementatie van de inwerkingtreding van de omgevingsvergunning
Verslag
De heer Ronse heeft het woord.
Ik zal even een korte schets maken van de gang van zaken. Net voor het kerstreces vernamen wij dat ondanks eerdere berichtgeving, het Vlaams omgevingsloket nog niet klaar is, met als gevolg een voorstel dat door alle stakeholders, zijnde gemeenten, provincies, gebruikers, werd uitgewerkt. Dat voorstel is in de week van 20 januari inhoudelijk afgeklopt op de Vlaamse Regering. Het parlement heeft daarvoor een spoeddecreet gemaakt dat inhoudt dat de omgevingsvergunning op 23 februari zal ingaan, maar dat de gemeenten uitstel zouden mogen vragen tot en met 1 juni.
Ikzelf heb er meermaals expliciet op aangedrongen dat dit een oplossing moet zijn die voor alle gebruikers realistisch is, in het bijzonder ook voor de provincies. Die kunnen geen uitstel vragen. Dat is me altijd verzekerd, ook tijdens de commissievergadering van 17 januari. Ik was dan ook van mijn melk toen ik vernam dat de provincies naar aanleiding van de vergadering van de stuurgroep Radicaal Digitaal stelden dat het Vlaams loket nog niet klaar is voor wat zij moeten doen. Vanaf maart-april stromen de eerste beroepen in. Volgens de provincies is de module daar nog niet klaar voor. Dat is voor mij een grote verrassing.
Voor we oordelen, is het belangrijk om alle partijen aan het woord te laten. Ik wil ook uw visie daarop vernemen, minister.
Wat is de stand van zaken van het digitaal omgevingsloket? Is dat intussen klaar, is het uitgebreid met alle dossiertypes, inclusief die voor verkavelingen, beroepsprocedures en alle milieudossiers?
Zijn er vandaag nog technische problemen? Zo ja, binnen welke termijn zullen die opgelost zijn?
Welke stappen voorwaarts zijn gezet in de koppeling met de softwarepakketten van de lokale besturen om een vlotte inwerkingtreding te garanderen?
Wat was de conclusie en welke eventuele afspraken zijn gemaakt tijdens de vergadering van de stuurgroep op 25 januari?
Mevrouw Peeters heeft het woord.
De heer Ronse heeft de inleiding al geschetst. Het Omgevingsvergunningsdecreet van april 2014 zou in werking treden op 23 februari 2017, althans voor die lokale besturen die geen uitstel hebben gevraagd conform het decreet dat 25 januari in de plenaire vergadering is goedgekeurd.
Heel wat lokale besturen hebben een verzoek gekregen om eventueel uitstel te vragen. Uitstel vragen kan tot en met vandaag, het uitstel zelf kan tot uiterlijk 1 juni.
Wij merken dat er op het terrein nog heel wat bezorgdheid is, niet alleen bij lokale besturen maar ook bij provinciale besturen en initiatiefnemers van grote projecten. Het netwerk van de architectenverenigingen heeft recent nog heel wat bekommernissen geuit. Wat we vooral opvallend vinden, is dat heel wat maatschappelijke geledingen hebben opgeroepen bij lokale besturen om een uitstel te vragen. Ik denk daarbij aan de VVSG, de Boerenbond en het netwerk van de architectenverenigingen. Tegelijkertijd hebben we ook van de softwareleveranciers opnieuw een schrijven ontvangen na 25 januari met de mededeling om best een uitstel te vragen. Van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en Ruimte Vlaanderen hebben we zelfs modelbrieven gekregen, eerst zelfs met een fout terugzendadres. Dat is rechtgezet. Alleszins is het bij de lokale besturen toch wel heel duidelijk aangekomen dat er een groot verzoek is bij tal van geledingen om een uitstel te vragen.
De softwareleveranciers die de pakketten moeten klaarmaken voor de lokale besturen, zijn heel duidelijk in hun communicatie. Ik verwijs daarvoor naar het schrijven van het Centrum voor Informatica Provincies Antwerpen en Limburg (CIPAL), Schaubroeck, Cevi en Remmicom. Zij zeggen heel duidelijk dat de lokale besturen nood hebben aan een performant dossierbehandelingssysteem dat gekoppeld is aan het Vlaamse Omgevingsloket. Die koppeling kan vandaag nog niet, die kan in februari 2017 niet. Daarom zou men best een uitstel vragen. Als men geen uitstel vraagt, zou men bij het Vlaams Omgevingsloket terechtkunnen, wat natuurlijk omslachtiger is voor lokale besturen.
Minister, we zijn vandaag 14 februari. Tot en met vandaag kunnen lokale besturen een uitstel bij u indienen. Kunt u ons meegeven hoeveel lokale besturen bij benadering – ik neem aan dat er nog wel binnenkomen – tot op vandaag al een uitstel gevraagd hebben, en naar welke datum dan? Hoe zit het concreet met het Vlaams gegevensuitwisselingsplatform of het Omgevingsloket? Kunnen de softwareleveranciers die de lokale besturen moeten ondersteunen, de facto die koppeling maken? Ik heb een vraag in verband met de bedenkingen van het netwerk van de architectenverenigingen. Zij zeggen dat als een aantal lokale besturen uitstel vragen en een aantal anderen niet, het voor de architecten zeer onduidelijk wordt. Het zal natuurlijk afhankelijk zijn van hoeveel lokale besturen uitstel vragen, of dat al dan niet problematisch is. Ziet u daar mogelijk een probleem in? Minister, het allerbelangrijkste is: kunt u garanderen voor de lokale besturen maar ook voor de provinciale besturen dat wanneer het straks 23 februari is, ze allemaal kunnen werken op een performant Vlaams Omgevingsloket, en bij voorkeur dat er een perfecte koppeling is tussen hun eigen softwarepakketten en het Vlaams Omgevingsloket? Kunt u dat garanderen? Wat zijn de gevolgen, zeker inzake termijnen en dergelijke meer, als het systeem straks niet werkt?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega's, op dit moment is zowel de ontwikkeling voor het samenstellen als het indienen van projecten in het kader van de omgevingsvergunning, volledig afgerond. Dat wordt nu uitgebreid getest en gestabiliseerd. Alle projecttypes waarin voorzien is in het Omgevingsvergunningsdecreet, zullen effectief kunnen worden ingediend en behandeld. De beroepsprocedure maakt daar ook onlosmakelijk deel van uit.
Er zijn vandaag geen blokkerende technische problemen bekend, maar die vallen bij een hoogtechnologisch project uiteraard nooit uit te sluiten. Je weet niet wat er komt, maar op dit moment hebben we dat onder controle. Onze dienstleverancier volgt dit ook van zeer nabij op. Via dat intensief testen worden kleine fouten of bugs die in het systeem zitten, eruit gehaald. Het is onmogelijk om voor 100 procent nu op voorhand uit te sluiten en te vermijden dat op het moment dat het in werking treedt, er geen kleine fouten zullen zijn, maar die worden dus tot een minimum beperkt. We weten dat dat altijd zo is voor elk groot informaticasysteem dat moet worden aangepast.
Er wordt ook een uitgebreide helpdesk opgericht om deze fouten zo snel mogelijk uit het systeem te halen en te behandelen. Er zijn nog heel veel bijkomende verwachtingen en gewenste uitbreidingen. In overleg met de lokale besturen en onze dienstleverancier zal het systeem over de maanden systematisch verder worden uitgebreid. Zo moeten de komende maanden onder meer de nodige stappen worden gezet naar de uitbreiding van de omgevingsvergunning naar de detailhandelactiviteiten. Er is inderdaad afgesproken dat die integratie er zal zijn.
Op basis van het decreet dat hier is goedgekeurd, is het de bedoeling dat lokale besturen zich engageren om uiterlijk tegen 1 juni aan te sluiten bij het Omgevingsloket. Wij zullen alle diensten daar zoveel mogelijk bij ondersteunen en helpen.
Het is misschien interessant om te weten dat nu ongeveer 280 gemeenten een uitstel hebben gevraagd. Er zullen er vandaag en morgen nog bijkomen.
Alle webservices die nodig zijn om de koppeling te realiseren, zijn beschikbaar en worden volop getest door de dienstleveranciers van de lokale besturen en worden ook bijgestuurd. Mijn kabinet volgt de realisatie van de toepassing wekelijks op. Er is een overleg met de diensten via een stuurgroep die vaak wordt uitgebreid met de VVSG, de Vereniging van de Vlaamse Provincies (VVP) en de dienstleveranciers. Ik spreek in het meervoud: het gaat niet alleen om wie door ons is aangesteld om dit op Vlaams niveau te doen, maar ook om degenen die dienstleverancier zijn voor de lokale besturen.
Er is regelmatig werkoverleg met de dienstleveranciers en een werkgroep van lokale besturen, zodat het systeem daar ook verder kan worden getest. De uitgebreide stuurgroep heeft zich uiteraard geëngageerd om het door dit parlement goedgekeurde decreet zo goed mogelijk uit te voeren. Ten einde de stabiliteit van het systeem maximaal te bevorderen en het gebruik te garanderen, is er een gezamenlijke aanbeveling van de VVSG en de dienstleveranciers aan de lokale besturen om het gebruik mogelijk te maken vanaf 1 juni.
Klopt het dat het Vlaamse gegevensuitwisselingsplatform pas klaar zou zijn op 1 juni? Nee, dat klopt niet. De webservices die nodig zijn, zijn beschikbaar op het moment dat dit ingaat.
De functionaliteiten van het loket worden ondertussen verder uitgebouwd. In overleg met de dienstleveranciers van de lokale besturen wordt in de komende maanden de communicatie verder geoptimaliseerd.
Het decreet van 3 februari 2017 heeft maximaal rekening gehouden met het vermijden van lacunes in de regelgeving. Binnen de lokale besturen die uitstel hebben gevraagd, blijft de huidige regelgeving van kracht, met uitzondering van de projecten die voorkomen op de provinciale of de Vlaamse gesloten lijst.
Verder is de overgangstermijn heel belangrijk, tot over drie maanden. Bovendien vragen ongeveer alle lokale besturen maximaal uitstel teneinde hen in staat te stellen verder ervaring uit te bouwen. Het is niet dat men niet klaar is, maar men wil eigenlijk wat tijd hebben om ermee aan de slag te gaan.
Tot slot moet er ook rekening worden gehouden met het feit dat de digitale aanvragen stedenbouwkundige vergunning bijna identiek zijn aan de digitale aanvragen omgevingsvergunning en dat voor stedenbouwkundige handelingen, wat 80 procent van de procedures uitmaakt. In essentie betekent de digitale implementatie een functionele en inhoudelijke uitbreiding van de huidige digitale bouwaanvraag. Dit laat zowel aanvragers als de overheid toe voort te bouwen op de ervaring die ondertussen is verworven.
Steden en gemeenten die geen uitstel hebben gevraagd, zullen effectief kunnen starten. De digitale aanvraagprojecten en meldingen zullen voor hen beschikbaar zijn op het uitwisselingsplatform. In welke mate ze intern klaar zullen zijn, moeten ze zelf inschatten. Mijn diensten zijn in elk geval klaar en ook bereid om maximaal ondersteuning te bieden. Dat is mijn antwoord op de hier geformuleerde bezorgdheden.
De heer Ronse heeft het woord.
Minister, mijn bezorgdheden zijn eigenlijk nog niet weggenomen. Als ik de communicatie van de provincies bekijk en aanhoor, zeggen ze dat er op 25 januari een stuurgroep heeft plaatsgevonden, waar ze duidelijk hebben gesteld dat tal van functionaliteiten van het Vlaamse loket nog niet zullen zijn uitgewerkt, laat staan getest tegen 23 februari, zoals een module voor beroepsprocedures, zaken die te maken hebben met verkavelingsaanvragen. Ze zeggen letterlijk dat als Vlaanderen een jaar de tijd heeft gehad om zich daarop voor te bereiden en zij dat in vier weken tijd moeten doen omdat het op 25 januari volgens hen nog niet klaar is, maar op 23 februari de provincies klaar moeten zijn, ze dan met een dik probleem zitten.
Minister, als ik u goed begrijp, blijkt uit uw antwoord dat al die zaken aangepast zijn en werken, maar de vraag blijft of de provincies effectief klaar zijn. Die vraag moeten we eigenlijk stellen aan de provincies, maar ze zijn hier niet vertegenwoordigd. Daarom stel ik die vraag nogmaals aan u, minister. Zijn de vijf provincies – ik vermoed dat u hen op wekelijkse basis daarover hoort – volledig en enthousiast klaar om op 23 februari de omgevingsvergunning full force te laten draaien? Dit is mijn eerste concrete vraag, waar ik een zeer concreet ja-of-neenantwoord op wil horen.
Zullen de gemeenten of hun lokale dienstenleverancier die uitstel hebben gevraagd – vandaag 280 en wellicht zullen het er nog meer zijn – klaar zijn tegen 1 juni? Zullen we 280 keer ja horen op die vraag, of zullen er ook neens tussen zitten?
Mogen we garanderen dat de dienstverlening aan de gemeenten die de handschoen opnemen om te starten op 23 februari – los van het feit dat in zo’n systeem altijd bugs kunnen zitten, maar daar heb ik alle begrip voor – op een normale en kwalitatief goede manier zal werken?
Samengevat: zeggen de provincies ja of nee, de gemeenten die uitstel hebben gevraagd, ja of nee, en gemeenten die nu starten, verwachten we dat het daar zal lukken?
We hebben met ons allen uitgekeken naar de omgevingsvergunning die toch een enorme meerwaarde zal betekenen, zeker voor bedrijven die straks een bouw- en milieuvergunning in één vergunning kunnen aanvragen. Daar staan we allemaal achter.
Het feit dat er al 280 gemeenten om uitstel hebben gevraagd – ik vermoed allemaal naar 1 juni – lijkt me toch een heel hoog aantal. Het roept vragen op of ze allemaal zo bezorgd zijn of bang zijn om in dit systeem te stappen.
Minister, zijn er ook al lokale besturen die formeel hebben laten weten dat ze wel willen opstarten? Als u het hebt over 280, dan zijn er nog ongeveer 28 te gaan. Zijn er daarvan die hebben laten weten dat ze wel zouden opstarten?
Minister, u zegt dat alle koppelingen op dit ogenblik beschikbaar zijn en volledig worden getest. Mag ik veronderstellen dat die koppelingen – de koppelingen tussen het Vlaamse omgevingsloket en wat de lokale softwareleveranciers plannen voor de lokale besturen – allemaal optimaal werken?
Op 25 februari hebben we nog een brief gekregen van de lokale softwareleveranciers die zeggen dat die koppelingen nog niet mogelijk zijn, en dat dat nochtans zeer dringend nodig is. Zij zouden pas kunnen testen vanaf 23 februari. In die brief geven ze tegelijk aan dat de vier resterende maanden tot en met 1 juni voor alle lokale besturen die uitstel hebben gevraagd, onontbeerlijk zouden zijn om te komen tot een zeer performant systeem voor alle lokale besturen.
Als straks 280 of misschien zelfs 300 gemeenten instappen op 1 juni, hebt u geen schrik dat er dan plots een bug of crash komt? Wat gaat men dan doen met de termijnen die moeten worden gerespecteerd?
Minister, u zegt dat de stuurgroep regelmatig samenkomt om alles op een optimale wijze te laten verlopen. We hebben op onze eerdere vragen in de commissie in september en oktober al te horen gekregen dat die stuurgroep heel frequent samenkomt. Hebt u er alle vertrouwen in dat het allemaal optimaal zal werken, zeker voor de lokale besturen, maar ook voor de provinciale besturen? Het is zeer belangrijk dat iedereen fatsoenlijk vergunningen kan afleveren.
Mevrouw Pira heeft het woord.
Minister, het verhaal van de omgevingsvergunning was eigenlijk goed begonnen. Er was een kamerbrede steun. We zitten al lang te wachten op de integratie van de milieu- en stedenbouwkundige vergunning. Ik heb zelfs echt geapprecieerd dat in een bepaald verzameldecreet de inwerkingtreding van een jaar op een half jaar was gebracht. Ik heb dat in de commissie ter sprake gebracht en de collega’s zijn me bijgesprongen. Uiteindelijk is dat verlengd naar een jaar.
Ik vond dat, zelfs vanuit de oppositie, ook fijn. Eigenlijk spelen we hier geen oppositierol. We zijn allemaal vragende partij om de omgevingsvergunning zo snel mogelijk en zo degelijk mogelijk van kracht te laten worden. Op dat vlak zitten we allemaal op hetzelfde niveau.
Minister, ik heb het erg geapprecieerd dat u van uw kant het realisme aan de dag hebt gelegd de termijn van een half jaar naar een jaar te verlengen. We stellen hier echter, jammer genoeg enkel vanuit de oppositie, dat allerlei zaken in verband met het Omgevingsloket niet goed lopen.
De gemeenten maken zich klaar. Ik heb een tijdje geleden een rondvraag gedaan. De heer Tobback heeft me hetzelfde verteld. De gemeentebesturen zijn klaar, maar ze beschikken niet over de software. Ze vinden het niet fijn dat wordt gesuggereerd dat ze zelf niet klaar zouden zijn. Volgens mijn inlichtingen gaat het steeds om software die niet klaar is. De gemeentebesturen zijn bijzonder ontstemd dat ze eigenlijk niet van start kunnen gaan. De meesten zijn immers klaar. Ik ben dan ook niet verbaasd dat 280 gemeenten uitstel hebben gevraagd. Dat aantal zal misschien nog oplopen.
Mevrouw Peeters, u hebt het tijdens de plenaire vergadering nog over koudwatervrees gehad. U moet nu echter inzien dat de Vlaamse overheid en de softwareleveranciers niet klaar zijn.
Minister, ik zal u geen vraag stellen. Ik zou u enkel willen vragen na te denken over een voorstel. Zou u niet de realiteitszin aan de dag leggen dit gewoon tot 1 september 2017 uit te stellen? Op die manier zouden we zeker zijn dat iedereen, ook de provincies, van start zou kunnen gaan.
De heer Tobback heeft het woord.
Voorzitter, ik wil, aanvullend op wat mevrouw Pira net heeft verklaard, wel een vraag stellen. Indien ik kan tellen, maar het is mogelijk dat ik me vergis, telt Vlaanderen 305 gemeenten. (Opmerkingen)
I stand corrected. Er zijn 308 gemeenten. Dat zijn er hoe dan ook nog een aantal te veel, maar dat is een andere discussie. Tot nu toe hebben 280 gemeenten uitstel gevraagd. Er zullen er misschien nog bij komen. Zelfs indien er geen meer bij komen, betekent dit dat het in het allerbeste geval in hoop en al 28 gemeenten in Vlaanderen op 23 februari 2017 in werking zal treden. De rest heeft al uitstel gevraagd. Dit betekent dat waarschijnlijk meer dan 90 procent van de gemeenten in Vlaanderen momenteel niet in de toepasbaarheid gelooft.
Mijn vraag is eigenlijk eenvoudig en staat los van de discussie of Vlaanderen dan wel de gemeenten niet klaar zijn. Het zou eigenaardig zijn dat 280 gemeenten het allemaal samen zouden vertikken zich voor te bereiden of allemaal samen weigeren mee te doen. Ik zou graag een dergelijke guerrilla tegen de Vlaamse Regering zien, maar ik geloof daar spijtig genoeg niet in. Het moet dan ook aan iets anders liggen.
Minister, mijn eenvoudige vraag sluit aan bij wat mevrouw Pira daarnet heeft gesteld. Waarom hebben de Vlaamse Regering en in het bijzonder uw kabinet al die tijd gewacht? De tekenen waren klaar en duidelijk aan de horizon te zien. We zouden op dit punt belanden, maar u hebt al die tijd gewacht. U hebt zelfs gewacht op een voorstel van decreet dat uiteindelijk in extremis door Vlaamse volksvertegenwoordigers is ingediend om de mogelijkheid te creëren niet in chaos te vervallen. Waarom hebt u niet zelf nuchter en eerlijk onder ogen gezien dat het niet zou lukken op 23 februari 2017? Zo had u kunnen vermijden in een situatie terecht te komen waarin de gemeentebesturen zelf uitstel moeten vragen. Sommigen zullen dat misschien nog op de valreep aanvragen.
Ik hoop dat geen enkel gemeentebestuur per ongeluk is vergeten uitstel te vragen en op 23 februari 2017 zal worden verplicht dit toe te passen terwijl dit eigenlijk niet kan. Laten we hopen dat die miserie ons bespaard blijft.
De provincies lukt het blijkbaar ook niet. Zij krijgen echter niet de kans uitstel te vragen. Waarom is de Vlaamse Regering niet proactiever geweest? Waarom hebt u niet zelf klaar en duidelijk verklaard dat het in het belang van het goed bestuur zou zijn dit meteen voor iedereen uit te stellen en ervoor te zorgen dat het in orde is alvorens dit de Vlaamse burger en de gemeentebesturen in de nek te schuiven? Waarom hebt dit niet zelf gedaan?
De heer Ceyssens heeft het woord.
Voorzitter, “Aim for the moon. Even if you miss, you may hit a star.” De ambitie ligt op dit vlak zeer hoog. We moeten hier onder elkaar eerlijk zijn. Ik heb tot in den treure herhaald dat we hier werk maken van iets waarover al sinds het begin van de jaren tachtig wordt gesproken. Ik heb herhaaldelijk verklaard dat de invoering een huzarenstuk zou worden. Laten we nu consequent terugdenken aan de beslissing die we hebben genomen.
Mijnheer Ronse, er zijn momenteel problemen. Zonder die problemen hadden we enkele weken geleden geen voorstel van decreet bij hoogdringendheid moeten goedkeuren. Ik ben er zeker van dat we na de invoering van een digitaal loket met bugs zullen worden geconfronteerd. Individuele dossiers zullen hier misschien problemen of ongemakken van ondervinden. We kunnen misschien een waslijst maken van de vragen die in het Vlaams Parlement naar believen kunnen worden afgevuurd.
Ik neem nota van uw bezorgdheid ten aanzien van de provincies. De vraag is natuurlijk niet of de provinciebesturen op 23 februari 2017 willen starten. De provincies moeten dan van start gaan. Indien dit niet zou gebeuren, zou de omgevingsvergunning in zijn totaliteit moeten worden uitgesteld. In dat geval zouden we alle gemeentebesturen moeten vertellen dat het niet kan.
We moeten de gemeentebesturen vandaag de vraag niet stellen of ze klaar zijn om op 1 juni 2017 van start te gaan. De vraag die we moeten stellen, is wat ze nog nodig hebben om op 1 juni 2017 van start te gaan. We moeten die ingeslagen weg blijven volgen. Volgens mij kan niemand hier stellen dat het afgelopen jaar geen talloze inspanningen zijn verricht. Iedereen kan dit aan de gemeentebesturen vragen. Er zijn voorlichtingen gegeven om verder in software te investeren. Door middel van atriumoverleg is hier kond van gedaan. We hebben niets onverlet gelaten om in deze richting te gaan.
Nu het decreet is goedgekeurd, moeten we niet over een verder uitstel tot 1 september 2017 spreken. Op die manier kunnen we blijven uitstellen en zouden we de druk enkel verlagen. De gemeentebesturen zouden een tijdje gerust zijn en vinden dat het nog wel even zou kunnen duren. We moeten duidelijke doelstellingen geven en de ingeslagen weg verder bewandelen. Op die weg zullen links en rechts hindernissen opduiken. Daarover zijn we het eens.
We moeten een zaak onthouden. Als we allemaal achter de destijds uitgesproken gedachte blijven staan om tot een omgevingsvergunning te komen, zal geen hindernis te hoog zijn. Indien ondertussen mensen van mening zouden zijn veranderd, zal de eerste hindernis een goed excuus vormen om alles weer in vraag te stellen.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Ik ben het niet eens met de mensen die stellen dat ik sneller het signaal had moeten oppikken dat het niet zou lukken en alles had moeten uitstellen. Het betreft een heel grondige hervorming, en dus hebben we ruim de tijd genomen. In verband met dergelijke hervormingen zal er vanuit verschillende bestuursniveaus altijd een oproep komen dat ze niet klaar zijn, dat het een te grote verandering is en dat het moet worden uitgesteld. Indien we niet op een bepaald ogenblik een duidelijk signaal geven en een deadline stellen, ben ik ervan overtuigd dat we zullen blijven uitstellen. Dat is geen verwijt. Op alle bestuursniveaus zijn mensen, instanties en dienstenleveranciers te vinden die stellen dat ze nog niet klaar zijn.
Ik heb minister Tommelein horen schetsen hoe de Federale Regering met de witte kassa is omgegaan. Dat was net hetzelfde systeem. Er kwam constant de vraag het uit te stellen. Op een bepaald ogenblik moeten we echter springen en zwemmen. Dat is wat de Vlaamse overheid heeft beslist. We stappen niet af van 23 februari 2017 als begindatum. We bieden de mogelijkheid wat meer tijd te nemen om het in de vingers te krijgen.
Het gaat nu om 280 gemeenten. We gaan ervan uit dat bijna alle anderen uitstel zullen vragen. We beschikken over de bevestiging van vier gemeenten die hebben laten weten op 23 februari 2017 van start te zullen gaan. Dat kan. Het gaat om Dilsen-Stokkem, Langemark-Poelkapelle, Sint-Gillis-Waas en Staden. Zij zullen op 23 februari 2017 starten. (Opmerkingen)
Men kan een volledig intern systeem hebben uitgewerkt, maar de koppeling met het overkoepelende Vlaamse Omgevingsloket staat bij de provincies nog niet op punt. Men kan nu al perfect rechtstreeks met het Vlaamse Omgevingsloket werken. Dat is iets wat de provincies zullen moeten doen en dan intussen hun intern platform op punt stellen.
Het slechtste wat we kunnen doen, is zeggen dat het die of die zijn schuld is. Het klopt dat er vertraging is. Er speelt een combinatie van factoren, maar er is niemand die iemand met de vinger moet wijzen. Het is gewoon een heel complex systeem waarbij verschillende partners betrokken zijn. Op geen enkel moment is er ergens een signaal gekomen dat het de lokale besturen zijn die niet klaar zijn, of dat de provincies niet klaar zijn. Ik denk dat het een collectieve moeilijke opdracht is die we met zijn allen tot een goed einde moeten brengen. Daarom ook dat er zoveel overleg is.
Nogmaals collega’s, als u mij vraagt of ik kan garanderen dat vanaf 23 februari alles perfect zal lopen en er nergens een wiel af zal draaien, kan ik u dat niet zeggen, spijtig genoeg. Het is zo’n ingewikkeld systeem. Het is informatica, en we weten hoe zulke zaken lopen. We gaan ervan uit dat het zal werken, maar we kunnen niet voor honderd procent uitsluiten dat er hier en daar wel eens een probleem zal opduiken. Wie het anders zegt en wie doet uitschijnen dat het in juni kan of dat het in september kan zonder een fout, is fout. Het zal altijd zo lopen als je een nieuw systeem introduceert. We doen er alles aan om die back-up te hebben, om te zorgen dat er goede begeleiding is, om ervoor te zorgen dat het Omgevingsloket en de beroepsprocedures goed op elkaar zijn afgestemd, en dat men kan beginnen te werken vanaf 23 februari.
De beslissing is genomen om de gemeente zelf te laten kiezen omdat er signalen kwamen van gemeenten die al vanaf 23 februari willen meedoen. Het is dan ook logisch om te vragen wie uitstel wil en wie niet. Ik ga ervan uit dat de gemeenten waar we nog niets van hebben gehoord, nog uitstel zullen vragen. Het kan tot vandaag. Vandaag en morgen zullen er nog wel berichten binnenkomen. Collega Tobback, in ieder geval is er voldoende informatie verspreid naar de lokale besturen om hen daarvan op de hoogte te stellen. Ik ben het er dus niet mee eens dat er al veel vroeger een signaal moest zijn dat alles zal worden uitgesteld. Ik denk dat dat het slechtste is wat we zouden kunnen doen.
Het is ook heel belangrijk dat vanaf 23 februari de belangrijke vereenvoudigingen die in het systeem zitten, worden doorgevoerd. Het permanent zijn van de milieuvergunning na 23 februari, ook al wordt er een uitstel gevraagd door de gemeente, wordt dus al van kracht. Ik vind dat zeer belangrijk. Het was een speerpunt. Het was ook een vraag van het middenveld om dat zeker te laten doorgaan omdat het een zeer belangrijke vereenvoudiging is. Elke beslissing die wordt genomen na 23 februari – of de gemeente nu al dan niet meestapt in de omgevingsvergunning –, wordt een vergunning die onbeperkt geldig is in de tijd. Ik vind dat heel belangrijk dat dit niet mee wordt uitgesteld naar een latere datum.
Nogmaals, iedereen doet er alles aan om dat vanaf 23 februari goed te laten verlopen. Ik denk dat we ook vertrouwen moeten hebben in al de verschillende diensten. Er wordt hier en daar wel een paraplu opgestoken maar dat brengt ons geen stap verder. We moeten daar ook niet aan meedoen. We moeten vooral werken naar 23 februari en dan uiteraard richting 1 juni.
De heer Ronse heeft het woord.
Minister, ik denk dat we een onderscheid moeten maken tussen de bugs en dingen die problemen kunnen opleveren. Ik heb niemand hier horen zeggen dat dat problematisch is, want iedereen heeft daar begrip voor. Ik heb hier ook niet veel ‘gezwartepiet’ gehoord. Maar ik heb wel geen geruststelling gekregen over mijn bezorgdheden. De provincies bijvoorbeeld waarschuwen niet voor bugs en een moeilijke inwerkingtreding, maar zeggen letterlijk dat ze niet klaar zijn voor die omgevingsvergunning, ook al zijn ze verplicht.
Ik zou volgende week eigenlijk graag de provincies willen zien en eventueel een demo krijgen van de tool zelf zodat we weten hoe het in elkaar zit als we vragen en reacties vanuit het veld krijgen doordat we het met eigen ogen hebben gezien. Ik vind dat belangrijk. Idem voor de gemeenten. Ik vind het belangrijk om de VVSG te zien die ons kan zeggen dat we een onderscheid moeten maken tussen bugs, problemen, testen enzovoort. Onze fractie heeft er alle begrip voor, maar ik wil ze horen zeggen dat ze principieel bereid zijn om op 1 juni te kunnen starten met de omgevingsvergunning.
Daar gaat het over. Mensen, ondernemers, gebruikers hebben lang uitgekeken naar die hervorming. Het is een moeilijke hervorming waarvoor ik u trouwens meermaals heb gefeliciteerd. U hebt er alles aan gedaan om ze in werking te doen treden, maar laat ons alstublieft een onderscheid maken tussen kinderziektes en de principiële wil van besturen om mee te spelen in het verhaal. In die zin hangt er, wat mij betreft, te veel mist rond die principiële wil van provincies en van gemeenten.
Voorzitter, ik zou graag in de regeling van de werkzaamheden vragen om iemand van de VVSG en van de VVP uit te nodigen om van gedachten te wisselen.
We zullen dat in de regeling van de werkzaamheden bespreken.
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Minister, bpost werkt blijkbaar snel: onze brief is pas gisteren vertrokken maar toch blijkbaar al toegekomen op uw administratie.
Minister, ik ben het volledig met u eens dat een uitstel straks weer de vraag naar een verder uitstel oproept. We kunnen ook verwijzen naar het verhaal van de digitale bouwaanvraag van ruim twee jaar geleden. In april 2014 konden de pilootprojecten opstarten. De laatste lokale besturen zijn pas in december 2016 digitaal beginnen te werken. Het wekt dus bij een aantal lokale besturen misschien wel wat vrees op, maar men moet ooit eens de knoop doorhakken en zeggen dat men ervoor gaat.
Wij hebben er in onze stad heel grondig over nagedacht. We hebben gisteren op de gemeenteraad vijf omgevingsambtenaren aangeduid, we hebben het retributiereglement goedgekeurd en we hebben inderdaad beslist om toch in te stappen, uiteraard met de garantie dat we ook volledig digitaal kunnen werken. Ik hoop dat de koppeling van onze lokale softwareleverancier met het Vlaams Omgevingsloket optimaal werkt. Als dat niet zo is, hoop ik dat wij ook na 23 februari vergunningen kunnen afleveren, zij het dan via het Vlaams Omgevingsloket. Die garantie hebt u wel altijd gegeven. U weet ook dat het omslachtiger is dan wanneer we ons eigen pakket zouden kunnen gebruiken, maar alleszins hoop ik om op een performante manier vergunningen te kunnen afleveren.
Ik ben ook blij te horen dat er vandaag al vier gemeenten klaar zijn. Mevrouw De Vroe zegt dat ze nog een gemeente in Vlaams-Brabant zoeken. Het is goed dat er al een aantal gemeenten opstarten, want het is eigenlijk een soort pilootfase of een soort testcase voor de andere. Als er 308 gemeenten tegelijk opstarten, dan is er volgens mij ook wel onzekerheid.
Minister, ik heb er alle vertrouwen in en ik hoop dat we na 23 februari de eerste omgevingsvergunningen kunnen afleveren.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.