Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting
Verslag
De heer Van Miert heeft het woord.
Minister, op 10 juli 2015 werd in de schoot van de Vlaamse Regering een engagementsverklaring ondertekend. Een van de maatregelen met betrekking tot coherent logistiek beleid in deze verklaring was een fiscale stimulus voor gecombineerd vervoer. Op dit moment wordt voorzien in een terugbetalingsregeling in de verkeersfiscaliteit, met als achterliggende gedachte de weginfrastructuur verder te ontlasten. Voorwerp is het goederenvervoer, dat, zoals wordt opgelegd door de Europese richtlijn 92/106, plaatsvindt tussen minstens twee lidstaten, en waarbij het overgrote deel van het traject via binnenwateren, spoor of zee gebeurt en enkel het eerste of laatste gedeelte van het traject over de weg.
Eerder dit jaar kreeg ik van minister Weyts als antwoord op een van mijn vragen dat in de praktijk de return van deze maatregel te laag is en wat tegenvalt. De redenen die daarvoor werden aangehaald, waren het beperkte toepassingsgebied en de zware administratieve bewijslast. Binnen de betreffende werkgroep heeft men gewerkt aan een nieuw voorstel, dat het toepassingsgebied uitbreidt en de administratieve last vermindert.
Minister, kunt u het eventuele nieuwe voorstel toelichten? Ziet u nog knelpunten binnen dat Europese kader van de richtlijn 92/106? Kunt u een timing voorleggen waarbinnen dit voorstel operationeel kan worden?
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Van Miert, vrijdag 24 juni 2016 keurde de Vlaamse Regering op voorstel van minister Weyts en mezelf een voorstel van decreet goed over de wijziging van de terugbetaling van de verkeersbelasting voor gecombineerd vervoer. Dat is een begrip uit de Europese richtlijn die u citeert. Het werd omgezet in de Belgische wetgeving bij wet van 25 januari 1999. Deze bepaling is in de Vlaamse Codex Fiscaliteit (VCF) van 13 december 2013 opgenomen onder het artikel 2.2.6.0.4. In dit artikel wordt verwezen naar de richtlijn wat betreft de definitie van gecombineerd vervoer. Het gaat hierbij, zonder in te gaan op de details, om goederenvervoer tussen EU-lidstaten, waarbij het eerste of het laatste gedeelte over de weg gebeurt en het andere gedeelte via spoor, binnenwateren of een zeetraject. Volgens de richtlijn dient een dergelijk transport te worden gestimuleerd door de terugbetaling van de jaarlijkse verkeersbelasting van voertuigen die hiervoor worden ingezet. De kilometerheffing wordt er dus niet door gevat.
Aangezien het enkel gaat over de terugbetaling van de jaarlijkse verkeersbelasting, impliceert dit ook dat het enkel kan gaan over vrachtwagens van meer dan 12 ton. De VCF voorziet in een terugbetaling tot 80 procent. Niettemin bleef deze maatregel in het Vlaamse Gewest dode letter. Er werd dus geen enkele aanvraag tot terugbetaling ingediend.
Uit gesprekken met de sector bleek dat de opgelegde criteria te streng, zeg maar in feite te onrealistisch waren. Het ontwerp, dat door de Vlaamse Regering principieel werd goedgekeurd, wil dat remediëren. In de eerste plaats wordt het toepassingsgebied van de maatregel uitgebreid. Waar de Europese richtlijn het in de definitie in artikel 1 heeft over zowel de combinatie weg-spoor als weg-boot, verplicht ze in artikel 6 enkel een terugbetaling voor het per spoor afgelegde traject. Voortaan zal dit ook mogelijk zijn voor het gecombineerde vervoer via binnenwateren of via een zeetraject.
Daarbij komt dat de terugbetaling van de jaarlijkse verkeersbelasting niet beperkt hoeft te blijven tot 80 procent. In plaats van het in rekening nemen van 24 spoorschijven van 5500 kilometer, waarvan meer dan de helft moet zijn afgelegd – 2755 kilometer tussen EU-lidstaten lijkt mij praktisch niet doenbaar – zal de vermindering voortaan worden berekend in verhouding tot het aantal overslagverrichtingen, waarbij tijdens de belastbare periode in België wordt overgeschakeld van de ene vervoermodus naar de andere, bijvoorbeeld van weg naar spoor, zeetraject, binnenwateren – of omgekeerd.
Wanneer er met een voertuig minstens 220 van dergelijke overslagverrichtingen gebeuren in een jaar, kan de jaarlijkse verkeersbelasting voor dat voertuig volledig worden terugbetaald. Met deze aanpassingen blijven wij mijns inziens perfect binnen de geest van het Europese kader.
We willen met deze wijzigingen het multimodaal vervoer stimuleren. Door ook gebruik te maken van spoorwegen, binnenwateren en zeetrajecten kunnen we het vrachtvervoer van de weg halen en het wegennet verder ontlasten. We zorgen er ook voor dat de Europese richtlijn effectief in de praktijk kan worden omgezet.
Het ontwerp van decreet is zoals gezegd op 24 juni principieel goedgekeurd door de Vlaamse Regering. We hebben nu advies gevraagd aan de SERV en de Mobiliteitsraad van Vlaanderen (MORA). Daarna volgt nog het advies van de Raad van State. Dan kan het, na definitieve goedkeuring door de Vlaamse Regering, worden ingediend bij het Vlaams Parlement. Om de aanvraagprocedure voor de terugbetaling te verduidelijken, wens ik ook nog een aanpassing van het besluit Vlaamse Codex Fiscaliteit te realiseren. Deze procedure zal dan ook zo snel mogelijk worden opgestart.
Ik wil deze maatregelen nog met ingang van aanslagjaar 2016 in werking laten treden. De terugbetaling zal kunnen worden aangevraagd ten vroegste op de laatste dag van het belastbaar tijdperk en uiterlijk drie maanden na de laatste dag van het belastbaar tijdperk. Voor het aanslagjaar 2016 kan de terugbetaling in concreto worden gevraagd vanaf 31 december 2016 tot en met 31 maart 2017, het eerste kwartaal. De administratieve lasten zullen beperkt zijn. Het zal volstaan om in het aanvraagformulier een overzicht te geven van de overslagverrichtingen met datum en locatie. VLABEL zal de vrachtbrieven waaruit blijkt dat de overslagverrichtingen effectief hebben plaatsgevonden, niet standaard opvragen maar proefsgewijs controleren. Deze moeten op basis van de bestaande wetgeving sowieso gedurende vijf jaar worden bijgehouden.
De heer Van Miert heeft het woord.
Minister, dank u wel voor het heel uitgebreid en duidend antwoord. Ik ben blij te horen dat de administratieve rompslomp eenvoudiger wordt gemaakt zodat meer mensen de moed zullen opbrengen om hun documenten en de nodige toestanden in orde te maken om hiervan gebruik te kunnen maken. Vooral vind ik het verheugend dat het vrij snel zal ingaan. Elke maatregel die we kunnen nemen, binnen onze Vlaamse bevoegdheden om de wegen te ontlasten, is een goede maatregel. Ik ben dus heel verheugd dat dit al vrij snel kan ingaan. We zullen misschien binnen een jaar of anderhalf jaar een schriftelijke vraag stellen om te kijken wat de resultaten zijn van de nieuwe maatregelen zoals ze worden ingevoerd.
De vraag om uitleg is afgehandeld.