Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
Mevrouw Franssen heeft het woord.
Onlangs werd een barometer gepubliceerd die de gezondheid van kinderen in kaart brengt. Een eerste onderzoek betrof het gebruik van geneesmiddelen bij kinderen. Daaruit bleek dat een op de twee baby’s ten minste één keer per jaar antibiotica neemt. Gemiddeld krijgt een baby drie verpakkingen antibiotica per jaar. Ook krijgen vier op de tien baby’s een behandeling tegen ademhalingsziekten.
Wereldwijd is resistentie tegen antibiotica een van de grootste uitdagingen in de gezondheidszorg. Hoewel het aantal infocampagnes over het antibioticagebruik groter is dan ooit, blijken de cijfers voor baby’s en kleine kinderen ongewijzigd te blijven of zelfs toe te nemen. Ook aerosols behoren tot de meest terugbetaalde geneesmiddelen voor baby’s. Pas na het zesde levensjaar neemt het antibioticagebruik af. Aandacht voor specifieke doelgroepen en specifieke pathologieën, zoals keelontstekingen, in de sensibilisering voor antibioticagebruik is dus cruciaal. Toch moeten we erop wijzen dat het voorschriftgedrag de verantwoordelijkheid is van de huisarts.
Het gebruik van antibiotica bevordert niet alleen de resistentie van de bacteriën, maar zorgt er ook voor dat baby’s op latere leeftijd meer kans hebben op chronische ziektes, omdat de darmflora blijvend kan worden aangetast.
Bovendien volstaat het bij bepaalde infecties vaak om op een bioactieve manier het immuunsysteem te herstellen. Ook kan de darmflora preventief worden hersteld met probiotica, waardoor een kind minder vatbaar wordt voor vooral luchtwegeninfecties.
In maart 2013 heeft de VAD, de Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen, in de Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin een leerlingenbevraging toegelicht. Daarbij werd de stijgende tendens van de overmedicatie bij baby’s al aangekaart. De minister toonde zijn interesse en zou de zaak aan Kind en Gezin voorleggen. Een formeel onderzoek naar aanleiding van die leerlingenbevraging heeft Kind en Gezin niet uitgevoerd, maar ze verklaarden wel dat zij zich vanuit hun preventieve taak vooral toespitsen op het sensibiliseren van ouders en professionals. Op 26 januari organiseert Kind en Gezin samen met andere stakeholders een conferentie van het jonge kind. Hoewel dat in de voorlopige rapporten van de verschillende werkgroepen nog niet werd vernoemd, lijkt het cruciaal om de preventie van overmedicatie bij jonge kinderen aan te kaarten.
Graag kreeg ik een antwoord op volgende vragen, minister.
Hebt u kennisgenomen van het voornoemde rapport? Steunt de Vlaamse Regering reeds initiatieven in het kader van de preventie van overmedicatie met antibiotica bij jonge kinderen en baby’s? Zult u dit thema verder aankaarten bij Kind en Gezin? Welke maatregelen kunnen hieruit volgen?
Zult u de expertise van professionals inwinnen om de overmedicatie van antibiotica bij baby’s preventief en gerichter aan te pakken, in het belang van onze toekomstige gezondheidszorg? Werd hierover reeds van gedachten gewisseld op de interministeriële conferentie met uw federale collega De Block? Wat was de conclusie?
Hoe staat u tegenover de bioactieve manier om het immuunsysteem te herstellen die kan bijdragen tot een preventieve aanpak in onze gezondheidszorg? Hoe ziet u dit aan bod komen in de conferentie van het jonge kind? Of ziet u eerder een mogelijkheid om dit te bespreken op de gezondheidsconferentie preventie van dit najaar?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Mevrouw Franssen, we kennen dit rapport inderdaad, maar aangezien het voorschrijven van medicatie een federale bevoegdheid is, hebben we het niet grondig bestudeerd. We denken dat we ons op onze kernbevoegdheden moeten focussen.
In de dagelijkse werking van Kind en Gezin en van diverse zorgverstrekkers worden ouders geregeld geïnformeerd over correct geneesmiddelengebruik: niet te veel, maar ook niet te weinig is de boodschap. Op 30 september 2013 sloten de verschillende Belgische overheden met volksgezondheidsbevoegdheden het protocolakkoord met betrekking tot het Nationale Plan Multidrug Resistant Organisms. Het antibioticabeleid, met maatregelen voor zowel de intramurale zorg als de ambulante praktijk, vormt een vanzelfsprekend onderdeel van dat plan.
Voor de ambulante praktijk zijn er campagnes ter promotie van verantwoord antibioticagebruik, feedback over de voorschrijfgegevens rond antibiotica voor huisartsen en de ‘antibioticumgids voor de ambulante praktijk’.
Via de feedback over het voorschrijfgedrag krijgen artsen inzicht in hun voorschrijfprofiel voor bepaalde groepen geneesmiddelen. Op die manier wordt op autocorrectie gerekend. Antibiotica zijn enkel op doktersvoorschrift te verkrijgen. Het sensibiliseren van de algemene bevolking kan nuttig zijn, maar het komt er vooral op aan het artsenkorps te motiveren om de praktijkaanbevelingen ter zake correct toe te passen. Aangezien de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen en het curatieve aspect van de uitvoering van de geneeskunde een federale bevoegdheid zijn, voorziet het protocol dan ook in federale acties. De Vlaamse overheid neemt slechts partieel deel.
Kind en Gezin is op de hoogte van de problematiek en besteedt er aandacht aan tijdens de diverse contacten met ouders van jonge kinderen. Aangezien de problematiek hoofdzakelijk een federale bevoegdheid is, zullen we geen verdere initiatieven nemen buiten de basiswerking van Kind en Gezin en de preventieve werking op het vlak van resistentie en infecties in ziekenhuizen en woonzorgcentra.
Behalve over de aspecten die ik in verband met het protocolakkoord vermeldde, hebben we met de federale overheid nog niet van gedachten gewisseld. Zoals gezegd gaat het hierbij hoofdzakelijk over federale bevoegdheden.
Over het herstellen van het immuunsysteem op een bioactieve manier of het herstellen van de darmflora met probiotica spreek ik me niet uit. Ik laat de inschatting van de waarde van deze werkwijzen op het vlak van de volksgezondheid over aan experts ter zake. Ook dit is wederom een federale bevoegdheid. Ik denk dat er vooral sprake moet zijn van een evidencebased geneesmiddelengebruik. Als de guidelines beter worden gevolgd, is er waarschijnlijk niet zoveel nood aan het herstellen van het immuunsysteem. Laten we prioritair daarop inzetten.
Deze problematiek werd niet aangehaald in de werkgroepen ter voorbereiding van de conferentie van het jonge kind van 6 oktober. Ze zal ook niet aan bod komen in de gezondheidsconferentie van 16 en 17 december. De problematiek van psychotrope geneesmiddelen zal wellicht wel ter sprake komen wanneer we het over middelengebruik hebben, maar dat is een heel andere kwestie dan het overmatig antibioticagebruik bij kleine kinderen.
Mevrouw Franssen heeft het woord.
Uiteraard heeft deze problematiek heel wat federale kanten. Ik ben er wel van overtuigd dat onderzoek naar een bioactieve manier om het immuunsysteem te herstellen, kan bijdragen tot een grotere preventie van allerlei ziektes, maar ik begrijp dat ook dat voor een groot stuk federale materie is. Het zou echter goed zijn dat op een volgende interministeriële conferentie aan te kaarten en de federale verantwoordelijken de ogen te openen en aan te zetten open te staan voor meer dan alleen de zeer klassieke geneeskunde. Internationale studies wijzen uit dat het zeker kan helpen.
Mevrouw Croo heeft het woord.
Minister, wij pleiten ook voor een rationeler gebruik van goedkope geneesmiddelen en voor een doordacht gebruik van antibiotica, om resistentie te voorkomen. De huisarts speelt daarin een belangrijke rol, maar ook de apotheker. Hij moet de patiënt uitleggen dat antibiotica niet altijd de juiste keuze is.
De probiotica en voedingssupplementen zijn eerder commercieel van aard dan nuttig. Er zijn er maar enkele die hun werk doen zoals het moet. Het gebruik ervan moeten we misschien toch ook een halt toeroepen. De lobbygroep van dergelijke medicatie en voedingssupplementen heeft de bovenhand en mensen laten zich daardoor te veel inspireren.
We zien dat Belgische kinderen recordhoeveelheden medicatie gebruiken. Bij min 18-jarigen is het geneesmiddelengebruik in vijf jaar tijd met 15 procent gestegen. Kinderartsen noemen dat hallucinant. De cijfers komen van het RIZIV. De grootste stijging zit bij de refluxremmers. Het gebruik daarvan nam met meer dan de helft toe. Jaarlijks worden meer dan 3 miljoen van die maagzuurremmers voorgeschreven. Ook het gebruik van middelen tegen psychose, zoals schizofrenie, stijgt, plus 37 procent, tegen ADHD plus 35 procent, tegen diabetes plus 24 procent en tegen astma plus 21 procent. Kinderartsen en -psychiaters schrikken enorm van dergelijke hallucinante cijfers. Volgens hen is er één oorzaak: overmedicatie. We schrijven veel te gemakkelijk en veel te veel medicatie voor, aldus professor kindergeneeskunde Yvan Vandenplas.
Dat is een alarmerende evolutie, die dringend een halt moet worden toegeroepen. De bijwerkingen van deze middelen zijn veel te gevaarlijk om er zo licht mee om te springen.
De heer Persyn heeft het woord.
Voorzitter, omdat ik als gewezen huisarts momenteel de enige aanwezige arts ben, wil ik toch een pleidooi houden ter verdediging van de voorschrijvers. Ik kan uit persoonlijke ervaring getuigen dat de voorschrijvers onder druk staan van jonge ouders die zelf onder druk staan. Ik wil dit koppelen aan het debat over het werkbaar werk.
Ik heb hier het voorbeeld gehoord van de keelontsteking waarvoor slechts in 10 procent van de gevallen antibiotica nodig zijn. Het kost artsen echter veel inspanningen en overtuigingskracht de ouders te vertellen dat die antibiotica in de eerste plaats niet nodig zijn. Het komt erop aan met het kind een dag thuis te blijven. Dat betekent dat het kind niet naar de crèche kan gaan, en bestellen is betalen.
Ik zou het breder willen trekken. Nu gaat het om verwijten, om een responsabilisering of bijna een culpabilisering van bepaalde spelers in het veld. Volgens mij moeten we een brede discussie over de zorg voor jonge kinderen voeren. Onze samenleving verwacht dat we voor jonge ouders in bijkomende ruimte voorzien.
Er is een discussie aan de gang over het tijdskrediet en over het werkbaar werk. Ik zou hier bijkomende aandacht voor willen vragen. Ouders vragen immers vaak een voorschrift om mee naar huis te nemen. Indien het na een of twee dagen nog niet beter is, gaan ze het geneesmiddel dan toch halen. Dit brengt een overconsumptie met zich mee. We hebben allemaal de opdracht hier samen aan te werken.
Mevrouw Franssen heeft het woord.
Mijnheer Persyn, ik deel uw mening.
Mevrouw Croo, wat de bioactieve herstellingswijze van het immuunsysteem betreft, hoeft het niet altijd met supplementen te gebeuren. Ik denk dan ook aan gezonde voeding en aan de vraag welke groenten en welk fruit het best maximaal worden ingezet. Het gaat vooral om die kennis. Er is de klassieke farmacie en er zijn alternatieve farmaceutische bedrijven. Het is niet de bedoeling een concurrentieslag te organiseren. Indien ik het over een bioactieve manier heb, gaat het me vooral om de gezonde voeding. Die inzichten mis ik een beetje in het nieuw advies van de Hoge Gezondheidsraad.
De vraag om uitleg is afgehandeld.