Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
De uitrol van de slimme meter is cruciaal om tot een slim netwerk te komen. De distributienetbeheerders kunnen momenteel geen verdere voorbereidende stappen nemen voordat ze weten wat de basisfunctionaliteiten van die meter zullen zijn. Daarvoor moet Vlaanderen eerst een aantal beslissingen nemen over de functionaliteiten en modaliteiten van de uitrol. Dat moet dus zo rap mogelijk worden vastgelegd. De beslissing hoe en voor wie de uitrol moet gebeuren, kan eventueel nog in een latere fase gebeuren. Eerst moeten zo snel mogelijk die functionaliteiten worden vastgelegd.
Volgens de distributienetbeheerders voorziet men, op het ogenblik dat de functionaliteiten vastliggen, in nog een kleine twee jaar vooraleer die slimme meter effectief op de markt is. Ik vind dat zeer lang, maar blijkbaar is dat wel zo: plus twee jaar vanaf de goedkeuring. We kunnen dus wel zeggen dat de slimme meter alle problemen rond gegevens zal oplossen, maar als we nog twee jaar moeten wachten vooraleer er een beslissing is en vooraleer er een slimme meter is, dan wachten we nog vier jaar op gegevens.
Vlaanderen is een relatief kleine metermarkt. Om de uitrol niet te duur te maken en verdere vertragingen tegen te houden, moeten we ervoor zorgen dat er een slimme meter is die niet noodzakelijk uniek is voor Vlaanderen, maar die voor een stuk een copy-paste kan zijn van wat er in het buitenland wordt gebruikt. Ik zou niet weten waarom een buitenlandse slimme meter plots zoveel slechter zou zijn voor ons.
Minister, kan de Vlaamse Regering nog voor de zomer de functionaliteiten van die slimme meter vastleggen? Lijkt dat voor u realistisch? Wanneer wordt de vervolgstudie van VITO/EnergyVille opgeleverd en komt u met de resultaten naar het Vlaams Parlement? Hebt u daarover al resultaten?
Een gefaseerde goedkeuring, waarbij eerst de functionaliteiten worden vastgelegd en vervolgens een beslissing valt over hoe de uitrol moet worden georganiseerd, kan er misschien voor zorgen dat we geen verdere vertraging oplopen. De distributienetbeheerders laten heel duidelijk aanvoelen, dat, zolang we die functionaliteiten niet kennen, we geen aanbesteding kunnen doen, er geen productie kan zijn en we ze niet in ons magazijn kunnen stockeren. In de periode van de fysieke uitbouw van de slimme meter, kunnen we nog altijd beslissen hoe we dan de uitrol moeten organiseren. De vraag is of we daarin een consensus kunnen vinden.
Ik hoop dat die vervolgstudie ertoe zal leiden dat we geen unieke meter voor Vlaanderen hebben en dat we ons kunnen beroepen op een bestaande meter. De distributienetbeheerders zeggen dat ze nu twee jaar nodig hebben om er een te produceren en op de markt te zetten. Een bestaand model zou ervoor kunnen zorgen dat we dat zouden kunnen inkorten tot zes maanden of maximum een jaar. Als je niet iets nieuws moet ontwerpen, gaat het toch iets sneller.
Vlaanderen, en ook het federale niveau, zou de uitrol van een slimme meter achteraf ook goedkoper kunnen maken door bijvoorbeeld extra vereisten bij het plaatsen van de slimme meter te gaan evalueren. De Privacycommissie zou bijvoorbeeld kunnen opleggen om de slimme meter in appartementsgebouwen te beveiligen met een paswoord. Ik vind echter dat men wat aan het doorslaan is vanwege die privacy. Als ik nu een appartementsgebouw binnenstap en ik doe de tellerkast open, zie ik al die tellers staan. Ik kan daar elke dag binnenstappen en alle tellerstanden noteren. Dan weet ik exact waar de grote verbruiken zitten. Daar staat ook het nummer van de brievenbus bij. Ik kan dus op de brievenbus kijken, en dan weet ik wie die persoon is. Zo kan ik ook lijstjes beginnen te maken.
Ik denk dus dat men een beetje aan het overdrijven is. Maar dat is wel wat ik hoor op de markt, dat men eraan denkt om met een paswoord te werken, zodat iemand anders niet zou kunnen zien wat je verbruikt. Eigenlijk zou je met andere opties zou kunnen werken, want uiteindelijk gaat het erover dat je de data wilt stockeren. Dat kan gebeuren op een iCloud of online. Als je dat zo doet, kun je het op een totaal andere manier beveiligen.
De vraag is ook of die slimme meter nog altijd in die gesloten plastieken kast moet zitten. Dat is ook weer iets dat geld kost en dat extra manuren vraagt. Het Vlaams Energiebesluit zal ook aangepast moeten worden. Dat hoop ik toch, want het Vlaams Energiebesluit zegt dat je om de twee jaar fysiek ter plaatse moet gaan. Als je om de twee jaar fysiek ter plaatse moet gaan, heb ik geen slimme meter nodig. Dat zou ook geëvalueerd moeten worden.
Tot slot heb ik er nog een paar ‘teasers’ bij gezet. Waarom hebben we in de toekomst geen slimme gasmeters? Waarom hebben we in de toekomst geen slimme watermeters?
Minister Tommelein heeft het woord.
Collega Gryffroy, wat de privacy betreft: ik heb niet de gewoonte om mij uit te spreken over de bevoegdheden van anderen. Ik ga dat ook nu niet doen. U begrijpt dat dat voor mij nogal gevoelig ligt.
Het is de Vlaamse Regering die moet bepalen aan welke voorwaarden de slimme meters moeten voldoen. De Europese energie-efficiëntierichtlijn geeft aan welke de minimale functionaliteiten zullen moeten zijn waaraan slimme meters, indien gekozen wordt voor een uitrol, zullen moeten beantwoorden.
Er werd een studie aanbesteed die voorstellen moest doen over de uitrol van de slimme meters. De studie wordt eind deze maand afgewerkt, waarna een aantal beleidskeuzes zullen moeten worden gemaakt. U vraagt dat voor de zomer, maar dat lijkt mij wat kort dag, want ik heb nog verschrikkelijk veel werk: een zonneplan, een energieplan, de Stroomversnelling, ik moet nog de energieheffing aanpassen én ik moet nog een begroting maken. (Opmerkingen)
Die keuzes maken, dat zal niet meer lukken voor het zomerreces. Ik denk dat ik in het najaar een voorstel van uitrolscenario zal voorstellen aan de Vlaamse Regering. Ik ben daar realistisch in. Ik moet nog een aantal plannen maken en in gang zetten. Ik moet ook nog in een aantal zaken overleg plegen. Het Windplan zal ook voor het najaar zijn, want je kunt niet alles tegelijk doen. En ik moet dus ook nog een begroting voor 2017 opmaken. Laat ons realistisch zijn: het wordt het najaar.
Er is inderdaad nog een voorbereidingstraject dat voorafgaat aan de effectieve plaatsing van de slimme meters. Na een beslissing tot uitrol en de vastlegging van de functionaliteiten zullen er nog keuzes moeten worden gemaakt inzake standaardisatie en harmonisatie. Pas daarna zullen de bestekken worden opgesteld en zullen we de opdrachten kunnen gunnen.
Uiteraard moeten we geen specifiek metermodel voor de Vlaamse markt gaan uitvinden. Dat betekent evenwel niet dat wij een standaardmeter uit een ander land zomaar op elke plaats kunnen zetten. Er zijn bij ons in Vlaanderen immers specifieke netconfiguraties die zeer weinig in andere landen voorkomen, bijvoorbeeld de driegeleidernetten.
De bepalingen in het Energiebesluit die gebaseerd zijn op de klassieke meters, zullen effectief moeten worden geëvalueerd om te kunnen besluiten of ze moeten worden aangepast in de context van de slimme meters. Ook op metrologisch vlak en op het vlak van de privacy en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer zal de introductie van de slimme meter uiteraard gevolgen hebben. Ik zal daarom zeker nog contact hebben met de diensten die bevoegd zijn voor metrologie. Ik zal zeker ook nog contacten leggen met de Privacycommissie, waar ik wel wat contacten heb. Ik maak er u attent op dat mijn federale voorgeschiedenis van nut zou kunnen zijn, aangezien metrologie en privacy federale bevoegdheden zijn.
Tijdens het pilootproject van de distributienetbeheerders werden ook slimme gasmeters geplaatst en getest. Concreet is het zo dat de communicatie altijd verloopt via de slimme elektriciteitsmeter. De gasmeter stuurt zijn data dus door, draadloos of via een kabel, naar de elektriciteitsmeter, vanwaar de data verder zullen worden verzonden. Het gelijktijdig plaatsen van een elektriciteits- en een gasmeter levert dus een opportuniteitswinst op, waarbij men de plaatsingskosten kan drukken. Dat lijkt mij een zeer valabel argument.
Tijdens het pilootproject is er ook effectief overlegd met de watermaatschappijen en zijn er testen gedaan met watermeters, vergelijkbaar met het concept van de gasmeter. Dat is dus technisch mogelijk en ik zal daar met de bevoegde collega contact over opnemen, om die opportuniteitssituatie af te spreken.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Wat de gasmeter en de watermeter betreft: dat zou inderdaad zeer leuk zijn.
Globaal maak ik mij zorgen dat men met veel te strenge eisen in verband met de privacy zal komen. We zitten allemaal op Facebook, gebruiken sociale media enzovoort. Dat is allemaal geen probleem, maar dan gaan we over het verbruik plots wel problemen maken. Ik heb daar een probleem mee. Ik denk dat u voldoende invloed hebt binnen uw partij om daarover te kunnen spreken met de staatssecretaris voor Privacy. We gaan niet de euro’s uit onze zak jagen omdat we privacygewijs strenger gaan zijn dan in het buitenland.
Ik maak mij echt zorgen omtrent de planning. Ik zal mijn vraag opnieuw stellen bij de eerste commissievergadering in de maand september. Ik maak me echt zorgen. Het is niet opgenomen in de recente technische reglementswijziging, waar ik al eens een vraag over gesteld heb. Het moet nog door heel wat instanties goedgekeurd worden, het moet nog aanbesteed worden enzovoort. Ik durf zelfs bijna op papier te zetten dat we voor het einde van de legislatuur nog geen uitrol zullen hebben. U mag dan heel veel doen rond het project Stroomversnelling, rond energie-efficiënte maatregelen, een zonneplan, een batterijplan enzovoort, maar als ik mijn slimme meter niet heb, kan ik eigenlijk weinig doen.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, ik ben niet zo pessimistisch als collega Gryffroy. Ik denk dat we wel een aantal nuttige dingen kunnen doen in ons energiebeleid in Vlaanderen, wat niet wegneemt dat er over de slimme meters al lang gedebatteerd, gediscussieerd en gestudeerd is. Ik begrijp dat de vervolgstudie voor deze zomer klaar zou zijn, en niet voor de vorige zomer, zoals de vorige minister had aangekondigd. Het zou interessant zijn om die studie publiek te maken, aangezien hier ook een maatschappelijk debat aan moet worden gekoppeld.
Collega Gryffroy heeft, net als uzelf, gewezen op een aantal personen en instanties om overleg mee te plegen. Ik vroeg mij ook af in welke mate er met het Waalse en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest overlegd wordt in dezen, want ik kan mij voorstellen dat ook in de twee andere gewesten het debat hieromtrent gevoerd wordt en dat er misschien schaalvoordelen te vinden zijn bij een gemeenschappelijk initiatief. Een gemeenschappelijk initiatief moet, wat ons betreft, leiden tot een zo snel mogelijke maar gefaseerde uitrol van slimme meters met een basisfunctionaliteit en een aantal opties die in een commercieel traject van nut kunnen zijn. De uitrol moet in eerste instantie gebeuren bij die personen die er het meeste baat bij hebben. Ik denk aan een aantal klanten en sociale doelgroepen, budgetmeters, prosumenten enzovoort.
We kijken echter uit naar uw studiewerk. Het zou goed zijn om dat studiewerk publiek te maken, zodat het debat ook publiek kan worden gevoerd en we in het najaar daadwerkelijk een weloverwogen beslissing kunnen nemen, die dan het liefst ook zo snel mogelijk op het terrein zichtbaar is.
De heer Danen heeft het woord.
Het is misschien wat overdreven om te stellen dat de distributienetbeheerders met de handen in het haar zitten, maar ze kunnen nu weinig doen omdat ze aan het wachten zijn. In welke mate zijn ze betrokken bij de voorbereiding van de slimme meters?
Het lijkt me een goed idee dat we die slimme meters niet zelf zullen ontwikkelen, dat we een al bestaande meter zullen kopen, met misschien een aantal minimale aanpassingen. Ik denk dat daarover een consensus bestaat. Onze fractie is dat wel genegen. Als we die zelf moeten ontwikkelen, dan zijn we voor jaren vertrokken, en dat zou ook negatief afstralen op de kostprijs.
Ik vind privacy wel een heel belangrijk element. We moeten dus een goed evenwicht vinden. Ik vind niet dat we de privacy moeten opgeven omdat iets toevallig een beetje meer zal kosten.
Minister Tommelein heeft het woord.
Het gaat er nog niet zozeer over of privacy al dan niet belangrijk is. Privacy is geen alleenstaand gegeven. Er is daarbij altijd sprake van een evenwicht met andere noden, andere doelstellingen, andere verplichtingen. Ik merk dat sommige mensen privacy niet zo belangrijk vinden als het gaat over het opsporen van terroristen via het energieverbruik, of het opsporen van sociale misbruiken, waarbij mensen uitkeringen misbruiken. Dan is er geen enkele privacybelemmering. Dan staan mensen daarom te roepen. Het staat dus altijd wel met iets in evenwicht. Dat evenwicht is een zeer belangrijk gegeven als het gaat over privacy. Ik ben daar niet zo pessimistisch over. Als je dat goed organiseert en goed regelt, als je het ook goed uitschrijft in een decreettekst, dan denk ik dat je ter zake met de Privacycommissie tot oplossingen kunt komen. Trouwens, die Privacycommissie zal ook worden gewijzigd. Mijn collega, federaal staatssecretaris De Backer, heeft de opdracht om de Privacycommissie te hervormen, naar aanleiding van de Europese verordening die ondertussen is goedgekeurd en in de komende jaren wordt uitgerold. Nog voor het einde van deze legislatuur zijn alle Europese privacyregels gelijk. Misschien is dat toch wel wat hoopgevend.
Ga ik de studie publiek maken? Mijnheer Gryffroy, ik zal met de nodige gedrevenheid proberen ook nog voor het einde van de legislatuur de doelstellingen te halen. Ik zeg niet dat alles me zal lukken. Ik heb niet altijd alles in de hand: ik moet dat ook eerlijk en transparant aan iedereen zeggen. Ik kan echter op zijn minst proberen ze te bereiken. Het lijkt me belangrijk dat we doelstellingen hebben die we nastreven. Wat het publiek maken van de studie betreft: ik zal dat doen in overleg met het VEA. Als alles duidelijk en afgerond is, dan heb ik daar ook geen problemen mee, maar ik zal dat vragen aan degene die de opdracht heeft gegeven. Ik ga daar zelf geen uitspraken over doen.
Mijnheer Danen, de distributienetbeheerders zijn daar inderdaad bij betrokken. Dat lijkt me ook logisch.
Dan was er de vraag of ik al overleg heb met Wallonië en Brussel. Dat is heel belangrijk. Ik heb één ding duidelijk gesteld, en een aantal anderen hebben dat hier ook gezegd: ik ga geen specifiek Vlaams metermodel ontwikkelen. Ik kijk naar de keuzes die in de andere Europese landen worden gemaakt, of naar wat daar al bestaat. Het lijkt me dan ook logisch dat ik ook even ga bekijken wat men in Brussel en Wallonië van plan is. Mijnheer Bothuyne, ik zal dus sowieso wel contact hebben met mijn collega’s uit Brussel en Wallonië, maar dan in het licht van het feit dat ik geen eigen Vlaamse slimme meter zal ontwikkelen. Ik zal proberen het warm water niet weer uit te vinden.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Minister, u zult begrijpen dat mijn bezorgdheid bijvoorbeeld uw eigen zonneplan betreft. Als u daar een groot succes van wilt maken, dan zie ik aan mijn mailbox dat de discussie dan weer oplaait over het prosumententarief. Dat prosumententarief is eigenlijk ingevoerd als voorlopige maatregel, tot men met een slimme meter exact zou kunnen meten wat er op het net wordt gezet. Er zijn heel veel mensen die zelfs nu zonder ondersteuning zonnepanelen willen plaatsen, maar die wel een prosumententarief moeten betalen, dat door het vermogen van de omvormers niet altijd in verhouding staat met wat ze daadwerkelijk op het net zetten. Dat kan echter niet worden gemeten. Dat hangt allemaal samen: vandaag mijn bezorgdheid.
Ik deel uw bezorgdheid.
De vraag om uitleg is afgehandeld.