Verslag vergadering Commissie voor Wonen, Armoedebeleid en Gelijke Kansen
Verslag
De heer Anseeuw heeft het woord.
Collega's, het wonen op een boot is stevig ingeburgerd, zeker bij onze noorderburen. Zij hebben een traditie in verband met wonen op het water. In Vlaanderen komt wonen op het water minder frequent voor, maar het is wel in opmars. Waterwegen en Zeekanaal (W&Z) ontvangt steeds meer vragen om langdurig een ligplaats in te nemen. Het gaat hier onder meer over aanvragen van particulieren om op het water te wonen. Ook heel wat oud-schippers willen na hun carrière op hun boot blijven wonen. Er zijn mensen die ervoor kiezen om een traditionele woning om te ruilen voor een woonboot.
Door een nieuwe wet wordt het vanaf 1 april 2017 mogelijk om, als je een woonboot wilt kopen, ook een hypothecair krediet af te sluiten. Op dat vlak wordt de situatie met ‘normaal’ vastgoed gelijkgetrokken. Ook voor horeca- of theaterboten wordt een hypothecair krediet mogelijk.
Het Vlaams Woningfonds (VWF) kent sociale leningen toe voor de aankoop of renovatie van een bestaande woning. Voor een woonboot is het vooralsnog niet mogelijk een sociale lening aan te gaan. Minister, ik kan me voorstellen dat er nog maar weinig aanvragen zijn geweest voor sociale leningen voor woonboten maar wat me benieuwt, is de toekomst. Hebt u plannen of overweegt u de mogelijkheid te creëren om ook sociale leningen open te stellen voor woonboten? Als u daartoe bereid bent, welk initiatief zult u opstarten?
Minister, kunt u de heer Anseeuw uit zijn prangend lijden verlossen? Hij woont in een stad aan zee en wie weet heeft hij plannen voor een verhuis.
Minister Homans heeft het woord.
Collega Anseeuw, u weet dat er in Vlaanderen twee grote instellingen zijn die sociale leningen verstrekken: de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) en het Vlaams Woningfonds. De VMSW heeft weet van één vraag om informatie over een sociale lening voor een woonboot. Wat het VWF betreft, werden er de voorbije vijftien jaar twee leningsaanvragen ingediend voor woonboten die niet tot een toekenning van een lening hebben geleid.
U hebt gerefereerd aan een voorstel van collega Peter Dedecker in de Kamer van Volksvertegenwoordiging om hypothecaire kredieten ook toegankelijk te maken voor woonboten. Dat is een federale bevoegdheid. Uw logische vervolgvraag aan mij is dan of ik ook plannen heb om sociale hypothecaire leningen open te stellen voor woonboten. U weet dat momenteel onmogelijk is om voor de aankoop van een woonboot een sociale lening af te sluiten omdat dit niet wordt beschouwd als een onroerend goed of als een woning, zoals vastgesteld in de Wooncode. Hierdoor voldoet de woonboot niet aan de definitie van een woning zoals die is vastgesteld in artikel 2 van de Vlaamse Wooncode en kan er bijgevolg ook geen sociale lening worden toegestaan.
Op zich ben ik absoluut niet gekant tegen het toekennen van een sociale lening voor een woonboot. De verkoop van woonboten zit in de lift, niet alleen in Oostende, maar ik denk ook in andere steden met een rivier of een zee. Mensen tonen ook veel meer interesse voor deze woonvorm, en het kan bovendien een goedkoper alternatief zijn voor een appartement of woning in de stad.
Om hiervoor een sociale lening mogelijk te maken, zal eerst moeten worden nagegaan in welke mate er aanpassingen moeten worden doorgevoerd aan de regelgeving en ook of er bijkomende voorwaarden moeten worden opgelegd voor dit type van verrichtingen. Het is allemaal niet zo heel eenvoudig.
Ik kan verwijzen naar Nederland waar de reguliere banken ook al een aantal voorwaarden hebben opgelegd en ook opleggen voor kredieten. Bijvoorbeeld, in eerste instantie denk ik dan aan de voorwaarden voor een permanente verblijf- of ligplaats – dit is ook niet altijd een evident debat – ook aan de kwaliteitsnormen waaraan deze woonboten moeten voldoen, aan de vaststelling van een nieuwe maximale verkoopwaarde die op deze woonboten is afgestemd en aan de verplichting voor het afsluiten van een all-riskverzekering.
Daarnaast moeten we onszelf ook de vraag stellen of het wel aangewezen is om hiervoor specifieke regelgeving te maken als er weinig tot geen vraag naar is. Maar, collega Anseeuw – en ik hoop dat het u optimistisch, positief en blij gaat stemmen –, ik ben zeker bereid om het verder te laten onderzoeken bij de evaluatie van het stelsel van de bijzondere sociale leningen dat momenteel aan de gang is.
De heer Anseeuw heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik ben van nature altijd blij gestemd en het wordt er met uw antwoord alleen maar beter op.
Alle gekheid op een stokje: ik denk dat het goed is dat de nieuwe en interessante evolutie inderdaad kan worden onderzocht om zo het wonen op boten te faciliteren.
Voor de voorzitter wil ik nog verduidelijken dat Oostende inderdaad een mooie en heerlijke stad is. Er wordt met veel boten gevaren maar dat zijn vissersboten – ferry’s vooralsnog niet. Het gaat hier niet over ferry’s of vissersboten, het gaat natuurlijk over binnenvaart. Maar ik wil u graag eens uitnodigen om het verschil te tonen, voorzitter.
Bedankt om mijn maritieme kennis bij te spijkeren, mijnheer Anseeuw. Mevrouw Taeldeman, u wilt aansluiten? Ik had dat niet verwacht gezien uw woonplaats.
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Wij hebben ook een Schipdonkkanaal. Het is de bedoeling om dat Schipdonkkanaal niet uit te breiden, misschien kunnen er dan woonboten...
Ik wou graag iets zeggen over de vraag van collega Anseeuw. Om de vraag wat breder te maken, wil ik graag verwijzen naar de aanpassingen die in 2014-2015 door deze regering zijn doorgevoerd, namelijk de aanpassingen om in aanmerking te komen voor een sociale lening.
Op een bepaald moment moest er worden ingegrepen, want in de vorige legislatuur werden wij telkens geconfronteerd met een uitputting van de kredieten voor sociale woningen. Meestal kregen wij al in april-mei het signaal dat het budget voor een sociale lening was opgesoupeerd. Er is dan een ingreep gebeurd waardoor het nu enkel nog mogelijk is om in aanmerking te komen voor een sociale lening voor de aankoop van een bestaande woning of de renovatie van een bestaande woning.
Minister, het valt mij toch op dat er de voorbije twee jaar geen slechte berichten meer zijn geweest dat de kredieten voor een sociale lening zijn uitgeput. Ik ga er dus van uit dat de meeste aanvragers ook in aanmerking komen voor een sociale lening. Los van het feit dat het wonen op een boot zeker een lovenswaardige manier van wonen is, kan men zich de vraag stellen of het toekennen van een sociale lening, heel specifiek voor deze woonvorm, de meest aangewezen manier is, gelet ook op de cijfers die u in deze commissie geeft, namelijk dat de administratie de voorbije jaren slechts met een drietal aanvragen werd geconfronteerd.
Maar mijn vraag gaat verder. Gelet op het feit dat men budgettair toch binnen de planning zit, denkt u eraan om alsnog de mogelijkheden om in aanmerking te komen voor een sociale lening, uit te breiden? Men zit netjes binnen de kredieten, betekent dat dan dat er nog beschikbaar budget is voor een ander type van voorwaarden om in aanmerking te komen, of hoort dit eerder thuis bij de evaluatie van het stelsel van sociale leningen?
Minister Homans heeft het woord.
Mevrouw Taeldeman, het antwoord op uw laatste vraag is eenvoudig. Dat wordt wel degelijk meegenomen in het onderzoek. U weet dat bij het begin van de legislatuur een aantal beslissingen zijn genomen en bepaalde zaken zijn uitgesloten voor het krijgen van een sociale woning, bijvoorbeeld nieuwbouw, bouwgrond en dergelijke meer.
Er zijn inderdaad geen negatieve berichten meer in de media over sociale leningen, dat klopt. Dat heeft alles te maken met het feit dat we er 200 miljoen euro hebben bijgestoken, bovenop het bestaande budget. Zo komen we nu aan een budget van 1 miljard euro op een jaar voor sociale leningen.
De heer Anseeuw heeft het woord.
Wat mevrouw Taeldeman aanhaalt, klopt natuurlijk. Er is vandaag nog maar weinig vraag naar, maar het is wel een opkomende woonvorm. Als we nu onderzoeken op welke manier we dat kunnen ondersteunen, bijvoorbeeld met sociale leningen, dan is dat verstandig beleid. Het is beter om te anticiperen, zonder te hard van stapel te lopen.
Het antwoord van de minister verheugt me. Mevrouw Taeldeman, ik heb ook niet begrepen uit uw tussenkomst dat u het een slecht idee vindt, alleen dat u wilt dat het goed wordt onderzocht. Dat is ook mijn bekommernis.
De vraag om uitleg is afgehandeld.