Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
Mevrouw Godderis heeft het woord.
Land- of tuinbouwbedrijven die tevens zorgboerderijactiviteiten verrichten, kunnen in aanmerking komen voor een vergoeding. Zij moeten daarvoor wel aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo moeten zij samenwerken met een door de Vlaamse overheid erkende zorg- of welzijnsvoorziening of een centrum voor leerlingenbegeleiding, moeten zij gebruikmaken van een zorgboerderijovereenkomst tussen een zorgboerderij en een zorg- of welzijnsvoorziening en moeten zij land- of tuinbouwer zijn in hoofd- of nevenberoep. Dat betekent dat als het bedrijfsresultaat uit landbouw kleiner is dan 30.000 euro per jaar, men geen recht heeft op subsidies vanwege de Vlaamse overheid.
Een steeds terugkerende vaststelling is dat groene zorginitiatieven die hun inkomen niet of onvoldoende putten uit land- of tuinbouw, uit de boot vallen. Kortom, enkel volwaardige land- of tuinbouwers kunnen deze subsidie genieten. Minister, op een schriftelijke vraag antwoordde u dat er op 30 maart 2016 een evaluatievergadering plaatsvond over deze subsidiemaatregel waarvoor land- of tuinbouwers in aanmerking komen.
Een recente evolutie kan wellicht een bron van financiële steun betekenen voor groene zorginitiatieven die tot nu toe buiten beschouwing gebleven zijn. In het licht van de introductie van persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap, zouden overeenkomsten kunnen worden gesloten tussen zorgbehoevenden en bijvoorbeeld klassieke zorgboerderijen of juist die groene zorginitiatieven die niet voldoen aan bovenstaande criteria maar wel kwaliteitsvolle zorg en ondersteuning kunnen bieden.
Minister Vandeurzen antwoordde op een vraag van Tine van der Vloet op 15 maart in de commissie Welzijn dat er die maand een overleg zou plaatsvinden met beide kabinetten om het thema zorgboerderijen verder te bespreken. Minister Vandeurzen is bevoegd om het beleid inzake het zorgaanbod en het verstrekken van persoonsvolgende financiering voor zorg te formaliseren. Dit neemt niet weg dat het een impact kan hebben op het huidige beleid over zorgboerderijen en Steunpunt Groene Zorg, en dat er een relevante rol is weggelegd voor deze instanties binnen het ruimere verhaal van zorgboerderijen en persoonsgebonden financiering. Die mogelijkheden moeten worden verkend maar bleven tot nu toe onbeantwoord in schriftelijke vragen.
Minister, wie woonde de evaluatievergadering over de subsidiemaatregel bij? Wat is er uit de bus gekomen en welk effect heeft dit gehad? Welke concrete maatregelen zijn er afgesproken?
Kan het bedrag van 40 euro dat enkel de klassieke zorgboerderijen nu ontvangen, worden aangevuld met een tegemoetkoming via persoonsgebonden financiering? Die vragen worden gesteld door landbouwers die hun subsidie ontvangen van het Departement Landbouw- en Visserij. Is een dubbele tegemoetkoming mogelijk voor deze instanties?
Komt er, wanneer de oorspronkelijke subsidie wegvalt in geval van overlap met een persoonsvolgend budget, budget vrij voor andere initiatieven die bijvoorbeeld minder inkomen uit landbouw halen? Zullen zorgboerderijen die zowel subsidies genieten via Steunpunt Groene zorg, als in de toekomt personen ontvangen met een persoonsgebonden budget, zich ook moeten schikken naar twee aparte reeksen voorwaarden?
Ik verwijs hierbij naar de voorwaarden voor de vergoeding van 40 euro en de voorwaarden om zorgbehoevenden te ontvangen met een persoonsvolgend budget. Zal bijgevolg voor deze voorzieningen een dubbele evaluatie en opvolging plaatsvinden? Wat is uw advies of standpunt hierin? Bent u bereid evaluaties te laten samensmelten of op te geven? Komt hierdoor ruimte, tijd en budget vrij?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega’s, we moeten een onderscheid maken tussen het landbouwbeleid en het welzijnsbeleid. Belangrijk is dat wij vanuit het landbouwbeleid land- en tuinbouwers die hun activiteiten en ook inkomsten willen diversifiëren en een soort verbreding willen doen, ondersteunen. De dagopvang van zorgbehoevenden, zoals bijvoorbeeld ook jongeren met een schoolse time-out of mensen met een beperking, is een van de pistes met verbreding die wij ondersteunen.
Wat staat in het besluit van de Vlaamse Regering dat aan de basis ligt van de subsidie die wordt verleend? Wij maken het mogelijk om landbouwbedrijven te ondersteunen die hun activiteiten diversifiëren met dagopvang van zorgbehoevenden. Maar het gaat hier niet om zorginstellingen of andere zorgverstrekkers die omschakelen en een kleine landbouwactiviteit ontwikkelen. Dat is een heel andere finaliteit. Wij ondersteunen landbouwers die een verbreding doen.
U zult wel begrijpen dat we vanuit het landbouwbeleid landbouwbedrijven ondersteunen, maar het niet onze ambitie is om zorginstellingen of andere niet-landbouwers te ondersteunen. We trekken dus een heel duidelijke, transparante lijn op basis van het brutobedrijfsresultaat.
Diversifiërende landbouwbedrijven kunnen voor die verbredingsactiviteit een subsidie van 40 euro per dag krijgen. Het is een forfaitair bedrag, ongeacht of men een, twee of meerdere zorggasten tegelijk ontvangt. Het is dan ook geen vergoeding voor zorgverlening. Daarvoor zijn er dus andere ondersteuningen. Wij hebben ook niet de middelen om die te ondersteunen en het is bovendien ook niet de finaliteit van het landbouwbeleid. De landbouwsubsidie is dus geen zorgsubsidie, maar wel een vergoeding voor inkomstenderving op het vlak van landbouwproductie. Het is een stimulans maar ook een compensatie voor het productieverlies.
Uit de feedback op de regeling blijkt dat de beperkte subsidie van 40 euro zeker niet de grootste drijfveer is om deel te nemen. Men doet dit ook vanuit een maatschappelijk engagement en ook vaak vanuit voldoening.
In mijn antwoord op uw schriftelijke vraag heb ik aangegeven dat deze subsidie niet door het Steunpunt Groene Zorg maar door het Departement Landbouw en Visserij wordt toegekend. Het steunpunt verleent trouwens geen subsidies.
Op de evaluatievergadering was het de bedoeling om technisch-operationeel overleg te hebben maar ook om afspraken te maken tussen de verschillende administraties. Aan de subsidiemaatregel is niets veranderd, maar dat was ook niet de doelstelling van het overleg. Het Steunpunt Groene Zorg, dat wordt gesubsidieerd door collega Vandeurzen, heeft daar ook toelichting gegeven over hun werkzaamheden. Over het algemeen werd geconcludeerd dat de regelingen en de samenwerking tussen de administraties goed loopt en dat er zich geen wijzigingen opdringen.
Uw andere vragen hebben betrekking op de persoonsvolgende financiering waar volwassen personen met een handicap in de toekomst aanspraak op kunnen maken met een ’rugzakje’. Zoals ik u reeds antwoordde, is dat het beleid van collega Vandeurzen. Ik weet dat hij dit volop uitwerkt in nauwe samenwerking. De finaliteit van de persoonsvolgende financiering verschilt natuurlijk enorm van de finaliteit van de landbouwsubsidies. Met de persoonsvolgende financiering kan de persoon met een handicap zich zorgverlening aanschaffen, terwijl met landbouwsubsidies geen zorgverlening wordt vergoed. Het gaat dus wel degelijk over twee verschillende doelstellingen. Vanuit het landbouwbeleid ondersteunen wij landbouwers die hun activiteit diversifiëren maar ondersteunen wij geen zorginstellingen.
Mevrouw Godderis heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Is uit het overleg met Welzijn uit de bus gekomen dat bij die 40 euro nog een extra financiële vergoeding komt vanuit Welzijn?
Wat is de taak en de toekomst van de Groene Zorg?
De heer Dochy heeft het woord.
Collega’s, we zijn er ons wellicht niet van bewust welke impact deze maatregelen hebben op mensen. De Groene Zorg en de landbouwbedrijven waar mensen zich nuttig kunnen maken, zijn een zeer belangrijk gegeven. Volgens mijn informatie zouden er 2250 mensen gebruikmaken van het systeem van Groene Zorg. Dat betekent dat 2250 mensen regelmatig op een landbouwbedrijf komen om in dat systeem te worden begeleid. Dat is indrukwekkend. Het gaat over 58.000 zorgdagen op jaarbasis. Het is een systeem dat goed werkt en dat therapeutisch onderbouwd is en voor die mensen een zeer grote meerwaarde betekent. Voor de landbouwbedrijven die zoeken naar verbreding, is het heel belangrijk dat dit blijft bestaan. Het zou niet verantwoord of rechtvaardig zijn om iedere zorgboer op te leiden tot een therapeut. Dat is niet de bedoeling. De bedoeling is dat zij die gebruikmaken van deze opvang op een landbouwbedrijf, zichzelf een beetje kunnen ontplooien, voor een deel onder toezicht van die landbouwer, maar die landbouwer is niet de zorgverstrekker.
Het systeem werkt goed en heeft zijn meerwaarde. Het heeft ook erkenning gekregen binnen de landbouwsector, die vragende partij is om dit in de toekomst te behouden naast een systeem dat is gebaseerd op het persoonsvolgend financieringsbudget.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Ik wil het nog eens duidelijk herhalen: aan die 40 euro verandert er niets. Het is ook niet de vraag om er iets aan te veranderen.
Daarnaast is er Welzijn, dat ook andere instrumenten heeft. Het Steunpunt Groene Zorg wordt volledig gefinancierd vanuit Welzijn, daar draagt Landbouw niet toe bij. Ik ga er ook van uit dat Welzijn verder zal ondersteunen. De evaluatie was dat het een bijzonder goed systeem was. U kunt uw vragen ook aan mijn collega bevoegd voor het welzijn stellen.
Mevrouw Godderis heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord.
Het is een heel goed initiatief. In mijn streek zijn er ook een paar zorgboerderijen die ik bezocht heb. De mensen met een beperking of met psychische problemen die naar die boerderijen gaan, bloeien open. Het is een heel goed initiatief.
De vraag om uitleg is afgehandeld.