Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister, net als in 2015 kondigde u in 2016 een nieuwe projectoproep aan voor de ondersteuning van de renovatie van zwembaden. Vorig jaar ontving uw administratie vanuit de hoofdstad geen enkele aanvraag, wat toch verwonderlijk is aangezien de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC), het lokaal bestuur van Vlaanderen in Brussel, al meermaals heeft gewezen op de nood aan openbare zwembaden in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.
Ongeveer tien jaar geleden kondigde een sp.a-minister die nu minister is in de Brusselse regering, de laatste sp.a-minister, aan dat er een openluchtzwembad moest komen. Dat is er nog altijd niet, en ik denk ook niet dat het er ooit zal komen.
Aan uw inspanningen zal het in elk geval niet liggen, minister, want ook dit jaar doet u opnieuw een projectoproep inzake de ondersteuning en renovatie van zwembaden. Bovendien zorgt u voor een begeleidingstraject dat voorziet in diverse workshops en individuele begeleiding om zo tot sterkere dossiers te kunnen komen. De deadline voor het ontvangen van dossiers is 23 december 2016, in februari of maart 2017 wordt dan een selectiebeslissing genomen.
Mijn eigen gemeente Ganshoren, de gewezen gemeente van de heer Bajart, had een zwembad dat gedurende tien jaar gesloten is gebleven. Men had niet het nodige geld en men deed geen besparingen in eigen gemeente, maar men is voor de renovatie van dat zwembad dan gaan aankloppen bij Beliris, een samenwerking tussen de federale staat en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, met andere woorden het potje waar men onder het mom van hoofdstedelijke en internationale functie geld kan aftroggelen.
Minister, gaf de Vlaamse Gemeenschapscommissie al gehoor aan uw projectoproep? Waren er personen van de VGC of andere Brusselse actoren betrokken bij de workshops die uw administratie organiseerde? Vonden er al overlegmomenten plaats met de VGC en andere Brusselse overheden?
Minister Muyters heeft het woord.
Zoals u al zelf aangaf, heeft de VGC in 2015 niet gereageerd op de eerste projectoproep zwembaden. Dit is wel gebeurd bij mijn projectoproep bovenlokale sportinfrastructuur van 2013 waarbij de Vrije Universiteit Brussel een project over de zwembadcofinanciering indiende.
Toch blijft er een tekort aan zwembaden in Brussel. Dat blijkt ook uit de gegevens die de VGC me heeft bezorgd in aanloop van het globaal sportinfrastructuurplan voor Vlaanderen. Hier werd duidelijk dat Brussel een heel specifieke en moeilijke context is om iets te realiseren. Daarom hebben we onze nieuwe oproep zo ruim mogelijk opengesteld.
In de tweede projectoproep werd rekening gehouden met de ervaringen van de vorige oproepen en de vraag tot begeleiding. Zo werd het Instituut van Sportbeheer (ISB) als bevoorrechte partner inzake zwembaden, aangesteld om dit begeleidingstraject voor zijn rekening te nemen.
Die begeleiding bestaat uit twee delen: enerzijds de organisatie van specifieke tweedaagse workshops in juni en september. Die moest verplicht worden gevolgd. Wie een dossier wil indienen, moet dus die workshop gevolgd hebben. Anderzijds kan wie dat wenst, een individueel begeleidingstraject volgen dat wordt gegeven door ISB zodat men voor die projectoproep een nog betere subsidieaanvraag kan doen.
Een vertegenwoordiger van de VGC heeft de tweedaagse workshop gevolgd. Dat is misschien al goed nieuws, want dan komen ze minstens in aanmerking, als ze een dossier willen indienen. Maar tot op heden is er geen individueel begeleidingstraject vanuit Brussel gestart. Twee weken geleden is er wel nog contact geweest tussen de VGC en het Vlaams Instituut voor Sportbeheer en Recreatiebeleid (ISB), waar de VGC aangeeft dat ze overwegen om toch nog een project in te dienen voor dit individuele begeleidingstraject. Dat is nog niet geconcretiseerd, maar zou vanuit het VGC opgevolgd worden.
U vroeg ook naar het overlegmoment met de VGC en andere Brusselse overheden. In het kader van de tweede projectoproep voor zwembaden is er geen apart overleg met de VGC geweest, maar wel in het kader van de opmaak van het globale sportinfrastructuurplan Vlaanderen. Daar is met de VGC afgestemd. We hadden een bevraging gericht aan gemeenten enzovoort. Met de VGC hebben we zelfs een apart traject gehad voor het sportinfrastructuurplan. Onlangs is er daarover ook overleg geweest tussen mijn medewerkers en een afvaardiging van het kabinet van Pascal Smet, in aanwezigheid van de beide administraties. Daarmee weet de VGC heel goed wat wij in de toekomst wel of niet kunnen en zullen doen.
In het kader van de Zuiddag heeft mevrouw Bakrim het woord namens minister Muyters.
Kort samengevat: wij beseffen dat er een tekort is aan zwemwater. Een vertegenwoordiger van de Vlaamse Gemeenschapscommissie heeft de tweedaagse mee opgevolgd. We verwachten dat ze een aanvraag zullen indienen.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Ik dank beide ministers voor de uitgebreide en voor de beknopte toelichting. Het is goed dat er toch wat interesse blijkt te zijn, want het tekort aan zwembaden is echt wel een probleem in de hoofdstad. Het project van de VUB is de voorbije jaren tot een goed einde gebracht. Andere zwembaden zijn gekoppeld aan scholen. Ik denk aan het Sint-Pieterscollege in Jette en het Jan-van-Ruusbroeckollege, waar er ook zwembaden zijn, maar die zijn op dit ogenblik niet echt vragende partij.
Het is goed dat er overleg is en dat er enigszins interesse bestaat voor enerzijds de workshop en anderzijds de individuele begeleidingstrajecten. Ik heb eens opgezocht welke vragen hierover gesteld zijn in de Raad van de VGC. Collegelid Pascal Smet heeft op de vraag van collega Cieltje Van Achter geantwoord dat er een bepaalde nota met de stand van zaken zou zijn overgemaakt. Kunt u die nota, die van de VGC aan uw administratie of kabinet zou zijn overgemaakt, ook aan ons overmaken? Misschien is dat dezelfde die u hebt toegelicht, waar hun intenties in staan, maar ik zou die nota toch graag even zien.
Ik lees in het antwoord van collegelid Pascal Smet ook dat hij stelt dat het niet de bevoegdheid van de VGC is, maar van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Hij stelt dat er overleg zou moeten zijn met staatssecretaris Laanan. Er zou dus overleg moeten zijn tussen de Vlaamse Gemeenschap en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, en niet met de VGC. Is dat correct? Mij lijkt het dat het, zeker in uitvoering van uw plannen, direct met u zou zijn. Is er overleg geweest met het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest?
De heer Bajart heeft het woord.
Ik wil even inpikken op de opmerking van collega Vanlouwe over het zwembad in Ganshoren. Dat is heel lang een probleem geweest. Een van de voorwaarden, die trouwens ook door minister Smet als te restrictief wordt aangeduid, zou zijn dat de gemeentelijke zwembaden niet in aanmerking komen voor die subsidie. Misschien moeten we daar op een ander moment eens over van gedachten wisselen.
Minister, ik heb nog een paar bijkomende vragen, maar u mag daar ook schriftelijk op antwoorden. Kunt u voor de laatste drie jaar een overzicht geven van de Vlaamse uitgaven aan sport in Brussel? Kunt u een overzicht bezorgen van de zwembaden die voor Vlaamse subsidiëring vatbaar zijn? Zeker voor de zwembaden die tot de Nederlandstalige scholen behoren, is het soms moeilijk om een overzicht te vinden. Bedankt bij voorbaat.
De heer Poschet heeft het woord.
Minister, u weet dat dit dossier mij na aan het hart ligt en dat ik daar geregeld op terugkom. Dat leidt soms tot hoogoplopende discussies. Ik vind het ongelooflijk dat er op de projectoproep van 2015 niet is ingetekend vanuit de VGC. Ik heb dat ook al op tv gezegd. Het antwoord van het VGC-collegelid, bevoegd voor Sport, kwam toen neer op: ‘Het was maar 500.000 euro, daar kan ik niet eens tegeltjes mee plakken in mijn zwembad’. Ik vond dat echt hallucinant.
Ik ben blij dat op dit moment de VGC alvast de deur openhoudt, door de deelname aan die tweedaagse verplichte workshop. Kunnen de Brusselse gemeenten rechtstreeks intekenen op die tweede projectoproep, die nu loopt? Of moeten zij verplicht een partnerschap met de VGC vormen? Of moet dat alleen via de VGC verlopen?
Minister Muyters heeft het woord.
Mijnheer Vanlouwe, de nota waar u naar verwijst, is waarschijnlijk effectief de nota die zij hebben ingediend in het sportinfrastructuurplan. Dat sportinfrastructuurplan staat morgen op de agenda van de ministerraad van de Vlaamse Regering. De inbreng van de VGC zit daar in de bijlage. Als dat morgen zou worden goedgekeurd, is dat dus ook voor u beschikbaar via DORIS 2. Dan hoef ik het u zelfs niet over te maken. Als dat niet zo zou zijn, denk ik niet dat de transparantie maakt dat ik dat aan u kan overmaken.
Sport is voor ons een gemeenschapsbevoegdheid, en een gemeenschapsbevoegdheid bespreken wij met de VGC. We kunnen dat ook met een gewest bespreken, vooral omdat het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest volgens de zesde staatshervorming ook de bevoegdheid heeft gekregen voor het bouwen van sportinfrastructuur. Maar ik zou niet weten waarom. Ik pleeg ook geen direct overleg met mijn Waalse collega over de bouw van sportinfrastructuur in Wallonië. Als er een vraag is om samen iets te doen, wil ik wel luisteren en kijken, maar de enige sportinfrastructuur die ik subsidieer, is die die wij via de oproepen – nu twee keer zwembaden, daarna weer bovenlokale sportinfrastructuur – zullen helpen subsidiëren. Ik zie dus niet waarom ik contact zou hebben met het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Zij kunnen nu ook dingen doen, na de zesde staatshervorming, maar voor mij is Sport een gemeenschapsbevoegdheid. Dat wordt dus met de VGC besproken. Ik denk dat dat de juiste weg is.
Gemeentelijke zwembaden komen wel degelijk in aanmerking. Het eigenaarschap speelt geen rol bij de oproep. Voor degenen die tot de VGC behoren, moet de aanvraag wel, als ik mij niet vergis, via de VGC ingediend worden. Daar is het dus niet rechtstreeks via de gemeente, maar via de VGC.
Er zijn echter wel een aantal voorwaarden aan gekoppeld. Ik denk dat binnen de oproep die er nu is, een voorwaarde is dat er minstens in een 25 meterbad moet zijn voorzien. Niet alles komt dus in aanmerking, maar het eigenaarschap, dus de vraag wie eigenaar is, is geen criterium.
Mijnheer Poschet, ik vind het ook heel triestig dat men zegt dat 500.000 euro net genoeg is voor de tegeltjes. Ik heb toch maar gezien dat er in Vlaanderen bij die eerste oproep heel veel interesse was om mee te doen aan die vanuit Vlaanderen aangeleverde cofinanciering, en dat vind ik toch wel zeer belangrijk.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw aanvullend antwoord. Ik zal inderdaad bekijken of dit daadwerkelijk is goedgekeurd. Ik zal in die nota van de VGC bekijken of er daadwerkelijk een aanvraag is ingediend.
U merkt terecht op dat het sportbeleid een bevoegdheid van de gemeenschappen is en dat het gewest die bijkomende bevoegdheid voor de bouw van sportinfrastructuur heeft. Het meest interessante in uw antwoord is dat het eigenaarschap eigenlijk geen enkele rol speelt, dat gemeenten op zich ook een aanvraag zouden kunnen indienen, zolang het via de VGC is. Dan moet ik natuurlijk vaststellen dat de Brusselse gemeenten daartoe al dan niet een initiatief moeten nemen.
Ik stel vast dat dat op andere domeinen soms toch ook wel een probleem is. Men doet niet de moeite, men wil dat niet of om diverse redenen laat men na dat te doen. Ik verwijs naar het voorbeeld van de bibliotheken. Gedurende vele jaren waren in de gemeenten ook geen Nederlandstalige bibliotheken. Ondertussen is dat rechtgezet. Mijn gemeente was, geloof ik, een van de laatste met een Nederlandstalige bibliotheek. Het gaat echter ook over andere zaken. Bijvoorbeeld qua ontwikkelingssamenwerking, noord-zuidsamenwerking was er ook een mogelijkheid dat Brusselse gemeenten zouden samenwerken met de Vlaamse overheid, maar de meest gemeenten dienden gewoonweg geen project in omdat ze om diverse redenen niet wilden samenwerken met de Vlaamse overheid.
Ik vind het dus interessant dat u hier benadrukt dat het eigenaarschap geen criterium is en dat men toch via de VGC een projectaanvraag zou kunnen indienen.
Ten slotte betreur ik ook het dedain dat bestaat bij een Brussels minister – ‘het is maar 500.000 euro’ – goed wetend dat men eigenlijk voor van alles en nog wat een tekort aan geld heeft en overal bijna zit te bedelen voor bijkomende subsidies. Als het dan over heel concrete dossiers gaat, dan laat men dat echter zomaar liggen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.
Ik dank de leerlingen die hebben deelgenomen aan de Zuiddag hartelijk voor hun inbreng en hun assistentie.