Verslag vergadering Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering en Stedenbeleid
Verslag
De heer Maertens heeft het woord.
Voorzitter, minister, we hebben het hier al eens gehad over die I-monitor, een goed initiatief van het agentschap Informatie Vlaanderen. Met die monitor wordt de maturiteit van de IT gemeten. Daarvoor werkt het agentschap samen met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en andere leden van het zogenaamde e-governmentconsortium. Minister, die monitor past perfect binnen uw programma Vlaanderen Radicaal Digitaal. Daarbij is het niet alleen de Vlaamse overheid die op die digitale sneltrein moet springen: er wordt ook gekeken naar de lokale besturen. Ik denk dat de Vlaamse overheid ter zake zeker een voorbeeldrol heeft, en ook een stimulerende rol, een trekkersrol ten opzichte van die lokale besturen, die gemeenten en OCMW’s.
De I-monitor geeft dus een stand van zaken met betrekking tot de maturiteit op een bepaald moment bij die lokale besturen. Die wordt in kaart gebracht aan de hand van zes indicatoren. Ik zal die nu niet overlopen: ze stonden in mijn schriftelijke vraagstelling. Belangrijker is dat er per indicator dan ook concrete aanbevelingen worden geformuleerd.
Minister, in september heb ik een schriftelijke vraag gesteld over die I-monitor. U gaf daarop aan dat de VVSG in een ondersteuningsaanbod op maat zal voorzien voor de dertig lokale besturen die volgens de I-monitor de laagste score halen op het vlak van digitale maturiteit. Is daar al meer concreet nieuws over? Wat is de timing van die ondersteuning op maat? Wat is de precieze opzet van die ondersteuning? Is dat veeleer een consultancyopdracht ter plaatse of is dat veeleer het opstellen van generieke aanbevelingen op basis van de scan van die dertig gemeenten?
Wordt daarbij een onderscheid gemaakt tussen de gemeentebesturen en de OCMW’s? Ik stel die vraag zeer specifiek omdat ik wil verwijzen naar Audit Vlaanderen. Ik dacht dat u daar niet bevoegd voor bent, maar ik twijfel, want dat is een paar keer gewisseld. Dat zat initieel bij de minister-president, maar is dan teruggekeerd, denk ik. (Opmerkingen van minister Liesbeth Homans)
Alles komt bij u. Het is misschien beter om daar niet op in te gaan.
We zien dat Audit Vlaanderen de OCMW’s niet heeft meegenomen bij de audit die het het afgelopen jaar heeft gedaan bij de lokale besturen. Een aantal lokale besturen hadden specifiek gevraagd om die OCMW’s ook mee te nemen. Ik denk dat het over het aankoopbeleid ging. Dat is niet gebeurd, maar zeker in het traject naar een integratie van de beide besturen is het handig om te weten hoe die processen verlopen bij de beide besturen. Het zou me plezieren mocht er in dit geval ook meteen naar de ICT-maturiteit bij zowel de gemeenten als de OCMW’s worden gekeken.
Heel wat gemeenten hebben geen of te weinig info verstrekt, althans volgens het rapport, want er zijn een paar dingen die ook wel in vraag kunnen worden gesteld, bijvoorbeeld als het gaat over mijn eigen stad. Bent u van plan om een bijkomende bevraging te organiseren bij de besturen die geen gegevens hebben verstrekt aan het agentschap Informatie Vlaanderen, aangezien het misschien wel die besturen zijn die het meest nood hebben aan die ondersteuning?
Minister Homans heeft het woord.
Het is misschien wel belangrijk om bij het begin van dit antwoord aan te stippen dat dit een project is dat we in het kader van Vlaanderen Radicaal Digitaal hebben uitbesteed aan de VVSG. U vraagt me of ik van plan ben om dit uit te breiden, maar dat is in eerste instantie natuurlijk de rol van de VVSG. We hebben dit toevertrouwd aan de VVSG, als ik me niet vergis voor een bedrag van 450.000 euro. We hebben er ook alle vertrouwen dat de VVSG dit tot een goed einde zal brengen.
Mijnheer Maertens, ik wil ook nog het volgende meegeven. Het is enigszins zijdelings aan bod gekomen dat Audit Vlaanderen natuurlijk veel breder gaat dan de I-monitor waarover uw concrete vraag gaat. Ik zal daar dus niet op ingaan. Dat was misschien een grapje tussendoor. Dat mag.
Ik kom tot uw eerste vraag, over de timing. In eerste instantie werd er gecommuniceerd over de resultaten van de I-monitor. In juni 2016 communiceerde de VVSG specifiek met de vijftig zwakst scorende gemeenten en OCMW’s in de I-monitor, om hen te informeren over hun score en het ondersteuningstraject. Tijdens de maanden september en oktober 2016, dus nog maar zeer recent, kreeg het management van die lokale besturen een uitgebreide brief met een toelichting en de uitnodiging om gebruik te maken van het ondersteuningstraject. De aangeschreven lokale besturen krijgen tot 23 december 2016 de kans om in te gaan op het ondersteuningsaanbod dat door de VVSG aan hen is bekendgemaakt. In 2017 wordt gestart met de concrete uitvoering van de ondersteuningstrajecten bij de besturen die intekenden op het ondersteuningsaanbod.
Het ondersteuningsaanbod zal bestaan uit een begeleiding van twintig dagen en is onderverdeeld in vier delen. Het eerste deel is een intakegesprek, waarbij de individuele resultaten van het betreffende lokale bestuur in detail worden besproken, met specifieke aandacht voor de knelpunten en potentiële verbeterpunten. Het tweede deel is een kwalitatieve verdieping en diagnose van de individuele resultaten van de I-monitor van het lokale bestuur. Dat moet onder meer een antwoord geven op de vraag of het bestuur zich al dan niet herkent in de resultaten. Het lijkt me goed dat een lokale overheid af en toe ook eens aan zelfreflectie doet. Dat lijkt me dus een goed onderdeel van het ondersteuningsaanbod, dat weliswaar door de Vlaamse overheid wordt gefinancierd, maar door de VVSG wordt uitgevoerd.
Het derde deel is een analyse van het meerjarenplan van het desbetreffende lokale bestuur, alsook het nagaan welke digitaliseringsprojecten daarin zijn opgenomen. Die analyse is absoluut nodig om een gedragen ondersteuning op maat te kunnen aanbieden. Hierin zit dus een eerste element van maatwerk. Mijnheer Maertens, dat is wel heel belangrijk. In dit ondersteuningsaanbod, in deze oproep vanuit Vlaanderen Radicaal Digitaal zijn we absoluut van plan om echt maatwerk aan te bieden. We hebben het in deze commissie immers al heel veel gezegd: er bestaat niet zoiets als de gemiddelde Vlaamse gemeente. Elke Vlaamse gemeente of stad verschilt van de andere.
Het vierde deel van het ondersteuningsaanbod is het uitwerken van een actieplan met SMART-gedefinieerde (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdsgebonden) doelstellingen voor de informatiehuishouding, de e-dienstverlening enzovoort. Dat actieplan moet worden goedgekeurd door het schepencollege, als het gaat over het gemeentebestuur, of door het vast bureau, als het gaat over het OCMW-bestuur, zodat het actieplan de steun van het bestuur kan genieten en daardoor een grotere kans heeft dat het daadwerkelijk zal worden uitgevoerd.
Er zullen binnen het ondersteuningsaanbod een of meerdere quickwins worden gerealiseerd, die een direct zichtbaar resultaat opleveren.
De vier delen die ik net heb toegelicht, worden momenteel verder concreet gemaakt en afgestemd, zodat ze volledig in de lijn liggen van de principes van Vlaanderen Radicaal Digitaal. Dat is natuurlijk wel belangrijk als het een project is dat valt onder dat programma Vlaanderen Radicaal Digitaal. Mijn administratie, het agentschap Informatie Vlaanderen, bewaakt die afstemming van dichtbij, uiteraard in overeenstemming met de VVSG.
Er wordt wel degelijk een onderscheid gemaakt tussen de gemeentebesturen en de OCMW’s. In de vragenlijst van de I-monitor werd gevraagd of de gemeente en het OCMW al dan niet samenwerken op het vlak van ICT. Indien ze samenwerken en bij de vijftig laagst scorende lokale besturen horen, zal zowel de gemeente als het OCMW worden uitgenodigd bij het ondersteuningstraject. Indien ze niet samenwerken en bijvoorbeeld enkel het OCMW een lage score heeft, zal uiteraard enkel het OCMW aanspraak kunnen maken op dit ondersteuningstraject, en niet het gemeentebestuur. Dat lijkt me nogal logisch.
In samenspraak met de VVSG denken we dat het niet de bedoeling is om in eerste instantie een bijkomende bevraging te organiseren. De I-monitor heeft een zeer intensief traject afgelegd van herinneringsmails en een telefonische follow-up. We hebben echt wel de lokale besturen – of het nu het gemeentebestuur is of het OCMW – de kans gegeven om te antwoorden. Het is niet aangetoond dat besturen die niet geantwoord hebben de meeste nood hebben aan ondersteuning. Ik denk dat diegenen die echt nood hebben aan ondersteuning dat gedaan hebben. Ik plan dus geen nieuwe bevraging met de VVSG. Ik heb absoluut vertrouwen in dit project. Ik vertrouw er ook op dat de VVSG dit project goed zal uitrollen. We moeten gewoon de resultaten afwachten van dit toch wel belangrijke project in het kader van Vlaanderen Radicaal Digitaal. Zo kunnen we de lokale besturen met deze verantwoordelijkheid en hoedanigheid veel beter ondersteunen dan we tot vandaag hebben gedaan.
De heer Maertens heeft het woord.
Dank u, minister. Ik heb geen bijkomende inhoudelijke vragen meer. Uw antwoord was klaar en duidelijk. U spreekt over vijftig lokale besturen die worden ondersteund. In het antwoord op mijn schriftelijke vraag staat: ‘dertig’. Ik heb die ‘dertig’ ook gebruikt. Is dat uitgebreid? Of gaat het over dertig gemeenten en OCMW’s samen, die dan uiteindelijk vijftig in totaal worden?
De VVSG heeft vijftig lokale besturen aangeschreven, maar ze heeft ook gezegd dat ze verwacht dat ze maar van dertig antwoord zal krijgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.