Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over de verplaatsing van bussen van De Lijn van Antwerpen-centrum naar de rand in het kader van de invoering van de lage-emissiezone in Antwerpen-centrum
Vraag om uitleg over de lage-emissiezone in Antwerpen en de bussen van De Lijn
Verslag
De heer Bertels heeft het woord.
Voorzitter, ik ben blij dat we deze vraag om uitleg finaal kunnen stellen. De genomen beslissing heeft wel wat reactie uitgelokt. Een partijvoorzitter van de meerderheid heeft de beslissing ‘te zot voor woorden’ genoemd. U hebt ook allemaal kennis kunnen nemen van de unisono negatieve reactie van verschillende gemeenten en steden zoals Geel, Mechelen, Heist-op-den-Berg, Mol, Aarschot en Westerlo.
Minister, donderdag 19 januari werden we wakker met het bericht dat De Lijn haar oude bussen, of correcter, bussen die niet voldoen aan de euro 3-norm, uit Antwerpen-stad weghaalt vanwege de daar ondertussen geïnstalleerde lage-emissiezone (LEZ), en die omruilt voor iets modernere bussen uit landelijk gebied, onder meer uit de regio Kempen. De busreizigers in de regio Heist-op-den-Berg, Mol, Aarschot en Westerlo zien modernere en meer comfortabele bussen dus verdwijnen naar Antwerpen en krijgen meer vervuilende, minder comfortabele bussen in de plaats die bijna of helemaal op het einde van hun cyclus zijn.
Het gaat hier niet om wat gemorrel in de marge, het gaat om een op acht bussen in de vloot van De Lijn provincie Antwerpen volgens de communicatie die toen werd gevoerd. Die cijfers zijn ondertussen al verschillende keren bijgesteld. Op basis van communicatie van De Lijn ging het initieel om zeventig bussen. De voorzitter van De Lijn komt dan op een receptie van een politieke partij zeggen dat het niet om zeventig, maar om zeven of tien of zelfs één bus gaat. Een staatssecretaris zegt dan dat het eigenlijk om vierhonderd bussen gaat als je de hele periode van de lage-emissiezone neemt. Minister, ik neem aan dat u nog andere cijfers zult noemen.
De ruil is bijgevolg van die aard om al de verouderde en meer vervuilende bussen te concentreren in de Zuiderkempen, en dat is geen manier van handelen, dat is onaanvaardbaar. Ook Kempenaren, Heistenaren, inwoners van Aarschot, ook zij betalen jaarlijks hun belastingen en betalen evenveel voor een vervoersbewijs van De Lijn als wie elders, bijvoorbeeld in de stad Antwerpen woont. Het is dus niet normaal dat ze door de ruil niet enkel disproportioneel worden getroffen door de besparingen bij De Lijn, maar dan ook nog eens oude rommel, zoals de pers het omschreef, krijgen. (Opmerkingen van Annick De Ridder)
Straks mag u reageren, mevrouw De Ridder, u moet niet bang zijn. Dan zullen we zien welk niveau u haalt. We krijgen dus oude rommel, zoals de pers het omschreef, in de plaats van moderne bussen.
Minister, klopt de berichtgeving van de pers? U hebt zelf gezegd dat dat klopt. De pers heeft zich goed geïnformeerd en er is een wissel van modernere en oude bussen. De oude bussen komen naar de landelijke gebieden en de modernere gaan er weg.
Minister, is dit beleid van De Lijn doorgesproken met u? Vindt u het redelijk dat een regio hier specifiek opdraait voor de beslissing van een stad aan de andere kant van de provincie? Initieel was er geen communicatie naar de betrokken gemeentebesturen – De Lijn of u wil dat ‘en stoemelings’ doen –, maar is er ondertussen communicatie naar de betrokken gemeentebesturen geweest?
De heer Keulen heeft het woord.
Voorzitter, misschien is het goed dat deze vragen om uitleg worden gesteld, want ik zie hier verschillende mensen verontwaardigd reageren. Laat de feiten dan gewoon spreken.
Dit doet me allemaal denken aan de periode dat Steve Stevaert kwam met zijn gratis bussen. Sommigen ging zwaar te keer tegen het gratis aspect. Ikzelf vond dat je dat voor een beperkte tijd kon doen om op die manier de aandacht te trekken op het aspect openbaar en busvervoer. Het praktische probleem dat ik vooral had, was dat een groot deel bussen vanuit Limburg naar Hasselt werd gedraineerd, want je moest bijkomende buscapaciteit hebben om al die gratis reizigers te kunnen rondvoeren. Plots waren veel meer mensen bereid de bus te nemen. Dus werden waar het enigszins mogelijk was, bussen vanuit de rest van Limburg naar Hasselt getrokken.
Minister, de vraag is heel simpel. Als burgemeester ben je meester van de communicatie. Maar als je dat als burgemeester van om het even welke stad of gemeente in de rand ’s morgens in de krant leest – ik zal het beeld van de oude rommel niet gebruiken – dat de bussen met de euro 2-norm naar de rand gaan, en de euro 5- en euro 6-bussen naar de stad gaan, dan krijg je het beeld dat in de metropool Antwerpen nogal eens leeft: Antwerpen is het centrum van de wereld en de rest is parking. Daar kun je heel veel over draaien en keren, maar dat is wel het beeld dat ontstaat. Als ik morgen in Lanaken een lage-emissiezone zou invoeren, zou ik dan ook euro 5- en euro 6-bussen krijgen?
Minister, dat zijn de gevoelige punten in het beleid waarbij je moet beslissen in functie van leeftijd en van behoefte. In modern voorraadbeheer heeft men het dan over fifo (first in, first out). Dat betekent dat eerst de oudste bussen worden vervangen en zo gradueel verder, maar waarbij dus iedereen aan bod komt.
Men had op zijn minst vooraf met de mensen moeten communiceren. De doelstelling moet zijn, en daar vinden we elkaar wel in, dat heel Vlaanderen voor De Lijn een lage- emissiezone wordt. Dat is de ambitie die we samen moeten koesteren. Zo niet, krijgt de bus een negatief imago. De bus is nog altijd de manier om de modal shift te bewerkstellingen, is doorgaans ook veilig en tot op zekere hoogte comfortabel. En dan krijgen we hier plots een discussie die de vervoermodus bus niet dient.
Minister, hoeveel bussen die niet aan de normen voor de lage-emissiezone in Antwerpen voldoen, werden overgeplaatst naar de stelplaatsen buiten Antwerpen, zowel van De Lijn als bij pachters?
Welke timing stelt u voorop om deze bussen te vervangen? Wordt daarbij specifiek aandacht besteed aan deze stelplaatsen?
Waarom moesten de lokale besturen dit nieuws via de pers vernemen? Zult u initiatieven nemen om De Lijn proactiever te laten communiceren met de lokale besturen?
De heer de Kort heeft het woord.
Normaal wordt in mijn fractie, wanneer het gaat over openbaar vervoer, altijd het woord gevoerd door mevrouw Brouwers. Ik heb echter de indruk dat de communicatie van sommigen over de beslissing om in Antwerpen een lage-emissiezone in te voeren met de gevolgen daarvan op het vlak van openbaar vervoer, in het verkeerde keelgat is geschoten bij een aantal mensen in de Kempen. Zij beschouwen de Kempen als de calimero naast die grote stad. Daarbij wordt er niet meer gekeken naar waar het eigenlijk over gaat.
Minister, u hebt de omslag gemaakt naar een vergroening van het wagenpark van De Lijn. Daar wordt nu fors op ingezet en die trend wordt nu doorgezet.
Wat die communicatie betreft, is het goed dat we hier de kans krijgen om verduidelijking te vragen. Er is sprake van zeventig bussen die zouden worden verplaatst. Uit bijkomende informatie die we hebben gekregen, blijkt dat het maar om een gedeelte van die bussen zou gaan. Die bussen hebben intussen ook allemaal een roetfilter gekregen, wat overeenkomt met euronorm 4 van de bussen. Wij hebben in dit parlement in de regelgeving ook zelf de normen voor de lage-emissiezone vastgelegd. Misschien moeten we een bijkomend initiatief nemen op dat vlak.
Minister, hoe staat u tegenover deze maatregel en tegenover de kritiek die wordt geformuleerd? Moet er verder nog een gezamenlijk initiatief worden genomen?
Wat is de kostprijs wanneer ook andere lokale besturen gelijkaardige maatregelen nemen? Wat is de kostprijs van de ombouw van dieselbussen naar milieuvriendelijke bussen?
Worden er middelen van het Klimaatfonds ingeschakeld en op welke manier?
Minister Weyts heeft het woord.
De Lijn heeft zelf 571 bussen in de provincie Antwerpen. Daarvan zijn er nog 70 met euronorm 2 maar die worden grotendeels als reservebussen gebruikt. 25 van deze euronorm-2-bussen worden concreet van stelplaats gewisseld.
Dit is eigenlijk geen nieuws. Ik heb dat anderhalf jaar al meegedeeld in het antwoord op een schriftelijke vraag van mevrouw De Ridder. De Lijn moest dat wel doen, het tegenovergestelde zou nogal wat heisa hebben veroorzaakt. Antwerpen voert een lage-emissiezone in en De Lijn zou dat aan haar laars lappen en het slechte voorbeeld geven.
Om eventuele verschuivingen te beperken heb ik voorzien in bijkomende investeringsbudgetten om de vervanging en vergroening van het rollend materieel voor bussen en trams in heel Vlaanderen te versnellen. We zitten daar nu op een historisch hoog niveau. In de periode 2014-2016 zijn er 88 trams en 358 bussen besteld. De volgende grote bestellingen van zo’n 230 bussen en 146 trams staan klaar. In het verleden is er te weinig geïnvesteerd, onder meer tijdens de periode 2007-2009.
Er is een tijdlang inderdaad te weinig geïnvesteerd, meer bepaald in de periode 2007-2009. Zoals u weet, heeft een bus een levensduur van ongeveer veertien jaar. Het tekort aan investeringen in de periode speelt ons nu dus wel degelijk nog parten.
Daarnaast geeft deze Vlaamse Regering met een enveloppe van 22 miljoen euro uit het Klimaatfonds inderdaad nog een extra impuls. Deze middelen worden specifiek gebruikt om de meerkost van de aankoop van hybridebussen ten opzichte van dieselbussen voor De Lijn bij te passen en om zo snel mogelijk in enkele opstartprojecten met volledig elektrische bussen te voorzien.
Dit komt vanzelfsprekend ook de provincie Antwerpen ten goede. Sinds 2014 kreeg de provincie al 106 nieuwe bussen. Vanaf maart stroomt er weer een nieuwe lading – een vijftigtal – van de modernste en groenste bussen binnen. Die zullen eerst worden ingezet op de stelplaatsen die nu – zeer tijdelijk – de euronorm 2-bussen krijgen. De ‘getroffen’ – in uw ogen – gemeenten zijn eigenlijk de grote winnaars van heel de zaak, zij krijgen de meest nieuwe en meest groene bussen. U had hier ook van kunnen maken dat dit een fantastisch goede zet is waarbij de betrokken Kempense gemeenten en andere de grote winnaar zijn. Spijtig.
Maar ik geef toe dat men bij De Lijn ook wat geschrokken was, en men heeft zich verontschuldigd voor het niet tijdig inlichten van de verantwoordelijken van de betrokken lokale besturen. Dat is ondertussen wel gebeurd. Volledig te goeder trouw had men bij De Lijn nooit vermoed of bevroed dat die 25 bussen die maar over enkele maanden zouden worden ingezet zeer tijdelijk om dan te worden vervangen door de meest groene bussen, aanleiding zouden geven tot stennis en antireclame voor het openbaar vervoer. Dat had men niet kunnen bevroeden en vermoeden.
De euronorm 2-bussen hebben – men is daar allang mee bezig – een roetfilter, die de uitstoot van fijn stof met meer dan 90 procent beperkt. Qua fijnstofuitstoot zijn ze even goed als de modernere euro 4-bus. Dat staat er eigenlijk los van. Dat is niet vergoelijkend bedoeld, maar informatief.
We hebben een concreet stappenplan uitgewerkt, zowel in het kader van het Klimaatplan als van ‘good policy’. Zo worden vanaf 2019 nog louter bussen met alternatieve aandrijving – hybride, CNG of elektrisch – aangekocht. In stedelijke omgevingen willen we tegen 2025 enkel nog met groene bussen rijden, en in de stadskernen louter elektrisch. Deze ambities staan ook in de beheersovereenkomst. We gaan veel sneller dan men misschien had voorzien, heel Vlaanderen beschouwen als een lage-emissiezone. We gaan in de praktijk een voortrekkersrol spelen met De Lijn en het goede voorbeeld geven.
Minister, de heisa die ontstaan is, is grotendeels te wijten aan niet-communicatie, ik denk dat u dat woord ook gebruikt hebt, of niet-tijdige communicatie van De Lijn. Daar is het mee begonnen en daar zijn achteraf allerlei verschillende cijfers over de wereld ingestuurd. Het is zoals de heer Keulen zegt: de indruk die men wekt, de communicatie die men gedaan heeft, dat men met twee maten en twee gewichten werkt, leidt tot terechte reacties. Die reacties zullen wij blijven geven. U kunt niet als het ware een regio ‘denigrerend’ behandelen. (Opmerkingen)
De vergroening van de bus vlot. Daar zijn wij voor. Wanneer worden de nieuwe bussen in de provincie Antwerpen, u spreekt van een vijftigtal, De Lijn zegt mij 46 – maar goed, dat beschouw ik als een afronding, dat is geen probleem – vanaf maart ingezet? Er bestaat nog enige discrepantie tussen wat de ene beweert en wat de andere aankondigt. De Lijn zegt: tegen het einde van het jaar. Kunt u dat verduidelijken?
Ik neem aan, minister, dat u het met ons eens bent dat we moeten vermijden dat deze operatie zich herhaalt bij de verdere uitrol van de lage-emissiezone in Antwerpen, waarbij men gepland heeft dat binnen afzienbare tijd ook de euro 3-bussen niet meer in Antwerpen mogen rijden. Er zullen er dus nog veel moeten worden vervangen. Ik neem aan dat we deze operatie terdege moeten voorbereiden, zodat we niet met dezelfde situatie worden geconfronteerd en dat de ‘oudere’ euro 3-bussen worden verschoven van Antwerpen naar – om de woorden van de heer Keulen te herhalen – de parking. Kunt u op zijn minst garanderen dat dit spelletje zich niet herhaalt?
Om te beginnen met het positieve, minister, ik vind het goed dat u zegt, en u hebt dat bevestigd, dat heel Vlaanderen een lage-emissiezone moet worden voor onze openbarevervoersmaatschappij De Lijn. Dat is een goede, dynamische, juiste ambitie.
U hebt niets gezegd over pachters. Nu weet ik wel dat die in een grootstedelijke context weinig voorkomen, want dat zijn de rendabele lijnen, daar zit eerder De Lijn zelf op. Zijn de pachters daar ook bij betrokken?
Minister, tot slot vraag ik me af waarom De Lijn dat allemaal op deze wijze over zich heen heeft laten komen. U hebt hier een hele uitleg gegeven. De Lijn had dit perfect met feiten en argumenten kunnen counteren. U ben uw hele leven woordvoerder geweest. Niets spreekt zo tot de verbeelding als getallen. Meten en weten. Ik begrijp nog steeds niet hoe De Lijn dit zo heeft kunnen aanpakken.
De beeldvorming is een beetje geholpen door het Antwerps stadsbestuur, dat nu vindt over de beste bussen te beschikken. Het beeld is ontstaan dat hiermee is verteld dat de rest naar de rand gaat. De betrokken burgemeesters zijn niet geïnformeerd. Dit zijn eigenlijk vermijdbare euvels. Om die reden wordt dit zwaar aangerekend.
Minister, u kunt allerlei zaken aan de hand krijgen. U moet dat dan proberen het hoofd te bieden. Het succes van elke operatie hangt echter af van de intensiteit van de voorbereiding. Indien dit een beetje professioneel was aangepakt, had De Lijn kunnen weten dat mogelijk een storm zou opsteken. Er waren argumenten om dit te kaderen en te duiden. Iemand die zoekt, zal altijd iets vinden. Uw eigen mensen en neutrale mensen zouden echter het gevoel hebben gekregen dat het allemaal steek houdt en goed in elkaar zit. Dat beeld bestaat momenteel nog niet in Vlaanderen. Dit staat los van de politieke partijen en de gemeentebesturen.
Minister, ik zou nog graag wat verduidelijking over de pachters krijgen.
De heer de Kort heeft het woord.
Minister, aangezien mijn vraagstelling misschien onduidelijk was, wil ik ze nog even verduidelijken. Het Vlaams Parlement heeft normen voor de lage-emissiezones goedgekeurd. Om juridisch correct te zijn, hebben we dit toen geobjectiveerd. We hebben toen gekozen voor de euronorm. Daarover is momenteel discussie. Mijn vraag is of we die normen al dan niet verder moeten aanpassen. Is het de bedoeling die toen vastgelegde criteria gewoon te behouden? Ik merk dat verschillende politieke partijen hierover op een verschillende wijze communiceren. Indien we in de toekomst over een vergroening van het wagenpark willen spreken, lijkt het me belangrijk ook over de effectieve normen te spreken.
Mijn tweede vraag heeft betrekking op de financiering. De vergroening van de vloot van De Lijn is een goede zaak. Het gaat volgens mij om het gedeelte van de vloot dat effectief door De Lijn wordt ingezet. De vraag is of de vergroening van de vloot door de pachters op eenzelfde wijze wordt uitgevoerd.
Een andere vraag is of de financiering gedeeltelijk van het Klimaatfonds afkomstig is. Indien we in de toekomst verder op die vergroening willen inzetten, is de vraag hoe we hiermee zullen omgaan. Er is nu een discussie losgebarsten. We merken dat andere gemeentebesturen kijken naar wat er met de lage-emissiezone in Antwerpen gebeurt. Volgens mij zullen veel lokale besturen ook een lage-emissiezone invoeren. Dat zal consequenties hebben voor de wijze waarop we de financiering van het openbaar vervoer organiseren.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Voorzitter, ik wil me kort aansluiten bij het laatste punt dat de heer de Kort heeft aangehaald. Als ik het goed heb begrepen, zullen we tegen 2025 in heel Vlaanderen op een andere manier met de bus rijden. Het effect dat dit momenteel in Antwerpen heeft, zal dan in heel Vlaanderen gelden.
Dat is nog lang, maar ik maak me toch een beetje zorgen. We naderen de gemeenteraadsverkiezingen. Ik kan me perfect voorstellen dat heel wat politieke partijen in centrumsteden en kleinere steden dit in hun programma zullen opnemen. We zouden in 2019, hoewel dat vrij snel is, of in 2020 een inflatie van lage-emissiezones kunnen krijgen. Op dat moment hebben we nog vijf jaar te gaan. Ik deel dan ook de bezorgdheid van de heer de Kort. Hoe zit het dan met de financiering van al die nieuwe, propere bussen? Zullen we dat niet moeten versnellen? De huidige planning van De Lijn staat in een conceptnota die de Vlaamse Regering afgelopen zomer heeft besproken. Zal het mogelijk zijn die planning te blijven volgen?
Ik heb gehoord dat er in Mechelen iets zal gebeuren. Hier en daar zal nog wel een stadsbestuur iets op korte termijn beslissen. Ik vrees echter vooral een inflatie na de gemeenteraadsverkiezingen. We moeten ons beraden over de vraag hoe we dit kunnen opvangen. We hebben bijna een plan B nodig. We moeten nagaan welke financiering we hiertegenover moeten plaatsen. Tussen 2020 en 2025 ligt vijf jaar. Het is een bezorgdheid die ik deel en die ik nog even wilde expliciteren.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Minister, ik dank u voor een antwoord dat voor het merendeel van de aanwezigen in de zaal zeer duidelijk was. Dat zou meteen mijn bijkomende vraag zijn geweest, maar dat is niet nodig gebleken. U hebt duidelijke cijfers gegeven over de inhaaloperatie die deze Vlaamse Regering eindelijk uitvoert. Als we zien wat in het verleden in periodes van drie jaar is aangekocht, blijkt dat tussen 2007 en 2009 dertien trams en 88 bussen en tussen 2014 en 2016 88 trams en 358 bussen zijn aangekocht. Er staan nieuwe grote bestellingen klaar voor 230 bussen en 146 trams. Het lijkt me cruciaal dat dit een rechtstreeks effect op de versnelde vergroening zal hebben. Eindelijk wordt in het materiaal en de mensen van De Lijn geïnvesteerd.
Mijnheer Bertels, u vertelt de mensen leugens. U geeft valse informatie. U staat plat populistisch aan stations om stofmaskertjes uit te delen. Ik zal het in de microfoon zeggen. Dat is het niveau van de PVDA. Misschien voelt u zich een beetje opgejaagd, hoewel het me in Vlaanderen nog niet zo erg lijkt.
Mensen worden dan begrijpelijk bezorgd. Let goed op mijn woorden, ik zeg: mensen worden begrijpelijk bezorgd. Het is nogal plat van u dat u hier komt zeggen dat die maatregelen reactie uitlokken. Of zoals de pers schrijft: rommelbussen voor de rand. Dat zijn uw woorden. Dat is uw miscommunicatie die zo’n spijtige reactie uitlokt. Wilt u dat voor de reiziger doen? Neen, absoluut niet, u wilt stoken tussen de stad en de rand. U bent daar helaas ook gedeeltelijk in geslaagd als ik de begrijpelijk verontruste reacties van de rand zie. Het maakt voor mij één ding duidelijk, namelijk dat u eigenlijk geen fan bent van De Lijn, dat u geen fan bent van de versnelde investeringen die nu gebeuren, van de vergroening van het wagenpark waarbij we vanaf 2019 nog een stap verder zullen gaan in de bestellingen, wat schitterend is. In de rand worden de bussen sneller vervangen door groene voertuigen. De roetfilters zorgen ervoor dat de bussen een euro 4-norm halen. U bent duidelijk ook geen fan van de lage-emissiezone. Ik vind dat zeer raar. Ik kan het wel begrijpen, want het wordt natuurlijk niet in een sp.a-gemeente uitgerold maar door een N-VA-schepen begot – stel u dat voor – die als primeur in Vlaanderen een lage-emissiezone uitrolt. Dat moet pikken.
Minister, u hebt voor mij voldoende geantwoord. Ik wil nog één citaat brengen van De Lijn zelf. De Lijn had vroeger kunnen communiceren met de steden en de gemeenten. Dat is een punt van kritiek, waarvoor ook excuses zijn gekomen. Ik verwacht dat er in de toekomst sneller en beter wordt gecommuniceerd met de randgemeenten. De Lijn heeft vanochtend heel duidelijk gezegd, mijnheer Bertels, dat uw sp.a-actietje “bewuste stemmingmakerij” en De Lijn noemt de actie volledig misplaatst. Ik herhaal “volledig misplaatst”. Ze zegt verder dat maximum 8 van die bussen die in Herentals rijden allemaal zijn uitgerust met een roetfilter, dat ze in reserve worden gehouden en als eerste in aanmerking komen voor de versnelde vervanging door nieuwe exemplaren. Voor dit jaar worden er minstens 37 bussen voor de entiteit Antwerpen geleverd. Na die reactie had u misschien uw vraag kunnen intrekken, alhoewel dat lastig is, of ten minste uw toon kunnen aanpassen. Ik stel als enige in deze zaal vast dat u dat niet doet en dat betreur ik. Het is niet goed voor de reiziger, niet goed voor het openbaar vervoer en zeker niet goed voor die randgemeenten in de landelijke locaties die voor ons als partij uiteraard ook zeer belangrijk zijn.
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Minister, mijn fractie staat uiteraard helemaal achter het plan om zo snel mogelijk de busvloot van De Lijn te vergroenen. Ik herinner me dat begin vorig jaar een krant kopte ‘De Lijn is verslaafd aan diesel’ naar aanleiding van het feit dat ik vaststelde dat alle nieuwe bussen die u gekocht had, dieselbussen waren en dat dat nergens in Europa nog voorkwam. Dat werd weggewuifd als zijnde onterechte kritiek want euronorm-6-bussen zijn nu eenmaal properder dan euronorm-3-bussen. Dat klopt, want in de tijd van euronorm 3 bestond er nog geen euronorm 6.
Intussen is het inzicht gegroeid en is de regering ingegaan op de suggestie van mijn fractie – er zijn ook andere fracties geweest die gewezen hebben op het voorbeeld van Parijs, Nederland enzovoort – om een plan te ontrollen om binnen afzienbare tijd de vloot te ontdieselen. Ik ben daar heel blij mee. Het is goed dat de middelen van het Klimaatfonds daarvoor worden ingezet.
Het spreekt vanzelf dat die uitrol gepaard gaat met overgangsmomenten waarbij je je even geen blijf weet met de iets oudere bussen. Die discussie ga ik niet voeren; ik woon niet in de Kempen. Mevrouw De Ridder, u beschuldigt anderen van het desinformeren van de mensen en u zwaait zelf om de haverklap met cijfers. Ik heb me altijd afgevraagd waarom een aantal regeringspartijen absoluut willen benchmarken met het beleid van 10, 12 tot 15 jaar geleden en niet benchmarken met de uitdagingen van de toekomst, want daar gaat het om. Ik heb me ook altijd afgevraagd waarom u van een legislatuur die 5 jaar duurt, er maar 3 jaar uitpikt om cijfers te vergelijken. Ik begrijp natuurlijk waarom. Als ik kijk naar de bijlage van de nota van De Lijn zelf ‘Versneld naar duurzaam Vlaams openbaar vervoer’ en naar de cijfers van wie wanneer welke bussen heeft besteld, dan zie ik dat in de legislatuur van mevrouw Van Brempt meer dan 400 bussen werden besteld en 42 trams. Het klopt gewoon niet wat u zegt. U maakt geen correcte vergelijking. Uw partij doet net hetzelfde met fraudecijfers. Als het gaat over mensen desinformeren, hebben wij van u geen lessen te leren. Ik citeer cijfers uit documenten van De Lijn zelf. Ik wou dit even rechtzetten voor het verslag.
Minister Weyts heeft het woord.
Voor wat die laatste cijfers betreft, is het inderdaad zo dat wij in deze regeerperiode meer dan 600 bussen zullen bestellen.
Mijnheer Bertels, u spreekt over ‘de heisa is ontstaan’ en u hanteert een passieve werkwoordsvorm. Ik heb trouwens in een krant gelezen dat ik uw vragen zou weigeren. Ik weet niet welke krachten u mij toedicht, maar ze overtreffen het parlement niet. Dat is niet correct. Het is evenmin correct dat u blijft herhalen in uw repliek dat een regio denigrerend wordt behandeld. Als u de Kempen bedoelt en als er al sprake is van discriminatie, dan zal het positieve discriminatie zijn omdat de betrokken gemeenten als eerste die nieuwste, groene, moderne en mooiste bussen krijgen. Dat is dus een mooi cadeau.
Vanaf maart wordt dit dus uitgerold. Het gaat over de vervanging van 25 bussen. Vandaar antwoord ik onmiddellijk op de communicatiefouten van De Lijn. Ik neem mijn administratie in dezen toch wat in bescherming en neem haar verdediging op. Het is niet zo dat De Lijn de gewoonte heeft om bij elke vervanging van elke bus in elke gemeente het betrokken gemeentebestuur te verwittigen van het feit dat er een bus wordt vervangen. Hier heeft men wel onderschat wat mogelijks de communicatieve consequenties hadden kunnen zijn wanneer men terecht zou komen in een politiek opbod. Dat heeft men niet kunnen bevroeden. Daarom heeft men zich daar ook voor verontschuldigd. Maar men heeft echt, te goeder trouw, nooit gedacht dat met de tijdelijke inzet gedurende enkele maanden van 25 bussen, men in een dergelijk politiek spel zou terechtkomen.
De pachters zijn natuurlijk zelf gebonden door de LEZ-normen die worden opgelegd. Zij hebben sowieso wel een modernere vloot. Zij hanteren ook kortere afschrijvingstermijnen. Ze hebben een veel hoger vervangingsritme waardoor ze bijvoorbeeld minder bussen met euronorm 2 hebben. Ik heb weet van het feit dat de pachters in totaal zes bussen moesten verschuiven. Ze worden natuurlijk ook betrokken in de vergroening en zo kunnen er ook bij de gunning van contracten criteria worden ingesteld.
Wat als nog meer gemeenten dat gaan doen? Daar kan ik natuurlijk niet op vooruitlopen. Wel doen wij nooit geziene inspanningen om resoluut die vergroening van de vloot in te zetten. Daarvoor zetten wij 22 miljoen euro van het Klimaatfonds in, enkel daarvoor, op basis van een beslissing van de regering. Dus er is additioneel nog eens 22 miljoen euro, waarvoor dank aan de collega's, waardoor we finaal als nooit tevoren middelen mobiliseren om de vloot te vergroenen.
De heer Bertels heeft het woord.
Voorzitter, als er verontruste reacties ontstaan naar aanleiding van een niet-communicatie, dan behoud ik mij het recht voor om daarover vragen te stellen in dit parlement. Die verontruste reacties waren er van gemeentebesturen van alle kleuren en geuren, vooraleer ik daar maar één woord over heb gezegd. Ik behoud me dan het recht voor om op die verontruste reacties in te gaan. Als mevrouw De Ridder dat minachtend vindt, dan moet zij dat voor haar rekening nemen. Voor mij zijn dat correcte verontruste reacties van mensen op het platteland die ook verontrust mogen zijn voor wat hun wordt aangedaan.
De vergroening van de busvloot en de investeringen in het openbaar vervoer, minister, daar zijn wij voor. Dat hebt u al gehoord en dat hoort u meermaals in deze commissie. Om op een positieve noot te eindigen: ik hoop dat dit zich niet herhaalt bij de verdere uitbreiding van het aantal bussen dat niet mag toetreden tot de LEZ in Antwerpen en we dit de komende jaren niet opnieuw moeten beleven, want dan zullen we opnieuw de woordvoerder zijn van de verontruste reacties van al die gebieden.
De heer Keulen heeft het woord.
Minister, collega's, we leven om te leren. Minister, u moet nu vooral onthouden dat als je het concept basisbereikbaarheid uitrolt en implementeert, een structurele en grondige communicatie met de lokale besturen van kapitaal belang zal zijn, wil je daar een draagvlak voor creëren. Ik moet u het belang van communicatie niet uitleggen. U moet daar vooral zelf een oog op houden om te vermijden, zeker als we in de fase komen van de uitrol van de basisbereikbaarheid, dat we door misverstanden en allerhande verwikkelingen hele delen van Vlaanderen tegenkomen als tegenstrever van De Lijn en van andere aanbieders van collectief vervoer. Met een goede, tijdige en professionele communicatie is dat allemaal perfect vermijdbaar en was dat in dit geval ook vermijdbaar geweest.
De heer de Kort heeft het woord.
Minister, in verband met dit project moeten we een zaak leren. Er is nu gefocust op het negatieve, maar er moet voornamelijk gefocust worden op het positieve. In verband met De Lijn weten we hier allemaal dat op een bepaald moment, ook vanuit de politiek, misschien wat te vroeg is aangedrongen op een vergroening van het wagenpark. Bij De Lijn zijn de kinderziekten die dat met zich heeft meegebracht, te lang blijven nazinderen. Op dit moment is de technologie zo geëvolueerd dat het effectief kan worden uitgerold en we op die manier een belangrijke bijdrage kunnen leveren ten aanzien van het klimaat. Minister, op dat vlak kunnen we de communicatie voortzetten dat we met Vlaamse technologie en Vlaamse busbouwers kunnen zorgen voor werk in Vlaanderen voor de toekomst. Op dat vlak kunnen we nog een tandje bijsteken. Ik wil ook onderstrepen dat de financiering gebeurd is mede door u maar ook andere collega's van de Vlaamse Regering. Ik vond het spijtig dat sommige collega's daaromtrent in hun communicatie een sneer hebben gegeven binnen de eigen meerderheid. Dat vond ik heel spijtig.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.