Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer De Clercq heeft het woord.
Collega’s, minister, mijn vraag om uitleg gaat inderdaad over de Dampoort in Gent, een onwaarschijnlijk belangrijk verkeersknooppunt in de tweede grootste stad van ons gewest. Een herinrichting dringt zich op.
Het dossier gaat al jaren mee en heeft nood aan actie. De zaak moet worden aangepakt. Een goede samenwerking dringt zich op tussen een aantal actoren: uiteraard de stad Gent, maar ook de NMBS, De Lijn, het Vlaamse Gewest enzovoort.
Minister, op 1 maart 2016 is het decreet Complexe Projecten in werking getreden. Daarmee zet de Vlaamse overheid in op een nieuwe aanpak voor complexe infrastructuurprojecten, zodat de realisatie daarvan binnen een meer aanvaardbare termijn en met zo’n maximaal mogelijk draagvlak kan worden gerealiseerd.
Minister, ziet u heil in het aanmelden van de herinrichting van onze Dampoort als complex project zoals bepaald in het decreet? Ziet u daarin een match?
Kunt u ook een stand van zaken geven over de plannen van heraanleg? Dat is namelijk belangrijk om duidelijkheid te creëren. De timing in verband met de definitieve keuze voor de herinrichting van een bijzonder belangrijk verkeersknooppunt moet worden vooropgesteld. Er komen elf wegen uit op dat verkeersknooppunt en er zijn 121 verkeersstromen. Het is belangrijk voor de verkeersveiligheid en voor de leefbaarheid. De herontwikkeling van heel dat gebied dringt zich op.
Minister, ik hoop hier van u een voluntaristisch antwoord te mogen krijgen.
Minister Weyts heeft het woord. (In het kader van de Zuiddag treedt Lieselotte Marroyen als voorzitter op.)
Mijnheer De Clercq, ik hoef u niet te vertellen dat het méér is dan alleen maar de aanpak van de weginfrastructuur of van een wegenisproject. Het gaat ook over aanpassingen op het vlak van openbaar vervoer, de vernieuwde stationsomgeving en ook een aanzienlijke projectontwikkeling. Er spelen dus verschillende aspecten. Niet alleen vanwege de multimodaliteit, maar ook vanwege de geografische uitgestrektheid van het hele project, is het de stad Gent die hierin de lead heeft genomen. Als u dus vragen stelt naar timing enzovoort, moet ik die doorverwijzen, omdat de stad in dezen de trekker is. De vragen rond de timing en dergelijke kan ik dus moeilijk beantwoorden.
Wat ik wel weet, is dat er momenteel gesprekken lopen tussen verschillende betrokken partijen: de stad Gent, De Lijn, AWV, de NMBS. Ik veronderstel dat ook Infrabel betrokken is. Zo wil men komen tot een samenwerkingsovereenkomst voor de opmaak van een strategisch masterplan. Dat is de manier waarop men projecten met zulke ‘ampleur’ aanpakt, met een strategisch masterplan dat tot stand moet komen op basis van overleg met verschillende betrokken partijen. Daarmee worden ook de nodige processtappen afgesproken, en ook de aanpak en de verdeling van wie wat doet op het vlak van onderzoek en van planning. Het strategisch masterplan omvat de definitieve keuze voor één voorkeursalternatief. Het is een soort trechterbesluitvorming waarbij men uiteindelijk voor een bepaalde aanpak kiest. Er zijn wel nog wat discussies, zowel over de te realiseren infrastructuur als over de bebouwingsmogelijkheden. Dat moet natuurlijk gedragen zijn en ook budgettair haalbaar.
De financiering maakt geen deel uit van de huidige gesprekken, maar moet in een volgende fase worden overeengekomen. We moeten dus ook in ogenschouw nemen dat verschillende partijen op die site heel wat baten zullen genieten van de aanpak, afhankelijk van hoe we uiteindelijk een en ander aanpakken. Gelet op het gegeven dat men van bepaalde lusten zal genieten, is het logisch dat ook de lasten in dezen worden gedeeld.
Als dit strategische masterplan er is, welke stappen worden dan gezet in het kader van de ontwerp- en uitvoeringsfase? Er wordt een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) opgesteld. Verder worden de mobiliteitsingrepen, waaronder de belangrijke aanpak van de gevaarlijke rotonde, concreet uitgewerkt.
In verband met uw vraag over het decreet Complexe Investeringsprojecten, heeft de stad Gent er als trekker voor gekozen om de klassieke procedure te volgen. Er is al een plan-MER-procedure (milieueffectenrapportering) opgestart. Daardoor heeft men er impliciet al voor gekozen om niet de werkwijze te volgen van de complexe projecten, maar eerder de klassieke procedure.
De heer De Clercq heeft het woord.
Minister, dit is inderdaad een gigantische uitdaging en een gigantisch belangrijke plek voor de verbetering van de leefbaarheid, van de verkeersveiligheid enzovoort. Hier komen veel aspecten samen. Minister, wij trekken daaraan. We willen vooruit. Maar we hebben natuurlijk partners nodig. Het is belangrijk dat Vlaanderen voor zichzelf uitmaakt hoeveel middelen het daarin wenst te investeren. Dit is namelijk een bovenlokaal knooppunt en een bovenlokale ontwikkeling. In die zin hoop ik echt dat er een zeer goed samenwerkingsverband kan worden gevormd tussen de diverse overheden, uiteraard met De Lijn en de NMBS.
Maar wij hebben daarvoor middelen nodig. Het is belangrijk dat die middelen naar onze stad komen, niet alleen voor dit project, maar ook voor de Verapazbrug iets verderop. Dat zou ook al soelaas bieden, maar ook daar wordt de termijn blijkbaar opgeschoven. Ik stel u daarover binnenkort een vraag.
Het is heel belangrijk dat Vlaanderen keuzes maakt en dat het er resoluut voor kiest om in die buurt van onze stad vooruit te kunnen gaan, in functie van de leefbaarheid en de verkeersveiligheid. Het gaat om grote dossiers. Wij verdienen daar middelen voor.
De vraag om uitleg is afgehandeld.