Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
Mevrouw Pira heeft het woord.
Minister, jaarlijks moeten de luchthavenexploitatiemaatschappijen (LEM’s) volgens de concessieovereenkomst een concessievergoeding betalen aan de luchthavenontwikkelingsmaatschappijen (LOM’s). Die vergoeding, zo legde u in antwoord op mijn vraag van december 2016 tijdens de begrotingsbesprekingen nog uit, bestaat uit een vast en een variabel deel.
Mevrouw Pira, we zijn wat verrast: iedereen die vandaag het woord neemt, start met een gedicht.
Voorzitter, als u dat goedvindt, wou ik daarmee eindigen, in het kader van het verzachten van de zeden.
Goed, laat u ons verrassen. Gaat u verder.
De concessievergoeding bestaat dus uit een vast en een variabel deel. Het is door dat variabel deel dat er soms een bijpassing nodig is die afhankelijk is van de omzet die de LEM’s realiseren. Dat hebt u gezegd, minister, in antwoord op mijn vraag. Hierbij verwijst u naar het aantal passagiers.
Het aantal passagiers is dus bepalend voor de hoogte van de concessievergoeding die jaarlijks betaald wordt aan de LOM, dus eigenlijk aan de overheid. Op de vraag hoe het parlement kan controleren of het bedrag dat de overheid, de LOM, via de vergoeding terugkrijgt van Egis, de LEM, een terecht bedrag is, is het antwoord eenvoudig: via controle van de passagiersaantallen die maandelijks op de website verschijnen en jaarlijks worden gepubliceerd in een jaarboek.
Tot daar de theorie, want de praktijk ziet er heel anders uit: de passagiersaantallen zijn immers niet betrouwbaar. Dat bleek onlangs toen CEO Marcel Buelens het recordcijfer van 276.311 passagiers in 2016 voor de luchthaven van Antwerpen bekendmaakte. Het was 3 januari 2017 toen hij het zegebulletin in de pers verkondigde, maar het passagierscijfer dat hij naar voren schoof, klopte op dat moment niet met de passagierscijfers die op de website www.antwerp-airport.be stonden. Een dag nadien, op 4 januari ’s avonds, klopte het recordcijfer echter wél met de cijfers die op de website stonden. Wat was er gebeurd? Zeer opvallend was dat het aantal passagiers trainingsvluchten gewijzigd werd: op 4 januari ’s morgens was het totaal aantal passagiers trainingsvluchten, min december dus, nog 3806, ’s avonds stond er het cijfer 11.250 op. Een vergelijking tussen de gepubliceerde cijfers ’s morgens en ’s avonds leidde tot de verbijsterende vaststelling dat de cijfers vanaf april 2016 gewijzigd werden, waarbij weer zeer opvallend was dat de gewijzigde cijfers allemaal ronde getallen zijn: 1000, 1300, 940, 910, 770, 930, 1000, 880, 750 voor respectievelijk april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en december 2016.
Minister, de praktijk van de snel gewijzigde passagiersaantallen vinden wij onbehoorlijk en de ronde getallen vanaf april statistisch verdacht en dus onbetrouwbaar. Wat is uw visie hierover, zowel over het wijzigen van cijfers die al een jaar onveranderd gepubliceerd staan als over het onbetrouwbare van ronde getallen?
Nu duidelijk werd dat er voor de luchthaven van Antwerpen onbetrouwbare cijfers worden gepubliceerd, rijst de vraag naar juiste cijfers en vooral naar controle: hoe is controle mogelijk en bent u bereid de gepubliceerde cijfers te laten controleren?
Nu de passagiersaantallen van Antwerp Airport onbetrouwbaar zijn, de passagiersaantallen bepalend zijn voor de omzet en de omzet bepalend is voor de concessievergoeding, rijzen er ook vragen over het bedrag van de concessievergoeding dat jaarlijks in het kader van het budget voorligt. Bent u bereid om bijvoorbeeld aan de Inspectie van Financiën, in het kader van haar controletaak, een opdracht te geven om de luchthaven van Antwerpen financieel door te lichten, op het vlak van de aanwending van de subsidies, de berekening van de concessievergoeding, de jaarlijkse omzet, de aeronautische en niet-aeronautische opbrengsten enzovoort?
Minister Weyts heeft het woord.
De LEM Antwerpen heeft me over de gewijzigde passagiersaantallen de volgende verklaring bezorgd: “Vanaf april 2016 heeft de LEM Antwerpen nieuwe tarieven ingevoerd aan haar gebruikers, de luchtvaartmaatschappijen. Naast een algemene verhoging van de landings- en opstijgtaksen, werden de leerling-piloten bij trainingsvluchten vrijgesteld van passagierstaksen. Omdat de leerling-piloten sinds april 2016 werden vrijgesteld van passagierstaksen, werden deze sinds april 2016 (verkeerdelijk) niet langer als passagiers genoteerd. Dit was een foutieve interpretatie, aangezien ook een niet-betalende passagier uiteraard als passagier geteld moet worden. Het aantal bewegingen met trainingstoestellen werd wel correct bijgehouden. Op basis van dit aantal bewegingen met trainingstoestellen werd het aantal passagiers in trainingstoestellen door de LEM geraamd voor de periode april 2016-december 2016. Dit verklaart de ronde getallen. Bij deze raming werd uitgegaan van een gelijkaardige verhouding tussen het aantal trainingsbewegingen en trainingspassagiers als in 2014 en 2015. De LEM Antwerpen heeft voor de periode januari 2016 tot december 2016 in totaal 12.979 trainingsvluchten gehad. In deze periode worden door de LEM 11.250 passagiers verondersteld.”
Deze verklaring van de LEM Antwerpen lijkt mij aanvaardbaar. Uiteraard heb ik de LEM Antwerpen wel verzocht om vanaf heden het aantal passagiers van trainingsvluchten opnieuw op correcte wijze te noteren.
Ik wil er ook op wijzen dat de LEM Antwerpen een nv van privaat recht is, die de resultaten van haar werking jaarlijks rapporteert aan haar algemene vergadering. De jaarrekening wordt jaarlijks geauditeerd door een onafhankelijke commissaris. In het geval van de LEM Antwerpen is dit Mazars Bedrijfsrevisoren cvba.
Daarnaast wordt de LEM Antwerpen, conform de bepalingen in de milieuvergunning, nauw opgevolgd door de overlegcommissie, die minstens halfjaarlijks wordt samengeroepen, en waarbij de LEM verantwoording aflegt over de milieuhinder verbonden aan de exploitatie.
Zoals eerder geduid, betreft het hier een eenmalige interpretatiefout als gevolg van de nieuwe tarifering, die zich bovendien enkel beperkt tot de passagiers van trainingsvluchten. Deze passagiers zijn vrijgesteld van passagierstaksen, waardoor deze foutieve telling dus geen enkele impact had op de gerealiseerde omzet. Bijgevolg is er ook geen enkele impact op de concessievergoeding die de LEM verschuldigd is aan de LOM.
Mevrouw Pira heeft het woord.
Minister, ik stel vast dat u geraamde passagiersaantallen aanvaardbaar vindt. Tot nader order vind ik het niet aanvaardbaar dat er maar wordt geraamd omdat er tot in december, op het moment dat de recordcijfers worden bekendgemaakt, vanaf april cijfers op staan die niet gewijzigd worden. Ze worden pas helemaal op het einde gewijzigd. Ik vind dat een dubieuze praktijk, die mij niet betrouwbaar overkomt. Om het gebrek aan vertrouwen te herstellen, had ik gevraagd of het niet mogelijk was om het door een andere instantie te laten controleren.
U spreekt over ramingen. Ik denk dat alle passagiersaantallen en alle bewegingen op een luchthaven nauwgezet moeten worden bijgehouden. Voor u zijn ramingen aanvaardbaar; voor mij niet.
Minister, u zegt dat de concessievergoeding wordt bepaald op basis van de omzet van de luchthaven. Die omzet wordt enerzijds bepaald door het aantal passagiers, maar anderzijds zijn er op een luchthaven ook nog andere activiteiten die de omzet bepalen, en dat zijn de opbrengsten van allerlei soorten horeca-activiteiten, winkels enzovoort. Behoren die activiteiten en wat daaruit wordt gegenereerd, ook tot de omzet? Bepaalt dat dan ook mee de hoogte van het bedrag van de concessievergoeding of niet?
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Mevrouw Pira, ik denk dat u de minister niet goed hebt begrepen of een deel van het antwoord hebt gemist. Er wordt net op gewezen dat het niet normaal is dat er zulke toerekeningen met de natte vinger gebeuren en dat er een fout is gebeurd en dat er nadien een rechtzetting is gekomen omdat men merkte dat men die leerling-piloten niet mee had geteld. Minister, ik ga ervan uit dat dit ook eenmalig is en dat er vanaf nu wel degelijk opnieuw correct wordt geteld. Ik vind het goed dat het wordt gecorrigeerd – het is te betreuren dat de fout is gebeurd – want het is vooral belangrijk dat het geen gevolgen heeft voor de omzet en dat er niet opnieuw moet worden gerekend.
Voor het overige ben ik zeer tevreden met de positieve cijfers en berichten die van de luchthaven van Deurne komen.
Mag ik nu mijn gedicht voorlezen? Het is van een zekere Thomas V.D. en heeft als titel ‘Antwerpen’.
Mobiel in alle talen
frivool, spitant, pikant
idool van schippers ’t allenkant
kopers over zee en land
de band. de rêe,
het paradijs van stropers allerhand.
Antwerpen aan je stroom
je bent de stoom
van welstand voor ons land.
geen stad, geen plek ter aarde
veroverde mijn hart
zo hard dat ik me vraag
en graag
als troost voor erg gemis:
‘hoe kan een mens gelukkig zijn
als moeder hem vereenzaamd
baarde
ergens, elders op deez’ aarde?’
Minister Weyts heeft het woord.
Mevrouw Pira, het is natuurlijk zo dat er jaarlijks een onafhankelijke audit plaatsvindt. Het is een nv van privaat recht. Alle gegevens die worden gerapporteerd, worden geaudit door bedrijfsrevisoren in volle onafhankelijkheid.
Een beperkt deel van de niet-aëronautische activiteiten zit vervat in de omzet op basis waarvan er een bijdrage moet worden geleverd in het kader van de concessieformule. Ik denk dat hier de impact uitermate beperkt is. De LEM Antwerpen heeft ook bevestigd dat vanaf heden het aantal passagiers van trainingsvluchten op een correcte wijze zal worden genoteerd. Ik denk dat er geen enkele intentie speelt om de cijfers te flatteren, in welke richting dan ook.
Ik zal mijn repliek geheel en al wijden aan het gedicht. Ik ben dochter van een inmiddels oude dichter, maar, in alle bescheidenheid, misschien ook wel moeder van een jonge dichter, die in elk geval een paar jaar geleden een poëziewedstrijd won met een gedicht over Fort 4 in Mortsel, een onderdeel van de fortengordel rond Antwerpen. Het gedicht heeft als titel ‘Fort 4, herfst’.
Ik had ook thuis kunnen blijven.
Dan had ik de vragen niet zien groeien
in de armen van een boom, of je bladeren
die woeien in de plagerige stroom
van de ochtendlijke wind. Of het
wiebelende water of het giechelende kind
dat haar zorgen spaart voor later.
De vraag om uitleg is afgehandeld.