Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
In Antwerpen is er een EcoHuis opengegaan. Dat heeft als doel om het lokale en Vlaamse klimaatbeleid beter op elkaar af te stemmen en versnippering in adviezen tegen te gaan. In dit tijdelijk proefproject van één jaar werkt Eandis, de distributienetbeheerder, samen met de stad Antwerpen. Het EcoHuis zou zo eigenlijk fungeren als Energiehuis voor de stad Antwerpen. Het creëert dus een kruispunt voor verschillende renovatieadviezen.
Naast de lokale initiatieven, de Energiehuizen en de distributienetbeheerders (DNB’s) zijn er ook de provinciale steunpunten Duurzaam Wonen en Bouwen en de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden Wonen die bijkomend advies verstrekken voor renovaties. Dat beperkt zich echter niet tot het geven van tips over energie-efficiëntie, maar gaat eveneens over het informeren betreffende renovatieopportuniteiten en de Vlaamse renovatiepremie.
We stellen vast dat voor het verkrijgen van energie- en renovatieadviezen de burgers door de bomen het bos niet meer zien. Daarom zou het opportuun zijn om het voor de burger zo laagdrempelig mogelijk te maken. Dat kan door de versnippering in het energie- en renovatieadvies tegen te gaan. Daarom juichen we ook toe wat er in Antwerpen gebeurt met het EcoHuis.
Minister, burgers maken geen onderscheid in renovatieadvies voor energiezuinigheid en voor fysieke verbetering van de woning. Hoe kunnen we de versnippering in energie- en renovatieadvies tegengaan? Is een vereenvoudiging van de aanspreekpunten mogelijk?
Ziet u een mogelijkheid om tot een uniek loket te komen voor renovatie- en energieadvies?
Hoe kunnen we de initiatieven op de verschillende beleidsniveaus – Vlaams, provinciaal, intergemeentelijk en gemeentelijk – beter op elkaar afstemmen?
Welke andere taken kunnen de Energiehuizen nog opnemen, bijvoorbeeld een coördinerende en sensibiliserende functie bij het organiseren van groepsaankopen?
Minister Tommelein heeft het woord.
Een van de structurele hefboomacties die in het kader van het Renovatiepact worden uitgewerkt, is een uniform renovatieadvies. Dat renovatieadvies heeft als doel om de woningeigenaar een persoonlijk stappenplan aan te bieden dat zal helpen bij een doordachte, toekomstgerichte planning van de renovatiewerken. Het renovatieadvies zal zowel de structurele renovatiewensen van de eigenaar als de maatregelen die nodig zijn om de woning energetisch te renoveren conform de langetermijndoelstelling van 2050, bevatten.
Het renovatieadvies moet de woningeigenaar toelaten te beslissen om de renovatie onmiddellijk volledig uit te voeren of fasegewijs. Het renovatieadvies zal dan ook een onderbouwde inschatting van de investeringskosten vragen.
Ik verwijs naar een interview met onze parlementsvoorzitter, Jan Peumans, dat ik afgelopen weekend las. Het toont heel mooi aan wat de meeste mensen in dit land nodig hebben. Zij willen verbeteringswerken doen aan hun woning, zij willen hun dak veranderen. Zij weten niet hoe ze dat moeten aanpakken, of ze dat moeten combineren met het plaatsen van zonnepanelen of een zonneboiler. Hoe moeten ze dat doen in combinatie met de verbouwingen, die ze hoe dan ook uitvoeren? De heer Peumans zei in dat interview dat hij een ‘energiescan’ zou laten uitvoeren op zijn woning. Maar in feite bedoelde hij dat hij best een geïntegreerd renovatieadvies zou hebben.
De werkgroep heeft een zeer degelijke nota uitgewerkt met meer concrete informatie over de inhoudelijke elementen en een schets van de verdere uitwerking, inclusief de randvoordwaarden. De laatste versie van deze werknota is gepubliceerd op de website van het Vlaams Energieagentschap: www.energiesparen.be/renovatiepact/tweedefase/werf3.
Het voorgestelde uniforme renovatieadvies biedt een antwoord op de versnippering. Bij de uitwerking van de inhoud werd er overleg gepleegd met de stakeholders, waaronder de distributienetbeheerders, de provinciale steunpunten Duurzaam Wonen en Bouwen en de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. Ook nu de grote inhoudelijke contouren uitgetekend zijn, is er verder overleg gepland met de stakeholders om na te gaan welke rol zij tijdens en na de invoering van het algemeen renovatieadvies kunnen vervullen.
Mevrouw Taeldeman, dat kan op het vlak van communicatie. U vroeg daarnet op welke manier we een aantal zaken goed kunnen communiceren. Dat kan dus via deze lijnen. Verder is er: het toespitsen op specifieke doelgroepen; het toespitsen op gebruikersgedrag; groepsaankopen, waarover ik lees en merk en zie dat ze overal op het terrein goede resultaten hebben, zoals ik ook in mijn eigen stad heb vastgesteld; renovatie op wijkniveau …
Volgens de huidige planning zal het vanaf het najaar van 2018 mogelijk zijn om een renovatieadvies te laten opmaken. Het staat de energiehuizen vrij om, naast de opdrachten die hun opgelegd zijn door middel van samenwerkingsovereenkomsten, bijkomende taken op zich te nemen, zoals groepsaankopen, wat veel energiehuizen ook doen. Het is echter aan de energiehuizen zelf om te bepalen of zij deze bijkomende taak uitvoeren.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Minister, dank u voor het antwoord. Het zal u niet onbekend zijn dat heel wat lokale en intergemeentelijke initiatieven als paddenstoelen uit de grond zijn geschoten in functie van het Vlaamse beleid of in functie van bepaalde lokale coalities. Die vinden dat dan een leuk idee dat ze moeten uitvoeren. De coherentie is niet meer terug te vinden. Ik ben daarom blij dat u zegt te zullen werken in de richting van een nieuwe coherentie. We spreken soms van één uniek ondernemersloket. We zouden moeten kunnen komen tot één uniek energieloket.
Ik ben momenteel in mijn eigen gemeente de test aan het doen met een paar mensen die ik ken. Ik stuur hen op pad, bijvoorbeeld met de opdracht om een energielening te zoeken. De feedback die ik krijg, is dat het compleet versnipperd is. Het is cruciaal dat we voor een uniek loket zorgen waar men terecht kan voor alles wat men energie te maken heeft: energieleningen, enzovoort. Men zou ook moeten werken met een unieke naam. Dat je daar als tweede naam de naam van de gemeente achter zet, kan mij niet schelen. Men zou de naam ‘Ecohuis’ of ‘Energiehuis’ kunnen lanceren. Dat is een naam die iedereen altijd zal herkennen. Hij kan dan van West- naar Oost-Vlaanderen verhuizen en daar ook een ‘Energiehuis’ vinden. Dat moet de toekomstvisie zijn. Minister, ik denk dat u mijn visie kunt delen.
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Dit is een interessante vraag van de heer Gryffroy. Ik heb in deze commissie al eens gewezen op het feit dat Vlaanderen enorm investeert in de provinciale steunpunten Duurzaam Wonen en Bouwen. Die leveren zeer goed werk. Zij leveren ook renovatieadviezen af. Ik vroeg naar de cijfers, maar de minister zei mij dat de steunpunten onder de bevoegdheid van de minister-president vallen. Ik heb die cijfers dan ook bij de minister-president opgevraagd. Hij liet mij weten dat de steunpunten in 5 jaar 7500 renovatieadviezen hebben afgeleverd aan particulieren. Ik citeer uit zijn antwoord op de schriftelijke vraag over de steunpunten: “De adviezen van de steunpunten zullen daarom verder moeten evolueren in de richting van de opmaak van een masterplan voor een totaalrenovatie van de woning.”
Minister, ik verneem van u dat de steunpunten een stakeholder zijn in de verdere uitwerking van het renovatieadvies. De steunpunten staan in zeer nauw contact met de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden Wonen. Er is daar een zeer goede wisselwerking. Ik begrijp dat het voor sommige mensen moeilijk is en blijft om op één adres duidelijke informatie te krijgen.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Ik steun de vraag en ik steun zowel de opmerkingen van mevrouw Taeldeman als uw antwoord, minister. Het is belangrijk om tot het unieke renovatieadvies te komen dat dit alles kan omvatten. We moeten het ook een duidelijke merknaam meegeven. Het is belangrijk dat daarbij laagdrempelig wordt gewerkt en dat we niet gaan centraliseren omwille van de eenvoud. Dat aanbod moet laagdrempelig en heel verspreid zijn, maar wel onder één noemer of merk, dat heel herkenbaar is voor mensen die willen renoveren of bouwen, of die daarover vragen hebben.
De heer Gryffroy verwijst naar het EcoHuis in Antwerpen. Voor de provincie Antwerpen is er het interessante aanspreekpunt Kamp C. Dat initiatief van de provincie bestaat al jaren en brengt alle informatie samen. Het heeft al een decentrale activiteit. Ik geef maar aan dat er heel veel initiatieven zijn met het idee om de vereenvoudiging door te voeren. Ik deel de bezorgdheid om niet alles overboord te gooien. Er bestaan heel mooie initiatieven, die tot doel hebben om de informatie op een eenvoudige manier tot bij de burgers te brengen.
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Gryffroy, ik sta achter uw standpunt om tot een uniek loket te komen. Het is trouwens duidelijk dat de bevolking daarom vraagt. Op welke vrij simpele, transparante, eenvoudige wijze kunnen wij het nodige advies verstrekken en de mensen helpen? Ik voel aan dat de mensen in heel veel gevallen wel willen, maar niet weten op welke manier ze eraan moeten beginnen. Het is goed dat we naar een unieke procedure en een uniek loket zoeken. Maar de grote vraag, wie dat dan gaat doen, dat hebben we nog niet uitgemaakt. Wie gaat daar allemaal aan participeren en wie gaat daar effectief bevoegd voor zijn? Dat moeten we nog trancheren.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Minister, dank u. Ik dank ook mijn collega’s voor hun ondersteuning. Mevrouw Rombouts, ik wil met mijn vraag zeker niet de andere initiatieven bedreigen. Ik kende Kamp C niet, ik moet daar eerlijk over zijn. Vermoedelijk bestaat er zelfs zoiets in Oost-Vlaanderen. Ik zou eens moeten opzoeken of daar niet iets provinciaals wordt georganiseerd.
We moeten komen tot een uniek loket met een unieke naam. Daarachter zit dan een backoffice. Als die bestaat uit de bestaande stakeholders die nu goed werk leveren, dan zullen ze blijven goed werk leveren. De werkwinkel bijvoorbeeld is een gekend begrip. Misschien moeten we in de toekomst spreken over de ‘energiewinkel’ waar mensen zich kunnen aanmelden – digitaal of fysisch – en waarachter een backoffice zit van verschillende organisaties. Voor de burger zou het dan iets unieks zijn. Dat is de doelstelling van mijn vraag.
De vraag om uitleg is afgehandeld.