Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Vraag om uitleg over een mogelijk verbod op reclamekaartjes voor autoverkopers
Verslag
De heer Nevens heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, de parkings van baanwinkels of shopping centra liggen vaak bezaaid met reclamekaartjes van auto-opkopers, of zo doen zij zich althans voor. De Waalse minister van Leefmilieu Carlo Di Antonio van CDH wil een einde maken aan deze vorm van zwerfvuil en heeft een ministerieel besluit klaar dat reclamekaartjes van auto-opkopers zal verbieden. Ook in Brussel wordt een regelgeving voorbereid, zo vernemen wij via Franstalige media.
TRAXIO, de federatie van autoverkopers, en IKEA, waarvan de parkings vaak het doelwit zijn, zijn te vinden voor zo’n verbod in Vlaanderen.
Volgens de media volgt u dat van nabij op. Als het verbod in Wallonië goede resultaten oplevert, dan zou er in Vlaanderen mogelijk ook een verbod komen. Het verbieden van een vorm van reclame die overduidelijk en bewezen aanleiding geeft tot al dan niet doelbewust zwerfvuil en die bovendien gelinkt wordt aan een aantal diefstallen uit wagens, lijkt ons een goede zaak te zijn. Toch dient de kanttekening te worden gemaakt dat het zwerfvuil niet inherent verbonden is aan de kaartjes zelf, maar wel aan het gedrag van sommige eigenaars die hun wagen daar gestald hebben.
Minister, uw Waalse en Brusselse collega’s beschikken reeds over voldoende argumenten om voor een verbod te kiezen. Wat weerhoudt u ervan om op basis van die argumenten een beslissing te nemen? Naast auto-opkopers maken ook andere bedrijven of organisaties, zoals jeugdverenigingen of non-profitorganisaties, gebruik van deze vorm van reclame. Die briefjes komen echter evengoed in het zwerfvuil terecht. Denkt u dat elke vorm van reclame achter de voorruiten verboden moet worden? Hoe pakt men dat aan in Wallonië en Brussel?
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, de Waalse minister voor Leefmilieu heeft inderdaad te kennen gegeven dat hij de reclamepraktijken waarbij autoverkopers hun kaartje tussen de ruitenwissers plaatsen, wenst te verbieden. Collega Nevens heeft al verwezen naar de federatie van autoverkopers, TRAXIO, en naar IKEA, die daar positief op gereageerd hebben. In de media hebt u verklaard voorstander te zijn van een dergelijke maatregel, maar u roept op tot voorzichtigheid. Alvorens een beslissing te nemen, wenst u dit te onderzoeken.
Hebt u hierover al overleg gehad met Wallonië? Bent u een voorstander van een gelijke aanpak voor alle gewesten? Gebeurde er al onderzoek naar de invloed op zwerfvuil? Waarom bent u voorstander van een dergelijke maatregel? Op welke manier zult u de effectiviteit van de maatregel in Vlaanderen onderzoeken? Welke timing ziet u daarvoor?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Het gaat dus over de reclamekaartjes die tussen de autoruiten of de ruitenwissers worden gestopt. Daar is geen overleg over geweest met andere gewesten. In Wallonië heeft minister Di Antonio dat verbod aangekondigd zonder dat dat is afgesproken of aan bod is gekomen op een aantal niveaus of in de Verpakkingscommissie.
Uiteraard gaan we daarover in overleg. Ik heb dat ook zo gesteld. Ik ben ook wel benieuwd hoe Wallonië dat praktisch zal regelen. Ik ben ook voorstander van zo’n verbod, maar we moeten wel opletten. We moeten zorgen dat degenen die de kaartjes aan de auto bevestigen, de schuldigen zijn, en niet degenen die het kaartje vinden of verliezen als ze in hun auto stappen. Dat is de moeilijkheid. Degene die het zogezegd verwijdert, waarbij het op de grond terechtkomt, is dan de schuldige van het feit dat het kaartje daar ligt.
De lokale scouts of Chiro durven dat bijvoorbeeld ook wel eens te doen. Ook dat zijn zaken die we eens goed moeten bekijken, hoe we dat nu perfect gaan regelen, de juiste juridische, correcte omschrijving. Dat we degenen ontmoedigen om dat te doen die we willen ontmoedigen, dat vind ik vooral van belang.
Eigenlijk is het zo dat flyeren in Vlaanderen meestal wordt ondervangen door lokale overheden. Dikwijls wordt deze vorm van overlast opgevangen binnen een algemene flyerregeling in het gemeentelijke GAS-reglement (gemeentelijke administratieve sanctie). Daarbij moet aan het lokale bestuur toelating gevraagd worden om te flyeren. Indien die toestemming geweigerd wordt, kan daar ook gehandhaafd worden.
Het effect van het achterlaten van de kaartjes werd niet expliciet opgenomen in de onderzoeken rond zwerfvuil, maar als de kaartjes op de grond terechtkomen, wordt dat natuurlijk wel mee opgenomen in de algemene statistieken van zwerfvuil.
De effectiviteit van een dergelijk verbod zal ook worden onderzocht, en of de kaartjes nog aanwezig zijn op parkings of andere locaties. Daartoe zullen we een aantal sectoren, zoals de retailsector en de autosector, ook bevragen.
Ik ben dus voorstander van zo’n verbod, maar ik vind dat het goed in elkaar moet zitten en dat we ook afstemming moeten hebben met hoe het in Wallonië zal gebeuren. Dat zal dus binnenkort ook wel op de Interregionale Verpakkingscommissie besproken worden.
De heer Nevens heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord, minister. Uw piste ten aanzien van de mensen die iets achter de ruitenwisser of aan het venster bevestigen, dus de mensen die het probleem onrechtstreeks veroorzaken, lijkt mij een goede piste. Misschien is dat ook een oplossing voor al die parkeertickets die onder mijn ruitenwisser steken. Daar zit wel een opportuniteit in, denk ik.
Ik vind het wel vreemd dat telkens wanneer vanuit Wallonië of Brussel een initiatief gelanceerd wordt dat zou kunnen bijdragen tot de zwerfvuilproblematiek, men vergeet om u in kopie te zetten of dat met u te bespreken. Men verlangt enerzijds dat wij rekening houden met hen, maar anderzijds gaan zij ad hoc een aantal dingen lanceren waarvan u dan niet op de hoogte bent. Ik vind dat spijtig. Ik hoop dat u dat bij het eerstvolgende overleg eens ter sprake kunt brengen. Dat men het eerst bespreekt, en dat men dan eventueel communiceert over al dan niet te nemen beslissingen.
Ik wil daar nog aan toevoegen dat het inderdaad nuttig zou kunnen zijn om deze problematiek ook op te nemen met de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM). Vandaag loopt er een project rond de zwerfvuilcoaches, waarbij via een aantal proefprojecten een aantal problematieken rond zwerfvuil worden onderzocht, om die dan later uit te rollen in andere gemeenten en steden.
En ik denk dat het nuttig is om ook binnen OVAM en het proefproject te bekijken welke instrumenten u kunt gebruiken om die problematiek aan te pakken.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Als een lokale vereniging of een lokaal bedrijf publiciteit wil maken, moet dat uiteraard mogelijk zijn. Het zijn de lokale besturen die daar momenteel de toelating voor geven, dikwijls ook nog met een extra vermelding die kaartjes niet op de openbare weg te gooien. Het is dan ook belangrijk rekening te houden met de afdwingbaarheid van de lokale besturen.
Wat die kaartjes in auto’s betreft, gaat het ook over veiligheid. Voor grote winkelketens is dit echter een pest met het oog op een proper parkeerterrein. Die kaartjes zorgen voor zwerfvuil en er moet extra personeel worden ingezet om de winkelomgeving proper te houden. Die strijd voeren we al jaren, ook in de commissie. Dit vraagt een grote mentaliteitswijziging. Elke Vlaming zou daar de klik moeten maken.
Minister, wij volgen u dat daar een maatregel moet komen, maar het moet voor ons wel mogelijk blijven om te flyeren met respect voor het milieu.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Nevens, ik ga ermee akkoord om daar rekening mee te houden in het traject dat OVAM nu doorloopt.
Ik heb daarnet gewezen op de juridische moeilijkheid. Ik vind ook dat wanneer er toelating is gevraagd, verenigingen eventueel nog moeten kunnen flyeren. Een ander probleem dat ik daarnet niet heb geschetst, is dat je zulke kaartjes kunt verbieden, maar dat men ook creatief kan zijn met materiaal. In plaats van kartonnen kaartjes kan men ook een soort van plastic kaartjes maken. Dat moet dan juridisch goed worden onderbouwd zodat er geen achterpoortjes zijn. Dat is de keerzijde van de medaille: hoe zullen we dat correct aanpakken zodat de juiste mensen worden ontmoedigd om dat te doen?
De heer Nevens heeft het woord.
Wordt vervolgd.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.