Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Meremans heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik zie dat paars vandaag in deze commissie de boventoon voert in de kleding. Waarschijnlijk zijn we in ons onderbewustzijn bij Prince en zijn overlijden. Purple Rain! (Gelach)
Ik weet dat het vergezocht is. Geen ‘Red Corvette’ of geen ‘Darling Nikki’, maar wel een vraag over de gereglementeerde boekenprijs.
Minister, tijdens de commissievergadering van donderdag 18 februari had u in een antwoord op de mondelinge vraag van mevrouw Bastiaens goed en slecht nieuws over de stand van zaken met betrekking tot de invoering van de Vlaamse gereglementeerde boekenprijs.
Het goede nieuws was dat de Europese Commissie zich weinig zorgen maakte over de intra-Belgische situatie. Een gereglementeerde boekenprijs kan niet beschouwd worden als staatssteun. Er kan tegen een gereglementeerde prijs voor fysieke boeken in fysieke boekhandels geen bezwaar zijn. Het slechte nieuws was dat de Europese Commissie op eigen initiatief was gestart met het reflecteren over een aantal bestaande reglementeringen. Deze reflectie was het gevolg van de Duitsers die ook de verkoop van e-boeken willen onderbrengen onder hun boekenprijs. De Europese Commissie hanteert daarom intussen een verplichte kennisgevingsprocedure voor ontwerp van regelgeving waarin technische voorschriften opgenomen zijn voor diensten van de informatiemaatschappij.
In de eerste periode van drie maanden van de kennisgevingsprocedure krijgen de Europese Commissie en alle lidstaten de kans om vragen en opmerkingen in te dienen op het Vlaamse tekstvoorstel aangaande de gereglementeerde boekenprijs. Indien er geen fundamentele vragen zijn, stopt de kennisgevingsprocedure. Indien er wel opmerkingen zijn, start een nieuwe termijn van drie maanden waarin de lidstaat de gestelde vragen of opmerkingen moet beantwoorden en beargumenteren. U formuleerde het als volgt: “Concreet betekent dit dat we pas midden april zullen weten of er vragen of opmerkingen zijn en of er nog eens periode van drie maanden extra bijkomt.”
Hebben de Europese Commissie en/of bepaalde lidstaten fundamentele vragen of opmerkingen overgemaakt over de Vlaamse ontwerpteksten met betrekking tot de gereglementeerde boekenprijs? Zo ja, werd het tweede stadium van de kennisgevingsprocedure reeds opgestart en wat zijn de voornaamste opmerkingen? Op welke manier zal hierop worden geantwoord? Zo neen, werd de Europese kennisgevingsprocedure intussen beëindigd? Impliceert dit dat de goedgekeurde teksten binnenkort op de tafel van de Vlaamse Regering komen?
U gaf ook aan dat er in het kader van het Duitse dossier een aantal bijkomende vragen en opmerkingen geformuleerd werden over voornamelijk de ‘cross-border sale’ en of het e-boek wel als cultureel product moet worden beschouwd. Deze opmerkingen zouden ook gevolgen kunnen hebben voor het Vlaamse initiatief. Hebt u met betrekking tot deze opmerkingen duidelijkheid gekregen van de Europese Commissie? Wordt het e-boek door hen beschouwd als een cultuurproduct of rijzen er problemen met betrekking tot de opname van het e-boek in de regeling? Indien er problemen rijzen, wordt de optie om het e-boek uit het voorontwerp te halen, nader bekeken?
Handhaaft u nog steeds de vooropgestelde datum van 1 januari 2017 voor de invoering van de gereglementeerde boekenprijs in Vlaanderen? Hebt u intussen nog contact gehad met de andere gemeenschappen en welke concrete stappen werden gezet?
Minister Gatz heeft het woord.
Dank u wel, mijnheer Meremans, de Prince van de gereglementeerde boekenprijs. (Gelach)
Ik kan u geruststellen, want vandaag is er alleen maar goed nieuws. De Europese Commissie heeft intussen op 14 april jongstleden haar reactie bezorgd. Hierin stonden geen fundamentele vragen of bezwaren. Er is dus geen sprake van een zogenaamde uitvoerig gemotiveerde mening zoals Duitsland die kreeg voor hun aanpassing van de boekenprijswetgeving en die de status-quoperiode zou hebben verlengd.
De Europese Commissie maakt in haar reactie enkel zogenaamde opmerkingen. Deze opmerkingen hebben juridisch gezien geen bindende impact en verlengen de status-quoperiode niet. De tekst van het decreet is in zijn huidige vorm dus compatibel met het EU-recht.
De opmerkingen van de Europese Commissie betreffen voornamelijk de door hen gepercipieerde dubbelzinnigheid van artikel 4, paragraaf 6, en de toepasselijkheid van de uitzondering op de boekenprijs op verkopers en importeurs die in een EER-land (Europese Economische Ruimte) buiten België gevestigd zijn. Het was ook over deze zelfde paragraaf dat de Europese Commissie ons in februari al een tussentijdse vraag stelde. De Europese Commissie vraagt ons daarom om deze paragraaf eventueel te herformuleren zodat het toepassingsgebied duidelijker wordt.
We zullen bekijken wat we verder doen met de andere opmerkingen van de Europese Commissie en vervolgens aan haar laten weten waarom we wel of niet rekening houden met deze opmerkingen. Er is echter geen sanctie verbonden aan het al dan niet opvolgen van de opmerkingen.
Intussen werd dan ook voortgewerkt om het voorontwerp van decreet binnen afzienbare tijd effectief te agenderen op de Vlaamse ministerraad voor een eerste principiële goedkeuring. Concreet impliceert dit onder meer de opmaak van een reguleringsimpactanalyse (RIA), de opmaak van het dossier voor de Inspectie van Financiën, het toetsen van de teksten aan het wetgevingstechnisch en taaladvies en het opmaken van het dossier voor de Vlaamse Regering.
Zoals al aangegeven, formuleerde de Europese Commissie geen fundamentele opmerkingen, ook niet over de opname van het e-boek. In tegenstelling tot het dossier van Duitsland zijn er bij ons geen fundamentele opmerkingen geformuleerd door andere lidstaten. Het e-boek blijft dus ook behouden in ons voorontwerp.
Momenteel mikken we inderdaad nog steeds op begin 2017 als startdatum. De timing blijft krap om de volledige wetgevende procedure en de concrete operationalisering binnen die timing te halen. Ik sluit een bijsturing niet uit, maar wij mikken nog steeds op 1 januari 2017.
Zoals ik vorige keer stelde, diende de Franse Gemeenschap nog wat schaafwerk te verrichten aan haar basisteksten, onder meer omdat haar situatie en verhouding tot de Franse markt onderhevig is aan een aantal akkoorden uit het verleden. Dat is inmiddels gebeurd, maar zoals u wellicht ook hebt vernomen, is er inmiddels een personeelswissel in de Franse Gemeenschapsregering geweest na het ontslag van mevrouw Milquet. Een kabinetswissel impliceert soms dat het enige tijd duurt vooraleer de lopende dossiers worden opgepikt. Ondertussen onderhoudt mijn kabinet alvast wel nauwe banden met de verantwoordelijken van La Maison des Auteurs en Le Conseil des Livres, die aan de andere kant van de taalgrens het voorstel tot boekenprijs coördineren.
Ter vervollediging kan ik u nog meedelen dat ik begin mei mijn nieuwe ambtgenoot ontmoet en dat dit zeker een onderwerp van gesprek zal zijn. Maar dit zal ons niet weerhouden om het normale ritme dat ik u daarnet heb geschetst, verder aan te houden.
Nu de paarse reactie op het goede nieuws, mijnheer Meremans.
Het gaat enkel over de kleur, niet over bepaalde politieke constellaties die daarmee verbonden zouden kunnen zijn.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Goed nieuws, zoals gezegd. Geen fundamentele vragen of antwoorden, enkel de bemerking dat we daar een stukje paragraaf in het mogelijke ontwerp van decreet zullen moeten aanpassen. Dat betekent dat we, indien u voort kunt gaan met uw nieuwe collega van de Franse Gemeenschap, de timing kunnen handhaven en kunnen blijven mikken op begin 2017. Dat is goed nieuws. Het is ook goed dat er geen sanctionering aan is verbonden vanuit de Europese Commissie. Ik ben blij met uw antwoord.
Mevrouw Idrissi heeft het woord.
Minister, dank voor uw antwoord. Het is uiteraard goed nieuws van de Europese Commissie.
Ik heb nog twee bijkomende vragen. Voorziet u nog andere knelpunten in het voorstel waar u nu mee bezig bent? Of zegt u dat er geen knelpunten meer zijn en dat u daar vooral gestaag mee voortgaat? Ik denk aan het bibliotheekwezen, maar misschien is dat knelpunt al uit de weg geruimd. Ik denk ook aan Brussel. U hebt contact met uw Franstalige evenknie, maar mocht daaruit geen oplossing voortkomen, zijn er dan nog andere pistes om te bewandelen om dat euvel te verhelpen? Ik zou daar graag nog iets meer uitleg over willen.
Mevrouw Bastiaens heeft het woord.
Minister, dank u wel voor het goede nieuws. Ik ga ervan uit dat we de timing van 1 januari 2017 zullen halen. De periode dat de Europese Commissie zich beraden heeft, zal ongetwijfeld goed gebruikt geweest zijn om alle voorbereidingen te kunnen treffen.
Ik heb nog een vraagje over het handhavingsmechanisme. Bij mijn vraag van februari hebt u aangegeven dat u kiest voor een lightmechanisme, een zo licht mogelijke structuur. Zijn daar ondertussen nog verdere stappen in gezet zodat ook dat in één keer vanaf 1 januari 2017 duidelijk zal zijn en we daarover geen hindernissen op onze weg zullen vinden?
Minister Gatz heeft het woord.
Het zijn enerzijds juridische en anderzijds operationele vragen. Laat het in elk geval duidelijk zijn dat we gestaag verder gaan. Dat blijkt ook uit mijn oorspronkelijk antwoord. De bal is gewoon verder aan het rollen.
Wat betreft het operationele aspect van het handhavingsmechanisme, kunnen wij nu inderdaad de nodige stappen zetten zodat we daar niet na de zomer mee moeten beginnen. In die zin zijn we daarmee bezig.
Ik zie op dit ogenblik geen majeure juridische knelpunten meer. Maar na alles wat ik u net heb gezegd en met de eerste principiële goedkeuring van de Vlaamse Regering binnen afzienbare tijd, zal het ontwerp van decreet wel naar de Raad van State gaan. De Raad van State zal, de raad kennende, ongetwijfeld opmerkingen hebben over de toepassing in Brussel. Dan moeten we zien hoe we daarop antwoorden en wat de stand van zaken is met de Franse Gemeenschap. Ik beschik nog niet over de exacte puzzelstukjes om te zeggen wat we dan gaan doen. Ik wil wel het ritme dat we nu ingezet hebben en dat even pas op de plaats gaf door de Europese procedure, gewoon voortzetten.
Daar voorzie ik nog mogelijke knelpunten, maar die zijn in principe ook oplosbaar. Verder denk ik niet. Er zullen zeker nog gesprekken gevoerd worden. U hebt gesproken over de bibliotheken. We blijven in gesprek en dialoog. De zaak is nog niet in uitvoering, maar als we 1 januari willen halen, zullen we alle etappes netjes moeten halen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.