Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Van Miert heeft het woord.
Binnen deze commissie is er al veel gepraat over de kilometerheffing voor personenwagens en zijn er al veel vragen over gesteld aan de minister. De minister heeft er al regelmatig een uitspraak over gedaan. Minister, ik kom toch even terug met deze vraag omdat we in de zomer allemaal hebben gelezen dat er binnen Europa langzamerhand een soort van consensus tussen de verschillende lidstaten begint te ontstaan over de stelling dat het principe van ‘de gebruiker betaalt’ in alle landen zou moeten opgaan. Europa begint er nu ook voor te pleiten om de kilometerheffing niet alleen in te voeren voor vrachtvervoer, lokaal vervoer of vakantievervoer, zoals we bijvoorbeeld de skipassen in de skigebieden kennen, maar om het over heel Europa uit te rollen als een middel om de gebruiker per kilometer te doen betalen.
In Vlaanderen hebben we het advies van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen (MORA) en van de transportsector om verder te gaan kijken naar een eventuele uitrol van de kilometerheffing voor vrachtwagens naar het personenvervoer.
Minister, wij moesten vaststellen dat uw federale collega van Mobiliteit, François Bellot, dat niet zo direct zag zitten. Hij had daar een aantal redenen voor. Hij zit duidelijk niet op dezelfde golflengte waar u en uw collega van het Brusselse Gewest zitten. U hebt een proefproject aangekondigd, maar minister Bellot verzet zich op dit moment in ieder geval nog tegen het bekijken van de mogelijkheid om een kilometerheffing voor personenwagens in te voeren.
Minister, hebt u, misschien samen met uw collega Vervoort, gesprekken gepland met de federale minister van Mobiliteit? Zijn er plannen om een interkabinettenwerkgroep (IKW) daaromtrent op te starten om te zien of alle neuzen in dezelfde richting kunnen worden gezet?
Minister Weyts heeft het woord.
Collega, u weet hoezeer ik en wij allemaal hechten aan de vrijheid van meningsuiting. Dit geldt natuurlijk ook voor mijn federale collega die een principieel politiek standpunt heeft ingenomen dat de kilometerheffing voor personenwagens afwijst. Maar dat zal ons niet tegenhouden om in Vlaanderen een en ander voor te bereiden, en het minstens onder ogen te zien, zeker gelet op de perspectieven zoals geschetst door het Planbureau: een toename tegen 2030 van het vrachtverkeer met 44 procent en van het personenverkeer met 11 procent. Dan moet je alle mogelijke alternatieven onder ogen nemen en goed bekijken. We hebben toch niet zo gek veel alternatieve oplossingen in het kader van de bestrijding van de files.
Het onderzoek naar het dossier kilometerheffing personenwagens werd zeer recent opgestart. U zult zich herinneren dat we in eerste instantie een onderzoek opstarten voor de uitwerking van een plan van aanpak. De aandacht gaat vooral uit naar het maatschappelijke draagvlak. Hoe kun je dat het beste voorbereiden? Dit onderzoek moet de aanzet kunnen vormen tot een breed maatschappelijk debat met betrekking tot dit thema. De reactie van minister Bellot en zeer vele anderen, toont aan dat een debat zeker moet worden aangegaan, om te vermijden dat iedereen in principiële stellingen blijft steken. We zullen bepaalde angsten moeten wegnemen en overwinnen. Net daarom ook de vraag hoe je zo’n draagvlak kunt creëren en een stevig pleidooi ter zake onderbouwen.
Zelf ben ik op dit moment persoonlijk een voorstander vanuit het gegeven van de alternatieven en het lichtpunt in heel het mobiliteitsgegeven. Een andere reden is dat de invoering kan leiden tot een verlaging van de belastingen en tot meer mobiliteitsinvesteringen, net omdat we de inkomsten die gegenereerd worden door de buitenlanders, die vandaag 0 euro bijdragen als het gaat over personenwagens en die 0 euro bijdragen aan de belasting van ons wegennet, kunnen hanteren voor een algemene belastingverlaging, namelijk het afschaffen van de verkeersbelastingen, en anderzijds voor extra investeringen in onder andere de weginfrastructuur en, als het even kan, ook in alternatieven daarvoor.
Ik zie zeer regelmatig in mijn mailbox, telkens als ik spreek over die kilometerheffing voor personenwagens, dat dat niet de meest directe weg is naar grote persoonlijke populariteit.
Als we die fileproblematiek echt willen aanpakken en een element van mobiliteitssturing kunnen invoeren en de mobiliteitsstromen spreiden, dan moeten we er ook maar eens voor zorgen dat mensen gedemotiveerd worden om in de file te gaan staan en gemotiveerd worden om hun verplaatsingsgedrag aan te passen en verplaatsingen uit te stellen buiten de file. We moeten mensen nog veel meer te motiveren om gezamenlijk gebruik te maken van een voertuig. Vandaag heb je niet echt een grote stimulans om een voertuig te delen, tenzij het verbruik. Maar als daar de kilometerheffing nog eens bijkomt, is dat een absolute stimulans om een eenzelfde voertuig te delen met vier mensen bijvoorbeeld in plaats van vier voertuigen op de baan te sturen.
Voor dit onderzoek zijn zeven maanden uitgetrokken en het wordt begeleid door een regionaal ambtelijk coördinatieplatform, met alle betrokken Vlaamse administraties, en een regionaal politiek coördinatieplatform met vertegenwoordigers van de Vlaamse Regering. Zodra het onderzoek ver genoeg gevorderd is, worden er contacten gelegd met de andere gewesten en de federale overheid om een en ander van die bevindingen te delen. Maar dat is nu nog niet aan de orde.
We moeten daar nu rustig mee vooruit gaan en een en ander voorbereiden, zonder al te hard van stapel te lopen. Je ziet dat het debat wat begint door te sijpelen. Politiek zie ik verschillende standpunten, ook binnen verschillende partijen. Ik zie dat Brussels minister-president Vervoort voorstander is, nogal een fel voorstander dunkt me, en dat men anderzijds in Wallonië de kilometerheffing voor personenwagens vooralsnog afwijst. Je ziet daar wel een evolutie. In functie van de hele mobiliteitsdiscussie hebben we er alle baat bij om dat debat gegronder en meer onderbouwd te kunnen voorbereiden.
De heer Van Miert heeft het woord.
Minister, dank u voor uw uitgebreid antwoord. U haalt het zelf al aan, het zal een kwestie zijn van een maatschappelijk draagvlak te vinden. Het is soms raar om vast te stellen dat mensen er geen problemen mee hebben om dure vignetten te betalen in skigebieden als ze op vakantie zijn, of de ‘péage’ in Frankrijk als ze naar het zuiden van Frankrijk of richting Spanje rijden.
Ik denk dat iedereen ervan overtuigd is dat we dat moeten bekijken in het teken van de filesturing. We moeten er vooral op letten wat het allemaal gaat kosten. We moeten dat goed uitleggen aan de bevolking. Ik kijk bijvoorbeeld naar mijn eigen situatie. Als ik altijd de wagen zou gebruiken om naar Brussel te komen, dan zal dat een fikse duit gaan kosten in dit systeem, maar ik heb natuurlijk ook de keuze om het openbaar vervoer te nemen. De trein stopt hier vlakbij. De wagen van mijn vrouw wordt gebruikt om lokaal inkopen te doen en heel soms rijden de kinderen ermee naar school. Die zouden dan wel genieten van de wagen die stilstaat en geen verkeersbelasting betalen. Als we dat goed uitleggen aan de bevolking, kunnen we wel werken aan dat draagvlak.
Nogmaals, we zullen op termijn niet meer buiten het betalen van een kilometerheffing door buitenlanders kunnen, willen we de investeringen die zo dringend nodig zijn in onze infrastructuur niet alleen op onze bevolking afwentelen, maar effectief op de gebruikers van onze wegen.
Dank ook voor de timing en de stand van zaken betreffende het lopende onderzoek. Ik neem aan dat wij binnen een klein jaar van u hierover meer informatie zullen krijgen.
De heer Keulen heeft het woord.
Op termijn is dat misschien onvermijdelijk. Ik denk ook dat je de voordelen van een kilometerheffing voor wagens op een zeker ogenblik wel kunt duiden. Maar als we de stap zetten, zullen we moeten werken aan flankerend beleid. Ik hoor collega Van Miert heel graag zeggen dat hij het openbaar vervoer neemt, maar in Noord-Limburg en in Oost-Limburg bestaat dat niet. Het bestaat niet. Je kunt daar heel veel over praten, ten aanzien van de NMBS en ten aanzien van De Lijn. Je kunt zeggen: ze zijn weer aan het klagen. Maar die keuze heb je daar niet. Bovendien zit je daar ook met hoge werkloosheidscijfers waardoor een aantal mensen zich noodgedwongen dagelijks verplaatsen naar Brussel en Antwerpen. Dat is de maatschappelijke realiteit.
Federaal heeft men daar niet veel aan te zeggen. Minister Bellot heeft in dezen geen bevoegdheid. Men ziet een breuk in Franstalig België. In Brussel is men ervoor om maatschappelijke en ecologische redenen, parkeerdruk en andere problemen die daarmee te maken hebben. Wallonië niet. Dat heeft ook te maken met de recente geschiedenis. Als je ziet hoe men daar heeft geschoten op de kilometerheffing voor vrachtwagens, denk ik dat iedere politicus bij het horen van het begrip kilometerheffing meteen in een kramp schiet. Maar ze hebben ook iets dat wij helemaal niet hebben, en dat is plaats en ruimte. De problematieken die wij kennen, tot in Limburg toe, waarbij men op het klaverblad tijdens de spitsuren in het woon-werkverkeer met files wordt geconfronteerd, is iets dat zij veel minder hebben.
Ik denk dat je dat goed moet voorbereiden en dat er alternatieven moeten worden geboden, ook voor mensen die graag bereid zijn het openbaar vervoer te gebruiken. Alleen moet het aanbod dan ook voorhanden zijn. Als we dan voor die kilometerheffing gaan, moet het een slimme heffing zijn, eentje die ook het verkeersgedrag van mensen stuurt en niet mensen het gevoel geeft dat we ze gewoon een extra belasting opleggen, waar ze dan niet meteen de voordelen van zien. Belasting betalen wordt door de mensen niet als een voordeel gezien, maar misschien wel als je altijd duidelijk maakt welke dienstverlening daardoor wordt gefinancierd. Het moet iets zijn dat in de ogen van de mensen, in de perceptie en de beleving op het vlak van de mobiliteit, de verkeersveiligheid en verkeersdrukte,voor mensen ook voordelen biedt. Daar is nog heel wat werk aan de winkel. De gedachte van de slimme heffing vind ik wel heel belangrijk.
De heer de Kort heeft het woord.
Minister, u hebt in het verleden altijd gezegd dat het verder laten lopen van de kilometerheffing voor vrachtwagens voor ons ook belangrijk is en als proefproject moet worden gezien ten aanzien van de kilometerheffing voor personenwagens. We zullen op een bepaald moment een evaluatie moeten maken van hoe de kilometerheffing loopt. U hebt vroeger al gezegd dat het daar nog te vroeg voor was, maar ze zal op een bepaald moment wel moeten worden gemaakt. Bij die evaluatie moeten we ook kijken of de kilometerheffing voor vrachtwagens wat slimmer kan worden gemaakt en meer kan aansturen op een verplaatsing van wanneer men met de vrachtwagen rijdt. Zo kunnen we de capaciteit van onze snelwegen nog beter gebruiken. Als we erop aansturen dat die beter ‘s nachts zou kunnen worden gebruikt, en zeker als we zien welke werken er in en rond Antwerpen zullen worden uitgevoerd, zal dat zeker en vast een belangrijke bijdrage kunnen leveren.
Een ander aspect in verband met het draagvlak ten aanzien van de kilometerheffing voor personenwagens, is het klimaatakkoord van Parijs dat binnenkort van start gaat. Dan merk je uit de toelichtingen die belangrijke sprekers hier in de klimaatcommissie zijn komen geven dat de mobiliteit kan bijdragen ten aanzien van het milieu. We merken dat ook vanuit Europa die kilometerheffing voor personenwagens meer en meer naar voren wordt geschoven. In hoeverre worden in het lopende onderzoek van het proefproject voor de kilometerheffing voor personenwagens, aspecten zoals het klimaat en de bijdrage tot een verbetering ervan, meegenomen?
Minister Weyts heeft het woord.
Die laatste aspecten zijn bij mijn weten niet meegenomen in de studies die nu lopen. Ik zou het moeten checken, maar ik denk het niet.
Vandaag is er een variabiliteit van de tarifering op basis van de maximaal toegelaten massa. Anderzijds gaat het van 3,5 tot 12 ton en dan boven 12 ton. Daarnaast gaat het over de uitstoot. Het is een classificatie en tarifering naargelang van de Euronorm in kwestie.
Waarom is er toendertijd niet gelijktijdig werk gemaakt van een mobiliteitssturing? Ten eerste is er de vaststelling dat het vrachtverkeer qua volume in de totale mobiliteitsstroom veeleer beperkt is en dat de invoer van mobiliteitssturing een beperkt effect zou hebben op de filevorming, omdat het totale vrachtverkeer boven de 3,5 ton in de totale verkeersstroom dus beperkt is.
Ten tweede moeten we een overweging onder ogen nemen – ik geef ze voor wat ze waard is –: de binnenlandse transportsector was geen vragende partij omdat verhoudingsgewijs de loonkost voor binnenlandse transporteurs hoger is, zodat het voor buitenlandse transporteurs gemakkelijker en goedkoper is om chauffeurs even halt te laten houden om buiten bepaalde tijdsvensters te blijven.
Die overweging heeft duidelijk gespeeld. Vanaf het moment dat we een heffing voor personenwagens zouden invoeren, moeten we voluit voor een mobiliteitssturing gaan, inclusief voor de vrachtwagens.
De heer Van Miert heeft het woord.
Binnen de fracties die we hebben gehoord, is er geen afwijzing, maar veeleer een goedkeuring van zo’n systeem zolang de dagelijkse gebruiker niet zwaarder wordt belast. Daarover moeten we vooral waken. We moeten die mensen niet extra belasten. De boodschap moet veeleer zijn: de mensen die het niet gebruiken en wel alternatieven gebruiken, kunnen daarvoor worden beloond. De rest van het gat moeten we dichtrijden met de inkomsten van buitenlandse weggebruikers.
De vraag om uitleg is afgehandeld.