Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting
Verslag
De heer Cordy heeft het woord. Het is overigens zijn eerste vraag om uitleg als Vlaams volksvertegenwoordiger.
Voorzitter, we hebben in de pers een en ander vernomen over de vergunningsproblematiek voor de casino’s. De hernieuwing van de vergunningen zou verschillende Vlaamse casino’s in een impasse hebben doen belanden. De Kansspelcommissie moet de vergunningen verlengen. Er is echter een mismatch tussen de wettelijk voorziene looptijden van de vergunningen en de looptijden van de lokale concessies van de casino’s. Dat betekent dat hierdoor een conflict ontstaat met betrekking tot de vrijemededingingsregels.
In wezen is dit een probleem van de federale overheid en van de lokale overheden. De belastingen waarover het gaat, zijn echter gewestbelastingen. Dit moet in de Vlaamse kas terechtkomen. Indien de casino’s ten gevolge van de vergunningsproblematiek een aantal van hun activiteiten zouden moeten terugschroeven, zouden we dat ook in onze begroting voelen.
Die belastingen worden nog steeds door de federale overheid geïnd en vervolgens aan het Vlaamse Gewest doorgestort. De overname van de inning van deze belastingen was voor 1 januari 2017 gepland. Dat is zeer binnenkort. De vorige minister van Financiën heeft dit echter uitgesteld.
Minister, hebt u met betrekking tot deze problematiek reeds contact met de federale overheid of met de Kansspelcommissie gehad? Zo ja, wat is het resultaat van die besprekingen? Zo neen, wanneer plant u dergelijke contacten?
Kunt u de vergunningsproblematiek wat preciezer duiden? Hoe verhouden de looptijden zich tot elkaar? De belangrijkste vraag is natuurlijk welke oplossingsmogelijkheden er eventueel zijn.
Welke casino’s zijn hierbij betrokken? Wat is de orde van grootte van de gerelateerde inkomsten? Hoe schat u zelf de daling van de inkomsten in die hierdoor zou kunnen ontstaan?
Hoever staat u, tot slot, met de voorbereidingen om de overname van de inning door de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) tijdens deze legislatuur te realiseren?
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Cordy, ik dank u voor uw eerste vraag om uitleg. Ik ben zeer vereerd de eerste minister te zijn die u tijdens uw parlementaire carrière ondervraagt. Ik zal u dan ook uw allereerste antwoord geven.
Ik heb een informatieverzoek tot de Kansspelcommissie gericht. Ik probeer op deze manier na te gaan wat de problematiek inzake de vergunningen en de concessies voor de casino’s inhoudt. De Kansspelcommissie is bezorgd om de vergunningen die moeten worden hernieuwd. Hierdoor dekt de resterende termijn van de gemeentelijke concessies de vergunningstermijn van vijftien jaar niet volledig. Ik heb begrepen dat de Kansspelcommissie zich de komende maanden verder over deze problematiek zal buigen. Ik zal een schrijven tot de federale minister van Financiën richten met de vraag me hiervan op de hoogte te blijven houden.
Zoals u in uw vraagstelling terecht hebt aangehaald, betreft dit een federaal juridisch probleem. Ik zal u enige duiding trachten te verschaffen over wetgeving die niet onder mijn bevoegdheid valt. Desalniettemin kunnen vragen over dit onderwerp in de toekomst beter door uw federale collega’s aan de bevoegde federale minister worden gesteld.
Artikel 25, punt 1, van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers bepaalt dat de vergunning klasse A, die de exploitatie toestaat van een kansspelinrichting Klasse I of casino, wordt toegekend voor hernieuwbare periodes van vijftien jaar. De keuze van het bedrijf dat het casino op een rendabele manier moet uitbaten, gebeurt door middel van een gemeentelijke concessie. De duur van deze concessies is meestal langer dan de vergunningstermijn van vijftien jaar, maar voor drie Vlaamse casino’s, te weten de casino’s van Blankenberge, Middelkerke en Oostende, moet de vergunning in principe op 1 januari 2017 voor een periode van vijftien jaar worden hernieuwd. De resterende duur van de concessieovereenkomsten is echter korter. Wat het casino van Knokke betreft, is er nog geen probleem. De vergunning van dit casino loopt immers nog tot 2 juli 2018.
Indien de Kansspelcommissie in deze omstandigheden aan de vermelde casino’s nieuwe vergunningen met een looptijd van vijftien jaar zou afleveren, is de vraag of de principes van de vrije mededinging dit wel mogelijk maken. De beëindiging van een concessieovereenkomst tijdens de looptijd van een toegekende vergunning betekent immers niet automatisch het einde van de kansspelvergunning.
De bestaande problematiek bestaat op het niveau van de federale wetgeving en van de bevoegdheid van de lokale overheden om concessieovereenkomsten met casino’s aan te gaan. Dit raakt de gewestelijke bevoegdheden bijgevolg niet rechtstreeks.
Zoals al vermeld, zijn de Vlaamse casino’s die op korte termijn met deze vergunningsproblematiek worden geconfronteerd de casino’s van Middelkerke, Blankenberge en Oostende.
Aangezien mijn administratie voor de cijfergegevens afhangt van de FOD Financiën en die informatie niet binnen het gevraagde tijdsbestek kon worden aangeleverd, kan ik uw vragen onmogelijk in detail beantwoorden. Ik stel echter voor dat u aan uw federale collega’s vraagt om de vraag te stellen aan collega Van Overtveldt. Op basis van de cijfers van de voorgaande jaren kan ik u echter wel meedelen dat de offline casinospelen van alle Vlaamse casino’s samen, zijnde de tafelspelen en de toestellen, goed zijn voor ongeveer 12 miljoen euro.
U vroeg me ook hoe ik zelf de kans inschat dat daardoor minderinkomsten zullen ontstaan. Het lijkt me een beetje voorbarig om te spreken over een impact op de gewesten. Ik heb daarnet aangegeven dat we daar op dit moment in feite geen raakvlak mee hebben. Het gaat om een federaal juridisch probleem, maar ook de federale overheid zelf en vooral ook de gemeenten hebben er alle belang bij dat dit vraagstuk zo snel mogelijk wordt opgelost. Ik twijfel er dan ook niet aan dat de minister van Justitie dit dossier ter harte zal nemen.
Dan was er de vraag hoe het staat met de voorbereidingen om de overname van de inning door VLABEL te realiseren in deze legislatuur. Ik heb reeds medegedeeld in mijn antwoord op vraag om uitleg 2038 van de heer Lantmeeters van 4 mei jongstleden dat de overname van de inning van de belastingen op kansspelen wordt voorzien voor 1 januari 2019. Zoals aangegeven in de mededeling aan de Vlaamse Regering van 6 maart 2016 was er reeds overleg met de FOD Financiën, die vandaag instaat voor de Dienst Spelen en Weddenschappen, de Kansspelcommissie en het Waalse Gewest. Aangezien de nodige voorbereidende stappen reeds zijn gezet, moet het in principe mogelijk zijn om eind 2017 over te gaan tot de notificatie, om dan deze laatste cluster van de gewestbelastingen effectief over te nemen vóór het aanslagjaar 2019. Mijnheer Cordy, in 2019 zal Vlaanderen dan volledige inningsautonomie uitoefenen over alle gewestbelastingen in de Financieringswet.
De heer Cordy heeft het woord.
Minister, zoals u zegt, speelt een groot deel zich inderdaad federaal af. Ik zal inderdaad mijn collega’s aanspreken om de bevoegde ministers daar ook over te ondervragen. Als Oostendenaar van geboorte wil ik immers opmerken dat de casino’s aan de kust toch wel belang hebben, ook qua tewerkstelling. Het zijn ook toeristische troeven en ze leveren inderdaad ook een bijdrage aan onze begroting. Ik hoop dus dat we tijdig op de hoogte kunnen worden gebracht zodra u daar meer informatie over hebt, zoals u zei.
Tot slot verheugt het me ook te vernemen dat het in de goede richting gaat met de overname van de inning van de belastingen op kansspelen, en dat we dat tegen januari 2019 in eigen handen kunnen nemen. Wat mij betreft, hoe sneller we zelf zaken in handen kunnen nemen in Vlaanderen, hoe beter.
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Cordy, ik feliciteer u met uw eerste vraag. Ik wist dat er iets sympathieks aan u was. Ik had het al gemerkt, maar nu weet ik het zeker: u bent geboren in Oostende. Dat is een pluspunt voor u voor de rest van uw carrière. (Gelach)
De vraag om uitleg is afgehandeld.