Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
Mevrouw Celis heeft het woord.
De aanslagen van 22 maart in Brussel en Zaventem hebben een zware indruk nagelaten op onze samenleving in het geheel. De impact die deze aanslagen hebben op het beeld van Vlaanderen en Brussel in het buitenland, valt evenmin te onderschatten. Dit blijkt nu ook uit de cijfers die uitwisselingsorganisatie AFS heeft bekendgemaakt in de pers. De organisatie geeft te kennen dat 7 procent van de buitenlandse studenten zijn of haar kandidatuur voor een uitwisseling in Vlaanderen en Brussel heeft geannuleerd. AFS haalt de aanslagen in Brussel, de vluchtelingencrisis en de moeilijke politieke en economische situatie in Zuid-Amerika aan als belangrijke redenen voor de achteruitgang van het aantal buitenlandse uitwisselingsstudenten.
Ook de Vrije Universiteit Brussel tekent een daling op van het aantal buitenlandse studenten dat een Erasmusprogramma wil volgen aan de Brusselse universiteit. Het zou volgens de universiteit gaan om een daling van maar liefst 20 procent in vergelijking met vorig academiejaar. De universiteit geeft via de pers aan sterke vermoedens te hebben dat de aanslagen in Brussel en Zaventem een belangrijke oorzaak zijn voor het teruglopend aantal kandidaten.
In de pers verklaart de VUB dat ze een terugloop ervaren van het aantal buitenlandse uitwisselingsstudenten in het kader van Erasmusprogramma. Minister, merkt u een vergelijkbare trend op bij andere Vlaamse en Brusselse hogescholen en universiteiten? Kunt u misschien een overzicht geven van de cijfers? Bevestigt u dat de aanslagen in Brussel en Zaventem een belangrijke factor zijn voor een eventuele terugloop van het aantal buitenlandse uitwisselingsstudenten? Zijn er volgens u nog andere redenen die hiertoe een aanleiding vormen? Overweegt u overleg en maatregelen naar aanleiding van deze berichtgeving?
Minister Crevits heeft het woord.
De aanslagen van 22 maart hebben een impact op heel veel zaken, waaronder ook de aantrekkingskracht van onze regio. Op dit moment is het echter te vroeg om met betrekking tot de studentenmobiliteit grote conclusies te trekken. De gegevens die we op dit moment hebben over Erasmusstudenten, zijn voorlopig. Het academiejaar 2015-2016 liep al voor de aanslagen en loopt nog steeds. Het enige wat we kunnen vaststellen, is dat er een aantal buitenlandse studenten zijn die hun studie bij ons in het voorjaar hebben stopgezet, maar het gaat volgens de instellingen die ons dat melden slechts om een heel klein aantal. Ook andere jaren zijn er studenten die om allerhande redenen afhaken. Voor volgend academiejaar zijn de instellingen hun aanvraagprocedures momenteel aan het afronden. We hebben dus nog geen centraal overzicht.
Een eerste rondvraag bij de instellingen leert dat er op het eerste gezicht geen speciale trend is. De VUB spreekt inderdaad van een daling van ongeveer 20 procent. We horen dat ook bij de hogescholen PXL en Karel de Grote. De meeste andere instellingen geven echter een status quo door of zelfs een stijging. Het zou mij niet verbazen dat het globale cijfer een beetje zakt, maar we hebben nog geen af te kloppen cijfers.
We hebben ook nog geen gegevens om grote conclusies te trekken. Instellingen die een daling vaststellen, brengen dit wel in verband met de aanslagen. Dat is een logische redenering, maar ik kan dit nog niet staven. Wel valt het enkele instellingen op dat er geen kandidaten zijn uit bepaalde landen, bijvoorbeeld Japan of Australië. Australië geeft voor ons land een reisadvies met een ‘high degree of caution’. Dat is natuurlijk niet echt bevorderlijk voor het lokken van studenten. Maar dat past in de bredere problematiek van het terug op de kaart zetten van onze regio. Het is van belang om in de grote campagne die staat te gebeuren de studenten niet uit het oog te verliezen.
Wat moeten we doen? We moeten de cijfers omtrent Erasmus verder monitoren en analyseren zodat we zicht krijgen op de situatie voor volgend jaar. We moeten de aantrekkingskracht van onze Vlaamse universiteiten en hogescholen blijven op de kaart zetten en meenemen in alle acties die momenteel worden opgezet. De werkgroep Adinsa, met vertegenwoordigers uit alle hogescholen en universiteiten, en de vzw Flanders Knowledge Area hebben dit ook op de agenda geplaatst.
Mevrouw Celis, ik ben wel van plan om begin september met de mensen van onze veiligheidsdiensten een campagne te voeren voor onze secundaire scholen opdat ze hun schoolreizen naar Brussel zouden laten plaatsvinden. Dat is trouwens een van de redenen waarom ik het zo fijn vind dat scholen hier op bezoek komen. Ik laat dan een foto maken en communiceer er lustig over op de sociale media. Ik denk dat kleine beetjes helpen om het imago van onze hoofdstad opnieuw goed te maken.
Nu had dat natuurlijk geen zin meer, want in juli en augustus zijn er geen schoolreizen. Maar ze worden wel vanaf september gepland. Staatsveiligheid was trouwens vragende partij om daar mee in te investeren.
Bedankt voor uw antwoord, minister. Het doet mij echt deugd dat u ook zegt dat het te vroeg is om die conclusies te trekken. Het is absoluut niet zeker dat het zo is. Angst is een geweldig slechte raadgever. Het was ook mijn aanvoelen, toen ik het artikel in De Standaard las, dat het te vroeg was en dat het absoluut niet zeker was dat dat de reden zou zijn voor de terugloop van de studenten, hoewel monitoring uiteraard zeker op zijn plaats is.
Bij de voorbereiding van mijn vraag heb ik rond de uitwisseling van studenten nog wat informatie verzameld. Ik zag dat Epos (Europese Programma’s voor Onderwijs, Opleiding en Samenwerking), de overheidsinstelling die toch heel dicht bij u staat, daar waarschijnlijk heel wat informatie over zal hebben. Ze hebben een nieuwe website. Dat is heel fijn. Het is echt een website die uitnodigt en waar heel wat dingen na te trekken zijn. Misschien kan er vanuit Epos ook wel wat actie ondernomen worden en kunnen er cijfers verzameld worden over waar de waarheid ligt in dit verhaal. Omdat dat toch een overheidsinstelling is, dacht ik dat daar misschien eens naar gekeken kan worden om bijkomend een en ander te vergaren.
Dat u begin september naar die campagne gaat, kan ik volmondig ondersteunen. Dat is zeker waardevol om, zowel voor secundair als voor hoger onderwijs als voor buitenlandse studenten, over die drempel van angst en paniek te gaan. Dank u wel daarvoor. Ik kijk uit naar de start van de campagne.
Minister Crevits heeft het woord.
Een zaadje van angst is zeer snel geplant, maar het wegnemen is verschrikkelijk moeilijk.
U zult daar zeker bondgenoten in hebben bij ons.
De vraag om uitleg is afgehandeld.