Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting
Verslag
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Ik wil eerst citeren uit een rapport van de federale ombudsman van enige tijd geleden: “Het behoud van het criterium van de enige fiscale woonplaats van het kind leidt echter tot meerdere verschillen in behandeling in het voordeel van de ouder waar de fiscale woonplaats van het kind zich bevindt.”
Dat is natuurlijk een element van kritiek aan het adres van de federale overheid, maar ook de Vlaamse fiscaliteit gebruikt het criterium van de fiscale woonplaats van het kind. Zo bestaat er geen co-ouderschapsregeling voor de belastingvermindering voor bijslaggerechtigde kinderen in de onroerende voorheffing.
Daar heb ik nu vragen bij, te meer omdat het Grondwettelijk Hof in een arrest van 5 mei 2011 over een vergelijkbare situatie in Wallonië al heeft geoordeeld dat dit een schending van het gelijkheidsbeginsel is. Kort gezegd werd domicilie niet als een pertinent criterium aanvaard om het onderscheid te maken tussen ouders die wel en ouders die geen kinderen ten laste hebben. In het regeerakkoord van de Vlaamse Regering staat dat fiscale discriminaties verder zullen worden weggewerkt, en in de beleidsbrief wordt gepleit voor een actualisering van de Vlaamse belastingverminderingen en -vrijstellingen.
Daarom, minister, heb ik volgende vraag voor u. Zult u de opmerking van het Grondwettelijk Hof meenemen in eventuele hervormingsplannen van de belastingvermindering?
Minister Tommelein heeft het woord.
Uiteraard kan ik niet – of niet meer – antwoorden voor de Federale Regering, mijnheer Van den Heuvel, maar in de beleidsbrief Financiën en Begroting is in het kader van het project ‘verdere rationalisering van de fiscaliteit’ een aanpassing opgenomen van de Vlaamse belastingverminderingen en -vrijstellingen aan de huidige maatschappelijke realiteit. Inefficiënte gunstmaatregelen moeten dus worden bijgestuurd. Meer concreet is het de bedoeling de efficiëntie van de bestaande gunstmaatregelen na te gaan en te bekijken of ze wel het initieel beoogde resultaat bereiken. Als dat niet het geval is, moeten we nagaan hoe de maatregelen kunnen worden bijgestuurd. De vermindering van de onroerende voorheffing voor belastingplichtigen met ten minste twee kinderen die recht geven op kinderbijslag, zal eveneens aan die toets worden onderworpen. Bij die evaluatie kan ook de regeling van het co-ouderschap worden onderzocht.
Het project van de rationalisering is momenteel in uitvoering. De administratie heeft de diverse gunstmaatregelen in de Vlaamse fiscaliteit opgelijst. Een volgende stap bestaat in het afwegen en evalueren van deze gunstmaatregelen. Om het werkbaar te houden, trachten we te werken met clusters van gelijkaardige maatregelen. Ten slotte zullen we een lijst opmaken van bepalingen die voor aanpassing in aanmerking komen. We zullen die vooraf aan de stakeholders voorleggen.
De eerste, voorlopige resultaten van deze toch wel uitgebreide oefening verwacht ik ten vroegste in 2017. Ik wil dan ook nog niet vooruitlopen op de resultaten van dit omvangrijk en ambitieus project, want uitvoerbaarheid is voor mij van groot belang. Bij een eventuele aanpassing van de vermindering van de onroerende voorheffing voor belastingplichtigen met kinderen moeten we voorkomen dat de automatische toekenning van de vermindering op de helling komt te staan. Ik ben een grote voorstander van de automatische toekenning om de onroerende voorheffing op een snelle en efficiënte manier te kunnen innen. De Vlaamse Belastingdienst VLABEL heeft op dat gebied al een lange weg afgelegd. VLABEL baseert zich momenteel op de gegevens van het bevolkingsregister en kan zo zonder administratieve lasten voor de burger de vermindering automatisch toekennen. Voor mij kan dat het beste ook zo blijven en ik ben ervan overtuigd dat u op dit punt mijn mening deelt.
Conclusie, ik erken de problematiek van het co-ouderschap en ik ben een oplossing zeker genegen, maar ze moet wel technisch uitvoerbaar zijn. We zullen het onderzoek meenemen in het project ‘rationalisering van de Vlaamse fiscaliteit’, dat momenteel wordt uitgevoerd.
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Hartelijk dank voor het duidelijk antwoord, minister. Ook voor mij is de automatische toekenning inderdaad een heel belangrijk element. In mijn fractie is er trouwens een werkgroep aan de slag rond de automatische toekenning van zoveel mogelijk sociale correcties of toeslagen. Daar is de problematiek immers nog belangrijker of delicater. Sommige gerechtigden krijgen de sociale correctie gewoon niet omdat ze administratief niet sterk genoeg staan en niet de juiste papieren invullen. De automatische toekenning moet daarom worden gekoesterd.
Natuurlijk wordt de problematiek van het co-ouderschap daarin het best meegenomen. Het Grondwettelijk Hof is ook duidelijk in zijn uitspraak. We leven in een maatschappij waarin verschillende gezinsvormen bestaan. Ook voor ons is het heel belangrijk dat iedere gezinsvorm wordt erkend en dat we in de oefening die we als Vlaamse overheid maken, terdege rekening houden met de opmerkingen van het Grondwettelijk Hof.
De heer Schiltz heeft het woord.
Het ligt volkomen in de geest van vorige initiatieven om ook bij het verminderen van de miserietaks een soort gelijkheid te creëren. In de Kamer heeft de Open Vld-fractie het initiatief genomen om de splitsing van het fiscaal voordeel voor co-ouders ook te bekomen voor meerderjarige kinderen. Dit staat prioritair ter behandeling.
Het lijkt me logisch dat Vlaanderen niet achterblijft en deze onrechtvaardigheid de wereld uit helpt. Het verheugt me dan ook dat de minister hier werk wilt van maken en zo spoedig mogelijk onderzoekt hoe het praktische en het rechtvaardige met elkaar kunnen worden verzoend.
De heer Lantmeeters heeft het woord.
Minister, ik wil u vragen te onderzoeken of de automatische toekenning van voordelen ook niet mogelijk is voor huurders, die gebruik kunnen maken van een vermindering van de onroerende voorheffing. Zij moeten dit verrekenen via de verhuurder en worden niet automatisch op de hoogte gebracht van de voordelen. Ik zou het waarderen als u die mensen niet uit het oog wilt verliezen.
De heer Bertels heeft het woord.
De uitgangspunten gelden naar mijn oordeel vanzelfsprekend voor iedereen. De heer Lantmeeters heeft effectief een probleem onder de aandacht gebracht. Bij de automatische toekenning is er inderdaad een lacune. De huurders kennen de mogelijke voordelen niet en kunnen ze ook niet kennen, omdat ze niet over de kadastergegevens beschikken.
Minister, ik heb begrepen dat u een oplijsting hebt gemaakt van diverse gunstmaatregelen inzake de Vlaamse fiscaliteit. Omvat die oplijsting alle gunstmaatregelen voor alle categorieën en/of belastingplichtigen? Of beperkt die zich tot gezinsvormen? Uiteraard is de volgende vraag wanneer we die lijst kunnen inkijken.
Minister Tommelein heeft het woord.
We zitten blijkbaar op dezelfde golflengte. Die automatische toekenning blijft heel belangrijk. Ik vraag me zelf soms af hoe de mensen kunnen weten waarop ze recht hebben en hoe ze die voordelen kunnen bekomen. Hiermee moeten we absoluut rekening blijven houden.
Het is ook voor de huurders, want het gaat over alle fiscale maatregelen. We zullen alles bundelen in clusters van gelijkaardige maatregelen.
We willen de automatische toekenning blijven verzekeren en willen zeker rekening houden met de diverse gezinsvormen, waaronder de nieuwe samenstelling van gezinnen. Zoals gezegd, maken we eerst een oplijsting die we nadien gaan bundelen in verschillende clusters.
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Minister, ik hoop dat we snel tot resultaten komen. De principes zijn duidelijk geformuleerd. Ik hoop te komen tot een harmonisch geheel tussen enerzijds technische haalbaarheid en anderzijds rechtvaardigheid, met respect voor de nieuwe gezinsvormen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.