Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, midden augustus las ik dat de centra voor autokeuring in ons land af willen van de verplichting om elke bestuurder die met zijn wagen naar de controle komt, naar zijn verzekeringspapieren te vragen. Sinds november 2013 zijn de centra verplicht om aan de bestuurder de groene kaart te vragen, dit om de problematiek op te lossen van chauffeurs die zich op de baan begeven zonder geldige polis. Dit controleren is echter geen onderdeel van de technische en mechanische autokeuring, waardoor de wagen van een autobestuurder die zich aandient zonder polis, niet afgekeurd kan worden. Op het keuringsbewijs kan wel vermeld worden dat de verzekering niet in orde is.
Het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds geeft aan dat ongeveer 2 procent van de voertuigen niet verzekerd is, wat neerkomt op ongeveer 100.000 voertuigen. Eind 2015 liet minister Jambon van zijn kant weten dat er per jaar meer dan 30.000 pv’s worden opgesteld. Jammer genoeg zijn er geen exacte cijfers over de gevolggeving aan die pv’s.
De controleurs van de keuringscentra vinden dat die verzekeringscontrole veel energie vraagt, omdat uit hun cijfers blijkt dat slechts 0,01 procent van de 3,8 miljoen gecontroleerde bestuurders zonder geldige verzekering naar de autokeuring kwam. In 2013 werden er 8345 voertuigen op de autokeuring aangetroffen zonder geldig verzekeringsbewijs en in 2014 is dat aantal gedaald tot 5000. Contradictorisch hieraan lijkt dat het totaal aantal niet-verzekerde voertuigen niet afneemt. De reden zou natuurlijk kunnen zijn dat mensen die hun auto niet verzekeren, vaak ook niet de moeite nemen om met hun auto langs de autocontrole te passeren.
Minister, blijft de huidige regelgeving bestaan of worden de centra voor autokeuring ontlast door het afschaffen van de autoverzekeringscontrole? Op welke manier denkt u het aantal onverzekerde voertuigen te kunnen terugdringen?
Minister Weyts heeft het woord.
De thematiek komt regelmatig ter sprake in het kader van de zesde staatshervorming. We zijn in dezen gevat door een federale beslissing, goedgekeurd en ingevoerd net voor het in werking treden van de zesde staatshervorming. De verplichting om verzekeringsdocumenten te controleren op het moment van de technische keuring is voordien ingevoerd. Dus zitten we nu met de bijzondere situatie dat een federaal opgelegde verplichting moet worden uitgevoerd door instellingen onder Vlaamse voogdij.
Ik heb al in een antwoord op een schriftelijke vraag van collega Parys gesteld dat die controles niet echt efficiënt zijn, gelet op de zeer lage aantallen voertuigen die uiteindelijk tegen de lamp lopen. Op 3.751.787 controles op één jaar tijd, de periode november 2013 tot oktober 2014, werden slechts 505 dossiers of 0,01 procent aan de politiediensten overgemaakt. De conclusie die voor de hand ligt, is dat men volhardt in de boosheid, en dat degenen die rondrijden zonder verzekering, consequent zijn in de overtreding en dus ook niet naar de keuring gaan. Daar valt natuurlijk wel iets voor te zeggen. Feit is dat de regeling amper bijdraagt tot een betere schikking. Er gaat weinig druk uit in de richting van de onverzekerden.
Ook al is het een federale bevoegdheid, de verzekering van voertuigen is echter ook voor mij belangrijk omdat hier effecten zijn inzake verkeersveiligheid. Anderzijds denk ik dat er betere methodieken bestaan, dat we beter kunnen inzetten op een geautomatiseerde controle. Als dan toch een en ander moet verlopen via een technische keuring, dan kan dat gaan niet via de aloude administratieve, papieren weg maar door het matchen met de databanken die er bestaan op het vlak van het inschrijven van voertuigen. Dan is het absoluut noodzakelijk om de kwaliteit van deze databanken te verhogen zodat de politie via gerichte controles en na eventuele seining bij de keuringscentra, maar vooral ook bij seining via Automatic NumberPlate Recognition (ANPR), onverzekerde voertuigen kan verbaliseren.
Alleen moet ik met spijt vaststellen dat die databanken nog niet volledig op punt staan. De databank met betrekking tot de verzekering lijkt me, met mijn beperkte vermogens, eigenlijk een eenvoudige oefening. Je hebt namelijk enerzijds de Dienst voor Inschrijving van de Voertuigen en anderzijds de databank van de verzekeringsmaatschappijen en de blanks. Dan heb je natuurlijk de onverzekerden. Tot op heden blijkt dat op federaal niveau nog niet optimaal te werken. Zo zouden in een overgangsfase de instellingen voor technische controle bijvoorbeeld kunnen overschakelen naar een automatische controle van de verzekeringsplicht via de kentekenplaat gekoppeld aan de kruispuntbank voertuigen. Slechts bij negatief resultaat zouden de papieren worden gevraagd als soort ‘double check’. Dan zou men niet meer zoals vandaag per definitie die handeling moeten uitvoeren en het verzekeringsbewijs voorleggen ter visuele controle door de keurders.
Op lange termijn is dit geen taak voor de technische keuring. De automatische melding bij het voorrijden van een onverzekerd voertuig op basis van geautomatiseerde controles kan uiteraard blijven bestaan, en zal ook bijdragen aan een betere verkeersveiligheid. Ik ben het er wel mee eens dat de technische keuring dat in de toekomst niet meer zou moeten doen.
Ik heb overleg hierover met de federale overheid, meer bepaald de FOD Mobiliteit en Vervoer, in de werkgroep ‘naleving van de verzekerings- en keuringsplicht van motorvoertuigen’. Ook daar wordt die thematiek regelmatig onder de loep genomen. Essentieel is en blijft dat het succes van een en ander staat of valt met het welslagen van de betrokken databank.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Ik ben het helemaal met u eens dat die ANPR-camera’s maximaal moeten worden gebruikt, ook voor deze doeleinden. Als burgemeesters – en ik kijk dan naar mijn goede collega uit Menen – hebben we daar al meerdere malen over gediscussieerd.
Die ANPR-camera’s zijn duur. Vandaag leggen dikwijls de gemeenten de middelen daarvoor op tafel, terwijl die ANPR-camera’s eigenlijk een veel breder effect hebben. De camera’s die bij mijn collega in Menen staan, beschermen een heel stuk van West-Vlaanderen. In mijn eigen politiezone, Noord-Oost-Limburg, hebben we ook geïnvesteerd in camera’s. Als grensgemeenten beschermen we daarmee ook een stuk van Limburg. Collega Keulen zal hetzelfde doen in Lanaken. Er is wat weinig appetijt op het federale niveau om te investeren in die camera’s. Hoe meer we die camera’s kunnen laten doen, hoe beter die investering rendeert. Hier ligt weer een mooi voorbeeld van wat we daarmee zouden kunnen matchen. Op dat vlak ben ik het helemaal met u eens.
U doet de suggestie van een overgangsfase. Dat is de automatische controle. Zijn de controlecentra daar vandaag voor uitgerust? Hebben die toegang tot die databank om die controle te doen, en zo neen, wat moet er dan nog gebeuren om hun daar de toegang toe te verschaffen?
De heer Van Miert heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, dat die controle geen taak is voor de keuringscentra, lijkt me duidelijk. Ik schrok toch wel even van die 100.000 voertuigen. Het is een heel klein percentage dat bij de controle blijft kleven, maar het lijkt me tot nader order, zolang die databankgegevens niet goed worden uitgewisseld, toch nog een afschrikmiddel om die controle daar te laten plaatsvinden.
Minister, ook bij ons de streek, de regio Turnhout, is er een heel uitgebreid netwerk van dergelijke camera’s. Zou het mogelijk zijn dat we ergens in Vlaanderen, bijvoorbeeld in één politiezone, een proefproject opstarten om te zien welke impact een samenwerking met de verzekeringsmaatschappijen zou kunnen hebben en te kijken of het werkt? Dan zouden we met de federale overheid verder in overleg kunnen gaan om dat verder uit te rollen.
Minister Weyts heeft het woord.
Voor alle duidelijkheid, de controle op het verzekerd zijn, is een federale bevoegdheid. Dan ben ik daar niet onmiddellijk toe geneigd. Men heeft een verplichting opgelegd ten aanzien van de technische keuring wat betreft de controle van de aanwezigheid van verzekeringspapieren. Vervolgens heeft men de bevoegdheid inzake technische keuring overgedragen, maar niet inzake de verzekeringen. Dat is federaal gebleven. Wij fungeren een beetje als uitvoeringsorgaan voor een federale regelgeving, wat vreemd is.
Een volgende vaststelling is dat het dan ook nog niet efficiënt is: 0,01 procent. Ik wil dat nog wel in stand houden, maar zorg er dan voor dat het efficiënter is, met minder werkoverlast voor de technische keuring. Zorg dan dat er een koppeling kan gebeuren aan de databank. Maar dan moet die databank up-to-date zijn. Daarover bestaat gerede twijfel.
Op lange termijn zouden de controles niet meer via de technische keuring moeten gaan maar onder andere via ANPR. Daar zitten we met een goed gegeven, namelijk dat we samen met de Federale Regering een aanbesteding in de markt hebben gezet voor een nagenoeg gebiedsdekkend netwerk van ANPR-camera’s op het autosnelwegennet. Je moet al serieuze toeren doen om in de toekomst het autosnelwegennet te vermijden met je desgevallend onverzekerde wagen. Maar ook daar staat of valt het succes altijd met het up-to-date zijn van die databank en de mate waarin er een correcte invoering is van de voertuigen die niet verzekerd zijn. Ik herhaal dat tot op vandaag daar gerede twijfel over is.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, voor alle duidelijkheid, ik vind die investering om gebiedsdekkend het autosnelwegennet in Vlaanderen aan te pakken met ANPR-camera’s, een zeer goede maatregel. Vergis u wel niet. Ik wil u graag rondleiden in provincies waar u perfect redelijk wat afstand kunt afleggen zonder op de autosnelweg te komen, en zeker in de grensregio’s. Daar wonen ook mensen met een auto die niet verzekerd is. Maar dat is een ander debat dat op federaal niveau moet worden gevoerd. Er moet ook verder geïnvesteerd worden in ANPR-camera’s, want daar gaat het voornamelijk om veiligheid.
Ik vind het goed dat we op Vlaams niveau niet zeggen: die verzekeringen zijn onze bevoegdheid niet, dus trek uw plan op federaal niveau. Verkeersveiligheid moet een collectieve bezorgdheid zijn.
Ik heb geen antwoord gehad op mijn vraag of vandaag die autokeuringen al toegang hebben tot die databank om op die manier al een automatische controle te doen. Ik kan me voorstellen dat u daar niet onmiddellijk op kunt antwoorden. Mijn bezorgdheid is wel om eens na te kijken of dat al zou kunnen, want dat zou toch al een stap in de goede richting zijn.
De vraag om uitleg is afgehandeld.