Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Vanbesien heeft het woord.
Maandagavond 25 april en dinsdagavond 26 april zat de Roma in Borgerhout tweemaal bomvol. Ringland kwam voor een enthousiaste zaal de conclusies van hun onderzoek toelichten. Ik weet niet of u daar een van die avonden aanwezig was of dat u andere zaken op de agenda had staan.
Wat daar naar voren is gekomen na onderzoek en samenwerking met de Ringland Academie en academici, was duidelijk en zal u ook niet ontgaan zijn in kranten en reportages daarover. Ringland is namelijk niet combineerbaar met het Oosterweeltracé of het BAM-tracé. Dat was een van de conclusies.
Een andere belangrijke conclusie was dat het Oosterweeltracé niet in zijn geheel overkapbaar is. Er zijn verschillende plaatsen aangeduid waar geen overkapping mogelijk zou zijn waaronder de Hollandse knoop, de Oosterweelknoop en de aansluiting in Merksem.
Ringland maakt ook een aantal claims. Wanneer het gaat over minderhindermaatregelen en het kunnen blijven gebruiken van de ring tijdens de werken, kan het Ringlandsysteem heel wat oplossingen bieden.
Wanneer de klimaatimpact van Ringland wordt berekend en vergeleken met de plannen van de Vlaamse Regering, dan scoort Ringland beter.
Tot slot doet Ringland een suggestie om het besliste beleid weliswaar te behouden, maar het iets noordelijker op te schuiven. Ringland stelt zich constructief op door voor te stellen de Oosterweelverbinding te behouden, maar ze iets meer naar het noorden te verplaatsen en te gaan voor een Oosterweel-noord. Dat moet de heer Schiltz vertrouwd in de oren klinken, want ook Open Vld is voor dat tracé gewonnen. Ook stRraten-generaal en Ademloos zijn bereid om naar die Oosterweel-noord op te schuiven hoewel zij in eerste instantie een ander tracé voorstelden, het Meccanotracé. Ik denk dat hier dan ook wel een aantal mogelijkheden liggen voor een compromis waarin heel Antwerpen zich kan inschakelen. Het biedt ook een antwoord op de vele conclusies die Ringland maakt en op de vele problemen met het huidige Oosterweeltracé.
Minister, hebt u die studies kunnen bekijken? Bent u het eens met de conclusies? Bent u van plan om er rekening mee te houden?
Minister Weyts heeft het woord.
Noch ikzelf, noch BAM, noch de intendant hebben die studies gekregen. Ik heb wel vernomen dat er werd aangekondigd dat die stukken aan de intendant zouden worden bezorgd, maar ik veronderstel dat dit nog een ‘work in progress’ is. Ik heb intussen zelf contact gehad met Ringland en daaruit bleek dat die stukken nog zouden worden bezorgd.
U vraagt me of ik dit goede technische oplossingen vind. De gevolgen van zo’n omvangrijk infrastructuurproject kunnen pas juist worden ingeschat door middel van de geëigende procedures zijnde MER-procedures (milieu-effectenrapportage): een plan-MER-procedure en eventueel een project-MER-procedure. Het is binnen die procedures dat door onafhankelijke MER-deskundigen de gevolgen van een infrastructuurvoorstel voor die diverse disciplines – ruimte, lucht en geluid – in kaart kunnen worden gebracht. Desgewenst kunnen maatregelen worden geformuleerd om die gevolgen te milderen of teniet te doen. Ik zal daar zelf geen technische inschattingen over maken.
Ringland werd ingesproken als alternatief binnen de lopende plan-MER-procedure voor de A102 en de R11bis. Binnen die procedure wordt Ringland net als de andere ingesproken alternatieven beoordeeld door de onafhankelijke MER-deskundigen.
Het lijkt me evident dat we die procedures respecteren en dat we wachten tot de adviezen en conclusies van die procedure effectief geformuleerd zijn. Dat geldt overigens voor alle alternatieven die in die trechtering zitten.
De intendant werkt intussen heel intensief samen met alle burgerbewegingen en actoren om tot concrete en gedragen voorstellen te komen in functie van de leefbaarheid van de zones rond de R1. Die voorstellen tot overkapping maken daar deel van uit, en het blijft de ambitie van de Vlaamse Regering om op termijn de volledige ring te overkappen en een derde Scheldekruising te realiseren.
De polarisatie is in hoofde van sommige partijen vandaag overigens al een feit. Ik merk dat stRaten-generaal een petitie lanceerde die tot een volksraadpleging zou moeten leiden. Het is anderzijds hoopgevend om vast te stellen dat andere partijen zoals Natuurpunt Wase Linkerscheldeoever (WAL) het tracé niet in vraag stellen maar binnen de lopende procedure hun voorstellen wel inspreken. En ook Ringland blijft de dialoog voeren met de intendant. Ik verkies de houding van Ringland en Natuurpunt boven de conflicthouding van stRaten-generaal.
De heer Vanbesien heeft het woord.
Ik vind het nogal stuitend dat u als minister zelf uw criticasters wilt kiezen. U zegt hier dat als Ringland zich wil bewijzen, zij moeten meedoen in een officiële MER-procedure. Dan zullen zij alle kansen krijgen en kan objectief en niet-politiek worden bekeken of Ringland inderdaad mogelijk een beter alternatief is dan Oosterweel. Dat is wat u hier zegt, maar dat is het tegenovergestelde van wat u hebt gedaan.
Ringland heeft inderdaad ingesproken in verband met de A102 en de R11bis en heeft zich als alternatief gepresenteerd zonder de Oosterweelverbinding. En het is de overheid, de regering, die heeft gezegd dat het enkel en alleen wordt bekeken samen met Oosterweel. Oosterweel moet er sowieso bij. Wanneer Ringland hier nu zegt dat dit niet samen gaat, dan zegt u dat u dat wel zult zien wanneer u het plan-MER hebt bekeken. U geeft Ringland met andere woorden geen kans en geen ruimte om hun eigenlijke voorstel, dat over de hele ring gaat en dus niet samengaat met de Oosterweelverbinding, te doen. U dwingt hen om dat samen te doen met Oosterweel terwijl Ringland zelf tot de conclusie is gekomen dat het in dat geval niet zal lukken. Wanneer de deskundigen zich dan hebben uitgesproken, kunt u hier tot de conclusie komen dat objectieve experts hebben geconcludeerd dat Ringland minder goed presteert. Het is een constante in dit dossier dat u de alternatieven die worden ingesproken – en dan heb ik het zowel over stRaten-generaal als over Ringland – niet als volwaardig beschouwt en ze op die manier in de gracht probeert te rijden.
Het enige positieve dat ik hier hoor, tenzij ik het verkeerd heb begrepen, is dat u de voorstellen van Natuurpunt WAL wel wilt realiseren.
De heer Schiltz heeft het woord.
Minister, ik had begrepen dat er een intendant was aangesteld om de verzoenbaarheid van verschillende pistes en de overkapping met verschillende tracés te onderzoeken. Ik heb ook begrepen dat op donderdag 2 juni in deze commissie de intendant verslag komt uitbrengen over de stand van zaken.
Mijnheer Vanbesien, ik vind het fijn dat u verwijst naar een aantal tracés waar wij tijdens de verkiezingen tijdelijk onze voorkeur voor hadden uitgesproken, maar ik denk dat het nu weinig zin heeft om intentieprocessen te voeren, en ik heb toch wel de indruk dat dat is wat u wilt doen. We hebben de intendant net ingeschakeld in de procedure om het politieke spitsroeden lopen een beetje te kalmeren en te zoeken naar technische antwoorden op een aantal vragen waarna uiteraard opnieuw politiek en anders getrancheerd zal moeten worden. Minister, mijn enige vraag is dan ook of we dit debat niet beter zouden uitstellen tot na de rapportage van de intendant.
De heer de Kort heeft het woord.
Minister, ik ben ook gaan luisteren op zo’n avond. Ik kwam de heer Vanbesien daar tegen. Ik was ook onder de indruk van de toelichting en presentatie van Ringland. Misschien moeten we hen uitnodigen om een toelichting te geven bij de voortgangrapportage. We zien bij hen net zoals bij u, minister, positieve evoluties. Ze sturen de fouten bij hun model bij. Voor hen moet er ook effectief een derde Scheldekruising worden gerealiseerd.
Ik vond het interessant om de toelichting te horen van de intendant. Hij slaagde erin om daar een draagvlak op te bouwen. Die figuur is van belang. We moeten hem alle kansen geven om zijn moeilijke opdracht tot een goed einde te brengen. Ik ben heel tevreden dat u nog eens onderstreept dat u effectief een mobiliteitsoplossing voor Antwerpen wilt verzoenen met leefbaarheid en dat u gaat voor een verder onderzoek van die overkapping en de betaalbaarheid daarvan.
Gaan we dat telkenmale ad hoc hier in de commissie Openbare Werken bespreken? Of gaan we dat gegroepeerd behandelen bij de voortgangsrapportage in verband met de Oosterweelverbinding met het masterplan?
Op 2 juni hebben we de voortgangsrapportage. De intendant is uitgenodigd en zal aanwezig zijn. De heer Vanbesien wou zijn vraag nu al stellen en niet wachten op de voortgangsrapportage. Het reglement staat dat toe.
In het verleden hebben we toch altijd de geplogenheid gekend – ik zie dat de voormalige voorzitter aanwezig is – van de vraag en de rapportage te koppelen. Er komt een voortgangsrapportage op 2 juni. Als er iets alomvattends gebeurt, moet men niet wachten om tussen te komen. Maar nu zitten we op slechts een paar weken van de rapportage. We moeten het er in de regeling van de werkzaamheden eens over hebben. We kunnen het debat beter groeperen dan ad hoc te debatteren.
Het is perfect reglementair.
Niemand ontkent dat! Misschien moeten we ons straks eens bezinnen over het streven naar goede inhoudelijke alomvattende debatten in plaats van de wekelijkse ‘oprispingetjes’.
Eerst een positieve boodschap: ik stel vast dat de geesten wat dichter naar elkaar komen. Er is een bevestiging van de noodzaak van de derde Scheldekruising. Dat is nieuw bij Ringland. Dat zagen we in het verleden niet. Een ander positief element is de overkapping, maar dat wisten we al langer.
Mijnheer Vanbesien, u vertrekt van een heleboel assumpties: Ringland is niet combineerbaar, Oosterweel is niet in zijn geheel overkapbaar, alle voordelen die Ringland zou hebben. Waarop baseert u zich? Wij moeten ons baseren op presentaties, krantenknipsels, de Ringlandkrant zelf, impressies, maar de studies zijn nog niet vrijgegeven. Die zijn ook nog steeds niet – als ik me niet vergis – bij de intendant. Ik vind het wat voorbarig om hier straffe taal en grote conclusies te komen verkondigen zonder dat de rapporten er zijn of ter inzage zijn.
Ik had ook prangende en onbeantwoorde vragen. In de vorige commissievergadering hebben we met hen van gedachten kunnen wisselen. Ik herhaal mijn vragen kort: de scheiding tussen het doorgaand en het lokaal verkeer die niet volledig is; de onvolledige knoop Zuid met beperkte toegang naar de Waaslandhaven; de inrichting voor gevaarlijke transporten met vluchtwegen die niet kan zoals die momenteel naar voren wordt geschoven; de hoogte van de beplantbare bovenlaag, er ligt 30 centimeter zand terwijl minstens een meter nodig is; de onderschatting van de in te tunnelen kilometers, 25 in plaats van 15 kilometer; de impact van een dergelijke werf; de onmogelijke knoop aan de Schijnpoort, de plannen om de verbrede ring onder de grond te brengen, kloppen niet omdat men geen rekening houdt met de Lotto Arena, Schijnpoort, Lobroekdok en premetrotunnel, het is technisch onmogelijk; de verbreding om onder Berchem station door te kunnen; het behoud van de bruggen; en de nodige overkapping spoorlijn tussen Berchem en Zuid. Deze vragen blijven onbeantwoord en zorgen voor grote technische vraagtekens.
Ik zou eigenlijk een oproep willen doen om de krachten te bundelen en te kijken naar een positieve lading. De geesten groeien naar elkaar. Er kan een oplossing worden gecreëerd voor de files: een oplossing niet alleen in hard beton die alleen de files verbetert, maar ook de leefbaarheid; een oplossing met de overkapping waar de intendant volop mee bezig is en de hand uitsteekt. Ik roep u op om die oplossing te omarmen in plaats van neer te sabelen, en ernaar te streven zoals sommigen hier doen dat die oplossing er niet komt.
Dat zorgt er niet alleen voor dat er geen oplossing komt voor de files, maar ook dat er geen oplossing komt voor de leefbaarheid en de overkapping, en dat vind ik een verpletterende verantwoordelijkheid.
Er werden mij geen vragen gesteld. (Gelach)
Heel veel mensen in Antwerpen zijn geïnteresseerd in de nieuwe studies van Ringland. Ik vind dat een belangrijk aspect in dit debat. Als men me vraagt of ik dat niet bij de honderd vragen en bij de voortgangsrapportage kan steken, zeg ik neen. Dit is een belangrijk maatschappelijk feit dat zich twee weken geleden voordeed in Antwerpen en met dit dossier te maken heeft en nu in deze commissie thuishoort.
U zegt dat de intendant dat maar moet bekijken. Ik vind het heel goed dat er een intendant is en dat die zijn rol moet kunnen spelen. Ik vind niet dat de intendant in de plaats komt van Ringland noch van de burgerbewegingen noch van de minister. We zullen sowieso het debat met de burgerbeweging en met de politiek verantwoordelijken en met de intendant moeten voeren. Ik ben ook blij dat die hier aanwezig zal zijn.
Ten slotte ondersteun ik de vraag om Ringland naar aanleiding van deze nieuwe studies hier eens uit te nodigen. Ik vind dat men alle studiemateriaal zo snel mogelijk openbaar moet maken. Ik hoop al lang dat BAM dat ook eens zou doen.
Minister, heb ik het goed begrepen dat u de voorstellen van Natuurpunt WAL ondersteunt en mee wilt uitvoeren?
Ik mag de minister het woord niet meer geven. Dat is voor bij de voortgangsrapportage.
De vraag om uitleg is afgehandeld.