Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Moyaers heeft het woord.
Kinderen tussen 3 en 8 jaar oud zitten in een cruciale ontwikkelingsfase. Hun motorische vaardigheden zijn volop in ontwikkeling, en daarom moeten ze meer nog dan anderen gestimuleerd worden om veel te bewegen zonder zich al onmiddellijk op een bepaalde sport toe te leggen. Een goede motorische ontwikkeling zorgt ervoor dat kinderen ook op latere leeftijd actief blijven.
Multimove wil de basismotoriek bij jonge kinderen op een pedagogisch verantwoorde en wetenschappelijk onderbouwde manier stimuleren. De basis voor Multimove werd gelegd in een universitair onderzoek van de Universiteit Gent, de Vrije Universiteit Brussel en de Katholieke Universiteit Leuven. Multimove onderstreept het belang van een brede motorische ontwikkeling en kan de start betekenen van een gezonde en levenslange sport- en bewegingsparticipatie. Plezierbeleving staat hierbij centraal.
Tijdens uitdagende bewegingssituaties in de Multimove-lessen komen de twaalf fundamentele bewegingsvaardigheden aan bod: dribbelen, glijden, heffen en dragen, klimmen, roteren, slaan, springen en landen, trappen, trekken en duwen, vangen en werpen, wandelen en lopen, en zwaaien.
Volgens de website van Multimove bieden vandaag meer dan tweehonderd organisaties in Vlaanderen een Multimove-programma aan. Limburg en West-Vlaanderen blijven wel ondervertegenwoordigd.
Afgelopen maandag werd aan de alarmbel getrokken omdat de Vlaamse Regering de subsidies voor Multimove zou hebben geschrapt, een onbegrijpelijke beslissing.
Terzelfdertijd stelde men dat Sportkompas in Vlaanderen nog lang niet wijdverspreid is en dat het dossier momenteel vastzit bij de Vlaamse Regering. Sportkompas is een oriëntatietool die kinderen in de juiste sportrichting wil duwen op basis van hun motorische vaardigheden. Via een app kunnen ze aangeven wat ze graag doen zodat de keuze van de sport niet bij de ouders ligt, maar gebaseerd is op de vaardigheden en de keuze van het kind.
Kinderen laten bewegen en sporten is heel belangrijk, ook met het oog op de nieuw vast te leggen Vlaamse gezondheidsdoelstellingen in december van dit jaar. Multimove en Sportkompas zijn daarbij belangrijk elementen, temeer omdat we weten dat de motorische capaciteiten van onze jongeren er de laatste 40 jaar op achteruit zijn gegaan.
Minister, is het waar dat de subsidies voor Multimove werden geschrapt en hoe rijmt u dat met de nood aan meer bewegen bij onze jeugd?
Hoe verklaart u de geringere aanwezigheid van Multimove in Limburg en West-Vlaanderen? Werd hierrond in het verleden al een strategie ontwikkeld?
Klopt het dat Sportkompas Vlaanderen geblokkeerd zit? Zo ja, hoe komt dat?
Minister Muyters heeft het woord.
Mijnheer Moyaers, ik veronderstel dat u een informeel gesprek met professor Lenoir hebt gehad, dat is me overigens bevestigd. Ik ben een beetje verbaasd over wat u zegt, want ik heb met professor Lenoir een optimale verstandhouding en samenwerking.
Multimove voor kinderen is een proefproject dat onder mijn impuls werd ontwikkeld en van start ging in september 2011. Het is op onze vraag dat de drie universiteiten daaraan hebben samengewerkt. De experimentele fase liep tot 31 augustus 2014. Tijdens deze periode kon het project worden uitgebouwd en ontwikkeld met meer dan 1 miljoen euro steun vanuit het Vlaamse sportbeleid.
Dit project werd uitgewerkt door een samenwerking tussen de drie universiteiten, de Vlaamse overheid, het Vlaams Instituut voor Sportbeheer en Recreatiebeleid en de Vlaamse Sportfederatie (VSF). Bij het flankerend wetenschappelijk onderzoek werden tijdens die periode in totaal 1607 kinderen die aan het Multimove aanbod deelnamen, getest en gevolgd. Het experimenteel project was dus duidelijk een succesverhaal.
De coördinatie van Multimove werd vanaf 1 september verankerd binnen Sport Vlaanderen en uitgerold over heel Vlaanderen. Sindsdien groeide Multimove spectaculair, mede dankzij het enthousiasme van de vele sportclubs, sportdiensten, kinderopvang en andere initiatieven die Multimove op het terrein aanbieden. Intussen hebben we ongeveer 15.000 kinderen van 3 tot 8 jaar bereikt.
Ik heb afgelopen weekend samen met Marc De Bel en een zestigtal kinderen de vierde verjaardag gevierd van Moovie, de mascotte van Multimove. Uw opmerking over de geringe beleidsaandacht klopt dan ook niet, mijnheer Moyaers.
In de experimentele fase kregen de pilootaanbieders een beperkte financiële incentive, maar dat was vooral ter compensatie voor de extra inspanningen die we in die fase van hen vroegen, zoals de medewerking aan het flankerend onderzoek.
Verder verwees professor Lenoir in uw gesprek met hem wellicht naar het feit dat Multimove niet als aparte sporttak wordt erkend en bijgevolg geen subsidieerbare leden oplevert voor sportfederaties. Het is ook nooit de bedoeling geweest dat Multimove een sporttak zou worden. Het is een kant-en-klaar product dat onder meer aan de sportfederaties wordt aangeboden om een nieuwe doelgroep, namelijk jongeren van 3 tot 8 jaar, op een gezonde en wetenschappelijk verantwoorde manier te bereiken. Multimove kan, zeker voor de latere leeftijden, ook perfect flankerend aangeboden worden naast het klassieke sportaanbod. Het is echter niet de bedoeling om leden dubbel te gaan subsidiëren. Bovendien zit het aanbod niet alleen bij sportclubs maar ook vaak bij lokale sportdiensten die zelf instaan voor de financiering. Het zou ook niet rechtvaardig zijn om Multimovers in een sportclub te subsidiëren, maar zij die dit bij een andere aanbieder volgen niet. Multimove is een pasklaar concept, de eerste tien lessen worden gegeven door Sport Vlaanderen maar daarna is het de bedoeling om zelf door te gaan. Dat is de omslag die ik van Sport Vlaanderen wil maken: geen controlerende overheid maar een dienstverlenende overheid.
Intussen zijn er al 300 erkende Multimove-organisaties over heel Vlaanderen. Van die 300 organisaties zijn er 73 actief in Antwerpen, 82 in Oost-Vlaanderen, 44 in Limburg, 43 in Vlaams-Brabant en 58 in West-Vlaanderen. Er worden regelmatig gerichte acties ondernomen om in bepaalde regio’s Multimove bekender te maken en er zijn ook regelmatig nationale promotiecampagnes. Het verschil tussen de verschillende provincies heeft ook te maken met demografische verschillen. In Antwerpen en Oost-Vlaanderen zijn er bijna dubbel zoveel inwoners als in bijvoorbeeld Limburg.
In de periode 2007-2012 investeerde de Vlaamse overheid 986.000 euro ten aanzien van de Universiteit Gent in de ontwikkeling van een maatschappelijk onderbouwde oriënteringstool voor topsporttalenten en in mindere mate voor breedtesport.
Sinds 2013 investeert de Universiteit Gent verder in de uitbouw van het Vlaams Sportkompas met als doel om kinderen tussen 6 en 11 te oriënteren naar een sport die overeenstemt met hun talenten, met andere woorden, met hun individuele fysieke en motorische capaciteiten.
De keuze voor het gebruik van het Sportkompas in functie van topsport moet niet worden opgelegd vanuit de overheid, maar behoort tot de autonome keuze van de topsportfederaties. Het instrument is er en indien topsportfederaties dit wensen, kunnen zij er gebruik van maken. Zij kunnen hun middelen vanuit de facultatieve opdracht topsport aanwenden. Zij moeten die keuze zelf maken, dat is hun verantwoordelijkheid. Ze kunnen er bovendien ook nog subsidies voor krijgen.
Bij de toepassing van het Sportkompas als een oriënteringstool voor breedtesport kan de overheid wel een relevante rol spelen. Het kan nuttig zijn om een kind op basis van een goed advies een juiste inschatting te geven van zijn of haar sportieve aanleg. Terwijl we studieoriëntering via het centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB) de normaalste zaak van de wereld vinden, is er evenveel te zeggen over de nood aan een verantwoorde sportoriëntering. Ik kan dat echter niet zelf doen. De sportclubs zijn daar veel te beperkt voor en bereiken ook niet iedereen. Dat gebeurt dan ook best via de school. Volgens professor Lenoir en zijn collega-onderzoekers zou de lagere school hiervoor de meest aangewezen plaats zijn. Nagenoeg alle kinderen kunnen dan worden bereikt.
In het voorjaar vond al een constructief overleg plaats tussen mijn kabinet, het kabinet Onderwijs en de onderzoekers van de Universiteit Gent over de implementatie van het Sportkompas in het lager onderwijs. De implementatie van deze tool in een onderwijscontext is natuurlijk niet mijn bevoegdheid, maar ik blijf hopen dat we er via een goede samenwerking tussen sport en onderwijs in slagen om de al ontwikkelde tool te vertalen naar een onderwijscontext, rekening houdend met de leefwereld van het kind.
Als de Multimove-lessen worden georganiseerd vanuit een stad of gemeente waarin ook de UiTPAS actief is, kunnen ouders en hun kinderen genieten van een voordeeltarief. Een mooi voorbeeld hiervan is de stad Gent. Momenteel nemen een aantal kinderen deel aan het Multimove-aanbod van Gent, die via de UiTPAS kunnen genieten van het kortingstarief. Multimove brengt binnenkort een aantal goedepraktijkvoorbeelden uit met tips en ideeën voor het bereiken van bepaalde doelgroepen. Het goede voorbeeld van Gent maakt hier ook deel van uit.
Mijnheer Moyaers, er is heel veel beleidsaandacht geweest voor zowel Multimove als Sportkompas. Er is ook veel geld naar beide projecten gegaan en er is ook persoonlijke interesse vanuit het beleid voor beide projecten.
De heer Moyaers heeft het woord.
Minister, ik heb inderdaad een mondeling contact gehad met professor Lenoir. Het stopzetten van de subsidiëring stond in de bijlage van de weekendkrant van De Morgen. Naar aanleiding daarvan heb ik die vraag gesteld.
U hebt het belang van Multimove benadrukt. We moeten er wel voor zorgen dat het project betaalbaar blijft voor de gebruiker. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat elk initiatief zijn kostprijs kan bepalen. Op sommige plaatsen vraagt men 120 euro voor een jaar, elders vraagt men de helft. Het aanbod is ook zeer verscheiden en gaat soms uit van een gemeente, dan weer van een sportclub. Het lijkt me dan ook aangewezen om Multimove op te nemen in de UiTPAS. Dat levert een voordeel op waardoor meer mensen kunnen participeren. We moeten dat UiTPAS-verhaal verder uitbreiden over heel Vlaanderen.
De heer Wouters heeft het woord.
Ik ben eveneens heel tevreden dat Multimove en Sportkompas worden voortgezet.
Mijnheer Moyaers, u zegt dat de projecten betaalbaar moeten blijven, maar volgens mij is dat ook een rol voor de lokale overheden. In Antwerpen zorgen wij voor een bijkomende stimulans bijvoorbeeld met een sportcheque. Die is voor elk kind en voor elke jongere dezelfde en maakt sport laagdrempelig.
Minister, ik ben ook blij dat u de eerste gesprekken met de minister van Onderwijs achter de rug hebt. U had dat aangekondigd in uw beleidsbrief en ik had daar ook het volste vertrouwen. Ik denk wel dat het onderwijs nog een tandje mag bijsteken om dit nog meer open te trekken en kinderen te stimuleren om te sporten en zichzelf te ontplooien in een sport die hen bevalt. Dat zoiets moet gebeuren met een app, lijkt me dan weer een kostelijke zaak voor de doorsnee jonge sporter.
Het is een feit dat beide projecten waardevolle instrumenten zijn om een drop-out te voorkomen binnen de jeugdsport. Dat zijn voldoende redenen om deze projecten te blijven steunen.
Minister Muyters heeft het woord.
Wat de prijs betreft, kan ik twee zaken doen. Nu doe ik een aanbod waarbij iedereen, sportclubs, kinderopvang, gemeenten enzovoort gebruik kunnen maken van dat instrument. Zij bepalen zelf de prijs en zullen dan onderling concurreren met op termijn een lagere prijs.
Een andere mogelijkheid is dat ik een instrument aanbied en dat overal dezelfde prijs moet worden gevraagd. Ik vrees dat in dat geval sommige gemeenten uit de boot zullen vallen. Door het aan te bieden aan iedereen en de prijs vrij te laten, bereiken we volgens mij het beste resultaat, bereiken we zoveel mogelijk kinderen en houden we de prijzen laag als gevolg van de concurrentie.
De heer Moyaers heeft het woord.
Minister, ik heb het inderdaad gehad over de betaalbaarheid. Ik hoor dat er veel lokale initiatieven zijn. Via ziekenfondsen en gemeente- en OCMW-besturen zijn daarbij tegemoetkomingen mogelijk.
Ik had het inderdaad over betaalbaarheid en ik kom daar inderdaad ook vaak op terug. Ik hoor dat er lokaal heel wat initiatieven zijn. Je kunt via de mutualiteit of via gemeente- of OCMW-besturen wel tegemoetkomingen vinden, maar het probleem is natuurlijk altijd dat niet iedereen die weg vindt.
Dat is niet meteen de opdracht voor ons hier vandaag, maar ik denk dat er lokaal veel harder moet worden ingezet op de bekendmaking van dingen die men kan bereiken. Heel vaak zijn het de groepen die het het meest nodig hebben, die het het moeilijkst vinden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.