Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
De heer Vanderjeugd heeft het woord.
Minister, ik stel deze vraag naar aanleiding van de onrust binnen de sierteeltsector over de organisatie van de Gentse Floraliën en de zorgelijke financiële toestand van de Koninklijke Maatschappij voor Landbouw en Plantkunde (KMLP). We hebben met de commissie de Gentse Floraliën bezocht en ondanks de tegenvallende resultaten, kunnen we toch spreken over een schitterend evenement.
De financiële toestand van de KMLP zorgt voor ongerustheid ten gevolge van de recentste editie van de Floraliën die buiten werden georganiseerd. Deze laatste editie outdoor kostte bijna dubbel zoveel als voorgaande edities, namelijk 9,5 miljoen euro. De opkomst viel tegen: met 130.000 bezoekers ligt het aantal serieus lager dan tijdens indoor-Floraliën.
Gevolg: een verlies van 3,8 miljoen euro op één editie terwijl de vorige edities nog winst opleverden. Het tegenvallend aantal bezoekers viel te verklaren door het slechte weer en de verhoogde terreurdreiging.
Maar er is blijkbaar meer aan de hand. Het eigen vermogen van de KMLP dook in 6 jaar tijd van 6,4 miljoen euro naar 566.000 euro. De misnoegde tuinbouwers hebben het over wanbeleid en belangenvermenging. Hubert De Waele, die in opvolging van de ontslagnemende voorzitter Michel Vermaerke tot april secretaris-generaal is, geeft toe dat er fouten zijn gemaakt maar neemt het woord fraude niet in de mond. Hij wil vooruitkijken naar 2020 om dan een minder grootse editie te kunnen opzetten in en rond de Floraliënhal.
Minister, ik stelde u in juli al een vraag over deze problematiek. In uw antwoord onderstreepte u dat het niet aan de Vlaamse Regering of haar ministers maar aan de KMLP is om haar werking en toekomstplannen te duiden. Ook de informatie over streefcijfers inzake bezoekers moet aan de organisatie zelf worden gevraagd.
Vandaag liggen de kaarten echter anders, in die zin dat de sector van de sierteelt zelf ongerust is over deze gang van zaken. Daarom moet er ook bij de beleidsmakers een alarmlicht beginnen te knipperen om te waken over het welzijn van de sector.
U hebt in het verleden op die schriftelijke vraag geantwoord dat u net als in het verleden ook in de toekomst de verdere ontwikkeling, ontplooiing en toekomstvisie van de Gentse Floraliën en onze Vlaamse sierteeltsector zult blijven ondersteunen. Het is immers van het grootste belang dat onze sierteeltsector kan blijven beschikken over een event met internationale uitstraling als de Gentse Floraliën om zichzelf op de kaart te blijven zetten.
Minister, hebt u al signalen ontvangen van de sierteeltsector over de onrust die er heerst naar aanleiding van de problemen bij de KLMP? Is er een vraag van de KLMP gekomen voor financiële ondersteuning? Zo niet, hoe zult u reageren indien die vraag alsnog wordt gesteld?
Op welke manier zult u uw engagement waarvan sprake in uw antwoord op mijn schriftelijke vraag, naar aanleiding van de huidige problemen bij KLMP, hard maken om de verdere ontwikkeling, ontplooiing en toekomstvisie van de Gentse Floraliën en onze Vlaamse sierteeltsector te blijven ondersteunen?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Vanderjeugd, ik heb inderdaad al een aantal antwoorden gegeven op schriftelijke vragen van u over dit thema. Het gaat over een evenement dat vijfjaarlijks plaatsvindt en waarvan de recentste editie vorig jaar heeft plaatsgevonden.
Er is geen vraag om financiële ondersteuning door de overheid. Tijdens een onderhoud dat ik had kort na de Floraliën met een aantal leden van de Koninklijke Maatschappij voor Landbouw en Plantkunde heeft men mij uitdrukkelijk aangegeven dat men alles in het werk zou stellen om de financiële afwikkeling tot een goed einde te brengen.
De volgende editie zal in principe in 2020 plaatsvinden. Ik kan nu geen uitspraak doen over wat er eventueel in 2020 aan ondersteuning zou kunnen zijn omdat het gaat over een volgende legislatuur.
Wat de toekomst van onze Vlaamse sierteeltsector betreft, doet de Vlaamse overheid heel wat. Ik denk dan aan het onderzoek en het vertalen van de onderzoeksresultaten naar de praktijk in de sierteeltsector. Het Proefcentrum voor Sierteelt in Destelbergen doet het op dat vlak heel goed. Ik onderstreep het belang dat ik hieraan hecht via de jaarlijkse basisondersteuning ter waarde van 440.000 euro. Momenteel is het Proefcentrum voor Sierteelt ook gestart met de bouw van een nieuw administratief gebouw, en ook een groot deel van de serres wordt vernieuwd. Deze belangrijke investering moet het voor het proefcentrum mogelijk maken om voor de sierteeltsector in Vlaanderen een belangrijke trekkersrol te kunnen blijven spelen op het vlak van innoverend onderzoek en voorlichting.
Vanuit de Vlaamse overheid kan deze investering rekenen op ongeveer 2,8 miljoen euro subsidie in het kader van de omkaderingssteun van het Vlaams Investeringsfonds (VLIF) voor de praktijkcentra. Samen met het proefcentrum hebben verschillende Vlaamse partners ook de Technopool Sierteelt opgericht. Momenteel lopen er vijf specifieke onderzoeksprojecten, gefinancierd door het Agentschap Innovatie en Ondernemen. Het gaat onder meer over sensortechnologie, duurzame bemesting en geïntegreerde gewasbescherming. Een andere belangrijk instrument om het naar de praktijk te brengen zijn de demonstratieprojecten. Er is reeds heel wat kennis beschikbaar uit onderzoek, maar ik ben mij ervan bewust dat het effectief en economisch verantwoord toepassen van deze kennis in de individuele bedrijfsvoering niet zo evident is. Vandaar dat er vier demoprojecten lopen, onder meer op vlak van erosiebestrijding, bedrijfseconomisch inzicht en rendabiliteit.
Vandaag wordt de sierteeltsector geconfronteerd met maatschappelijke eisen, vooral dan op het vlak van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Heel veel siertelers doen al heel wat inspanningen om op een ecologisch duurzamere manier te produceren en de Vlaamse overheid helpt de telers hierbij. We denken aan de vzw Vlaams Milieuplan Sierteelt. Ik heb de betoelaging van deze vzw opgetrokken, van 84.000 euro in 2015 naar 190.000 euro in 2016, omdat er op dat vlak inderdaad heel wat uitdagingen zijn en omdat we heel sterk geloven in die duurzaamheid.
Ook het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) promoot onze sierteelt in binnen- en buitenland.
De heer Vanderjeugd heeft het woord.
Minister, dank u voor uw zeer uitgebreide antwoord en voor de toch wel zeer uitgebreide reeks maatregelen die zeker ten goede komen van de sierteeltsector. Ook dank voor de middelen die nog steeds en soms zelfs bijkomend worden vrijgemaakt.
Ik leid uit uw antwoord af dat de onrust die heerst binnen de sierteeltsector niet echt op zijn plaats is, en dat binnen de organisatie alles in het werk zal worden gesteld om de financiële toestand aan te zuiveren, zodat we met het event Gentse Floraliën in 2020 een mooie editie hebben waar we met onze sierteeltsector naar buiten kunnen komen.
Ik onthoud zeker de vele maatregelen die er zijn vanuit Vlaanderen. Ook dank daarvoor.
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Voorzitter, ik wil het antwoord van de minister graag bijtreden. Moet Vlaanderen die dubieuze schuldenpot helpen vullen? Neen. De raad van bestuur moet in dezen zijn verantwoordelijkheid dragen. Maar wil dat zeggen dat we niet inzetten op de sierteeltsector? Uiteraard niet. Er zijn andere, bestaande kanalen om onze sierteelt te promoten. Minister, u hebt er heel wat opgesomd: VLAM, de promotie van streekeigen groen, Technopool Sierteelt, enzovoort. Er is dus heel wat om de sector een duw in de rug te geven.
We hebben naar goede traditie met de commissie Landbouw ook bij de laatste editie de Floraliën bezocht. Meerderen onder u waren daarbij aanwezig. Dit blijft hoe dan ook een indrukwekkende manifestatie, die voor het op de kaart zetten van de sierteelt toch wel van bijzondere betekenis is.
Het viel mij ook op dat op deze wijze heel wat mensen zowel uit Vlaanderen maar ook vanuit het buitenland de stad Gent bezoeken.
Ik had het genoegen om kort voor het kerstreces ook aanwezig te zijn op de jaarvergadering van het Algemeen Verbond van de Belgische Siertelers en Groenvoorzieners (AVBS). Ik begreep daar dat er uiteraard binnen de sierteeltsector grote belangstelling blijft bestaan voor de Floraliën, ook in de toekomst, maar men stelt er dat het eerst aan de KMLP is om zelf financieel orde op zaken te stellen.
Ik was bij de laatste editie, die plaatsvond in het stadscentrum van Gent, wat eigenlijk een terugkeer is naar de roots van de Floraliën, ook verrast dat de stad Gent zelf geen sterkere tussenkomst deed want ook zij werd bij deze manifestatie toch heel sterk op de kaart gezet. Maar natuurlijk is dit niet onze verantwoordelijkheid. Dit behoort tot de autonomie van de stad Gent.
De vraag om uitleg is afgehandeld.