Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting
Verslag
De heer Lantmeeters heeft het woord.
Minister, ingevolge de Bijzondere Financieringswet van 1989 is de belasting op de spelen en de weddenschappen sinds 1 januari 1989 een gewestelijke belasting. De gewesten zijn bevoegd om de aanslagvoet, de heffingsgrondslag en de vrijstellingen van die belasting te wijzigen. Het Waalse Gewest heeft ervoor gekozen om vanaf 1 januari 2010 zelf de belasting te innen. Voor Vlaanderen was de inning van de kansspelen oorspronkelijk gepland op 1 januari 2017. Uw voorganger, minister Turtelboom, heeft bij de begrotingsbesprekingen 2016 laten weten dat die datum niet zou worden gehaald omdat de administratie reeds zwaar belast was door de overname van de erf- en registratiebelastingen. Voor die overname moeten zowel de organisatorische aspecten als de aangepaste decreetgeving tijdig worden voorbereid. Er zijn de personeelsaspecten, de ontwikkeling van aangepaste ICT en de overname en aanpassing van de regelgeving naar de Vlaamse fiscale codex.
Recent heeft de Waalse Regering aangekondigd de kansspelen ook te agenderen op het volgend Overlegcomité. Het gaat dan meer bepaald de plannen van de Federale Regering om kansspelen gedeeltelijk te onderwerpen aan de btw-plicht.
Minister, is er nu wel voldoende vooruitgang in de voorbereiding, die moet toelaten om die overname in 2018 te realiseren? Kunt u het afzonderlijk duiden voor de voornaamste organisatorische aspecten zoals personeel, ICT, logistiek? Welke timing verwacht u globaal?
De Bijzondere Financieringswet omvat ook een timingvoorwaarde. De overname kan namelijk slechts gebeuren nadat ruim vooraf de juiste decreetgeving plaatsvindt. Kunt u dit toelichten? Hoever staat het met dit specifiek aspect van de voorbereiding? Hebt u reeds zicht op eventuele nieuwe krachtlijnen na de overname? Wanneer zal de commissie de kans hebben om hierover met u van gedachten te wisselen? Welk standpunt zal uw regering op het Overlegcomité innemen met betrekking tot het agendapunt over de btw op de kansspelen?
Minister Tommelein heeft het woord.
Collega Lantmeeters, het Vlaamse Gewest is het gewest dat met betrekking tot de gewestelijke belastingen in de Bijzondere Financieringswet tot nog toe het meeste ambitie heeft getoond om haar fiscale autonomie zo breed mogelijk uit te oefenen, niet alleen op het vlak van aanslagvoet, heffingsgrondslag en vrijstellingen, maar ook op het vlak van inning, van de overname van de dienst.
Sinds 1998 wordt de onroerende voorheffing door Vlaanderen geïnd. In 2011 volgde de cluster van verkeersbelastingen en vorig jaar de cluster van de successie- en registratierechten – in de Vlaamse Codex Fiscaliteit spreken we van de erf- en registratiebelasting. Het is enkel nog de – budgettair kleinste – cluster, die van de belasting op spelen en weddenschappen, de belasting op de automatische ontspanningstoestellen en de openingsbelasting op de slijterijen van gegiste dranken, die nog door de FOD Financiën wordt geïnd ten behoeve van het Vlaamse Gewest.
Bij een overnametraject plant de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) steeds twee jaar voorbereiding en twee jaar nazorg. De recente overname van de erf- en registratiebelasting was de meest omvangrijke en complexe cluster tot nog toe. Het gaat om belastingen op gebeurtenissen die slechts enkele malen in een leven voorkomen. Bovendien zijn het vaak complexe dossiers met een grote diversiteit. De aandacht van VLABEL gaat op dit ogenblik nog vooral naar de verdere nazorg van deze overname, waarbij toch ook een doorgedreven automatisering is doorgevoerd.
Zoals u stelt, omvat de overname van de dienst verschillende aspecten en is een grondige voorbereiding van cruciaal belang. De dienst van de belasting heeft betrekking op de feitelijke vaststelling van de belastinggrondslag, de berekening van de belasting, de controle van de belastinggrondslag en van de belasting, de daarop betrekking hebbende betwistingen – zowel administratief als gerechtelijk –, maar ook de inning en de invordering van de belastingen, met inbegrip van de kosten en de intresten.
Bij een overname gaat het dus niet alleen om een wetgevend traject om de wetsbepalingen te integreren in de Vlaamse Codex Fiscaliteit, maar ook om de afstemming van de procedures, het plannen van de nodige automatisering en informatica-ondersteuning, de overname van het personeel en wijzigingen in de organisatie.
Wegens diverse wetgevende en organisatorische aspecten is een overname ‘as is’ reeds uitdagend. Daarbij wordt het moment van de overname van een dienst ook te baat genomen om te onderzoeken of er geen opportuniteiten zijn om tegelijkertijd verbeteringen aan te brengen. We mogen niet vergeten dat het Wetboek van de met inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen dateert van 1965. Ik wil hier nu niet op vooruitlopen, maar ook dat vergt tijd.
Mijn kabinet had wel, samen met VLABEL, al enkele verkennende gesprekken met verschillende stakeholders om de belasting op spelen en weddenschappen en de betrokken sectoren beter te leren kennen. Het ging dan onder meer over gesprekken met de FOD Financiën, die nog altijd instaat voor de dienst, het Waalse Gewest, die deze cluster al heeft overgenomen in 2010, en de Kansspelcommissie, die optreedt als controleorgaan en de vergunningen verstrekt.
Ik hoop hiermee duidelijk te hebben gemaakt dat de overname van de inning van een groep belastingen geen vanzelfsprekende operatie is. Zodra de nazorgperiode voor de erf- en registratiebelasting voorbij is, zal ik dit nieuwe traject dan ook grondig voorbereiden. Daarbij wens ik me te houden aan de timing die mijn voorganger in haar antwoord op schriftelijke vraag 181 al aangaf. Volgens de Bijzondere Financieringswet, artikel 5, paragraaf 3, kan de overname “vanaf het tweede begrotingsjaar volgend op de datum van de notificatie van de gewestregering aan de Federale Regering van de beslissing tot het zelf verzekeren van de dienst van de betrokken belastingen”. Ik plan dus een notificatie in de loop van 2017 met het oog op een overname van de dienst van deze laatste cluster gewestbelastingen vanaf 1 januari 2019.
Die timing werd vorige week, op 3 juni, ook meegedeeld op de Vlaamse ministerraad. Ik zal de commissie deze mededeling bezorgen, zodat u reeds een beter zicht hebt op de vorderingen die al zijn gemaakt in dit dossier en op de eerste bevindingen.
Een definitieve beslissing kan volgens de Bijzondere Financieringswet gebeuren tot 31 december 2017. Het lijkt me aangewezen de opzegging aan de federale overheid zo dicht mogelijk tegen deze einddatum te betekenen, om eventuele gewijzigde of onvoorziene situaties in rekening te kunnen nemen. Zodra de opzegging werd betekend, is ze immers onherroepelijk, mijnheer Lantmeeters.
Vooraleer de beslissing te notificeren zal ik ze, conform een advies van de Raad van State bij eerdere overnames, voorleggen aan het Vlaams Parlement.
De beslissing van de Federale Regering om de btw-vrijstelling voor onlinekansspelen op te heffen, werd door het Waalse Gewest geagendeerd op het Overlegcomité. Het Waalse Gewest vraagt daarbij om de teksten van de federale wetswijziging te ontvangen en dat de federale overheid een formeel advies inwint bij de gewesten. De Vlaamse Regering had daar geen principieel bezwaar tegen.
De belasting op onlinespelen en -weddenschappen wordt geheven op de ‘werkelijke brutomarge’. Dat is het brutobedrag van de sommen of inleggelden ingezet bij spelen en weddenschappen, verminderd met de winsten die voor die spelen en weddenschappen werkelijk verdeeld zijn, conform artikel 43bis van het Wetboek van de met Inkomstenbelastingen Gelijkgestelde Belastingen (WIGB).
Het belastbare bedrag wijzigt dus niet door de invoering van de btw, maar uiteraard zal er door een extra belasting van 21 procent een impact zijn op de winstmarge van de aanbieders van kansspelen. Dit zal wegen op de uitgekeerde sommen aan de spelers, wat mogelijk zou kunnen leiden tot een verplaatsingsgedrag naar buitenlandse of illegale aanbieders van onlinekansspelen. We zullen moeten evalueren of dit een reëel effect zal hebben op de gewestelijke ontvangsten van de belasting op onlinespelen en -weddenschappen.
De heer Lantmeeters heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw omstandig antwoord. Het is natuurlijk een voordeel voor de regering dat er begrotingsbesprekingen plaatsvinden. De vraag die ik had gesteld op 4 mei 2016 heeft ondertussen inderdaad al wat gevolg gekregen in de ministerraad van vorige week. Dat was natuurlijk een gegeven waarover ik geen kennis had op het ogenblik dat ik die vraag had gesteld.
Minister, ik wil beklemtonen dat het inderdaad goed is dat Vlaanderen zijn macht die het heeft gekregen ten volle uitput en dat het werk maakt van de overname van alle gewestbelastingen.
Er mag inderdaad prioriteit worden gegeven aan het goed afwerken van de overname van de erfbelasting en registratiebelasting, zoals u daarnet hebt omschreven. Ik ben blij dat er nu ook werk wordt gemaakt van het overnemen van de inning van de kansspelen. Zoals ik in mijn vraag om uitleg omstandig heb beschreven, ben ik mij er ten zeerste van bewust dat er heel wat aspecten bij komen en dat er niet lichtzinnig mee kan worden omgegaan. Ik ben blij dat u daarvoor een timing van twee jaar plant. Als we de overname kunnen realiseren tegen 1 januari 2019 is dat goed.
U hebt daarnet allerlei zaken verteld in verband met btw, gevolgen en belastbare grondslag. Het mag natuurlijk tot resultaat hebben dat er een gedragswijziging komt naar buitenlandse of illegale spelen, maar het mag ook niet tot gevolg hebben dat kansspelen worden aangemoedigd in Vlaanderen. We zullen afwachten hoe alles verloopt. We hebben nog tijd tot 1 januari 2019. Ik heb net gemerkt dat u dat wilt voorleggen aan het Vlaams Parlement en in deze commissie ter bespreking zult voorleggen. We hebben dus nog alle kans om daarop eventueel nog wat aanmerkingen te maken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.