Verslag vergadering Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering en Stedenbeleid
Verslag
De heer De Meulemeester heeft het woord.
Minister, collega’s, conform het regeerakkoord is het de ambitie van deze regering om te komen tot een kleinere, slagkrachtige overheid, met minder administratieve lasten en meer klantvriendelijkheid. Daarom werd bij het begin van de regeerperiode afgesproken om ingrijpend te besparen op het eigen Vlaamse overheidsapparaat.
Dat betekende ook een vermindering van het aantal personeelsleden. Concreet werd afgesproken om het aantal Vlaamse personeelsleden tijdens deze regeerperiode te verminderen met 1950 en zo een besparing van 101,5 miljoen euro recurrent tegen eind 2019 te realiseren.
Twee jaar na de start van de regeerperiode lijkt het goed om na te gaan hoe het staat met de realisatie van deze doelstelling.
Minister, welke vermindering van het aantal personeelsleden bij de Vlaamse overheid werd nu al gerealiseerd?
Is er een verschil tussen de entiteiten binnen de Vlaamse overheid? Met andere woorden, zitten sommigen entiteiten beter op schema dan andere? Zo ja, welke verklaring kan er hiervoor worden gegeven?
Minister, denkt u de beoogde vermindering met 1950 personeelsleden tegen het einde van de legislatuur nog te kunnen realiseren? Welke initiatieven denkt u daarvoor nog te moeten nemen?
Minister Homans heeft het woord.
Mijnheer De Meulemeester, ik heb op de ministerraad van 23 september een mededeling geagendeerd over de ‘Monitoring resultaat- en klantgerichte overheid’. Lees en versta: hoe staat het eigenlijk met de afslanking van ons overheidsapparaat en die 1950 personeelsleden die we hebben vooropgesteld voor het einde van deze legislatuur? Bij deze mededeling was de voorlopige stand van zaken gevoegd, tot en met de datum van 30 juni 2016. Uit deze stand van zaken blijkt dat er na twee jaar al 1090 personeelsleden minder zijn, hetgeen overeenstemt met 56 procent van de besparingsdoelstelling van 1950 personeelsleden minder tegen het einde van deze legislatuur. Ik maak er jullie attent op, voor zover dat nodig is, dat een legislatuur vijf jaar duurt en dat we nog maar twee jaar verder zijn. Ik zal eind oktober de definitieve stand van zaken op datum van 30 juni 2016 terugkoppelen naar de kernministers van de Vlaamse Regering.
Er is wel degelijk een verschil tussen de verschillende beleidsdomeinen van de Vlaamse overheid. Ik geef hiervoor straks een verklaring. Het is belangrijk dat we hier niet de verkeerde conclusies uit trekken.
De uiterste verschillen in de realisatiegraad tussen de beleidsdomeinen zijn Internationaal Vlaanderen, dat nog maar 20 procent van de opgelegde inspanning heeft gedaan, wat het gemiddelde behoorlijk naar beneden trekt, terwijl Financiën en Begroting al 97 procent heeft behaald. Welzijn, Volksgezondheid en Gezin heeft al 93 procent, Economie, Wetenschap en Innovatie al 68 procent. Mobiliteit en Openbare Werken zit op 46 procent en Leefmilieu, Natuur en Energie op 43 procent. Negen van de twaalf beleidsdomeinen hebben al meer dan 50 procent van de besparingsdoelstelling gerealiseerd.
Voor de verklaring van de verschillen in de realisatiegraad moeten we rekening houden met het feit dat de verschillende entiteiten personeelsbesparing kunnen realiseren op verschillende manieren. Een eerste manier is de niet-vervanging van personeelsleden die met pensioen gaan. Hier is de mogelijkheid tot besparing afhankelijk van de leeftijdspiramide van de entiteiten en van de keuze van de desbetreffende personeelsleden om al dan niet met vervroegd pensioen te gaan. Een tweede verklaring is de afbouw van taken ingevolge de door de Vlaamse Regering goedgekeurde kerntakenplannen. Elke entiteit volgt hier een eigen traject. Soms is de mogelijkheid om niet-kerntaken af te bouwen afhankelijk van de regelgeving. We kunnen binnen onze regelgeving niet elke taak zomaar afstoten. Dat verschilt ook per entiteit. Er is ook de realisatie van schaalvoordelen ten gevolge van bijvoorbeeld een fusie van entiteiten en beleidsdomeinen. Dat is niet mogelijk binnen elke entiteit en binnen elk beleidsdomein. Hier kan de achterstand van Mobiliteit en Openbare Werken worden ingehaald. Daardoor zal Mobiliteit en Openbare Werken wel redelijk snel boven het gemiddelde stijgen. U weet dat daar een aantal fusies van entiteiten in de planning zitten. Daarmee kun je de beoogde besparingsdoelstelling behalen.
Een vierde mogelijkheid om de besparing te realiseren, is het inschuiven van de taken en het personeel die er zijn gekomen na de zogenaamde zesde staatshervorming. De mogelijkheid om hierop te besparen, is afhankelijk van de mate van overlap met de huidige bevoegdheden en van de leeftijd en de leeftijdspiramide van de overgehevelde personeelsleden.
Mijnheer De Meulemeester, we zitten na twee jaar al behoorlijk op schema. Dit wordt continu opgevolgd. We rapporteren halfjaarlijks aan de Vlaamse Regering. Als een van mijn collega’s nalaat te doen wat hij of zij moet doen, kan hij of zij spreekwoordelijk op de vingers worden getikt.
De heer De Meulemeester heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoord. Er is inderdaad na twee jaar al veel gebeurd. Er is een vermindering van iets meer dan 1000 personeelsleden, op een totaal van 1900. Dat is toch al de moeite. Dat is een behoorlijk resultaat. Ik heb hier de volledige lijst van alle entiteiten. Het kan niet de bedoeling zijn dat ik ze allemaal nominatief noem. Er zijn zeer goede leerlingen van de klas bij, er zijn er ook minder goede. Om welbepaalde redenen, dat zal wel zo zijn.
Ik zou u toch willen vragen om de entiteiten die tot dusver blijkbaar weinig moeite hebben gedaan – ook al zijn daar redenen voor – aan te porren om werk te maken van de vermindering van het aantal personeelsleden, zonder dat de klantvriendelijkheid daardoor in het gedrang komt. Klantvriendelijkheid is enorm belangrijk bij de Vlaamse overheid en de Vlaamse administratie. Dat mag niet in het gedrang komen. Ik verwijs naar de administratie Wegen en Verkeer, die toch dicht bij de burger staat, bijvoorbeeld in verband met het onderhoud van gewestwegen. Ik zie hier dat zij al veel inspanningen hebben gedaan, maar ik weet evenzeer dat die klantvriendelijkheid ten overstaan van de burger niet in het gedrang mag komen.
Minister, ik vind dat dit een meer dan behoorlijk resultaat is. De doelstelling is al voor meer dan de helft behaald. Laat ons hopen dat het verder in de goede richting mag gaan en dat we op het einde van deze legislatuur voldoen aan de vooropgestelde doelstelling.
Minister Homans heeft het woord.
Ik denk dat ik op alle vragen van de heer De Meulemeester geantwoord. Ik heb ook gezegd dat wij halfjaarlijks zullen monitoren en de slechte leerlingen van de regering op de vingers zullen tikken als ze niet hun eigen departement en entiteiten onder controle hebben.
De vraag om uitleg is afgehandeld.