Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer de Kort heeft het woord.
In de havengemeenschap wil men de openingstijden van alle bedrijven in de supply chain verruimen om een betere verkeersdoorstroom te krijgen. Bij DP World ziet men nu al een betere spreiding van de verkeerspiek in de ochtend door hun terminal een uur vroeger te openen. Zo wordt de bestaande infrastructuur ook beter benut.
Vanuit de haven pleitten Alfaport en het Gemeentelijk Havenbedrijf dan ook voor een proefproject waarbij de openingstijden verruimd worden zodat het vrachtvervoer nog voor de klassieke ochtendspits op de baan is. Enkele jaren geleden waren er al dergelijke proefprojecten om verladers te stimuleren om hun goederenstroom zoveel mogelijk ’s nachts af te wikkelen.
Bij DP World ziet men dat hun verruimde openingsuren – vanaf vijf uur ’s morgens en op zaterdagochtend – nu al tal van voordelen opleveren, waaronder een betere benutting van de infrastructuur van DP World en het wegennet. Door de openingstijden van de containerterminals met een uur te vervroegen, kan er dus al een groot verschil gemaakt worden. Om dit succesvol te maken, moeten ook de andere schakels in het geheel mee in het verhaal stappen en vroeger starten: containerdepots, logistieke magazijnen, distributiecentra en verladers.
Eerder pleitte men vanuit de transportsector al voor een echte ‘slimme’ kilometerheffing, die niet alleen rekening houdt met het aantal gereden kilometers, het wegtype en de emissieklasse, maar ook met het tijdstip waarop men rijdt.
Zo zou men de kilometerheffing slimmer kunnen maken door het verkeer ’s nachts bijvoorbeeld maar de helft te laten betalen van de heffing. Tijdens de spitsuren zou het tarief dan weer hoger kunnen liggen. Door het vrachtverkeer te stimuleren om ’s nachts te rijden, worden de wegen beter benut, verspreidt het verkeer zich beter en vermijden we concentraties van vervoersstromen tijdens de spitsuren. De bereikbaarheid en continuïteit van de havens en andere industriezones wordt hierdoor sterk verbeterd, wat uiteraard ook onze economie ten goede komt.
Minister, zult u opnieuw een proefproject invoeren waarbij verladers gestimuleerd worden om hun goederenstroom zoveel mogelijk ‘s nachts af te wikkelen? Wilt u bij het rekeningrijden ook het tijdstip meenemen als criterium voor het tarief van de heffing? Waarom wel of waarom niet? Zult u het ‘s nachts rijden hierbij stimuleren? Bent u bereid om het effect van een dergelijke maatregel te testen? Zult u het ‘s nachts rijden bij het vrachtvervoer op andere manieren stimuleren?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik weet niet of u verwijst naar de projecten van 2004-2005, waarbij men in het kader van de werken aan de ring heeft getracht via sensibilisering de bedrijven te overtuigen om bij de organisatie van hun transport zo veel mogelijk de spits te vermijden. Uit de evaluatie uit 2005 blijkt duidelijk dat er toen effectief een spreiding is geweest van het verkeer over de dag, waarbij de verkeersdrukte vroeger begon en vervolgens de hele dag duurde. Dat was zeker het geval voor het vrachtverkeer. Het gevolg was dat de havensector, de transportsector en de verladers nagegaan hebben of het niet opportuun was om de spreiding nog meer te richten op de avond en de nacht. Ik heb begrepen dat dat project toen wat spaak gelopen is omdat de ‘sense of urgency’ verdween en de situatie destijds op de ring nooit echt problematisch is geweest.
Daarnaast is er de situatie van 2011 toen het Vlaams Instituut voor de Logistiek (VIL) een onderzoeksproject had over dal- en nachtdistributie in samenwerking met een veertiental bedrijven. Misschien verwijst u daarnaar. Daar bekeek men hoe dal- en nachtdistributie een meer duurzame oplossing zou kunnen zijn voor een vlotte doorstroming van de goederen. Toen werd vastgesteld dat er in verschillende sectoren nog wat groeicapaciteit is voor dal- en nachtlogistiek.
Verder heb je ook de verdere uitwerking van het PIEK-project, dat voorziet in het verruimen van het leveringsvenster bij supermarkten, waarbij de testen voor de dagrand van 6 tot 7 uur en 20 tot 23 uur zeer positief waren. Het is trouwens op basis van die testresultaten dat we in de schoot van deze Vlaamse Regering nog lang hebben gediscussieerd over een aanpassing van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (VLAREM) om ervoor te kunnen zorgen dat die leveringen aan grote supermarkten met minder strikte geluidsnormen konden plaatsvinden. Er waren immers verschillende voorwaarden aan verbonden op het vlak van de geluidsproductie. Ik herinner me bijvoorbeeld dat het lossen van de goederen moest gebeuren in een overdekte constellatie zodat er geen omgevingslawaai was voor de omwonenden. Deze wijzigingsbepalingen hebben we opgenomen in de VLAREM-trein. Ze zijn goedgekeurd en zullen van kracht worden na de publicatie in het Belgisch Staatsblad. Dat moet deze of volgende maand zijn. Dat is alleszins een serieuze stap vooruit.
Wat betreft nieuwe proefprojecten ben ik ervan overtuigd, gelet op het voorgaande, dat de voordelen gekend zijn en voldoende werden aangetoond. Als je de totale leveringsketen bekijkt, zijn er enkele absolute pluspunten en een aantal kostnadelen. Er is een meerkost inzake hogere uurlonen door nacht- en weekendwerk, maar er zijn minder wachtrijen bij laden en lossen, wat leidt tot een hogere efficiëntie. Er is een betere doorstroming van het transport, want je ziet een reductie van de transportkosten. De transporttijden worden betrouwbaarder, wat ook leidt tot een reductie van de kosten in de productieketen. Die voordelen werden becijferd.
Ik ben er zelf voorstander van dat men nog meer zou spreiden op het vlak van de openingsuren van de bedrijven in de supply chain van de havengemeenschap. Ik kan dat alleen maar aanmoedigen. We doen dat heel concreet met de bereikbaarheidsmanager. Deze werkt in de schoot van Voka en staat dus in rechtstreeks contact met het bedrijfsleven en met de verschillende spelers van de supply chain waardoor we een uitbreiding van de logistieke capaciteit kunnen zien. Ik zie bijvoorbeeld grote mogelijkheden tot optimalisaties door het verruimen van de dienstverlening door de verladers en zeker ook van de containerterminals.
In het kader van de minderhindermaatregelen waaraan we nu werken rond de Oosterweelverbinding, verwacht ik concrete initiatieven uit de havenwereld, die Voka samen met de bereikbaarheidsmanager zal uitwerken. In dat opzicht is dat een opportuniteit om op dat spoor door te gaan.
Wat betreft de kilometerheffing, deel ik vanzelfsprekend uw standpunt: ik ben voorstander van de invoering van een slimme kilometerheffing, ook voor personenwagens. U weet dat we destijds met de gewesten zijn overeengekomen een eenvoudige en gelijke tariefstructuur te hebben, vanuit de ratio dat je eerst moet stappen en dan kunt lopen. Vandaar geen gevarieerde tarifering. Maar ik denk wel dat we absoluut naar een gevarieerde tarifering moeten, want dan kun je pas echt spreken van een slimme kilometerheffing en kan je werk maken van mobiliteitssturing. Ik weet ook wel als het gaat over het vrachtverkeer dat het mobiliteitssturend effect beperkt is. Daarom gaan we er eigenlijk van uit dat we best kunnen overgaan naar een slimme kilometerheffing ook voor vrachtwagens wanneer we het doen voor personenwagens. Dat is zeker een momentum, omdat je dan pas de volledige verkeersstroom kunt gaan sturen aan de hand van je tarieven. Dat is wat moeilijk als het enkel over de vrachtwagens gaat, omdat je over een beperkt percentage van de totale verkeersstroom spreekt.
De heer De Kort heeft het woord.
Minister, bedankt voor het uitvoerige antwoord. Het is van belang om te kijken, zeker ook met de werken voor de Oosterweelverbinding, of er op dat vlak nog bijkomende initiatieven mogelijk zijn. We mogen zeker ook verwachten dat er vanuit de havengemeenschap bijkomende initiatieven worden genomen. Ik vind het goed om te horen dat ook de bereikbaarheidsmanager projecten in die zin mee kan begeleiden en daar ook de opdracht toe gekregen heeft.
Deze vraagstelling is er ook gekomen omdat we zien dat men in Nederland altijd blijft zoeken naar een betere benutting van de infrastructuur en welke maatregelen daartoe mogelijk zijn. Daar wordt een veelheid aan maatregelen voorgesteld. Zeker niet alle maatregelen zijn nuttig en noodzakelijk, maar ik denk wel dat de wegcapaciteit op onze snelwegen ’s nachts nog wat onderbenut wordt. We moeten bekijken of die ook niet beter kan worden ingezet voor de vrachtwagens. Op die manier zouden we een verschuiving kunnen krijgen en een betere doorstroming overdag. Dat kan een serieus effect hebben.
U zegt dat het goed is om dat in de toekomst te koppelen aan de invoering van de kilometerheffing voor personenwagens. Kunt u daar nog enige toelichting bij geven? Is er al gestart met de opmaak van een bestek voor personenwagens? Worden daar op dit moment stappen voorwaarts in gezet?
Minister Weyts heeft het woord.
Het proefproject is in twee fases opgebouwd. Het eerste, meer theoretische luik zouden we een van de komende weken in de markt plaatsen. Ik ben de timing even kwijt, maar we zijn er net nog over bezig geweest op kabinetsniveau. Het is in elk geval voor zeer spoedig. Het is zo goed als rond.
Het zou interessant als dat kan worden overgemaakt aan de commissiesecretaris, zodat het kan worden gedeeld met de leden van de Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.