Verslag vergadering Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering en Stedenbeleid
Verslag
De heer De Loor heeft het woord.
Minister, mijn aandacht werd een paar maanden geleden getrokken door een onrustbarend feit.
Voor het schoonmaken van verschillende van haar grote administratieve gebouwen doet de Vlaamse overheid ook een beroep op externe schoonmaakfirma’s. Die worden ingezet om afwezigheden binnen de eigen schoonmaakploeg op te vangen. Door de besparingen bij het personeel is deze uitbesteding echter structureel geworden. Bovendien nemen sommige van deze firma’s het niet nauw met de arbeidswetgeving. Dat blijkt uit de resultaten van spontane controles die werden uitgevoerd door de arbeidsinspectie bij het agentschap Facilitair Bedrijf.
Zo werd bij controles in Vlaamse administratieve centra (VAC’s) vastgesteld dat externe medewerkers niet over de vereiste werkvergunningen of over een identiteitsbewijs beschikten. Bij een volgende controle werd een externe medewerker aangetroffen die nog niet was ingeschreven. Er zouden eveneens externe medewerkers ziek komen werken omdat er bij afwezigheid door ziekte een boete opgelegd wordt door de externe schoonmaakfirma. Mij werd gezegd dat dit de aanleiding voor die controles was. De firma zou ook gewerkt hebben met onderaannemers die mensen tewerkstellen zonder geldige verblijfspapieren en/of zonder arbeidsvergunning.
Als dat klopt, zijn dat wel heel harde feiten.
Minister, deze Vlaamse Regering maakte de keuze om te besparen op het personeel bij de Vlaamse overheid. Sommige entiteiten dienen zich hierdoor in bochten te wringen om hun taken naar behoren te kunnen uitvoeren. Taken worden uitbesteed, wat niet alleen duurder is, maar blijkbaar ook leidt tot inbreuken en het niet naleven van de rechten van het personeel.
Deze praktijken stemmen niet overeen met de normen en waarden die de Vlaamse overheid volgens sp.a dient na te streven en kunnen absoluut niet door de beugel. De Vlaamse overheid dient een voorbeeldrol te spelen als goede werkgever. Dat is althans het oordeel van sp.a.
Minister, bent u op de hoogte van de inbreuken die werden vastgesteld door de arbeidsinspectie?
Welke initiatieven zult u nemen om ervoor te zorgen dat dergelijke inbreuken in de toekomst niet meer kunnen gebeuren?
Bent u bereid om bij toekomstige contracten extra clausules tegen sociale fraude op te nemen?
Het uitbesteden van schoonmaak in grote gebouwen van de Vlaamse overheid is, door de forse besparingen bij het personeel, ondertussen blijkbaar een structureel gegeven geworden. Door de besparingen is er immers onvoldoende eigen personeel aanwezig om de afwezigheden op te vangen waardoor er op regelmatige basis een beroep gedaan wordt op externe firma’s. Waarom kiest u ervoor om een structureel beroep te doen op externe firma’s en niet te investeren in eigen personeel om het personeelstekort bij te benen?
Minister Homans heeft het woord.
Mijnheer De Loor, het zal u misschien verbazen, maar ik ben blij met uw vraag. Ik heb daar ook allerlei zaken over gelezen, onder meer persmededelingen van bepaalde vakbonden en syndicaten en dergelijke meer. U geeft mij hier een mooie gelegenheid om wat een en ander betreft toch wel de puntjes op de i te zetten.
Het is voor alle duidelijkheid zeer belangrijk te stellen dat de Vlaamse overheid nooit het voorwerp is geweest van het onderzoek van de arbeidsinspectie. U weet dat het gaat over een onderaannemer, niet over de Vlaamse overheid zelf. Het desbetreffende voorval heeft zich voorgedaan in het VAC Gent. Zodra de verantwoordelijke van het VAC Gent op de hoogte werd gebracht door de arbeidsinspectie op 18 mei 2016, een dag na de vaststelling van de inbreuken, werden ikzelf en de heer Geets, die verantwoordelijk is voor het agentschap Facilitair Bedrijf, mondeling ingelicht. Maar wij zijn nooit officieel – en dat hoeft ook niet – door de arbeidsinspectie op de hoogte gebracht, eenvoudigweg omdat wij geen betrokken partij zijn. Wij werden niet beticht van allerlei verkeerde zaken. Concreet ging het over het tewerkstellen van mensen zonder wettelijke papieren en nog andere inbreuken op allerlei arbeidswetgeving. U weet dat de arbeidsinspectie geen Vlaamse bevoegdheid is, maar dit eventjes terzijde.
We hebben onmiddellijk gezegd dat wij zeer krachtdadig zouden optreden omdat wij een voorbeeldfunctie hebben. De Vlaamse overheid moet een zeer sterk signaal geven tegen sociale fraude, ook al waren we in dezen geen rechtstreeks betrokken partij en werden we ook niet geviseerd door de arbeidsinspectie, en waren we ook niet het voorwerp van het onderzoek van de arbeidsinspectie. Hier gaat het over de schoonmaaksector, al kun je dit veel breder opentrekken.
Wat hebben we na 18 mei 2016 onmiddellijk gedaan? We hebben voor alle lopende vervangingsopdrachten inzake schoonmaak met deze aannemer die – terecht – door de arbeidsinspectie werd geviseerd, het contract voor onbepaalde duur geschorst. Mijnheer De Loor, wij hebben dus absoluut niet gewacht op uw vragen. Tegelijkertijd hebben wij een aantal preventieve en corrigerende acties ondernomen. Zo hebben wij een addendum toegevoegd aan het contract voor vervangingsopdrachten inzake schoonmaak. Dit moest door de betrokken partijen worden ondertekend. Er zijn bijkomende en strengere clausules, die enerzijds meer garanties bieden op een volledige en correcte naleving van de sociale wetgeving, die federaal wordt gecontroleerd maar waarin wij natuurlijk ook een grote verantwoordelijkheid dragen, en die anderzijds de Vlaamse overheid in staat stellen om strenger te kunnen optreden bij eventuele inbreuken door opdrachtnemers of hun onderaannemers.
Verder hebben we ook preventieve maatregelen genomen. Wij hebben bijvoorbeeld alle beschikbare gegevens over alle uitbestede schoonmaakopdrachten bij externe schoonmaakbedrijven in volledige transparantie bezorgd aan de arbeidsinspectie. Dat hebben wij uit vrije wil gedaan, wij werden daartoe niet gedwongen. Wij hebben dat proactief gedaan. Wij hebben ook de opdracht gegeven om deze bijkomende strengere clausules voortaan standaard op te nemen in alle toekomstige bestekken voor schoonmaakopdrachten. Wij hebben ook de interne procedures aangescherpt, zodat meer en betere controle op het vlak van sociale fraude ingebouwd is bij uitbestede schoonmaakopdrachten.
Daarnaast heeft het Facilitair Bedrijf een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met de federale Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD) in het kader van de strijd tegen de sociale fraude in bouwprojecten. Deze samenwerking omvat onder andere een opleiding of een toelichting door de SIOD aan het Facilitair Bedrijf over sociale wetgeving en aandachtspunten bij uitbesteding van opdrachten, de opname van clausules met betrekking tot het tegengaan van sociale fraude in nieuwe bestekken die zouden worden uitgeschreven door het Facilitair Bedrijf, en het doorgeven door het Facilitair Bedrijf aan de SIOD van lijsten met uitbestede opdrachten, bijvoorbeeld in het kader van mogelijke controles, maar ook van ‘data mining’ en dergelijke. Deze samenwerkingsovereenkomst met de SIOD in het kader van de strijd tegen sociale fraude werd door het Facilitair Bedrijf eind vorig jaar al uitgebreid naar uitbestede bewakings- en schoonmaakopdrachten. We beperken ons dus niet tot de schoonmaakactiviteit.
Ik heb u al gezegd dat de Vlaamse overheid absoluut een voorbeeldfunctie heeft, ook in het bestrijden van de sociale fraude. Mijnheer De Loor, daarover zijn we het, denk ik, eens. In mijn antwoord op uw tweede vraag heb ik aangegeven dat we dat zeer au sérieux nemen. We hebben de opdracht gegeven om in alle toekomstige bestekken voor schoonmaakopdrachten standaard dergelijke bijkomende zeer strenge clausules op te nemen.
Het is goed dat er klaarheid komt in verband met een aantal berichten die in het verleden zijn verspreid. Maar ik heb het wel moeilijker met uw laatste vraag. U weet dat de Vlaamse Regering in de huidige tijden van budgettaire schaarste duidelijke keuzes heeft gemaakt. Wij doen dat consequent, om de beperkte middelen te kunnen inzetten voor een zo groot mogelijke dienstverlening. Een van de kerndoelstellingen van de Vlaamse Regering is dan ook om de interne werking van de Vlaamse overheidsdiensten structureel en systematisch efficiënt te organiseren binnen het holdingmodel dat de Vlaamse Regering en de Vlaamse overheid nastreven.
Hoewel er meer dan sterke indicaties zijn dat een volledige uitbesteding van de schoonmaaktaken voor alle gebouwen waarschijnlijk kostenefficiënter zou zijn en dus in het voordeel zou uitvallen van de maatschappij en dus ook van de belastingbetaler, ben ik het absoluut niet eens met de uitspraak in uw laatste vraag, dat er sprake is van een zo goed als structurele uitbesteding van de schoonmaak in de grote gebouwen. Mijnheer De Loor, dat is pertinent onwaar. Mochten we puur afgaan op de kostenefficiëntie, dan zou het beter zijn geweest voor de belastingbetaler en voor de begroting. U weet – of u weet het misschien niet, en dan weet u het bij deze – dat als er raamcontracten worden gesloten met onderaannemers, in dit geval voor de schoonmaak, dat alleen maar opgaat tijdens de vervanging voor ziekte waarbij men niet binnen de ploeg waarover men regulier beschikt onmiddellijk vervanging kan vinden, of bij noodwendigheden.
Dat is in zeer uitzonderlijke gevallen. U zegt dat er sprake is van een structurele uitbesteding van de schoonmaaktaken binnen de Vlaamse overheid naar particuliere bedrijven en onderaannemers. U doet daarmee de waarheid geweld aan. Het gaat over 6 vte’s vervangingen met zo’n raamcontract op 250 vte’s.
De heer De Loor heeft het woord.
Minister, ik ben heel tevreden dat u daar zelf niet op aangesproken bent door de arbeidsinspectie en dat de inbreuken niet zijn vastgesteld bij medewerkers van de Vlaamse overheid. Dat is zeer positief. De vaststellingen die de arbeidsinspectie heeft gedaan, kunnen echt wel niet door de beugel.
Volgens de informatie waarover ik beschik, is eerst het VAC Gent en kort daarna het VAC Leuven bezocht door de arbeidsinspectie en zijn er zware inbreuken vastgesteld. Ik ben het ermee eens dat de Vlaamse overheid een voorbeeldfunctie heeft, ook als goede en betrouwbare werkgever. Het is heel positief dat er maatregelen genomen zijn tegen de bewuste onderaannemer en dat er ook preventieve maatregelen zijn uitgewerkt die dergelijke zaken in de toekomst moeten uitsluiten of moeten proberen uit te sluiten.
In uw antwoord op mijn laatste vraag haalt u er cijfers bij. Ik stel vast dat het toch niet toevallig is dat die zware inbreuken vastgesteld door de arbeidsinspectie, niet zijn vastgesteld bij werknemers van de Vlaamse overheid maar bij een onderaannemer. U moet zich dan ook de vraag stellen in welke mate het gezond is om dergelijke zaken toe te laten binnen de Vlaamse overheid. U zegt dat er geen structureel beroep op wordt gedaan. Ik zou er nog sterker voor pleiten om er zeker niet structureel een beroep op te doen. Als u dat toch doet, laat het dan in zeer uitzonderlijke gevallen zijn. Sp.a pleit ervoor om te investeren in eigen personeel als er een personeelstekort moet worden bijgebeend. Dat is nog altijd de gezondste manier, zowel voor de werkgever als de werknemer.
De heer Wouters heeft het woord.
Volgens mij is elke vorm van arbeidsfraude verfoeilijk en verwerpelijk. De schoonmaakwereld die ik genegen ben, wordt geviseerd. Ik wil ook een parallel trekken naar de bouwsector waar dit ook geregeld gebeurt. Moet de Vlaamse overheid dan een eigen bouwmaatschappij oprichten om dat tegen te gaan? Ik denk van niet.
Elke vorm van werk is deels specialistenwerk. Ik vind dat u het werk van de mensen van ISS niet volledig naar waarde schat. Dat is een externe firma die elke dag goed werk levert. Ik apprecieer die mensen ten volle.
Schoonmaken is laagdrempelig werk. Solliciteren bij een schoonmaakbedrijf is voor vele zwakkeren in de maatschappij gemakkelijker dan te solliciteren bij de Vlaamse overheid. Het zou geen drempel mogen zijn, maar dat is wel de realiteit. Die mensen vinden veel gemakkelijker de weg naar schoonmaakbedrijven omdat dat hun biotoop is en omdat ze die wereld en de mensen kennen. Voor velen van hen is in eerste instantie de stap hier in huis zetten, een te grote stap. Het tussenkanaal van de schoonmaakbedrijven is optimaal. Ik vind het niet meer dan logisch dat de minister haar tekorten daarmee aanvult.
Mevrouw Pira heeft het woord.
Minister, ik had op mijn blad geschreven: “Heeft de Vlaamse overheid plannen voor een volledige uitbesteding?” U hebt dat met klem ontkend. Op het lokale vlak hoor je steeds meer dat er wordt overgegaan tot bijna volledige uitbesteding. U hebt ook gezegd dat de Vlaamse overheid model moet staan. Waarom vindt u het belangrijk om eigen schoonmaakpersoneel te hebben?
Minister Homans heeft het woord.
Mevrouw Pira, ik vind dat wel een heel persoonlijke vraag omdat het een persoonlijke appreciatie vergt. Ik heb gewoon gezegd wat we geenszins van plan zijn. U kent het verhaal van de 1950 koppen. Het is echter geenszins onze bedoeling om de schoonmaak structureel uit te besteden.
Ik heb u het cijfer gegeven van 6 op 250 vte’s. De Vlaamse overheid heeft zeker ook een voorbeeldfunctie op het vlak van tewerkstelling van de iets lagere profielen. Het is belangrijk om dat zelf te blijven doen en niet alles uit te besteden. We doen dat ook niet. We doen dat enkel in uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld als er te veel mensen van de vaste ploeg ziek zijn. Als het VAC Gent proper moet worden gemaakt, dan moet dat gebeuren. We kunnen dan niet anders dan met onderaannemers en andere contracten te werken. Bij 6 vte’s op 250 kun je niet spreken van een structurele uitbesteding. Ik heb ook geen plannen in die richting, al heb ik ook aangegeven dat het kostenefficiënter zou zijn om dat wel te doen. Op het vlak van tewerkstelling van iets lagere profielen heeft de Vlaamse overheid echter ook een voorbeeldfunctie.
Mijnheer De Loor, noch ik, noch de administrateur-generaal van het agentschap Facilitair Bedrijf weten iets over het VAC Leuven. We zijn daar niet van op de hoogte gebracht. Als het al waar zou zijn, neem ik aan dat het weer iets is waar de Vlaamse overheid niet rechtstreeks bij betrokken of geviseerd is. Ik kan daar niet positief op antwoorden. Integendeel, ik ontken dat met klem: we hebben geen weet van enige gevallen in het VAC Leuven.
We werden niet rechtstreeks geviseerd. We hebben onmiddellijk ingegrepen. We hebben bepaalde clausules opgenomen en we zullen er in de toekomst zo goed mogelijk op toezien dat elke vorm van sociale fraude wordt uitgesloten. De heer Wouters heeft trouwens gelijk dat het ook in andere sectoren gebeurt. Ik ben blij dat er een samenwerkingsakkoord is met de SIOD. Dat was toen nog de bevoegdheid van de heer Tommelein en nu van staatssecretaris De Backer. Het is een goede samenwerkingsovereenkomst waarmee beide partijen, zowel de arbeidsinspectie als de Vlaamse overheid, een goede zaak hebben gedaan.
De heer De Loor heeft het woord.
U hebt al tweemaal gesproken over kostenefficiëntie. Misschien kan dat op termijn inderdaad het geval zijn. Ik ben ervan overtuigd dat dit niet meer opgaat op middellange en lange termijn. Ik heb het dan ook nog niet over het mogelijke verschil in kwaliteit. Dat is stof voor een andere discussie.
Wie het werk ook uitvoert, er mag geen excuus zijn om de arbeidswetgeving niet te respecteren. Ik stel vast dat dit bij de Vlaamse overheid niet gebeurt, maar bij de uitbesteding van de poetsdiensten wel.
De vraag om uitleg is afgehandeld.