Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Vraag om uitleg over de effecten van bioplastics op ons leefmilieu
Verslag
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, dit is eigenlijk een vervolgvraag op een actuele vraag van enkele weken geleden. Vlaanderen haalt momenteel de Europese doelstelling betreffende het gebruik van plastic zakjes, maar tegen 2025 moeten we wel hogere nieuwe doelstellingen halen. We hebben hierover reeds gedebatteerd in mei. Tijdens die vergadering hebt u verklaard dat u samen met de andere gewesten een verbod wenst in te voeren op plastic zakjes. U wenst een eenvoudige en duidelijke regeling die ten goede komt aan het milieu. Concreet verklaarde u dat u actie ging ondernemen door goede afspraken te maken binnen de intergewestelijke verpakkingscommissie, door in overleg te treden met de handelaars en iedereen die een mogelijk verbod zou moeten uitvoeren en door het systeem van de bioplastics verder te onderzoeken, daar de ene bioplastic niet de andere is.
Op dinsdag 7 juni verscheen in de pers dat het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest vanaf 1 september 2017 in winkels en supermarkten geen plastic zakken meer zal toelaten. Met dit verbod volgt Brussel Wallonië, dat eind december van dit jaar al begint. De invoering van het verbod was al door de Brusselse minister aangekondigd in februari, maar nu werd er dus een definitieve datum geprikt.
Betreffende het gebruik van bioplastic lijkt het me inderdaad cruciaal om onderzoek te verrichten. Er zijn namelijk verschillende soorten bioplastics, waaronder biodegradeerbaar plastic. Dit kan onder andere worden gebruikt voor composteerbare plastic zakjes. Zoals reeds gezegd zijn we in Vlaanderen goed bezig, maar dienen we een tandje bij te steken om de doelstellingen voor 2025 te halen.
Minister, hoe verlopen de gesprekken binnen de intergewestelijke verpakkingscommissie? Wanneer wensen de verschillende ministers te landen met een beslissing? U hebt verklaard om dit samen met de gewesten te doen, maar Brussel en Wallonië hebben blijkbaar al een concrete timing en planning. Hoe staat u hiertegenover?
Minister, als vervolg op mijn actuele vraag verneem ik graag op welke manier u ondertussen in overleg bent gegaan met de betrokken sectoren, zoals Comeos, UNIZO enzovoort? Bestaat de mogelijkheid om bij het uitwerken van een verbod op plastic zakjes een opening te houden voor milieuvriendelijke alternatieven, zoals composteerbare plastic zakjes? Wat is uw visie op het gebruik van zakken en folies uit composteerbaar bioplastic? Op welke manier zult u onderzoek uitvoeren naar het gebruik van bioplastics in het kader van een verbod op plastic zakjes? Welke andere milieuvriendelijke alternatieven, naast het gebruik van bioplastics, zult u onderzoeken en bespreken met de andere gewesten?
De heer Nevens heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, bioplastics en bioplastics, daar zitten grote verschillen tussen. Niet alle biologisch afbreekbaar plastics helpen om de vervuiling in oceanen tegen te gaan, dat stellen de Verenigde Naties in een rapport. De afbraak van sommige bioplastics gebeurt alleen bij omstandigheden die in de oceaan en de zee zelden tot nooit voorkomen. De meeste bioplastics zijn weliswaar afbreekbaar, maar alleen onder speciale omstandigheden: bij temperaturen van zo’n 50 graden Celsius en een hoge luchtvochtigheid, industrieel composteerbaar met andere woorden.
Naast het feit dat een deel van die plastics niet biologisch afbreekbaar is, zijn er veel van die plastics die niet drijven, waardoor ze niet worden blootgesteld aan UV-licht dat helpt bij het afbreken. Hoewel dat afbreken ook niet altijd ideaal is, want dan krijg je meer microplastics en die zijn dan weer slecht voor al wat in de zee rondzwemt.
Ondertussen werken wetenschappers aan andere oplossingen om de berg plastic te verminderen. Zo hebben onderzoekers van de Stanford-universiteit ontdekt dat meelwormen verschillende types plastic kunnen afbreken. Uit eerdere studies bleek al dat meelwormen polyethyleen kunnen afbreken, het type plastic waarvan bijvoorbeeld boterhamzakjes zijn gemaakt.
Minister, u verklaarde in de plenaire vergadering van 11 mei 2016 dat goed moet worden onderzocht welke vorm van bioplastics waardige, milieuvriendelijke alternatieven zijn. Dat is terecht. Hoe plant u dit concreet te doen en wanneer denkt u de knoop te kunnen doorhakken? Vindt u het nuttig om andere vormen van afvalverwerking, zoals bijvoorbeeld dat onderzoek van de Stanford-universiteit met meelwormen, te onderzoeken of gebeurt dit reeds?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Aanvullend op mijn antwoord op de actuele vraag, is er overleg geweest in de interregionale verpakkingscommissie. Daar blijkt dat de drie gewesten hun eigen initiatiefrecht willen behouden. Uiteraard blijf ik gaan voor een maximaal geharmoniseerde tekst. Dat is logisch in zijn eenvoud en voor een goede afstemming.
We willen ook in Vlaanderen naar een verbod gaan op het gebruik van plastic draagtassen en dat willen we decretaal verankeren. Wanneer? Wat mij betreft, as soon as possible, zo snel mogelijk dus. Daarom zijn we op dit moment in overleg met de stakeholders en met onze diensten om uit te zoeken hoe snel we dat kunnen doen.
In Wallonië zou het verbod ingaan op 1 september. Ik hoor stemmen opgaan dat dat decretaal moeilijk wordt, maar wat ons betreft, mag het zo snel mogelijk. Het moet ook in de praktijk kunnen worden uitgevoerd. Het doel is om het gebruik van eenmalige plastic zakjes maximaal te beperken ten voordele van alternatieven, die vanuit levenscyclusperspectief te verkiezen zijn.
Het is ook belangrijk te beseffen dat bepaalde alternatieven vanuit ecologisch standpunt misschien minder wenselijk zijn. Daarom willen we goed onderzoeken of er uitzonderingen mogelijk zijn. Het gaat dan over zakken gemaakt uit bioplastics, uit gerecycleerd materiaal of specifieke andere toepassingen. Voor mij is het cruciaal dat het om een eenvoudig systeem gaat, dat duidelijk is en dat ten goede komt van het milieu en dat ook gemakkelijk is om in de praktijk uit te voeren.
Het valt niet te ontkennen dat plastic zakken voor eenmalig gebruik een duidelijke bijdrage leveren aan het zwerfvuil. Weet wel dat een volledige vervanging door biodegradeerbare of composteerbare zakken het probleem niet zal oplossen. Biodegradatie is namelijk een heel complex project, dat heel veel tijd nodig heeft. Als iemand dat weggooit in de berm of de natuur, ligt het er heel lang voor er een proces mee gebeurt. Je gaat evengoed nog het gevoel hebben dat er iets in de natuur ligt dat is weggegooid. Het is belangrijk om dat mee in overweging te nemen, of dat als alternatief toe te laten. Ik sluit het niet uit, maar we moeten dat mee in het achterhoofd houden als we aan zwerfvuil denken.
Naast de verontreiniging van de omgeving, is ook de andere context van belang: ongewenst plastic in het ingezamelde organisch afval. Dat veroorzaakt problemen tijdens het composteringsproces. Zelfs al worden plastic partikels zo veel mogelijk afgezeefd, toch glippen er letterlijk nog door het net. Het risico dat plastic verontreiniging ook nog terug te vinden is in de compost en dan in de bodem gaat, is reëel. Op termijn kan het ook in de zee terechtkomen en de plastic soep alleen maar vergroten.
Plastics die in het composteringsproces volledig composteren, nemen dit probleem wel weg. Composteerbare zakjes die sommige Vlamingen gebruiken in hun gft-bakje, is zo’n voorbeeld. Dan moeten we wel kunnen verzekeren dat het zakje volledig composteert en dat het geen impact heeft op de kwaliteit van de compost.
Er is een Europese norm die bepaalt welke materialen als composteerbaar kunnen worden beschouwd. Daar zijn logo’s voor. De norm gaat uit van condities in industriële compostering. Vele Vlamingen composteren ook thuis, en in een thuissituatie is dat anders. Een goede discipline is daar van belang. We moeten goed kijken of het gemakkelijk is toe te passen.
Mijnheer Nevens, u beschrijft enkele belangrijke aandachtspunten van bioplastics waarmee rekening moet worden gehouden. De Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) heeft daar een onderzoek naar gevoerd en publiceerde in 2015 een syntheserapport over biogebaseerde, biodegradeerbare en composteerbare plastics, waarin deze aandachtspunten naar voren zijn gekomen. Die zullen worden meegenomen in het onderzoek naar mogelijke afwijkingen op het verbod. De aandachtspunten die vanuit het OVAM-rapport naar voren zijn gekomen, samen met de knowhow vanuit de composteerders, intercommunales en beleidsmakers, worden dus meegenomen in alle afwegingen. Het is belangrijk dat de verschillende gewesten daar op dezelfde lijn zitten om het toch uniform en eenvoudig te maken.
Naast het gebruik van bioplastics willen we ook alternatieven, gemaakt uit gerecycleerde materialen, onderzoeken. Een recente Nederlandse studie van het Kenniscentrum Duurzaam Verpakken met als titel ‘Doortastend’, heeft uitgewezen dat draagtassen uit gerecycleerde materialen een lagere milieu-impact hebben dan die die zijn samengesteld uit oorspronkelijke primaire materialen.
Het onderzoek uit de Verenigde Staten waarbij meelwormen worden gebruikt om kunststofafval op te eten en zo te verwerken, is ons bekend. Het nadeel is dat de helft van wat ze eten, terug wordt omgezet in CO2. Dat heeft ook een ongunstig effect op onze omgeving. Daarom is het nu niet gepland om er zelf een onderzoek naar te verrichten. OVAM plant dit jaar wel een onderzoek om andere verwerkingstechnieken voor kunststofafval onderling te vergelijken volgens de levenscyclusdenkmethodes. Dit onderzoek is beperkt tot verwerkingstechnieken voor niet-recycleerbare kunststof, verbranding, vergassing gekoppeld aan het inzetten in de chemische industrie en andere technieken.
We gaan het dus verbieden, en dat proberen we zo snel mogelijk te doen. Eerst willen we wel nagaan of we alternatieven al of niet toelaten en wat de impact is. We zijn in overleg, en onze diensten onderzoeken dat goed.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, ik ben tevreden met uw antwoord. Het is in lijn met wat u in de plenaire vergadering hebt gezegd. Behalve dat het uw bedoeling was om dat samen te doen. Nu hebt u dat geduid, namelijk dat in de interregionale verpakkingscommissie het eigen initiatiefrecht belangrijk was. De twee andere gewesten hebben al een concrete timing. We hopen uiteraard dat u binnenkort met een timing naar buiten komt.
Het is ook belangrijk in overleg te gaan met de betrokken sectoren. U hebt gezegd dat u dat zult doen na overleg met de stakeholders. Is dat al gepland? Misschien is er al een overleg geweest om de teneur van de betrokken organisaties te kennen.
Het is belangrijk om de alternatieven te onderzoeken en degene te kiezen die ecologisch verantwoord zijn. In een artikel las ik dat het Brusselse Gewest in nylon een goed alternatief ziet. Daarover zijn er al meteen grote vraagtekens te stellen of dat ecologisch wel zo verantwoord is.
Minister, ik ondersteun u bij uw pleidooi om het nieuwe systeem eenvoudig en duidelijk te houden en dat het zo gemakkelijk uitvoerbaar zal zijn in de praktijk. Zelf ben ik een groot voorstander van de composteerbare zakjes. Ik zal het syntheserapport van OVAM waarnaar u verwijst, opzoeken, want ik heb het nog niet gezien of gelezen. Kunt u dat eventueel overmaken? Het boeit me wel om het grondig en in detail te lezen.
Kortom, ik ben tevreden met uw antwoord en ik hoop dat u nog meer informatie kunt geven over het geplande overleg met de stakeholders. Ik kijk uit naar het verdere onderzoek dat u zult verrichten naar de milieuvriendelijke alternatieven.
De heer Nevens heeft het woord.
Minister, u bent duidelijk: er komt een verbod op het gebruik van plastic zakjes, zowel in Vlaanderen, Brussel als Wallonië. Alleen hebben we, om het nog duidelijker te maken, behoefte aan een datum waarop dat verbod ingaat. Dat maakt het ook gemakkelijker voor de mensen die vandaag bij hoog en bij laag het gebruik van plastic wegwerpverpakkingen blijven promoten en gebruiken, en die argumenteren waarom dat zou moeten blijven bestaan.
Er zijn inderdaad alternatieven. U zegt dat u het niet complex wilt maken, maar het is zoals met veel dingen, men moet het juiste zakje gebruiken voor de juiste toepassing. U hebt in uw uiteenzetting geschetst dat er vandaag verschillende bioafbreekbare verpakkingen en zakjes bestaan. Alleen de manier waarop ze worden gecomposteerd, verschilt van het type van zakje. Als men thuis composteert, is dat natuurlijk niet geforceerd, is dat aan een lage temperatuur en moet men dunnere, bioafbreekbare zakjes gebruiken dan in een vergistingsinstallatie waar de temperatuur veel hoger ligt of die op een andere wijze composteert via een composteringsinstallatie, waar de temperatuur hoger ligt dan dat men thuis composteert. Daar kan men een iets ander materiaal van bioafbreekbare verpakkingen en zakjes gebruiken. Vandaag is er een alternatief waar we, als het goed in de praktijk wordt gebracht, moeten op inzetten. Daar is een taak voor u weggelegd, minister, maar ook voor OVAM, want u hebt al gezegd dat OVAM studies heeft gedaan naar het gebruik van bioafbreekbare middelen. We moeten de consument vertellen dat er een alternatief is, en welk alternatief hij in welke omstandigheden moet gebruiken.
Voor de rest blijf ik op mijn honger zitten in verband met het verbod, en wanneer dat zal ingaan. We hebben geen samenwerkingsakkoord, het is ieder voor zich. Qua communicatie naar de buitenwereld is dat moeilijk, maar ik hoop dat we niet achterophinken en de andere gewesten veel sneller handelen en zaken gaan invoeren, terwijl wij de kat uit de boom kijken.
Ik denk dat w er alle belang bij hebben om ook snel te ageren, snel duidelijkheid te scheppen in wat nu het juiste alternatief is voor plastic zakken. U haalt terecht ook het zwerfvuil aan, we zijn niet gebaat met een nieuw soort fenomeen, of een nieuwe problematiek, dat moet ook duidelijk zijn. Ik hoop dat u daar snel werk van maakt.
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Ik wil gebruikmaken van de vraag, omdat de bioplastics ook vermeld staan als twee te ondernemen acties in het ontwerp van Uitvoeringsplan huishoudelijk afval, actie 32 en actie 33, waarin iets geschreven wordt rond bioplastics. Ik wou de discussie opentrekken en ook een stand van zaken vragen inzake het ontwerp van Uitvoeringsplan huishoudelijk afval, omdat nu ook de fase van openbaar onderzoek voorbij is. Ik wou dus even polsen wat nu de verdere afhandeling is.
De heer Sanctorum heeft het woord.
We kunnen natuurlijk betreuren dat andere gewesten ons in snelheid hebben gepakt. Je kunt het ook omgekeerd bekijken natuurlijk, en dat is dat we te traag zijn ten opzichte van de andere gewesten. Ik betreur dat en ik denk dat het ook een beetje de teneur is van collega’s hier, dat er inderdaad ook geen concrete deadline vooruitgeschoven wordt door de Vlaamse Regering. Het wordt dus tijd dat daarover duidelijkheid bestaat. Ik twijfel niet aan de intentie, dat is al meermaals duidelijk geworden tijdens de debatten over het onderwerp. Het duurt nu wel al een tijdje dat er geen duidelijkheid is over die deadline. Ik vraag me af wat de deadline is voor de deadline, wanneer we daar meer zicht op krijgen.
Minister Schauvliege heeft het woord.
De standpunten van de verschillende sectoren zijn dat men meegaat in een verbod op plastic zakjes voor eenmalig gebruik, maar dat men een groot voorbehoud heeft rond het niet meer gebruiken van plastic, bijvoorbeeld voor het verpakken van vis en andere etenswaren. Men heeft in het buitenland heel slechte ervaringen gehad met het totaalverbod, blijkbaar wat hygiëne en voedselveiligheid betreft. We zullen dus goed nagaan hoe we dat zullen formuleren.
Uiteraard komt er een heel duidelijke datum, collega Nevens, we zullen dat samen beslissen in de Vlaamse Regering, waar ik hoop heel snel iets op de tafel te kunnen leggen. Er komt dus een exacte datum aan, dat zal trouwens onderdeel zijn van het uitvoeringsplan huishoudelijke afvalstoffen dat mij deze week overhandigd werd door OVAM en dat dus ook naar de Vlaamse Regering zal gaan. Er zijn een aantal bijsturingen aangebracht, uiteraard op basis van het openbaar onderzoek. Het is uiteraard de regering die dat zal beslissen.
Collega Nevens, ik worstel een beetje met uw voorstellen. U zegt letterlijk: de consument moet het juiste zakje gebruiken voor de juiste toepassing. Dan is natuurlijk de vraag: wat bedoel je en hoe kun je de consument op een eenvoudige manier duidelijk maken wat het juiste zakje is voor welk juist gebruik? Dat is de uitdaging: dit op een goede, eenvoudige manier beslissen zodat het voor iedereen duidelijk is en dat we geen chaos creëren, ook niet in de winkels, want ook de vele kmo’s en zelfstandigen vragen om dit op een goede manier te regelen. Op dat vlak is haast en spoed zelden goed. We moeten dus goed nagaan hoe we het zullen formuleren zodat het ook in de praktijk wordt toegepast. Ik wil dus snel naar een verbod gaan, maar het moet ook wel haalbaar zijn in de praktijk en het moet ook goed geformuleerd zijn.
Collega Sanctorum, ik ben het helemaal niet eens met u – maar dat zal u niet verbazen – wanneer u zegt dat we in snelheid gepakt worden, dat we achterop hinken. We zijn koploper. In vergelijking met Brussel en Wallonië zijn wij degenen die op dit ogenblik het minst van al plastic zakjes gebruiken, en er is zelfs geen verbod. Ik denk dus zeker niet dat we achterop hinken. We zullen het verbieden, we gaan dus nog verder, maar het is al te gemakkelijk om te doen alsof anderen het allemaal veel beter doen. Kijk naar de feiten, baseer u daarop en vel dan een oordeel in de plaats van altijd te roepen dat er niets gedaan wordt.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Ik ben het volledig eens met die eenvoudige en duidelijke aanpak voor de burgers. Minister, ik vind het goed dat er al overleg gepleegd is, en ik verneem net dat er een voorbehoud is inzake hygiëne en voedselveiligheid bij het verpakken van fruit, vis, enzovoort. Ik heb eens een gesprek gehad met iemand die ook actief was in die sector, en die heeft me verteld dat er momenteel innovatieve onderzoeken gaande zijn om zakjes te voorzien van aardappelzetmeel, of dergelijke. Ik denk dus dat er, wat dat betreft, nog zaken mogelijk zijn. Ik denk dat in het onderzoek naar alternatieven, waarnaar u verwees, die mogelijkheden ook nog wel naar boven zullen komen. Ik kijk er zeker en vast naar uit dat het verbod zo snel mogelijk, in overleg met de betrokken sectoren, kan worden doorgevoerd.
De heer Nevens heeft het woord.
Ik denk inderdaad dat we snel naar een verbod moeten gaan, omdat het de enige manier is, zoals collega De Vroe ook aanhaalt.
We zijn innovatief, we vliegen naar de maan, we hebben robots en van alles en nog wat uitgevonden, maar zolang er een goedkoop alternatief bestaat – en dat zijn die plastics vandaag – wordt er natuurlijk weinig of niet geïnvesteerd in nieuwe zaken die ecologisch beter zijn, die milieuvriendelijker zijn. Ik denk dat onze universiteiten en onze bedrijven het best geplaatst zijn om die alternatieven uit te werken, ook als die moeten voldoen aan een aantal voorwaarden in het kader van hygiëne en voedselveiligheid, enzovoort. Dat is natuurlijk een gevaarlijk pad, want het is federale bevoegdheid, en daar moeten we altijd voorzichtig mee omspringen. Ik denk dat we in Vlaanderen voldoen knowhow hebben, want we zijn trendsetter, om een goed signaal te geven met het uitwerken van een degelijk alternatief. Dat zou zelfs nog winst kunnen opleveren, want we zouden in landen waar vandaag de problematiek van plastics heel actueel is, onze knowhow kunnen verkopen en zo onze Vlaamse bedrijven daar ook op de kaart zetten.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.