Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Vraag om uitleg over de concrete invulling van de beloofde steun aan de fruitboeren
Verslag
De heer Caron heeft het woord.
Dank u wel, voorzitter, op deze droevige dag met motregen en koude. Moge dat symbool staan voor wat we de voorbije nacht meemaakten. Doch dit terzijde.
Eind 2014 werd in dit parlement unaniem een resolutie goedgekeurd om voedselverspilling tegen te gaan. Ook de Vlaamse Regering heeft een actieplan uitgerold. Ons land mag van Europa dit jaar 25.700 ton appelen en peren vernietigen, of zowat 4 procent van de Belgische productie. Tot op vandaag is volgens de Boerenbond al zowat de helft van die hoeveelheid weggewerkt. De maatregel wordt van kracht wanneer de prijs voor appelen onder de 10 cent per kilo zakt en die voor peren onder de 12 cent. De boer krijgt dan een vergoeding voor het vernietigde fruit, al blijft die volgens de Boerenbond ver onder de kostprijs van de productie.
Over wat de term vernietigen precies inhoudt en over hoe de maatregel op het terrein effectief wordt uitgevoerd, zijn er uiteenlopende meningen. Ik heb uit die discussie begrepen dat het woord vernietigen een andere betekenis heeft dan degene die ik dacht dat ze had. Europa laat heel caritatieve nabestemmingen toe, zoals het uitdelen aan voedselbanken of zorginstellingen, maar evengoed worden ze hergebruikt als mest of voeding voor vergistingsbiomassacentrales, hetgeen, dat valt niet te ontkennen, minder arbeidsintensief is. Op de cascade van waardenbehoud – de sleutel van dit verhaal – die volgens onze resolutie tegen voedselverspilling de basis voor het beleid moet vormen, liggen deze vier mogelijkheden mijlenver uit elkaar.
Minister, hoe wordt de vernietiging of herbestemming – dat is de term die u gebruikte – van de appels en peren concreet uitgerold op het terrein? Wie coördineert dit? Hoe wordt de cascade van waardenbehoud toegepast? Welke criteria worden hierbij gehanteerd? Kan ik een algemeen overzicht krijgen van de types van welzijnsvoorzieningen, voedselbanken enzovoort die appels en peren ophalen of afnemen, en indien beschikbaar, de totale hoeveelheden die werden verdeeld? Ik wil zo een beetje zicht krijgen op de rubrieken vergisting, gebruik voor bemesting, voor voedsel, voor fruitsap. Gisteren hebben twee warenhuisketens trouwens gecommuniceerd over het persen van overtollig fruit tot appel- en perensap. Kan ik een overzicht krijgen van de wijze waarop die 25.700 ton appelen en peren wordt verwerkt volgens die categorieën?
De heer Moyaers heeft het woord.
Minister, in juni van dit jaar stelde ik u een schriftelijke vraag over de Vlaamse tegemoetkomingen aan de fruitsector en welke promotie er specifiek in de scholen werd gevoerd. U stelde toen dat het niet aangewezen was om enkel inlands fruit te promoten op de scholen. Enige tijd geleden kondigde u aan dat het budget om fruit op school te promoten zou verdubbelen van 50.000 naar 100.000 euro.
De sector blijft immers met zware problemen zitten door de aanhoudende Ruslandboycot. Bovendien krijgt een aantal landbouwers nu in de publieke opinie zelf de zwartepiet toegespeeld doordat we recent in de media konden zien dat ruim 25.000 ton fruit op de velden ligt te rotten – alsof een landbouwer er bewust voor kiest om het met zoveel liefde geteeld fruit te vernietigen.
Minister, op welke wijze zal de verhoging van het fruitbudget voor de scholen nu concreet worden ingevuld? Naar verluidt zou de sector onlangs zelf een nieuw voorstel ter promotie van de conferencepeer op school hebben voorgesteld aan u, maar hier werd niet op ingegaan. Is deze informatie correct? En zo ja, waarom besliste u om hier niet op in te gaan?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Caron, het doet me plezier te horen dat uw vraagstelling en de manier waarop u informatie brengt in het parlement gematigder en correcter is dan in uw krantenopinie of uw tweets. Het siert u dat u die traditie die we van u gewoon zijn, voortzet. Waarschijnlijk doet u dat omdat u ondertussen de juiste informatie hebt opgezocht en hanteert. Had u op voorhand misschien de tijd genomen om alles eens goed op een rijtje te zetten, dan had de toon helemaal anders kunnen zijn.
Wat schrijft u boven uw petitie? “Stop de schande: deel het fruit uit aan wie het kan gebruiken. Bijvoorbeeld aan scholen, aan sociale instellingen zoals woon- en zorgcentra, ziekenhuizen, voedselbanken enzovoort.” Wel, mijnheer Caron, wij doen dit al, ook voor uw petitie deden we dit al. U zou moeten weten dat groenten en fruit die via de interventieregeling uit de markt worden genomen, vandaag reeds gratis ter beschikking staan van dergelijke organisaties.
Het is gratis, maar meer nog, we betalen vanuit het landbouwbudget zelfs het transport vanuit de veiling naar bijvoorbeeld het armoedecentrum van waaruit de bedeling gebeurt. De eerste helft van dit jaar werden op die manier 70.000 behoeftige personen bereikt via 120 organisaties.
U vraagt hoe een en ander wordt uitgerold op het terrein. Het uit de markt nemen van groenten en fruit is een van de crisismaatregelen die de Europese Unie organiseert. Anders zouden we dat in Vlaanderen niet kunnen doen, we moeten binnen de Europese context handelen. Dit wordt ingezet als het laatste middel om ernstige verstoringen in de markt op te vangen en om alsnog een minimaal inkomen voor de producenten te verzekeren.
In Vlaanderen hebben we beslist dat het uit de markt nemen en herbestemmen enkel kan gebeuren door de erkende producentenorganisaties, dus niet via individuele telers. Ook niet-leden van een producentenorganisatie kunnen zich richten tot een erkende producentenorganisatie en kunnen niet op eigen houtje handelen. Op het ogenblik dat een producentenorganisatie de intentie heeft om een bepaalde hoeveelheid uit de markt te nemen, moet zij dit melden aan het Departement Landbouw en Visserij. Concreet meldt zij op welke locatie de producten uit de markt zullen worden genomen, over welke producten en welke hoeveelheid het gaat, en wat de bestemming is van de producten.
Op het moment van het uit de markt nemen, voert het Departement Landbouw en Visserij een plaatscontrole uit op de hoeveelheden, de kwaliteit en de bestemming. Ook bij de bestemmelingen zelf is er een steekproefsgewijze controle om te zien of het wel allemaal juist is verlopen. Bijvoorbeeld om te bekijken of de verdere verdeling naar de hulpbehoevenden toch zeker gratis gebeurt. De Europese Unie legt die controles op omdat men wil voorkomen dat deze producten terug in het commerciële circuit zouden terechtkomen, wat uiteraard niet de bedoeling is.
Bij de herbestemming wordt de cascade van waardebehoud gevolgd. De toegestane bestemmingen in Vlaanderen zijn, in de eerste plaats, en dat is prioritair: gratis verdeling bij liefdadigheidsinstellingen, OCMW’s en voedselbanken, ziekenhuizen, strafinrichtingen, kindervakantiekampen. Andere bestemmingen zijn, in een tweede fase wanneer het eerste is uitgeput: veevoeding, groenbemesting, biologische afbraakprocessen. Gratis verdeling is dus altijd de eerste keuze van herbestemming.
Dit wordt gefaciliteerd door voor gratis verdeling een hogere vergoeding te geven dan voor de andere bestemmingen. 160 door het Departement Landbouw en Visserij erkende organisaties kunnen gratis fruit afhalen. Maar we zien dat er in praktijk slechts een 120 organisaties actief zijn.
De EU laat de lidstaten facultatief toe om – naast de herstemming – ook steun te geven voor de vernietiging van een deel van de oogst, het zogenaamde ‘niet-oogsten’ of ‘groen oogsten’. We hebben dat hier al in de commissie besproken. Een aantal politieke partijen, onder meer sp.a, pleitten ervoor om voor vernietiging van de oogst te kiezen. Ik heb heel uitdrukkelijk aan die collega’s gezegd dat ik daar geen voorstander van was. Ook de sector was vragende partij om de vernietiging van een deel van de oogst te steunen. Ik heb gezegd dat ik daar niet op inging omdat ik vond dat ik dat maatschappelijk niet te verantwoorden vind, net omdat dit haaks staat op ons streven naar het verminderen van voedselverliezen en het respecteren van de cascade van waardebehoud.
Enkel eenmalig, in 2014, toen Poetin plotseling volledig onverwacht aan de vooravond van het plukseizoen zijn embargo afkondigde, zijn we daarop ingegaan. Nu zijn wij daar niet op ingegaan, ook al was dit expliciet de vraag van de sector en werd de financiering van de vernietiging ook door Open Vld bepleit, bij monde van Europees Parlementslid mevrouw Vautmans. Wij vinden dat dit maatschappelijk niet kan en niet verantwoord is.
Ondanks de hogere vergoedingen en de prioriteit die wordt gegeven aan de herbestemming via gratis verdeling stellen we vast dat in de praktijk een behoorlijk deel van de producten toch naar een andere bestemming gaat. De reden hiervoor is dat gestructureerde en regelmatige verdeling aan liefdadigheidsinstellingen en aan anderen niet op elk ogenblik evident is. We hebben te maken met bederfbare producten en met hoeveelheden die de instellingen en verenigingen zelf niet altijd tijdig verdeeld krijgen. Het aanbod is er vanuit de producentenorganisaties, we betalen ook het logistieke transport, maar de uiteindelijke toebedeling moet door de organisaties worden georganiseerd. Dat gebeurt ook, maar als er net na de oogst pieken zijn van uit de markt genomen producten, dan is het voor die organisaties niet altijd mogelijk om die grote hoeveelheden meteen te plaatsen.
De Europese regels bepalen dat het gratis fruit ongesorteerd en onverpakt wordt aangeboden voordat het uit de markt wordt genomen omdat de vergoeding niet kostendekkend is en alle bijkomende handelingen de kosten doen oplopen. In praktijk betekent dit dat het fruit wordt aangeboden in palloxen met een gemiddeld gewicht van 500 kilo. Wetende dat er ongeveer 4 tot 5 appels in een kilogram gaan, betekent dit ongeveer 2500 appels. Voor kleinere liefdadigheidsinstellingen is het niet steeds evident om dergelijke hoeveelheden te verdelen of te stockeren op een manier die de voedselveiligheidsnormen respecteert.
De vierde fase van de crisisinterventie volgend op de Ruslandboycot liep van 15 augustus 2015 tot 30 juni 2016. In deze periode werd 136 ton appelen en 103 ton peren uit de markt genomen met bestemming gratis verdeling.
Voor de vijfde fase, die loopt van 1 juli 2016 tot 30 juni 2017, heeft de EU aan Vlaanderen een quotum van 25.700 ton toegekend in het kader van uitzonderlijke maatregelen. Definitieve cijfers zullen uiteraard pas na afloop bekend zijn.
Mijnheer Moyaers, u vraagt naar de steun aan de fruitboeren. Ik heb eind augustus een rondetafel georganiseerd. We hebben daar aangekondigd dat we zullen bekijken of we binnen de schoolfruitactie iets extra kunnen doen in afwachting van de Europese integratie van de schoolfruit- en schoolmelkactie in 2017-2018. Het gaat dan om de sensibilisering van leerlingen en ouders. We hebben het budget opgetrokken tot 100.000 euro. De voorbije jaren was dat telkens ongeveer 50.000 euro. De concrete uitwerking daarvan wordt kortelings afgerond. Maar opdat daar geen misverstanden over zouden ontstaan: aan de subsidieregeling of subsidiebedragen op zich is dit jaar niets gewijzigd. Ik bedoel daarmee dat de jaarlijkse subsidie van 4 euro per leerling voor scholen die een contract afsluiten met een leverancier, voor de levering van minstens één stuk fruit of groente gedurende 30 weken, behouden blijft.
Deze subsidieregeling wordt dus wel geëvalueerd met het oog op het schooljaar 2017-18. We kunnen maar in blokken van goedkeuring werken.
Het klopt dat er tijdens de afgelopen zomer een voorstel werd gedaan door een aantal telers om via de scholen de consument te informeren over de Ruslandproblematiek en om promotie te maken voor de conferencepeer. De vraag werd gesteld of dit project vanuit de schoolfruitactie kon worden gesubsidieerd. Vanuit de schoolfruitactie is het echter niet mogelijk om hieraan een financiële bijdrage te leveren, omdat de schoolfruitactie zich niet richt op de promotie van een welbepaalde fruitsoort, maar op het overtuigen van kinderen om fruit en groenten te eten. Dit is een andere benadering en dus gericht op langetermijngedragsverandering.
Omdat er in het kader van de schoolfruitactie geen mogelijkheid was om het voorstel financieel te ondersteunen, werd dit voorgelegd aan de sectorgroep binnen VLAM. De sectorgroep steunde het idee, maar niet iedereen was overtuigd dat de voorgestelde actie de beste en meest kostenefficiënte aanpak was. Daarom werd beslist om binnen VLAM een alternatieve campagne uit te werken waarmee de doelgroep en doelstelling beter wordt bereikt. Na verder overleg met de sector en goedkeuring door de sectorgroep zal daar dus in 2017 verder op worden ingezet. We volgen dit dus verder op.
De heer Caron heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw genuanceerd antwoord. De toonzetting, waar u ook naar verwijst in dat opiniestuk, gebruikt letterlijk de terminologie die de sectornieuwsbrieven en de Vereniging voor Ecologisch Leven en Tuinieren (Velt) gebruikte in de dagen voordien. Ze hanteerden in alle titels de term ‘vernietiging’, waarmee ze een andere betekenis gaven aan wat in de Europese regelgeving voor die term wordt gebruikt. Vernietiging betekent: laat de vruchten aan de bomen hangen, verwerk ze niet.
Niettegenstaande werd dat begrip wel gebruikt. Ik voel me eerlijk gezegd gesterkt in mijn boosheid. Minister, ik wil u daar niet op aanvallen, maar laat ons de zaken zeggen zoals ze zijn. U zegt dat er 136 ton appels en 102 ton peren in de waardecascade zijn gebruikt voor gratis verdeling. Zo heb ik het genoteerd. Dat is minder 1 procent van de oogst die wordt gerecycleerd voor andere doeleinden zoals gratis verdeling, vergisting, veevoeder of bemesting. Klopt dat? Ik vermoed van wel, maar spreek me tegen als ik fout ben.
Ik mag vanuit een moreel oogpunt denken dat het doodjammer is, niet alleen voor de landbouwers die verlies maken, maar dat we op die manier omgaan met de beste kwaliteit van ons fruit. Dat doet me iets. De Vlaamse overheid, uiteraard in samenspraak met sectorfederaties, met veilingen en andere spelers in de keten, moet een systeem opzetten opdat die vorm van gratis verdeling kan toenemen als het nodig is.
Minister, ik ben blij te horen dat u de kosten van het transport van de verdeling op zich neemt. Dat wist ik niet. Het is aanvullende en interessante informatie. Het gaat niet alleen over de organisatie van het transport, het gaat ook over de bewaring. We weten dat appels en peren bederfbaar zijn, maar met goede bewaartechnieken kunnen ze lang worden bewaard. Zo kunnen ze in het circuit van herverdeling en gratis gebruik in zorginstellingen, hun rol en nut bewijzen.
Minister, ik roep u en de Vlaamse Regering op om samen met de sector na te denken om een systeem op te zetten voor als het slecht weer is, als het tegenvalt, als er overproductie is of een boycot uit Rusland. Dan moeten er systemen zijn die in werking kunnen treden om daar op een vlotte manier mee om te gaan. Ik zal daarover praten met de sector zelf. Ik wil hun mening daarover horen, of dat te organiseren valt. Ik kan me niet voorstellen dat u het prettig vindt beelden te zien van velden vol met appels die op tv worden geëtaleerd. Dat stuit toch tegen de borst.
Ten slotte, er worden heel veel appels en peren echt vernietigd. Ze blijven niet aan de bomen hangen, maar worden niet voor een van de eerste twee punten van de waardecascade gebruikt. Ik heb artikels uit de Luxemburgse en Duitse pers die spreken over aanvoer van Belgische appels en peren, die niet eens worden vergist, maar effectief vernietigd.
De vergisting heeft beperkingen, dat weet u ook. Als de hoeveelheid appels en peren in vergistingsinstallaties te groot is, werkt de vergisting niet goed meer. Idem dito voor het voederen van dieren. Je kunt een zekere hoeveelheid appels en peren in veevoeder mengen, bijvoorbeeld voor varkens, maar dat is ook niet oneindig. Het gevolg is dat er gezonde appels en peren, deels in het buitenland, worden vermalen en ouderwets verdwijnen op een stort.
Minister, met alle respect voor wat er in België gebeurt, er zou nog veel meer kunnen gebeuren. U, maar ook de sector zelf en de veilingen hebben een zekere verantwoordelijkheid. Dit schetst mijn boosheid.
De heer Moyaers heeft het woord.
Het klopt dat de link tussen voedselverspilling en sociaal beleid al werd gelegd in de vorige legislatuur. Dat ging via toenmalig minister Lieten en armoedebestrijding. Er is toen een brochure uitgebracht met als titel ‘Sociaal aan de slag met voedseloverschotten’. Er zijn afspraken gemaakt met de distributiesector om de link te leggen naar armoedeorganisaties. Specifiek in Limburg werd in het kader van het Strategisch Actieplan voor Limburg in het Kwadraat (SALK) een sociaal distributieplatform opgericht dat gezonde voeding naar de meest kwetsbare mensen wil brengen en tegelijk ook voor sociale tewerkstelling wil zorgen. In het huidige Vlaamse actieprogramma Armoedebestrijding wordt dat allemaal hernomen, maar op dit moment weten we niet hoever het staat met de implementatie ervan. Het is wel duidelijk dat er nog heel wat werk kan gebeuren om ons fruit goed terecht te laten komen en ervoor te zorgen dat er een structurele oplossing komt voor de boeren. Dat is natuurlijk nog een andere zaak. Ik weet niet of we dat hiermee gaan oplossen.
Minister, er was het voorstel van de sector zelf in augustus. Ik hoor u zeggen dat dit niet onder de schoolfruitactie kan vallen. Ik begrijp dat. We zijn ondertussen november, en de landbouwers zitten met hun fruit. Ik heb er moeite mee dat het wordt opgeschoven naar 2017. Dat is lang wachten voor wie met het fruit zit.
U bent geen voorstander van het groen oogsten. Dat is eenmaal wel gebeurd. De sector merkte toen dat dit leidde tot een grotere consumptie van de Belgische peren. Veel meer mensen gingen de landbouwers steunen. Met het fruitactieplan van de telers zelf wilden ze dat alle kinderen in de Vlaamse lagere scholen, meer dan 410.000, een peer zouden krijgen met een herbruikbaar doosje waarbij een foldertje zou worden gevoegd. Dat zou in totaal ongeveer 250.000 euro kosten. De sector wilde zelf ongeveer 160.000 euro van die kosten dragen. Ik vind het dan ook bijzonder jammer dat dit niet doorgaat en dat er geen alternatief wordt gezocht om het fruit te promoten. Uit berekeningen van de sector blijkt dat als ze promotie kunnen maken voor de conferencepeer en als elke Belg een peer per week zou eten, een heel groot stuk van de Ruslandboycot zou worden ondervangen. Ik hoop dat u de schoolfruitactie die de sector wou voeren, niet te lang op de plank laat liggen en dat de sector een duidelijk antwoord krijgt.
De heer Engelbosch heeft het woord.
Mijnheer Caron, u zegt dat de overheid en de veilingen hun verantwoordelijkheid moeten nemen. Dat gebeurt al. De Belgische Fruitveiling zet volop in op nieuwe soorten, exclusieve peren- en appelvariëteiten zoals de Jona+, de Redlove, de Joly Red en Sweet Sensation. Het stond onlangs nog op het Vlaams Infocentrum Land- en Tuinbouw (VILT). Ze blijven daarop inzetten omdat ze beseffen dat de markt definitief veranderd is. Er is de Ruslandboycot. Het ziet er niet naar uit dat die volgende week of volgend jaar zal zijn opgelost. Minister, het beleid focust daarop en moet daarop blijven inzetten. Die weg moeten we inslaan. Vlaanderen moet zorgen voor nieuwe, exclusieve producten die het vandaag wel nog goed doen.
Er wordt verwezen naar VILT. Ik verwijs ook graag naar het artikel met de titel ‘Zeg niet vernietigen tegen uit de markt nemen van fruit’. Ik lees daar onder andere in dat men evenmin mag vergeten dat de sector van verse groenten en fruit koploper is in het reduceren van voedselverliezen. Van alle groenten en fruit die gedurende het seizoen aangevoerd werden op de veilingen, gaat slechts een half procent verloren. Ik geef dit mee voor de nuance in het debat.
Minister, ik heb een detailvraag over de schoolfruitactie. Jeugdcentra wijzen me erop dat scholen regelmatig bij hen verblijven. Ofwel verblijven de leerlingen er een hele dag, ofwel meerdere dagen. Ze zouden ook heel graag gebruikmaken van die schoolfruitacties, wat momenteel niet kan omdat ze geen scholen zijn. Er vertoeven wel gedurende langere periodes schoolkinderen die ze graag dat fruit zouden willen kunnen aanbieden. Ze zouden daarvoor graag gebruikmaken van de schoolfruitactie.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Ik kan misschien beginnen met de schoolfruit- en schoolgroenteacties. We kunnen niet zomaar een lopend project veranderen. We moeten dat telkens aanmelden aan Europa. Dit gebeurt met Europese landbouwsubsidies. Daarom moeten we de herziening richten naar het schooljaar 2017-2018. Uiteraard staan we open voor suggesties uit de sector, en daarom zijn we ook in gesprek met hen.
Mijnheer De Meyer, u stelt een terechte vraag. De kinderen gaan op bos- of zeeklassen, maar krijgen daar geen fruit. We hebben dat laten nagaan, maar blijkbaar past dat ook niet binnen de Europese context. Europa laat dat niet toe. We zullen nog eens aandringen of dit toch niet op een of andere manier kan worden toegelaten. Europa heeft echt afgebakend dat het voor scholen moet zijn. Ze zijn nogal strikt in het interpreteren van de definitie. We zullen zien of we de diensten toch niet kunnen overtuigen, want het is een terechte vraag.
Mijnheer Caron, wat de gratis verdeling betreft, zijn alle instrumenten beschikbaar. Ik hoor u graag zeggen dat we dat nog veel meer moeten doen en dat nog veel ruimer moeten zien, maar vraag is wel hoe u dat concreet ziet. Die instrumenten bestaan nu al. 106 organisaties hebben zich ingeschreven en 120 maken er gebruik van. We kunnen dat nog meer promoten, maar vraag is hoe u ervoor wilt zorgen dat die tonnen die van Europa uit de markt mogen worden genomen, alleen naar liefdadigheid gaan. We moeten beseffen dat er grenzen zijn aan het massaal gratis uitdelen van groenten en fruit. Het is perfect te verantwoorden dat die worden verdeeld aan liefdadigheidsinstellingen, ziekenhuizen, OCMW’s en armoedeorganisaties, maar het kan niet dat al die tonnen fruit en groenten overal op straat worden uitgedeeld. De keerzijde van de medaille is dan dat er nog minder fruit en groenten worden verkocht en dat de sector helemaal in elkaar zakt. Dit is een systeem dat zich richt tot mensen die daar recht op hebben en die daar nood aan hebben. Dit is een systeem waar vraag en aanbod werkt.
Als u zegt dat er nog massaal peren worden vernietigd, dan kan ik alleen zeggen dat dit niet gebeurt met steun van de overheid. Wij kunnen echter niet verhinderen dat een fruitboer op een bepaald moment beslist om de peren te laten vallen en ze te laten rotten. Dat gebeurt niet met steun van de overheid, maar ik kan het ook niet verhinderen. Als u thuis een appelboom hebt en u krijgt de appelen niet tijdig geplukt, kunt u ze ook laten vallen en rotten. Ik kan u daar geen sanctie voor geven en ik kan dat ook niet doen voor de fruitboeren. Zij krijgen daar echter ook geen vergoeding voor. Dit is een Europese richtlijn.
Als u creatieve suggesties hebt om nog meer zorginstellingen, OCMW’s, ziekenhuizen en liefdadigheidsinstellingen te bereiken, dan hoor ik die graag. U zegt dat we in overleg met de sector creatiever moeten zijn, ik vraag u dan ook concrete voorstellen te formuleren om die vele tonnen op een nog betere manier te verdelen. U staat te roepen en te fulmineren dat het een schande is, maar alternatieven hoor ik niet, en dat is bijzonder jammer.
Wat ik wel opbouwend vind en waar ik ook volledig achter sta, is het voorstel over de nieuwe fruitsoorten. Dat is de reden waarom we die rondetafel hebben georganiseerd. Een van de speerpuntgroepen daarvan is innovatie, het inzetten op nieuwe producten en op een weerbaardere markt.
We zitten ook niet stil wat de afzet betreft. Het is misschien een primeur voor deze commissie dat wij een groot project voor de bijkomende afzet van conferenceperen in India zullen steunen. Op die manier kunnen we de markt helpen en onze fruitboeren ondersteunen.
Mijnheer Moyaers, ik heb niet goed begrepen of u vernietiging al dan niet steunt. Het is wel zo dat een aantal commissievergaderingen geleden mevrouw Robeyns uitdrukkelijk heeft gezegd voorstander te zijn van het effectief laten rotten en vernietigen van het fruit en het toekennen van een vergoeding daarvoor. Ik heb toen gezegd dat ik het daar niet mee eens ben en niet bereid ben daarop in te gaan, omdat ik dat maatschappelijk niet verantwoord vind.
De heer Moyaers heeft het woord.
Minister, ik heb inderdaad niet gezegd dat wij tegen vernietiging zijn, maar dat ik uit uw antwoord begrijp dat u daar wel tegen bent.
Wat het schoolfruit betreft, hebt u gezegd dat we Europa moeten informeren over een aanpassing van de schoolfruitactie maar dat hoeft toch geen jaar, tot 2017, te duren. Ik begrijp dan ook niet waarom het voorstel van de sector om promotie te maken niet bij hoogdringendheid is behandeld binnen VLAM zelf.
Ik heb u ook horen antwoorden op een vraag van de heer Caron dat liefdadigheidsinstellingen niet in staat zijn om grote hoeveelheden voedseloverschotten te stockeren. Ik verwijs hier opnieuw naar het SALK-plan waarbij men dat met Depot Margo wel degelijk wil doen. Men heeft daar een aantal koelcellen en dergelijke geïnstalleerd waardoor men in staat is een aantal voedseloverschotten te stockeren. Dat moet meer worden ondersteund.
De promotiecampagne die de fruitboeren zelf hebben voorgesteld, kan ertoe leiden dat elke Belg eenmaal per week een peer eet. Het probleem is dan misschien niet volledig opgelost, maar we maken de bevolking dan toch op zijn minst gezonder. Ik vraag u dan ook meer in te zetten op de promotie van fruit op school en onze kinderen op die manier fruit te leren eten. Vandaag ligt die consumptie bij onze kinderen veel te laag. Ik begrijp in die zin de houding van de Vlaamse Regering niet goed. U hebt de minister van Welzijn, de minister van Landbouw, de minister van Onderwijs en zelfs een Europees commissaris die nog wat extra druk kan zetten. Als deze vier mensen de krachten kunnen bundelen om iets te doen voor de schoolfruitactie en het gezonder maken van onze kinderen, dan begrijp ik niet dat het kleine budget dat nodig is voor die actie, niet wordt uitgetrokken. Met zoveel troeven in handen zou ik niet passen, maar spelen.
De heer Caron heeft het woord.
Minister, ik dank u voor de uitnodiging: ik zal een nota voor u maken met suggesties en een plan om de verdeling van fruit en groenten aan zorginstellingen mogelijk te maken. Dit is niet zwart-wit.
Minister, u zegt dat als je het allemaal aan liefdadigheid zou geven, je dan de markt verstoort. Dat zou kunnen. Het is niet zwart-wit, het is niet alles of niets. (Opmerkingen van Jos De Meyer)
U zou het gratis uitdelen, inderdaad, de nuance is belangrijk. Maar u bent het hopelijk ook met mij eens dat het niet zwart-wit is, minister. Het is niet alles gratis uitdelen. Je moet stappen kunnen zetten, en via bewaring, persing en andere technieken een deel van die markt bufferen. Ik zal daar een nota over maken, als u mij inviteert. Het is eigenlijk niet mijn rol, ik zit niet in de uitvoerende macht, maar ik zal het toch doen, omdat u me uitdaagt.
Mijn tweede vraag is een technische. Wat zijn de grote blokken en de hoeveelheden die voor de verschillende toepassingen van gratis verdeling, veevoeder, groenbemesting en biovergisting worden gehanteerd? Ik wil zo een inzicht krijgen in hoe die overschotten worden weggewerkt.
Sinds de Ruslandboycot zijn er verschillende honderden hectaren gesubsidieerd areaal fruitbomen bijgekomen. De heer Engelbosch heeft gelijk als hij over variëteiten en nieuwe producten en de top van de markt praat, maar dan moeten we ook in het beleid strictu sensu strikter omgaan met subsidiëring van ontwikkelingen in markten die meer dan verzadigd zijn. Dat is wel gebeurd, en dit wil ik ook opmerken.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.