Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
Mevrouw Soens heeft het woord.
Minister, op 27 januari heeft de Federale Regering op voorstel van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie een ontwerp van koninklijk besluit goedgekeurd waarbij de nieuwkomerstaks opnieuw verhoogd wordt. Voor studenten stijgt de bijdrage van 160 euro naar 200 euro.
De nieuwkomerstaks voor onder andere studenten was reeds voer voor discussie in dit parlement. Er zijn actuele vragen geweest, er zijn vragen om uitleg geweest, er zijn schriftelijke vragen geweest. U was van mening dat dit haaks stond op uw ambities rond internationalisering van het hoger onderwijs en u wou een uitzondering voor studenten en academisch personeel zien. Uiteindelijk is er een uitzondering verkregen voor studenten die met een beurs naar België, naar Vlaanderen komen.
Hoe staat u ten opzichte van de nieuwe verhoging van de nieuwkomerstaks voor studenten? Blijft u voorstander van een algehele vrijstelling voor studenten en academisch personeel? Bent u nog altijd van mening dat deze taks haaks staat op het beleid rond internationalisering van ons hoger onderwijs? Welke acties zult u hiervoor ondernemen?
Minister Crevits heeft het woord.
Ik kan eigenlijk vrij kort zijn, collega Soens. Dit sluit aan bij schriftelijke vraag nummer 80, die Katrien Schryvers aan mij gesteld heeft op 24 oktober 2016. Mijn standpunt is niet veranderd. Ik ben en blijf voorstander van een algemene vrijstelling voor studenten, voor onderzoekers en voor de onderwijsstaf, zoals ik al aangegeven heb in mijn eerdere antwoorden. Een retributie voor studenten, onderzoekers en onderwijsstaf is, wat mij betreft, een obstakel voor de internationalisering van het hoger onderwijs. Ik blijf ook op die mening staan. Ik heb dat standpunt ook overgemaakt aan de Federale Regering.
Nu, mijn gevoelens nopens wat er nu gebeurt, zijn dubbel. Ten eerste ben ik bijzonder tevreden dat, trouwens in nauwe samenwerking met de Federale Regering en zeker ook met die van de staatssecretaris, studenten en onderzoekers die met een beurs naar hier komen, vrijgesteld zijn en blijven. Daarvoor ben ik content. Maar wat mij betreft, had het verder mogen gaan. Voor mij is die vrijstelling van belang, want onze ambitie om internationaal talent naar Vlaanderen te halen, blijft onverkort bestaan.
Ik denk dat we die ambitie niet moeten beperken tot wie een beurs krijgt. Ik had liever gehad dat die vrijstelling voor iedereen zou gelden. De beslissing ziet er anders uit. Ik heb er dus gemengde gevoelens bij: blij dat mensen met een beurs volledig zijn vrijgesteld, maar niet tevreden dat mensen die geen beurs hebben, moeten betalen. Het gaat evenwel niet over zulke hoge bedragen dat het mensen zal afschrikken. Ik wil daar dus niet hysterisch over doen, om eens een modewoord te gebruiken. Maar mijn leidmotief blijft een vrijstelling voor iedereen.
We zitten op dezelfde lijn. Uiteraard zijn we blij met de vrijstelling. Mijn fractie had graag een algemene vrijstelling – voor alle studenten en alle academisch personeel – gehad. We vinden zo’n nieuwkomerstaks niet echt nodig. Het is natuurlijk jammer dat u en uw collega’s hier in het Vlaams Parlement pleiten voor een algemene vrijstelling, maar dat uw partijgenoten in de Federale Regering die verhoging hebben goedgekeurd. Dat is vreemd. Toch ben ik blij dat u een voorstander van een algemene vrijstelling bent.
De heer Cordy heeft het woord.
Even een rechtzetting: het betreft geen taks, maar een retributie. Een retributie heft men omdat een bepaalde handeling een kost met zich meebrengt. In dit geval gaat het om het aanvragen van een verblijfsvergunning om hier te komen studeren. Die taks staat in verhouding met de administratieve kosten. Als ik in het buitenland ga studeren, zal ik mijn kosten voor het paspoort moeten betalen, maar ook een retributie moeten betalen. In Duitsland betaalt men 100 euro, in Nederland 320 euro. Het lijkt dus niet onredelijk wat is beslist, want er is een vrijstelling voor beursstudenten en de retributie is lager dan in sommige andere landen. Er worden kosten gemaakt, en iemand moet die betalen: de belastingbetaler of de personen die de kosten veroorzaken. Het lijkt me dus redelijk dat die retributie wordt geheven.
Aansluitend nog dit: de staatssecretaris stelt dat die retributie ertoe leidt dat een hoop ondoordachte aanvragen worden voorkomen, wat zorgt voor administratieve ontlasting. Hij stelt ook dat de retributie geen invloed heeft op het aantal toegekende verblijfsvergunningen. Zolang dat het geval is, begrijp ik niet waarom de beslissing negatief zou zijn voor de internationalisering van onze academische wereld.
De heer De Meyer heeft het woord.
De vraag is niet of het om een taks of een retributie gaat, maar wel of de doelstelling van de internationalisering van het hoger onderwijs compatibel is met een vrijstelling.
Ik heb al geprobeerd om mijn standpunt te verduidelijken. Mijnheer Cordy, ik heb begrip voor uw argumenten. Zelf heb ik altijd een principieel standpunt ingenomen: studenten en onderzoekers plegen niet veel misbruiken of gaan niet ondoordacht te werk met aanvragen om hier te komen studeren. Ik ben dus een voorstander van een algemene vrijstelling. Mevrouw Soens, men haalt niet altijd gelijk. Op het federale niveau vinden nogal wat mensen wat de heer Cordy zegt erg pertinent. CD&V maakt er geen geheim van dat we het liever anders hadden gezien. Het is wel zo dat het debat over 200 euro gaat. Ik denk niet dat dit de internationalisering zal stoppen, vooral omdat mensen met een beurs vrijgesteld worden.
Ik neem dus een gematigd standpunt in. Die vrijstelling is een heel goede zaak. Het overleg met de staatssecretaris was op dat punt goed. De zaak had er anders uitgezien als er niet in een vrijstelling was voorzien. Dan was ik boos geworden. Er is natuurlijk een verschil tussen wat ik het liefst zou hebben gehad en wat het uiteindelijk is geworden. Het resultaat ligt ergens in het midden.
Mijnheer De Meyer, uw repliek is terecht. We moeten monitoren of dit zal zorgen voor een grote daling van buitenlandse studenten en onderzoekers. Als er zich op dat punt signalen zouden aandienen, dan mag u me een seintje geven. We kunnen het er dan opnieuw over hebben. Ik denk dat de Federale Regering daar ook wel oren naar zal hebben, gesteld dat er een impact zou zijn. Zelf denk ik evenwel dat er geen impact zal zijn. Ik ben het eens met de opvatting dat het woord ‘taks’ moet vervangen worden door ‘retributie’: het is inderdaad een vergoeding voor een administratieve dienstverlening. (De heer Paul Cordy knikt instemmend)
We moeten er hoe dan ook voor zorgen dat de internationalisering niet wordt afgeremd.
Het is wel zo dat de taks of retributie ongeveer 7 miljoen euro moet opleveren. De staatssecretaris wil met dat geld extra plaatsen in gesloten centra creëren en extra repatriëringen financieren. Het is dus nog maar de vraag of die bijdrage wel dient om de administratieve kosten op te vangen.
Die vrijstelling voor studenten is er ook maar gekomen ten gevolge van protest van u en van ons hier in het parlement. In eerste instantie was die vrijstelling er niet.
Minister, u hebt niet geantwoord op mijn laatste vraag of u acties zult ondernemen. U hebt uw standpunt meegedeeld aan de staatssecretaris, maar zult u daarnaast nog bijkomende acties ondernemen om toch nog die algemene vrijstelling voor studenten en academisch personeel te kunnen waarmaken?
De vraag om uitleg is afgehandeld.