Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting
Verslag
Mijnheer Van Malderen, als kersvers commissievoorzitter moet ik u natuurlijk niet uitleggen wat het verschil is tussen een vraag om uitleg en een schriftelijke vraag. Toch wil ik u erop wijzen dat u in uw vraag om uitleg verschillende types vragen stelt. Na rijp beraad vonden we het dan ook verstandig dat de minister mondeling antwoordt op de vragen over politieke en beleidsaspecten en dat hij u de cijfers op papier bezorgt.
U hebt het woord, mijnheer Van Malderen.
Dat is een zeer goede manier van werken, voorzitter. Eerst de cijfers opvragen zou heel wat tijd vergen en daarom heb ik de vragen gekoppeld. Maar ik heb uiteraard geen probleem met uw werkwijze.
Minister, er is daarnet al verwezen niet alleen naar uw voortschrijdend inzicht, maar ook naar uw engagement in de Federale Regering om ervoor te zorgen dat iedereen een faire bijdrage aan onze samenleving levert. Vandaag doet u dat ook in Vlaanderen en de Vlaamse fiscaliteit en in het bijzonder in de verkeersbelasting. Niet iedereen betaalt zijn verkeersbelasting en we zoeken naar zo efficiënt mogelijke manieren om die bijdrage toch bij iedereen te innen.
In 2014 heb ik uw voorganger daarover al ondervraagd. Ik vroeg meer bepaald hoe de Vlaamse Belastingdienst op een eenvoudige manier toegang kan krijgen tot de gegevens van de ANPR-camera’s voor nummerplaatherkenning die lokale besturen en politiezones opstellen en gebruiken. Dat netwerk van camera’s strekt zich over heel Vlaanderen uit en kan de nodige diensten bewijzen.
In 2014 kreeg ik het antwoord dat het een interessante vraag was, maar dat er een onderzoek liep. Onlangs lazen we in een artikel van de krant De Morgen dat het ‘proefproject’, zoals het toen werd genoemd, van politiediensten en Vlaamse Belastingdienst niet geslaagd is. Na omstandig onderzoek blijkt de politie niet bevoegd te zijn om wanbetalers aan de kant te zetten als ze door een ANPR-camera worden opgemerkt. Agenten kunnen dus niet het verschuldigde bedrag innen of de bestuurders beletten verder te rijden. Dat is de bevoegdheid van de ambtenaren van de Vlaamse Belastingdienst.
Ik heb hier een reeks vragen bij. Sommige zijn inderdaad informatief van aard, maar u zult merken dat er ook enige politieke reflectie in zit.
Op basis van welke gegevens is men tot deze belangrijke conclusie gekomen?
Wat zijn nu de specifieke bezwaren op het vlak van privacy? Daarnaar werd ook in het artikel verwezen. Deze vraag prikkelt me omdat diezelfde camera’s wel uur na uur worden gebruikt om tijdelijk de privacy van mensen te schenden op het moment dat ze een overtreding begaan. Het argument privacy werd trouwens ook gebruikt toen de camera’s voor het eerst werden geplaatst, maar de federale overheid is er blijkbaar in geslaagd de wettelijke basis te leggen om vandaag met die camera’s zonder inbreuk op de privacy overtredingen te kunnen vaststellen.
Kunt u me uitleggen waarom dit onderzoek twee jaar heeft aangesleept? Ik wil graag de factoren kennen die tot deze lange duur hebben geleid.
Was het basisprobleem dat de federale politie geen vaststellingen kan doen voor de Vlaamse Belastingdienst niet sneller vast te stellen, zodat er andere denksporen konden worden onderzocht?
Wat zijn de concrete gevolgen van het negatieve antwoord? Dat antwoord krijgt wellicht wat meer reliëf als we ook een overzicht krijgen van de resultaten van het onderzoek van de administratie naar het gebruik door de belastingdienst van de gegevens van de ANPR-camera’s van lokale besturen en politiezones.
Welk bereik heeft het proefproject gehaald?
Ik las dat men speelt met het idee om mensen van VLABEL fysiek aanwezig te laten zijn bij de WODCA-acties. De politieagent laat de bestuurders blazen en controleert verzekerings- en identiteitspapieren en iemand van VLABEL controleert dan of de verkeersbelasting betaald is. Vindt u dat echt een werkbaar alternatief? Welke repercussies heeft dat op de inzet van het personeel? De WODCA-acties vinden geconcentreerd in bepaalde periodes plaats, heel vaak ook in het weekend en ’s nachts. Vindt u dat een toonbeeld van synergie en efficiëntie?
Bent u bereid om met de federale overheid besprekingen te starten om de legale belemmeringen op te heffen? Volgens mij moet dat bespreekbaar zijn, en ik ben gerust bereid om onze federale collega’s het signaal te geven dat we heel graag zouden hebben dat er op dat vlak iets gebeurt. Een initiatief zullen we zelfs vanuit de oppositie heel graag steunen.
Minister Tommelein heeft het woord.
Dank voor uw vraag, mijnheer Van Malderen.
Na de overname van de inning van de verkeersbelastingen is de Vlaamse Belastingdienst snel gestart met het gebruik van eigen nummerplaatscanners om de efficiëntie van de controle op de verkeersbelastingen, vooral voor personenwagens, significant op te drijven – met groot succes overigens.
Daarna werden voor de vrachtwagens controles opgezet die gebruikmaakten van de camera’s uit het Weigh In Motion-systeem van het Agentschap Wegen en Verkeer. Hoewel ook dat een succes mag worden genoemd, bleef de Vlaamse Belastingdienst zoeken naar mogelijkheden om beide controletypes aanzienlijk uit te breiden. De collega’s van Wegen en Verkeer beschikken immers maar over een beperkt aantal locaties met camera’s, voornamelijk boven snelwegen.
Op dat moment – ik was toen inderdaad als federaal staatssecretaris voor Privacy actief – is het idee ontstaan om handig in te spelen op de groeiende interesse van politiezones in ANPR-cameraschilden, en hun camera’s mettertijd te benutten voor controles op vrachtwagens én personenwagens. Het initiële idee was om voor beide types voertuigen een black list van wanbetalers op te laden naar de databanken van de politie. Die zou dan zelf de gesignaleerde wanbetalers staande kunnen houden en hun voertuig desgevallend kunnen immobiliseren tot de achterstallige verkeersbelasting bij de Vlaamse Belastingdienst zou zijn voldaan.
Ik maak nu even een onderscheid tussen vrachtwagens en personenwagens. Voor vrachtwagens werd het proefproject uitgewerkt, werd een privacymachtiging verkregen en werd de controlemethodiek gefinetuned. De vrachtwagens die door de politiecamera’s worden geregistreerd, krijgen een bericht van de Vlaamse Belastingdienst dat ze kennelijk niet in orde zijn met de verkeersbelasting en zich onmiddellijk in regel moeten stellen. Het project in Turnhout loopt nog steeds voort, maar door de invoering van de kilometerheffing en de specifieke controles daarop is het niet opportuun het ook in andere politiezones uit te rollen. Het gaat om een proefproject, en in dat geval moeten we analyseren, conclusies trekken en bijsturen.
Voor personenwagens heeft grondig juridisch onderzoek uitgewezen dat het initiële opzet niet haalbaar was, omdat de politie geen personenwagens staande kan houden louter op basis van niet-betaalde verkeersbelastingen. Ook een onmiddellijke afhandeling door niet-fiscale ambtenaren is niet mogelijk. Het in de Vlaamse Belastingdienst gevoerde juridisch onderzoek werd door Centrex, het studiecentrum van de federale politiediensten, bevestigd. Politiediensten zijn niet bevoegd om toezicht uit te oefenen op de naleving van de bepalingen van de Vlaamse Fiscale Codex inzake verkeersbelasting. Ze kunnen niet zelf overgaan tot aanhaling en inbeslagname van voertuigen om de loutere reden dat er nog verkeersbelastingen verschuldigd zijn.
Het feit dat de politie niet eigenmachtig kan optreden, betekent echter niet dat er niet intensief met politie en andere controle-instanties wordt samengewerkt. Samenwerken met de politie tijdens controleacties, zoals de WODCA-acties, heeft zijn nut al bewezen. Dat is immers zowel voor de controlerende instanties als voor de burger een heel efficiënte manier van controleren. Verschillende zaken, keuringsattesten, rijbewijs, verzekeringspapieren, mazout, lading, verkeersbelastingen, worden gelijktijdig gecontroleerd. Controleren of voertuigen in orde zijn met allerlei formaliteiten is trouwens ook een heel belangrijk element in de strijd tegen de sociale dumping. Daarvoor moeten we dus samenwerken. We kunnen het niet aan andere instanties overlaten.
Om kort te gaan, als we het aanvankelijke einddoel, controle op vracht- en personenwagens via ANPR van de politiezones, niet kunnen bereiken, dan bleek dat qua kosten-batenverhouding geen interessant project te zijn.
Uiteraard werd en wordt wel sterk ingezet op de eigen controlediensten en de bijbehorende performante controleapparatuur. De Vlaamse Belastingdienst kan erg mooie resultaten voorleggen voor verkeersbelastingen die door controles alsnog werden betaald, verhoogd met de nodige boetes. Ik heb trouwens vorige week op het terrein tijdens een actie in Aalst zelf kunnen vaststellen hoe performant de controles op de verkeersbelasting verlopen. Iemand die er staande werd gehouden, bleek niet één, maar vier of vijf openstaande facturen van verkeersbelasting te hebben. Het ging om een auto van een bedrijf. Er werd tot onmiddellijke inning overgegaan en op één voormiddag werden daar mijn en uw inkomen samen opgehaald, mijnheer Van Malderen. Er wordt dus performant gewerkt en er worden ongelooflijke resultaten geboekt.
Belangrijk is dat het bij de Vlaamse burgers en bij de Vlaamse bedrijven goed is doorgedrongen dát er gecontroleerd wordt. We willen geen heksenjacht organiseren, maar we mogen de eerlijke burger die wel zijn verkeersbelasting betaalt, niet benadelen. Ik doe dat dus niet, mijnheer Rzoska, om de Vlaamse verkeersbelasting met 25 miljoen euro op te trekken. Ik doe dat vooral omdat deze belasting op een eerlijke manier moeten worden betaald, en als iedereen dat effectief doet, kan ze misschien zelfs naar beneden. Er moet dus een reële pakkans zijn.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Over één ding, minister, zijn we het duidelijk eens. We moeten een hoge pakkans hebben. Die leidt er wellicht toe dat er minder mensen in overtreding gaan. Dat heeft misschien niet meteen de grote budgettaire consequenties die de minister van Begroting soms nodig heeft, maar dat is ook niet het doel. Idealiter komen we tot een situatie zonder overtredingen, omdat mensen gewoon fair bijdragen. Dat iedereen bijdraagt, is een van de voorwaarden voor een draagvlak voor een eerlijke fiscaliteit.
De vraag is wel wat we efficiënt noemen.
Ik heb op sommige vragen geen antwoord gekregen. Waarom heeft het twee jaar geduurd voor we tot die conclusies zijn gekomen? U hebt het project toegelicht, maar sommige juridische vragen leken me sneller beantwoordbaar te zijn. We kunnen het blijkbaar wel doen als het gaat over verzekeringen. We hebben het kunnen doen voor vrachtwagens, maar voor personenwagens lukt het niet.
Minister, u verwijst naar juridische bezwaren. Goed, ik snap dat, maar alstublieft, geef ze dan. En bent u bereid die juridische bezwaren in dialoog met het federale niveau aan te pakken? Als er barrières zijn dat u dat niet kunt, wat let er ons dan dat de politie het morgen wel kan?
Uw antwoord laat me in het ongewisse. U verwijst naar het proefproject voor vrachtwagens in Turnhout. U verwijst ook naar controles in het kader van WODCA-acties, waar verschillende zaken tegelijk worden gecontroleerd. U zei dat het niet economisch efficiënt bleek te zijn. Betekent dat dat die piste wordt gesloten en dat VLABEL volledig terugvalt op de eigen camera’s, waarvan u terecht zegt dat ze vooral op de snelwegen staan en dat er een hoge investeringskost is om die desgevallend uit te breiden? Het gaat ook over de punctuele controles die men doet en zoals u er een hebt bijgewoond. Is dat vanaf vandaag de strategie van VLABEL? Verlaten we de andere pistes? Dit is een informatieve vraag, minister, omdat uw antwoord mij in het ongewisse laat.
Ik betreur dat er in heel Vlaanderen een bos van camera’s staat die dit technisch aankunnen, maar waar er geen gebruik van wordt gemaakt. Als we daarnaast nog eens camera’s moeten plaatsen, heb ik vragen bij de efficiëntie van een en ander.
Minister Tommelein heeft het woord.
Dit was een proefproject. Op een bepaald moment maak je een analyse en een evaluatie. Als er dan juridische bezwaren zijn dat iets niet kan, wel, dan kan het niet. Als je dan een kosten-batenanalyse maakt, dan zeg je: oké. Wat u nu vraagt, is of de politie vragende partij is. Tussen de opstart van het proefproject in 2014 en 2016 is er in dit land een en ander gebeurd. Dat is maar een vermoeden: ik kan dat niet staven met feiten. De politie is nu geen vragende partij om per se de verkeersbelasting van de voertuigen te controleren. De politiediensten in dit land hebben op dit moment andere prioriteiten. Dit nu openbreken en per se willen dat de politie dit doet, lijkt me geen prioriteit. Dat is niet mijn verantwoordelijkheid, maar die van het federale niveau en van de politiediensten. Ik ben minister van Financiën. Voor vrachtwagens loopt dat door, dat is niet stopgezet. Er zijn wel nieuwe gegevens.
Camera’s die ergens hangen, moeten altijd een welbepaald doel hebben. Het moet duidelijk geformuleerd zijn wie de informatie die via die camera’s binnenkomt, moet behandelen en wie die beelden beheert. Als het een pleidooi is om alle camera’s in dit land voor iedereen open te stellen en voor om het even wat te gebruiken, dan zult in mij een ideologische tegenstander vinden.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Minister, die laatste uithaal – is het een uithaal of een karikatuur? – is compleet overbodig. Ik heb dat nooit gevraagd. U schetst een aantal voorwaarden voor goed gebruik die we delen. Voor veel misbruiken en inbreuken gebruiken we vandaag bestaande infrastructuur en technologie. Als het gaat over verkeersbelastingen, kan het voor de ene wel en voor de andere niet.
Ik vraag alleen om die technologie optimaal te benutten. Dat is een kwestie van efficiëntie. U zegt te botsen op juridische bezwaren, maar u neemt niet het initiatief om wetgevend werk te doen of te laten doen om die barrières weg te nemen. Dat is een vaststelling, en dat betreur ik. Vanwege het onhaalbare wordt het haalbare vaak niet gedaan. Waarvan akte.
Minister Tommelein heeft het woord.
Het inningspercentage van de verkeersbelastingen in dit land ligt echt niet aan de lage kant. Er zijn nu eenmaal prioriteiten. Ik heb me laten vertellen dat het aantal mensen dat verkeersbelastingen betaalt, al dicht tegen de 99 procent aanleunt. Degenen die niet betalen, kunnen worden betrapt, en daar gaat het over. Als we alles in het werk moeten stellen om een klein deel … Ik wil wel, maar dan wil ik het ook voor andere zaken doen. Dat maakt voor mij geen verschil uit. Er is een hoog inningspercentage, en u geeft de indruk dat VLABEL zijn werk niet doet.
Vorige week heb ik aan de heer Rzoska uitgelegd waarom de verkeersbelastingen stijgen in de begrotingsopmaak 2017. En u houdt hier een pleidooi om nog strenger te worden en nog meer middelen in te zetten. Dat we dat efficiënt moeten gebruiken, dat kan. Maar als er juridische bezwaren zijn en er is een kosten-batenanalyse gemaakt, dan zie ik niet in waarom we daarop moeten blijven doorgaan. Dat er een verschil is tussen 2014 en 2016: ja. En dat er andere inzichten waren: ja. Maar ondertussen moet u bekennen dat er andere elementen zijn en dat er dan een voortschrijdend inzicht is.
Minister, met dat laatste raakt u echt ‘the heart of the matter’. In uw beleid zegt u dat u mensen gaat inzetten en bijkomende initiatieven gaat nemen om die 1 procent mensen die met niets in orde zijn – want die zullen ook niet in orde zijn met de keuring en met de verzekering – te pakken. Wij stellen net voor dat u een bestaand netwerk van camera’s gebruikt, en dat u zo de pakkans verhoogt. Dan doet u iets wat voor uw diensten goedkoper kan werken, en dat weigert u. Nogmaals, waarvan akte.
De vraag om uitleg is afgehandeld.