Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Caron heeft het woord.
Voorzitter, eind augustus 2016 hebben de leiders van zeventien nationale anti-dopingorganisaties (NADO’s), waaronder de NADO’s van al onze buurlanden, met uitzondering van Luxemburg, Zwitserland, Oostenrijk, de Scandinavische NADO’s, Japan, Singapore, Nieuw-Zeeland en de VS, twee dagen vergaderd in Kopenhagen om voorstellen te formuleren voor een hervorming van het mondiaal antidopingbeleid.
Deze top is niet echt onder de vleugels van het World Anti-Doping Agency (WADA) georganiseerd, maar het gaat toch om een formele bijeenkomst. De deelnemers hebben de belangrijkste conclusies verwoord in een persmededeling die onder meer op de website van de Nederlandse Dopingautoriteit te vinden is.
De ondertekenaars roepen op tot een beter en geloofwaardiger internationaal antidopingbeleid. Hiervoor willen ze een beter toezicht op de naleving van de code om gebrekkige antidopingsystemen sneller te detecteren. Ze willen het WADA meer bevoegdheden toekennen om non-compliance te onderzoeken en voor de verschillende vormen van non-compliance proportionele sancties op te leggen. Op dat vlak heeft Vlaanderen al een weg afgelegd. Ze willen best practices voor antidopingorganisaties inzake onafhankelijkheid, transparantie, bestuur en dergelijke uitvaardigen. Ze willen tevens werk maken van een betere bescherming van klokkenluiders.
Minister, volgens u vervult Vlaanderen met betrekking tot het internationaal antidopingbeleid een trekkersol. We ontbreken echter op de lijst van ondertekenaars. Op de website van NADO Vlaanderen is niets over dit initiatief te vinden. Iemand die de kar wil trekken, moet nochtans voor de kar staan en er niet achteraan opzitten.
Kunt u meer uitleg over de inhoud van dit initiatief geven? Is NADO Vlaanderen bij de opstelling van deze tekst betrokken? Ik moet dit vragen voor ik iets kan verwijten. Misschien zijn we hier helemaal niet bij betrokken geweest. Waarom heeft NADO Vlaanderen deze oproep tot meer efficiëntie in de internationale dopingbestrijding niet ondertekend?
Minister, eigenlijk bestaat mijn vraag om uitleg uit twee lagen. Doen we hieraan mee en trekken we de kar?
Minister Muyters heeft het woord.
Voorzitter, ik heb bijna de indruk dat me hier wordt gevraagd of Vlaanderen wel internationaal actief is nu blijkt dat NADO Vlaanderen ontbreekt op de lijst van ondertekenaars van dit initiatief. Het is niet de bedoeling de operationele autonomie van NADO Vlaanderen in vraag te stellen. NADO Vlaanderen moet keuzes maken en heeft de verantwoordelijkheid dergelijke initiatieven al dan niet van nabij op te volgen.
Ik denk dat ik een open deur intrap als ik verklaar dat de voorbije maanden op internationaal vlak heel wat is gebeurd. Het is nog duidelijker dan in het verleden dat het debat over de toekomst van het antidopingbeleid zich nog in een startfase bevindt.
De resultaten van het onderzoek van de WADA Independent Commission, het rapport van de heer McLaren, naar de situatie in Rusland heeft duidelijk gemaakt dat het bestaande antidopingsysteem niet klaar is om corruptie aan te pakken op de manier waarop dit in Rusland heeft plaatsgevonden. Dat is duidelijk.
Deze zaak en de verdere opvolging ervan hebben een sterke tweespalt tussen het WADA en het Internationaal Olympisch Comité (IOC) blootgelegd. Hier zijn allerlei standpunten en voorstellen geformuleerd. Ik kom hier dadelijk op terug.
Wat het concreet initiatief van de zeventien NADO’s betreft, kan ik meedelen dat het een particulier en louter informeel initiatief van de Amerikaanse antidopingorganisatie betreft. Het initiatief was specifiek gericht op de leden van de International Anti-Doping Arrangement (IADA), die in 1991 is ondertekend. De zeventien NADO’s die lid zijn van IADA, hebben zich gedurende twee dagen in Kopenhagen verzameld om voorstellen te formuleren voor de hervorming van het mondiaal antidopingbeleid.
Het betreft hier een initiatief van een bestaande organisatie. Gezien het informeel karakter van de vergadering is NADO Vlaanderen niet betrokken bij de opmaak van de tekst. Het Institute of National Anti-Doping Organisations (iNADO) was wel op de vergadering aanwezig. NADO Vlaanderen is hier al jaren lid van. Hierdoor zijn de belangen van NADO Vlaanderen onrechtstreeks opgevolgd. Volgens NADO Vlaanderen bestaat de tekst uit constructieve voorstellen die, samen met andere teksten, door het WADA worden verzameld.
Ik wil van de gelegenheid gebruikmaken om een ander initiatief onder de aandacht te brengen, namelijk het politiek statement van de ministers van Sport van de Europese Unie. In juli 2016 heeft mijn Deense collega het initiatief genomen een verklaring ter ondersteuning van het WADA en van alle zuivere sporters goed te keuren. Ik heb dit statement ten volle gesteund. Ik blijf ervan overtuigd dat de publieke overheden het WADA moeten blijven steunen. Dit is momenteel een essentieel punt. Uit wat het WADA in het verleden heeft gedaan, vallen lessen te trekken. Een onafhankelijker en transparanter werking zou het WADA ongetwijfeld versterken. We moeten hier samen met de sportwereld aan werken.
De lopende initiatieven zullen worden samengebracht op de volgende vergadering van de Foundation Board van het WADA, op 20 november 2016 in Glasgow. Ik kan iedereen verzekeren dat ik, samen met de administratie en met NADO Vlaanderen, al deze evoluties van nabij opvolg. Ik heb deze week nog contact gehad met de Europese vertegenwoordiger in het uitvoerend comité van het WADA, een Noorse dame die vroeger nog minister van Sport is geweest. Die ministers van Sport veranderen nogal gemakkelijk. Ik heb haar verzekerd dat we wereldwijd willen samenwerken. Ik heb haar gevraagd of de Europese overheden niet zouden moeten vergaderen voor de vergadering in Glasgow om een gemeenschappelijk standpunt als overheden in te nemen.
Mijnheer Caron, ik heb uw vraag om uitleg eerst wat speels opgevat. Ik heb verklaard dat NADO Vlaanderen onafhankelijk is, wat natuurlijk klopt. Ik heb uitgelegd waarom NADO Vlaanderen hier niet bij betrokken was. NADO Vlaanderen is geen lid van IADA. Ik wil echter uitdrukkelijk meedelen dat ik de problematiek van nabij opvolg.
Dit is een spannend moment. Het IOC en het WADA zijn in een strijd verwikkeld. Als overheid moeten we ons blijven scharen achter het principe van een onafhankelijk internationaal orgaan dat door de overheden en door de sportwereld wordt gesteund. We moeten de garantie hebben dat dit in de toekomst gevrijwaard zal blijven.
De heer Caron heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik ben het met u eens, zelfs met uw opmerking over de operationele autonomie. Ik heb me afgelopen zomer verdiept in de antidopingproblematiek en op dat vlak zitten we, zoals u zegt, nog in de startfase. Er duiken nog tal van problemen op. Zo was er in de aanloop naar de Olympische Spelen de ban van Rusland. Met het instrumentarium waarover wij beschikken, kunnen zulke zaken moeilijk worden tegengegaan, en dan heb ik het nog niet over de Olympische Winterspelen die hebben plaatsgevonden.
Er is nog veel werk. U bent een actieve deelnemer aan de Foundation Board van WADA en dat appreciëren wij hier. Ik pleit ervoor dat de andere beleidsniveaus die bij de uitvoering van het sportbeleid en bij het antidopingbeleid zijn betrokken, op die internationale fora mee een trekkende en leidende rol spelen. We moeten onze verantwoordelijkheid nemen en niet alleen binnen onze eigen muren kijken. U doet dat alvast, ik hoop dat ook andere actoren op het terrein dat zullen doen. Dat is essentieel voor een goed antidopingbeleid.
Minister Muyters heeft het woord.
Ik wil ook andere Vlamingen hun podium geven. Ook Peter Van Eenoo is enorm actief in het antidopingbeleid. Hij is het hoofd van het Doping Control Laboratory. Ook Michel D’Hooghe en Jacques Rogghe waren grote medestanders van het antidopingbeleid. Op zo’n internationale vergadering zijn de Vlamingen, berekend in percentage van de bevolking, het best vertegenwoordigd.
De vraag om uitleg is afgehandeld.