Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
De heer De Gucht heeft het woord.
Op 16 december 2016 wijzigde de Vlaamse Regering het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014. Het grootste deel van de wijzigingen aan de onroerenderfgoedregelgeving vloeit voort uit de implementatie van het kerntakenplan voor Onroerend Erfgoed. In navolging van het regeerakkoord 2014-2019 keurde de Vlaamse Regering op 17 juli 2015 de generieke besparingen en kerntakenplannen van de Vlaamse overheid goed. Het goedgekeurde kerntakenplan van het agentschap Onroerend Erfgoed bevat een aantal beslissingen die een aanpassing van de onroerenderfgoedregelgeving en andere regelgeving vroegen. Daarnaast werden ook enkele aanpassingen van technische of financiële aard doorgevoerd.
Het besluit van 16 december 2016 wijzigt enkel hoofdstuk 2 ‘dossier van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning waar een eenvoudige dossiersamenstelling volstaat’ van het besluit omtrent de dossiersamenstelling.
Bij een eenvoudige dossiersamenstelling mag een archeologienota zitten die ingediend is ter bekrachtiging, maar opvallend is dat deze mogelijkheid ontbreekt bij dossiers voor terreinaanlegwerken of dossiers waarvoor een uitgebreide dossiersamenstelling vereist is. Met andere woorden, daar zit een tegenstelling in. Bij deze dossiers moet een bekrachtigde nota worden toegevoegd.
Minister-president, gaat het hier om een vergetelheid of om een tekortkoming dan wel om een bewuste keuze om deze verschillende regelgevingen naast elkaar te hanteren? Met andere woorden, is hier een foute redenering ingeslopen of is het een politieke keuze?
Bent u van plan dit zo snel als mogelijk te remediëren? Hoe?
Hebt u voldoende rekening gehouden bij de doorgevoerde aanpassingen met de nieuwe omgevingsvergunning die sinds 23 februari van kracht is en hoe zal dit opgevolgd worden?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Het betreft hier een bevoegdheid van minister Schauvliege, maar ik zal u een antwoord geven omdat er natuurlijk raakpunten zijn met ons beleid. U stelt terecht de vraag naar het probleem.
Het is inderdaad zo dat in december 2016 een besluit is genomen dat betrekking heeft op twee domeinen, namelijk de ‘vereenvoudigde dossiersamenstelling’ en de ‘verkavelingsdossiers’. Door een vergissing werd de ‘uitgebreide dossiersamenstelling’ niet opgenomen. Dat gebeurde dus niet bewust, maar dat was een fout. Mijn administratie heeft dat vastgesteld en heeft contact opgenomen met de diensten Ruimtelijke Ordening en met het kabinet van minister Schauvliege.
Nu slaat Murphy toe. Er is inderdaad een fout gebeurd, maar ondertussen hebben we de omgevingsvergunning, het nieuwe besluit waardoor de vorige besluiten zijn opgeheven. En, o ramp, in het ministerieel besluit van minister Schauvliege over de dossiersamenstelling in de omgevingsvergunning is dit opnieuw niet mee opgenomen. Dus hebben we gevraagd om dat ten spoedigste te herstellen, en dat zal ook gebeuren. Minister Schauvliege heeft dat beloofd. Het besluit is in werking getreden op 23 februari 2017, helaas voor nog bitter weinig gemeenten. Pas later zullen heel veel gemeenten materialiter in de mogelijkheid zijn om die digitale toepassing te doen. Nu is de afspraak gemaakt dat er een aanpassend ministerieel besluit komt zodat dit bij inwerkingtreding op 1 juni mee wordt opgenomen voor het geheel.
Uw opmerking was dus terecht. Er is een fout gebeurd in december 2016 en vervolgens is in januari 2017 bij ministerieel besluit van minister Schauvliege een tweede fout gemaakt, maar dit wordt rechtgezet.
De heer De Gucht heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor uw antwoord en kijk ernaar uit dat die aanpassingen gebeuren.
De vraag om uitleg is afgehandeld.