Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, wij vernamen dat in verschillende steden de jobbeurzen, die georganiseerd worden door VDAB, afgeschaft zouden worden. Dit zou onder meer het geval zijn in Kortrijk en Brugge. Op deze beurzen worden werkgevers en werkzoekenden samengebracht, wat toch een van de kerntaken is van VDAB. Heel wat bedrijven staan reeds jaren op deze beurs en vinden dit zeer waardevol. Er volgen effectief aanwervingen uit de contacten met werkzoekenden die op de beurs gelegd worden. In verschillende steden waar dit georganiseerd wordt, staan verschillende bedrijven reeds jaren op de wachtlijst tot een plaats vrijkomt. Bedrijven ervaren het direct contact met werkzoekenden als een voordeel, op die manier kan een exacte beschrijving van het profiel gegeven worden en kunnen mensen mits eventueel een kleine bijscholing toch aangeworven worden in een bepaalde functie. Bij online vacatures is dit niet mogelijk aangezien deze vacatures zeer specifiek opgemaakt worden waardoor werkzoekende vaak denken dat ze uit de boot vallen. Ook voor werkzoekenden zijn deze beurzen van belang om een job in eigen streek te vinden.
Minister, klopt het dat de jobbeurzen niet meer georganiseerd zullen worden door VDAB? Om welke redenen worden deze beurzen afgeschaft? Zal VDAB in een alternatief voorzien om werkgevers en werkzoekenden op een gelijkaardige manier in contact te brengen?
Minister Muyters heeft het woord.
Collega’s, ik heb van VDAB een aantal gegevens gekregen die de perceptie van minder jobbeurzen compleet tegenspreekt. Er is vooral sprake van andere accenten die worden gelegd.
In 2015 heeft VDAB aan 911 evenementen die gericht waren op informatiedoorstroming of -matching, deelgenomen wat ervaren werd als een recordaantal. Van die 911 evenementen waren er 399 die als doel hadden om werkgevers en werkzoekenden te informeren over de dienstverlening van VDAB. Er waren er 382 jobbeurzen met uitsluitend jobmatching als doel. Daarnaast waren er nog 26 interne VDAB-meetings en 104 externe meetings waar VDAB puur om naambekendheid aan deelnam.
Het is ook vrij evenredig over de provincies verdeeld. In West-Vlaanderen waren er 187 evenementen, in Oost-Vlaanderen 188, in Antwerpen 186, in Vlaams-Brabant 171, in Limburg 153 en in Brussel 26.
De topmaanden van zulke events liggen in maart, juni en oktober. VDAB merkt een sterke tendens van grote jobbeurzen. In 2015 heeft VDAB de piste van grote beurzen die ze zelf organiseert, verlaten – wellicht is uw perceptie daar op gebaseerd –, zoals effectief het geval is in Kortrijk en Brugge. VDAB deed in West-Vlaanderen nog maar één grote beurs zelf, en dat was in het Jobtrefpunt Brugge. Wel is er een duidelijke shift naar samenwerking met anderen als het gaat over grote beurzen. Voor de kleinere jobmarkten die VDAB zelf organiseert, gebeuren de jobbeurzen nog wel.
De rol van VDAB bij de events die ze niet helemaal zelf organiseert, kan op verschillende manieren worden ingevuld. VDAB kan geldschieter zijn, logistieke partner, partner om de werkzoekenden uit te nodigen of puur als standhouder. De opkomst van de grote beurzen met partners is sterk afhankelijk van de omgevingscriteria maar daarnaast is de opkomst ook afhankelijk van eventuele voorafgaande screening door VDAB. Generiek schommelt de opkomst van die uitgenodigde werkzoekenden rond de 10 procent. Voor kleinschalige jobmarkten of jobbeurzen loopt voor sommige sectoren, zoals de bouw, de opkomst van de uitgenodigde werkzoekenden op tot 65 procent. Gemiddeld ligt de opkomst er rond 30 tot 40 procent. Het is vanzelfsprekend omdat er meer gericht wordt uitgenodigd en er een heel sterke opvolging gebeurt in verschillende golven: brief, e-mail, telefonische opvolging en sms.
In 2015 deed VDAB experimenten met ‘beehive’-beurzen waarbij werkgevers en werkzoekenden elkaar op online vlak konden treffen. De resultaten waren positief, maar de technologie staat op dit moment nog niet genoeg op punt om dit te herhalen.
VDAB blijft verder zoeken naar alternatieve manieren om mensen in contact te brengen, zoals bijvoorbeeld de Mentor-app. Via deze app worden professionals binnen de eigen sector en met een eigen expertise als mentor in contact gebracht met pas afgestudeerde jongeren. VDAB blijft daarnaast vooral sterk inzetten op face-to-facecontact via beurzen en events.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw uitgebreid antwoord.
U geeft cijfers van 2015. Het is misschien nuttig om de evolutie over de andere jaren te kennen. Ik kan dat ook via een schriftelijke vraag doen.
Ik kan concluderen dat VDAB blijft inzetten op het samenbrengen van werkgevers en werknemers op beurzen. Ik vind het raar, maar de cijfers zijn wat ze zijn, dat de opkomst bij grote beurzen minder is dan bij kleine beurzen. Het is jammer dat die grote beurzen niet echt aanslaan.
Ik heb een bijkomende vraag. VDAB zal die grote beurzen niet meer organiseren, maar hebt u er weet van dat andere organisaties, zoals Voka, zulke beurzen nog zou organiseren?
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het proces van activering van werkzoekenden is constant in beweging, net zoals de werking van VDAB. Het lijkt ons dan ook correct dat de bestaande instrumenten systematisch worden gemonitord op hun efficiëntie en dat dat waar nodig tot bijsturing of zelfs afschaffing zou kunnen leiden.
Ik hoor dat er wordt gekeken naar de opkomst op dergelijke beurzen. Worden de concrete resultaten of de doorstroming afgezet tegenover de kosten van die events? Kan dat ook tot bijsturing leiden? Kunnen we die cijfers bekijken?
Minister Muyters heeft het woord.
Ik wil het relativeren. Het gaat om percentages. Als je een grote beurs organiseert, met heel veel verschillende sectoren en dus ook veel potentiële werkzoekenden en werkgevers, en er komt 10 procent van bijvoorbeeld duizend man die potentieel in horeca, bouw en metaal aan de slag kan, komt er dus honderd man. Als je echter een beurs organiseert enkel voor de sector bouw en er alleen mensen komen die voor de bouw in aanmerking komen, is dat veel gerichter. En dat het meer gericht is, heeft natuurlijk een effect op het aantal mensen die de beurs bezoeken. Naar grote beurzen komt natuurlijk nog altijd veel volk, maar het is een ander publiek.
Ja, er worden nog grote beurzen georganiseerd. VDAB zal daarin een rol vervullen. Het gevoel is dat VDAB, naast de grote beurzen die worden georganiseerd door andere partners, niet zelf nog beurzen moet beginnen te organiseren.
De vraag over de resultaten is moeilijk te beantwoorden. Het is zelden zo dat alleen een gesprek op zo’n jobbeurs tot een job leidt. Het is vaak een eerste informatie of een afsluiting na vorige contacten. Het is niet meteen mogelijk om te monitoren welke resultaten het heeft. Je ziet wel dat er een stuk verschuiving is. Het is niet slecht dat men een experiment heeft gedaan met bijvoorbeeld die Mentor-app. Je ziet dat VDAB opnieuw zoekt op welke manier we werkgevers en werkzoekenden op de meest positieve manier bij elkaar kunnen brengen.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Ik heb net een persbericht ontvangen waarin staat dat het jobaanbod momenteel het grootst is in tien jaar, met 55.489 nieuwe jobaanbiedingen. Ik denk dat VDAB nog veel werk zal hebben om die werkgevers en werknemers samen te brengen. Het is alvast goed nieuws.
De vraag om uitleg is afgehandeld.